dd°rCC</e££f(oSe^. 'ooVenflui 1. VOOR KLEINEREN. Ranja. 1 1 ffliee C Hel beste paard struikelt wel eens. 1 PINKSTER EN, p i ii L b a N k. 1) 'a e K. 1 i S l. ie T l o. E o c <E o R 1 e. t i E b e e 1 Om op ie lossen. VOOR GROOTEIIEN. Welke vogel noemt hot vierde dool 'van een. Welkè provincie ja oins land beslaat uit twee tegenstellingen. jtfijn geiteed wordt mei 7 letters gcseluoven ei toornt een prins, bekend nit de Va ter- 'landscdte Geschiedenis. 1, 3, (1, 7, is een kleedingsluk. Eert 6, 4, 2, 1. is een vervoermiddel. Een 1, 2, 7, G, is een deel va'u ecn.<sehip. Een 7, G, 2, 1, is een deel van eeniboj|m. 1, 5, 7, 6, is een natuurveisehijinel. Schrijf onder elkaar. Ie. een scherp wapen. 2e. eert viervoetig dier. 3c een jongensnaam. 4e. oen provincie in ons land. I 5e een vrouwelijk familielid. De beginletters moeten, van boven naar bene en [dezen, den naam van cm stad ijn Zuid-Rolland vorxnen. VOOR KLEINEREN. jMet E bon ik een bloeiende stmik, met A een jongensnaam, f Wat kim je maken van: aaoei oennirtVz Eerst ben ik wit, dan groen, licldroiod en eindelijk donkeireed. 'kRen xonid en biting aan een steeltje. Als ik je nu nog vertol, dat ik goed smaak, dan kun je mijl Keker wel noemen. j Kniistaadscl. Op de beide kniisjes!ij"ien komt lie naam van oen bloem. i X X. .X. xxxxxxx -X' *X* X lo. rij een medeldinkvr. 2o rij schrijfgereedschap. 3o rij' een groot rooidieir. 4o rij1 't gevraagde woord. 5e rif een boom. 1 Go rij een deel. van je gezicht, 7o rij een klinker. 1 Jan Willeni heeft een rnoicno fluit, Hij fluit uit allo macht. Soms klinkt liet v rooi ijle, net eein nursdi! En dan weer fijn en zacht. I Jan Willem lokt ze allen mee. Do kind'ren uit de buurt, Die moeder met bet mooie weer Naar buiten heelt gestuurd. Jan Willem gaat te ver niet weg; Brj \oert /ijn troepje goed, Zooals een trouwe li-erder steeds Zijn kudde leiden moet. Jan Willem heeft een foovèrfluit. Een tooverlluit? Waarom'? Welwie haar volgt, kijlkt opgewekt, Nooit boos, want dat is dom! Jan Willem, fluit maai' dapper hoor! Je maakt veel menschen blij'; Wie zoo looit door liet leven gaat, Woont aan do zonnezij! Zie steeds maar weer den blijden kant, Want die is er beslist En wie alleen den donk'rcn ziet, Dolt, die heeft zidh vergist! 9 4. ja I e r- T. 3. 4. I

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1930 | | pagina 7