DÉ PLAAT POETSEN. rend over hen en own vieJ over de minste klei nigheid. Het was Lex, die hot eerst eon grootsch plan Old wierp .Tante had dien dag nog meer gefit dan anders en de jongens waren voor straf mot leege magen naar bed gestuurd. „Dick, ,als wo eens probeerden den schat to vinden'zei Lex, zaodra Zij samen boven waren. .„Hoo kininen we dien nou vinden?" riep Dick ongeloovig uit. „Ja, zie je, vader en wij zuilen wel de oanigen fzijn, die er van weten, behalve dan natuurlijk oom, maar die telt niet meo". „Wat bedoel je eigenlijk?" vroeg Dick weer. i «Zon bet niet ecnig zijn als' wij *m vonden en den losprijs voor vader ermee betaalden?" Dick keek zijn ondernemend broertje met groote oog en aan, terwijl bij langzaam bet fantastisch plan overdacht. ,„Jo bedoelt tocli zeker niet, dat we naar Ha- xocco zouden gaan?" vroeg bij eindelijk. „Ja, waarom niet? Hier hebben z' ons niet noo- dig. Tante zei vanmiddag nog, dat wo een paar monden meer om te voeren waren". „Maar boe komen we er?" atom; Dïok weer. .„0, dat weet ik nog niet. Wo zullen wel iets bedenken, als Ave maar eerst wilton. Haar vóór alles moeten Avehet boekje terug zien te krijgen en lezen wat er over den schat en hoe 'die te vinden is, i n staat". Lex stond al bij de deur, toen Dick verwonderd AToeg „Waar ga je naar toe?" „Het boekje halen", antwoordde de jongste. In; bet A-olgend oograiblik avoS Hij da deur uit, z'rjn broertje hoogst A-erbaasd achterlatend. Al lieel gauw kwam bij Aveer terug, zijn buit triomfantelijk omhoog houdend. „Het Avas heeleniaat niet moeilijk", zei hij, „Ze baten in de zitkamer en het boekje lag op oom's schrijftafel in zijn studeerkamer". Nadat de jongens de deur A-an hun slaapkamer eerst behoedzaam op slot hadden gedaan, i izen Ml og> den rand ran Dick's l>cd gezeten in het boekje. t Op de eerste blad zij ie stond: .„Thomas Jesmond". „Jesmond?" zoo heette moeders moedor, A-óór zij trouwde. 'Zij avos een Engelsche", zei Dick. „Zoo kwam moeder zeker aan bet boekje Deze Thomas Jesmond is dus de oen of andere voor vader van ons. Haar laten we nu 'Verder lezen". 'Lex hield den arm om Dick's schouder gesla gen en het was heel stil in de kamér, terwijl de jongens den inhoud der A-ergeelde bladen lazen. Deze luidde: „Dit boek bevat de geschiedenis, hoe ik, Tho mas Jasmond, in de.n jare 16-11 met een lading zijde en linnen uitvoer. Wij hadden mooi weer en een gunstigen avIikI, totdat wje ten Zuiden! van ue Golf A-an Biscaye een vreemd vaartuig zagen, dat veel grooter Avas dan liet onze en-met gewapende Jirden bemand. (Wordt vervolgd). Do familie Terpstra zit aan tafel en Kees de otudste der beide jongens, vraagt aan A-ader, of hij ook gehooid heeft, dat er Aveer, eau dief uit de gevangenis is gebroken. „Ja, ja", zégt vader, ,,'t Is Avat moois. Ik ge loof, dat de bewaking Avel Avat te wenèohenj overlaat Er Ayordt nu natuurlijk nauwkeurig nagegaan, hoe de inbreker uitgebroken is on hoewel dit A-oor latere uitbrekers misschien moeilijker daardoor go- maakt zal worden, is deze man toch maar weer ontsnapt. Wie weet, waar hij op 't oogenblik zit" ,,'Zirn hij' A-er weg z'ijn, vader?" vraagt kleine Hans, die de mogelijke nabijheid A-an een dief allesbehalve A-uilig 'vindt en het eerst denkt aan zijn inooien Speelgoedauto, welken iiij de vonga week op zijn verjaardag a\hi zijn grootvader gekre gen heeft. Hij neemt zich dan ook voor, zijn speelgoedkast straks goed te sluiten en den sloutdl met lieer mee naar bed te nemen, .ie kunt nooit weten. „Wie zal het zeggen?" Ls de wede maag van vader. „Hij hoeft de plaat gepoetst, maar zal zich waarschijnlijk wel ergens in dan één of anderen hooiberg misschien verstoppen". „Welke plaat, vader?" A-raagt Hans heel ver wonderd. Lachend zegt vader nu: „Geen echte plaat, llans. DL- plaat poetsen beteekent: er van-door gaan, heel stilletjes, zon der tdat iemand er iets van merkt. Begrijp je dat, mannetje?" Hans knikt begrijpend, 'fis een grappige uit drukking. maar bij zal haar goed onthouden. Groo te menschen zeggen soms zulke vreemde dingen, dat je zou denken, dat ze er heel wat anders meo bedoelden. Haar als' je dat nu eenmaal weet... Dien avond, als moeder A-oor zij naar bed gaat, nog ckhis maar Kees en Hans komt kijken, ziet zij, dat baar jongste oen sleutel stijf in zijn handje geklemd houdt. Wat zou hij daarmee voor hebben? Als moeders oog echter toevallig valt op de speelgoedkast, die gewoonlijk o[pi icon kier staat, maar nu goed gesloten is, terwijl do sleutel ont breekt, (begrijpt zaj, u-elken sleutel het baasje zoo krampachtig A-a&thoudt en als zij zich hot ge sprek aan tafel herinnert, weet zjj ook, Avaarom hij het deed In de avondkrant 'heeft echter gestaan dat de dief gevat is en zij neemt zich voor, dit den A-olgenden morgen aan haar jongens te ver tellen, icipdat Hans zich voortaan geen zorgen OA-er zijn speelgoed meer hoeft te maken, i Het gevolg hiervan is, dat Hans den sleutel 'st avonds Aveer in de kast laat en het heelo geval Aveldra vergeten schijnt te Zijn. Een paai' weken later is moeder druk aan den schoonmaak. i Op een middag, als moeder Hans uit Zijn frübel- klasje haalt, babbelt 'tv-entje van aderlei: wat do juffrouw Aroor verhaaltje 'verteld heeft, wat idj ge- A-lochten heeft enz. enz. Plotseling vraagt moeder hem: „Hans, luidt jij of Kees soms een knikker ver loren?" i Hans herinnert liet zich met meer en vhaagt belangstellendi „Hebt u 'm dan geA-onden, moeder?" ,„lk niet, maar Mina, de Averkster. Vlak bij den haard. Ze heeft de plaat gepoetst". ,„ls {iet een 'glazen knikker met een beestje er in?" vraagt Hans nu weer. „Ja", antwoordt moeder. „Dan zal Hij Avel van mijl zajja", merkt liet baasje op. 1 1 Thuisgekomen laat moeder hem den knikker zien. Ilans herkent hom ials den zijne en als Kees ook thuiskomt en den gevonden knikker ziet, zegt hij, dat deze Averkelijk van Hans is. Hans is blij met zij'n teruggevonden schat en

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1930 | | pagina 9