n
EEN HOOGE LOSPRIJS.
SCHIEDAMSCHE COURANT
VAN DE
No.£50.
BIJVOEGSEL VAN DE SCHIEDAMSCHE COURANT VAN 13 DEC- 1930
Naar het Engel sch van V. M. METHLEY.
Beknopt bewerkt door
C. E. DE LILLE HOGERYVAARD.
24)
„Meen je dat werkelijk: vroeg Langridgo ver
baasd. 1 i
„Ja, dat meenen we, is htet niet, Lex?"
„Natuurlijk", viel Lex züjln broertje bijl.
Beiden gaven den main na een bartolijken liiand-
druk tot afscheid en Langridgo zei:
„Ik hoop, dat jullie den sc'hat zult vinden. En
|ijk hoop ook, dat jullie je-vader vinden! zult je
echten vader".
E|Ven hield bij stil; toen voegde bij er met,
fluisterende stem aan toe
„Ik iik benijd bom. Hij is een gelukkig man
met twee zulke jongens".
HOOFDSTUK XIX..'
l '.„(Daar is de rots in den vorm van oen leeuw..
Kijk, Lick". i
„jMaar ik zie de palmen niel", Zei Dick onzeker.
„Natuurlijk kunnen zo omgewaaid zijn... of... of...
nee maar... heb je ooit... Datr zijn ze... drie,
Welke een driehoek vormen, precies zooals Op1 bot
jilajatjeen dan moet er iets verder een rots
Zij|n, die als een tand omboog steektkijk, die
daarlijkt er op en
„'O, laten we er vlug naar toe loöpoti, Dick",
riep Lex uit. I
>U|ij liet zich van liet muildier glijden en begon
«I's ieen dolle door bot zand te walden. Dick, die
[niet (minder haast bad, volgde hem op do hielen,
terwijl Achmet Zijlu rijdier inhield en glimlachend
de .verliilte gezichten an opgewonden bewegingen
der jongens gadesloeg.
liet was precies een week geleden, dat ze af
scheid genomen 'hadden van Langridge oen week
van .voorbereiding, afwachting en opwinding, een
week, waaraan geen einde scheen te zullen komen
en Achmet twee dor Jfoorsdhe» soldaten als geleide
aangenomen had, benevens eenigia muildieren voor
het welvoeren van don schat als zij dien ten
minste [Vonden.
jMaar hoe meer 'het oogenblik naderde, waar
naar kij Zoo vurig verlangden en waartegen zij toch
Zoo [Opzagen, boe angstiger zlij weidon. Hot zou
heel, ihed moeilijk zijn do plaats, waar do schat
verborgen was to ontdekken en (iet leek bijna te
mooi iom waar te Zijn, dat zij succes zouden
hebben.,
Toch ondernamen zij den toc/ht met moed en
Volharding, otverdag (het stpoor 'vtfgemd eni zoodra
het donker werd, oun 'liet kampvuur zittend en pra
tend, ,ZQO kwamen Lex en Aöh'met al' Dick's avon
turen [ter pare.
,„Ik [Viel dien nacht-in slaap, tenvijll ik naar den
schildwacht )ag te kijken", vertelde IbijL „Eini het
volgende, ,dat k mij herinneren kan, Was oen hand,
die ^n'ijn pols zacht aanraakteIk werd wakker,
maar voor ik nog den t!ijd hiad om iels te zeggen,
boorde ,ik een fluisterende stem, die mij zei geen
kfijk ,te geven. „,Ik boa je vader", klonk bet, volg
mij
Natuurlijk zei ik dus niets'; ik liep hlem in don
ker achterna en na een poosje bleef 'bij gehurkt
achter een paar rotsblokken zitten. E|ra daar be
weerde blij, dat Achmet oen verrader was. liet
spreekl vanzelf, dat ik hiem geloofde ik kom
't werkelijk (friet helpen. Ik wou, onmiddellijk te
ruggaan inanr Lex, maar bjjl zei, dat ilit heel ge
vaarlijk was en wiji een veiliger gelegenheid moes
ten afwachten. We gingen daarop naar de plaats
lusschen de rotsen, waar je ons govoiaden hebt
verder weten jullie hjet Hij was eigenlijk heel
aardig tegen me en [k dacht, dat 'bijl werkelijk van
loms Jiicld! In elk geval 'heeft 'hij mij' het leven
gered".
LMet deze woorden hield Dick zichzelf on Lex
Steeds vcor oogon, dat zij de vele tekortkomingen
van Langridge maar trachten moesten te vergoten.
Het aitwerken van hetgeen er cy het stukje pa
pier stond: do aantoekeningen. van den reeds
lang geleden gestorven zeeman, was boel opwin-
tiend voor de jongens geweest
En nu was het ongeduldig verbeide oogenblik
daar. Bijna geheel buiten adem vim spanning be
vonden dij zich werkelijk b'ij do eigenaardig ge
vormde rols, die Jesmond aangegeven Jhiald.
Daar was zlij', precies zornls ze in bet ruw op
den steen in den put vernield stond..
Dick boog zich over liet stukje papier hoen,
terwijl Lex over Zijn schouder keek. „Honderd
stappen vanaf den alleenstaanden palmboom
dal is hier, Lex waar do schaduw van de dub
bele rots valt, wanneer do zen hoog aan den
hemel staat".
Zij.staat nu juist boeg aan den hemel", zei
Lex en hij sLootle Zijn broertje veelbeboekenönd
aan. 1
„Wat komt or dan? o ja? daar zal men
een broede en ondiepe kloof vinden ja en
h. kijk, kijk toch eens Lex daar is de kloof".
Zij bolden over het zand naar do plaats, waar
Zij (de brecdo en ondiepe kloof zagen. Toen bleef
KIN DER-BLAD
I