KINDER-BLAD BiiiiQiBoniiiiiniiiiiiiiiunii SCHIEDAMSCHE COURANT EEN HOOGE LOSPRUS. No. 38 Bijvoegsel van de Schiedamsche Courant van 20 Sept. 1930 VAN DE Naar liet Eagdscli van V. M METHLEY. Beknopt bewerkt door C. E. DE LILLE HOGER WAARD. 12) Eindelijk viel de duisternis in. Hun angst, dat Abbas hun het eten aou brengen, voor liet jheale- maaJ donker was, werd gelukkig niet bewaarheid. Do jongens waren ziek! en ellendig van opwin ding en spainniing, 'toen ze eindelijk de schuife lende slappen vain Abbas op' de trap hoojden. „Kruip tot vlak bijl* de deur, Lax:", fluislerde Dick, „en verdwijn er tteor op) het ojoigenblik, dat hij je voorbijgaat. Ik zal meer in het midden van de kamer blijven om h'otn te laniinien antwoor den, als h'ij' wat togen ons zegt". liet jongste broertje deed wal hot oudste zei, nam zijn sloffen ini de handen en liep óp blooite voeten om zoo min miogelïjk! gedruischl te maken. Daa,r werd de sleutel in liet slot gestoken. D© zware deur ging open, lerwijl haar roestige schar nieren knarsten. Jlet ingehouden* adem bleef Lieer wachten, tot Abbas hem Voorbij was. Daarna] glipito h'ij haastig door tie deur naai' da donkere, vuile Irap. Hij hoerde den Jodemjoingen in zijn afschuwelijk Fransch iets tegen Dick zeggen. Hij hoorde ook, dat Dick litem lachend in het Arabisch antwoordde en hij bewonderde de Zielfbeheersohiing eru tegen woordigheid van geest van zlijiri ouder broertje. Daarna liloordo Lex gerammel van een blad, dat dp den grond weid gezet en Abbas' nachtgroet. Op hetzelfde ocgenblik zeiden oon haastige adem haling en lichte voetstappen |nl zijn oinmiddelsllijfca nabijheid, dat Dick bij' hem was. Samen slopen zaj nu de trap af, 'doodelijfk beangst, dat bet kraken van een Irede hun' vlucht vierraden zou. Het geluk was echter in dit opzicht met hen. Z'ij kwamen zonder tegenspoed beneden en blevten ev'eu stilstaan om te luisteren. Rovou hun hoofde® 'Woorden zij het geluid va|n oön deur, die gesloten! werd on htet knarsen van een slot. Abbas verkcer- do in de stellige meenimg, dat hlijl hen evenals eiken avond opgesloten jx'ad en wais mp het pnnfc de trap .af te gaan. Mjel zlijfn aikoligo kraakstdro zong hij daarbij eau eentonig liedje De jongens namen nu overhaast de vlucht en kwamen door een poortje op oen biimenplaats. 'Boven hun hoofden zagen züjl de blauwe lucht ©ai achter sommige ramen brandde licht. Nergens ont dekten z'ij echter ©enig menkchclijlk wezen, terwijl zij vlak langs den muur door oen soort steegje liopieai. i j Eindelijk kwamen zij! door een pjoofrtje i'n! een straat en waagde Dick Wet met ean zacht vairr verlichting te fluisteren: „;Ik geloof heuscli, Lex, dat we veilig Zijn". I100FDS,TUR X. f 1 De straat, waarin de jongens zicli! bevonden, was nagenoeg geheel verlaten. Ilun ©enige wdnsch was: den afstand tusschm henzelf en Levi 'Zoo groot mogelijk te maken en hlet .Todonkwartier dus zoo spoedig mogelijk ean eind achter zich te ibehbon. Dit gelukte hun inderdaad err Zij] kwamen weldra in de Wijk dor Aljoih'ainmedanon. In oon portiek brachten zij! zooi goed en zoioi kwaad als het gmg -den 'nacht door. Bij het aanbreken van den dag lie'pien zo door straten, waai' de monscltón weer aanj liet werk gingen. lm do winkels wairen koo'pljoden; bezig hun waren uit te stallen. Plotseling kwamoni or Ica- meelen ©n muildieren aan, die ailiö zwaar beladen waren. Zij slingerden zoo hoen en weer, dat ze nagenoeg de goheole straat in beslag namen. Dick on Lex trokken niet bijlzonder de aandacht en konden, met hun donker uiterlijk en, gekleed als Abbas, best voor oen paar .Tcdenjoingens door gaan, te meer daar zijl, wanneer iemand legep hon sprak, in het Arabisch antwoordden. Zijl zouden in dit opzicht nog een zeer onaangename ervaring opdoem.' I „Laten we zioo vlug mogelijk buiten do stad zien te kiomen, Lex", zei Dick. ,,D,a|n hebben we Minder kans, dat do oude Levi ons vindt". „Hoed. Laten we dan eerst naar zee gaan om te baden. Zou dat met heerlijk zijln? riep Lex uit. „En of", antwoordde Dick, wien. het vooruit zicht van een frisch zeebad zeer toelachte. 'De jongens liepen nu op goedi gtelukj af in doricih- ting der zee. Plotseling duwde een opgeschoten negerjongen Lex echter in! een modderplas en! hief de Laatste zonder zich rekenschap, te geven van de gevolgen zijner daad dreigend zïjin, vuist op. Do negerjongen gooide hem daarjop met modder en h'et eenige, wat Dick doen 'kom, was: züjn broertje over te Walen gauw mee te gaan. Hot was echter reeds te laat Do neger riep; een paar oude ren m in mindei' dan goani tijd warein do jongens omringd door allerlei jongens en mannen, die een zeer dreigende houding tegen hen aalninamen. Zij sloten hon van alle kanten in en bogonnje(ui iim weldra mot steenen to gooien. Dick plaatste zich nu bescherm end voor zij'n broertje, maar kön "niet meer voorkomen, da.t Lex een harden, klap

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1930 | | pagina 10