KINDER-BLAD 3 SCHIEDAMSCHE COURANT EEN HOOGE LOSPRIJS. UmmimmHÊÊÊaiÊMtlutÊÊÊlÊÊÊMmÊmÊmÊmÊÊmmKÊÊÊÊmÊimÊmM No. 29 Bijvoegsel van de Schiedamsche Courant van 19 Juli 1930 VAN DE Naar hot Engetsch «ui V. AL METULEY. Beknopt bewerkt door C. E. DE LiLLE HOGERWAAHÜ. 3) I Zoodia wij zagen, dat zo ons Wilden nanvattaj ■muitten wij alios iu gereedheid om oris to verde digen. Ik' zeeroovora waren odder bijzonder sterk en talrijk en na eon langdurig on hardnekkig ge veeld zonk de Itosamonda, ons schip, ter'vijl zes leden der bemanning en mijn persoon gevangen genomen werden. Zwaar geketend wierpen ze ons in het ruim van liet zoerooverssehip. Toen wij ei.iDijs ip het dek werden gebracht, lag het vaartuig geankerd in den .'oord oener groote rivier. Op bei.Ie e-'.ci;' was eeu rtud gebouwd, oen fraaie stad van w.Ue murui, waartusselien do gro«no boon'on senildcr achtig instaken, later hoorde ik, dat de stvJ op den linkeroever Sally, die aan den anderen kan! ltabat was AYSj slapten nog steeds zwaar geketend aan wal in liet zeeroof ersnest Sally, iu eon land, dat Alarocoo heette en geen pon kan do kwellingen beschrijven, welke wij doorstonden in den tijd welke nu aanbrak. Overdag moesten wfö een soort cement maken, hetwelk do -Moeren gebmiken om te bonwon. Als wo niet genoeg afleverden, werden we onbarmhai4- tig afgeranseld, het liefst op ouzo voetzolen, het geen ondragelijke pijn veroorzaakte. 's Audits werden wij in een diepen put neerge laten. Daarna werd do lankier weer ingeliaaxl. Na vele maanden, waarin ik iels van liun taal cgloenl had, werd ik door den Kaïd*) van ltabat als tuinman gekocht en kwam er voel verbetering in mijn lot. hater had ik het geluk don eenigen zoon van den Kaïd te rolden uit de handen van een booswicht, die den jongen hal willen stelen. Ik kwam daardoor iu do gunst van don Kaïd, die mij lot zijn secretaris verhief, daar ik een goede sehrijfhamt heb. Zoodoende kwam ik van at zijn zaken on de hoogte eu werd ik iu vorschilleiule dingen tloor hora ingewijd. Ik was ongeveer zeven jaar iu slavernij, toen de Sultan van Marocco geruchten hoorde van den rijkdom mijns meesters en hem een groote som golds wilde afpersen. Daar ilo Kaïd echter weigerde deze te betalen, werd hij in de hoofdstad ontboden, lfij ging in het Undersell iechter, iidle bt-wusl/ijn, dat hij weinig kans had er uit terug te keeren. Jhj nam daarom allp mogelijke maatregelen tea einde zijn fortuin voor zij.i eeiugon zoon iu veilig heid te brengen en daar ik zijn volle vertrouwen bezat, beval 'h'ij mij zijn geld op een geheime plaats ie verhei gen. 1 Tegen den avond verliet ik de stad, op twee ezels den schat medevoerend, die ais veiligheids maatregel onder allerlei koopwaar verstopt was. De Kaïd had mij gezegd vooral een zeer moeilijk te ontdekken plaats uit te zoeken en zoo ging ik dan op weg. j Jtk reisde \e.sch idea dagen, tot ik eindelijk aan een plek kwam, welke mij geschikt voorkwam, liet was eeu vrij smalle spleet in de rotsen, die door kreupelhout aan het oog onttrokken werd. Ik verstopte de zakken met goud in eeu holte der rots en metselde den ingang dicht met ingrediënten en gereedschap, dat ik bp iraij had, Later wierp ik er aarde en bladeren op, zoodat niemand duur den sehat zoeken zoti. De omgeving nam ik nauwkeurig op ten einde do plek later terug te kunnen vinden. Ik durfde do gegevens echter niet opschrijven, uit vrees, dat men ze vinden zou. En het was heel gelukkig dat ik dat niet gedaan had, want nadat ik op mijn ;t e rug weg allerlei gevaren getrotseerd had, werrt ik éindelijk gevangen genomen en in een diefden put geworpen. >'.ouis was ik dagen aan éêS stuk zonder voed sel of water en ik vreesde er eindelijk van uitpuil ting te zulten sterven. Omdat ik do plek, waar de sehat verborgen was, niet langer uitsluitend aan mijn geheugen wilde toevertrouwen en geen pipier m ander schrijfgereedschap hij me tiad, grifte ik met het gebroken lemmet van mijn mes eon kaart in een platten steen en voegde ik er nog versciliel- deu woorden aan too. Dit laatste deed ik iu het Engelscli, opdat geen der lieden uit die streken het zou kunnen ontcij feren, dien ik later onder zand begroef. Eindelijk werd ik echter door vriendelijke tus- schcnkomst van oen Jood, die na eenigen tja hij mij iu mfju „gevangenis" geworpen was, hm vrijft, tüij wertl namelijk spoedig weer op vrije voeten gesteld. Op een nacht wierp lij oen touw naar beneden, voorzag mij ruimschoots van eten en drinken en bracht mij op den weg naar Italvat Doordat ik erg verzwakt was, kon ik slechts lang zaam ruizen, doch eindelijk bereikte ik de kust, waar een groote verrassing mlij wachtte. Toon ik mi] naar het Noorden wendde, zag ik ltabat en «aar lagen acht Engelseho ««liepen voor anker, welke (Ie regeering naar Marocco gezonden 1 1

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1930 | | pagina 8