e OUDEJAARSAVOND ■n't Is Oudejaarsavond, het jaar is voorbij Weemoedig zijn onze gedachten, We denken aan 't vele geleden verdriet. Aan alles, wat er in dat jaar is geschied En dat, wat we nog zijn te wachten... We halen de grappigste voorvallen op En praten en lachen luidruchtig, Maar... onze gedachten zijn heel, p sm 11 héél veraf n vroegere liefde, een ziekbed... 'f - een graf. .En wellen een traan op, heel vluchtig r Danslaat er de klok r, 't middernachtelijk uur, En wensch w' elkeen Heil en Zegen, iWe heffen het glas en beklinken elkaar, Want.,, zoo wordt .vergeten, het m leed van dit jaar. En.., mQed .voor het Nieuwe verkregen! 1 JANUARI 1 Januari, een roezige dag, Vól van visite, die j' liever niet zag, 1 Januari, geloop aan je deur. Heel den dag door heil en zegen- gezeur! Januari, je beurs die is plat, Want j' hebt net St. Nic'laas en A Kerstmis gehad, l Januari, je huisbaas slaat op, Salarisverhooging... een lethjkf. strop! U Januari, de dienstmaagd verdwijnt Terwijl er een nieuwe (de tiende) J\A verschijnt, [1 Januari, stampvol je bureau Met fleurige nota's van modes en zoo. ,1 Januari, je vrouw zeurt je mSl, Opdat haar die bêêldiije hoed geven zal! Dat mag je niet missen, zoon j)prachtige kans, 'Ze ruimen nu óp, snap Je, voor de i balans! pi Januari.'."! m'n hemel nog toe, Je hoofd is gepijnigd, je lichaam is moe! Je bakkes staat scheef van j' ju „innemende" lach, Je hand is verlamd door dien p... p, Nieuwjaarsdag. Maar... 1 Januari, mij ben je toch lief, Want jij hielp me weer aan een aardig... motief 1 in het afgeloopen seizoen... Maar wat kan je aan doen? De natuur stelt eigc i wetten, Th.: 'k Zal cr straks 's ~oed op letten,' dat hij hier niet komt tekort. Elke keer dat hij zijn bord nog 's bijhoudt, zal k hem geven alles wat is overgebleven; 't doet den stumper zeker góed, en misschien vat hij weer moed, krijgt weer hoop op 't volgend jaar. HET GEDROOMDE SOUPER. Dramatis personae; f ïhomasvaer. Pieternel» Leo. (Het tooneel stelt voor de keuken in het sous-terrain van het groote hee renhuis: „De Staat der Nederlanden". Leo, de waakhond ligt naast het for nuis. Booze tongen zeggen dat hij op "n leeuw lijkt, maar daar zijn" het dan ook booze tongen voor. Pieternel, de keukenmeid, staat dbn het aanrecht, roert in de een of andere pan, terwijl Thomasvaer, de huisknecht zijn krantje leest.) Pieternel: Zijn de gasten nu al boven? Thomasvaer: Moet je weer de rust mij rooven? Jij houdt je ook nooit 's stil! P.: Praten zal ik wanneer ik wil! Jij zit nou al 'n uur re staren in die krant. Op jou jaren moest je eigenlijk.wijzer wezen. Wat heeft "n mensch aan al dat lezen! Th,: Je kan er altijd wat van leeren. P.: Ga liever maar het vleesch keeren. Dan doe je tenminste nog 's wat! (Th. staat op). Th,: 't Is gebeurd, m'n lieve schat! (de bel rinkelt), ik heb eigenlijk nooit rust! (kijkt verliefd naar groote schaal hors d'oeuvres), nog meer kapers op de kust! '<af. P.t 't Valt om den drommel nog niet mee te zorgen voor zoo'n heel souper. Meneer klaagt over slechte tijden, i 't maal mag er niet onder lijden, 'dan is Leiden erg in lastl (tegen Th., die binnenkomt.) Wie was de nieuwe gast? Th.: Eene Hitier... Nog nooit gezien P.: Wacht 's... is dat misschien van.Mussolini een bloedverwant? Th.: Hij was tenminstenogal astrant! P.: Dat heb je met die dictatoren: Kon je boven nog iets hooren? Th.: 'k Luister niet aan sleutelgaten, P.: Dat weet ik. maar als ze hard praten, dan steek je wel nog 's wat op! Nou? Th.: Pieternel, je haalt 'n strop, ik heb werkelijk niets gehoord! P.: Thomas, op je eere-woord? Th,: Nou... nou ja P.: "k Wist wel dat je meer zou weten! Th.: Heusch, ik ben alles vergeten! P.: Smoesjes! Kom, wat doen de heeren? Th.: Natuurlijk... natuurlijk confereêren! Sssttl... maar vertel 't aan géén! Braat zit steen en been te klagen, geen geeft antwoord op z'n vragen, iVogt en Oudegeest in 'n hoekje lezen samen in één boekje... P.: Boekje? En hoe heet dat ding? Th,: 't Begint met zend-, en eindigt met -ingl ze schelden elkander niet eens uit, maar zoeken naar een wijs besluit. In de buurt van het buffet, heeft Lou de Visser zich neergezet, om hem heen al zijn vazallen, die steeds op de knieën vallen, smeekende om mild vergeven, belovend dat zij heel hun leven voortaan braaf en zoet zullen zijn. Lou drinkt kalm 'n glaasje wijn, 't Kapitaal zal 't we' betalen... P.: Verder Thomas, niet afdwalen! Th.: Verder, verder?.., Vieedzaam bij elkaar belden rookend een sigaar, zie je 'r een van Hollands helden, die het rood-wit-blauw deed gelden, !wapp'ren in de ruimt; lucht, toen ook zijn beleid de vlucht H naar Amerika deed lagen'i P.: Wie bedoel je? ,»|J| Th.! ...Moet je dat vragen? Evert van Dijk, da':; nogal glad! En hii heeft n vurig debat met Köptein Borren van Curasao. P.; Kapjein Borren?... Er was 'n vrouw Th.: ...die voor hem wa^ brommen .wou, dat zou jij voor tiij nooit doen! P.: Nee, 'k sta teveel cp m'n fatsoen; wat de menschen zouden zeggen! Th,: ...Hoet je niet fout, uit te leggen, Want elk Kollandsch oog dat zag, dat bij hèm de schuld niet lag, (Er wordt gebeld, Thomas af.) en. P.: Zoo. dat kostje is bijna goed! (neemt 'n stukje vleesch) Hier voor Leo. 't Hondje is zoet heb je zoo'n slaap, best beest? ook 'n beroerde.tijd geweest (Thomas komt geheimzinnig terug) P. (angstig); Hemel man, je maakt me bang... (luistert) War is dat voor 'n vreemd ge zang? Th.: Zingen? Heusch, ze hebben ruzie! N. R. V.-ers, die geen fusie willen sluiten, maar niet-vechten; zelfs hun strijd nog niet beslechten aan het einde van het jaar. Woedend vliegen ze elkaar in 't haar, als dat zoo moet blijven duren, zal 'k er Leo op af gaan sturen... Wat 'n lawaai, 't Is 'n schandaall P.: Thomas, hoor je die rare taal? 't Zijn toch gasten van meneer? Th.: Als ik 'm nou maar feliciteer! Hoe zal de juffrouw dat wel vinden? P.: Juffrouw? Geen doekjes erom winden! Vlug, wat is er aan de hand? Zal het als 'n ster ons leiden naar veel stillere, goede tijden, waarin 't krijgsrumoer verstomt... (de bel rinkelt) Hè! Wie of er nu weer komt? (af). P.: Thomas is een goeie man, en dat ie zoo mooi praten kan heb ik eigenlijk nooit vermoed, 't Doet 'n mensch z'n. hart toch goed. om in deze donkere dagen nu zoovele rampen ons plagen, zulke woorden aan te hooren. Tot voor kort tuitten mn ooren Jvan alleen maar ongelukken, 'die op onze harten drukken, f even zwaar als molensteenen Welk een jammeren en weenen, (werd in Engeland aangeheven, toen na een kortstondig leven de R 101 bezweek: in Italië een gansche streek werd vernield door aarde's beven wijl in Duitschland velen t leven lieten in de donkere schachten... 'k Hoorde niets als jammer- i klachten ((Th. komt terug.) k ...Ben je daar weer? Th. (stamelend): Wat een eer! Oh, wat een eer! Raad 'es even, Pieternel, wie bij ons hing aan de bel?. J P. (onverschillig): i Ik ben Marion toch niet! Die alles voor 'n ander ziet;'" f»« 'k moet die snuiter toch s vragen Th'.: Met hen kwam ook nog ••-*• I i Miss Holland, wat 'n schat!.., P. (dreigend): ...Thomas, denk eraan! Th.: Laat me even toch 's gaan! 'k Zie in haar heusch niet de vrouw enkel haar, die 't rood-wit-blauw dapper mee omhoog hielp houden P.: Jawel, 't is goed, we zijn getrouwd en 'k hou niet van die zotte praatjes! Th.: Praatjes vullen nog geen gaatjes! Maar ik kom er rond vooruit... P, t(valt hem in de rede): Hè, wat 's dat voor 'n gefluit? Th.: Dat? Briand, die is aan 't woord, Mussolini gaat niet accoord Met de dingen, die hij zegt, Maar de Franschmaa kent 't gevecht, en nog nooit met zooveel gloed sprak hij voor ons hoogste goed: j Vrede, vrede, wereld-vrede, 'die hij altijd heeft beleden in zijn woorden, in zijn daden, Naast hem trouwe kameraden zag ik straks twee and'ren staan: Kellogg, grijze Amerikaan, Söderblom, de nobele Zweed, die ook dit ideaal beleed. 't Is 'a-beeld, dat 'k nooit vergeef, "i Boven al het .wereld-leed naar die broche, die 'k heb gedragen tot voor kort, precie3 twee dagen Zoo'n ding loopt toch niet wegl 't Was echt goud! Wat ik je zeg, als dat nieuwe kaniemufje met d'r fratsen en d'r snufjes... Th.; Raad es, wie 'k heb binnen gelaten? Nou?... 'n Stel prima advocaten! 'dat gebeurt zoo dikwijls niet! P.: En wat dan nog? Mijn 'n biet! Th.: Wat dan nog?l Ze zullen zaken waar 't een en aer i- valt te laken nooit meer te beschermen trachtenl 'k Heb ze 't zelf hooren beweren: „Ons beroep heeft zooveel veeren door de jaren moeter. laten, dat wij - eerlijke advocaten ons om geen dier louche zaken 'voortaan druk zullen gaan i maken!" En het werd ten slotte tijd. ,want waarachtig, beste meld, eiken dag bracht weer de krant hier èn in het buitenland! - 't een of and're bank-schandaa 'Eind'lijk sp-eken ze mSnne-taal! Gelijktijdig kwam met hen mee, Zoo'n stakker van 'n hotelier, - de zorgen ^tonden cp z'n gezicht. P.ï Tja, die hadden het niet licht P. (luisterend): Hé, wat 's dat voor 'n misbaar? Th.: Dat, m'n kind, dat zijn de heeren, samen aan het jeremieeren, want hun trof 'n zware slag. P.: Wat of dat weer wezen mag? Th,: Neem je zakdoek. Pieternel want een onhoudb're tranen-wel zal ook nu bij jou gaan stroomen, Eind'lijk is er dan gekomen 'n boodschap, die niet prettig is, die in waarheid 'n groot gemis voor de sport van Holland beduidt:; Baron stapt het zwembad uit, Kea Bouman is de bruid, en zij zal van nu af aan i niet meer op de tennisbaan Holland's naam in eere houden! i Leo Leene, waar we op bouwden,; sneuvelde op 't veld van eer... 1 en ten slotte het slecht beheer dat de T. C. over 't voetbal voert," maakt het resultaat beroerd, i Misschien komen betere tijden,.* j Maar tot nu stemt tot verblijden enkel wat de vliegeniers i I presteerden, die toch déze les ons leerden, 1 dat de veiligheid in de luent meer is dan een loos gerucht- Zie van Tijen, Bep Versluys. onze vlieg-stèr, even thuis 'v in de wolken als op den grond P.: Waar zoo'n meisje al niet toe komt!. Th,: Ik vind het 'n flinke meid, echt 'n kind van dezen tijd. Als ze straks hier arriveert, zal 'k zorgen dat ze zóó laveert, dat van Dijk naast haar komt zitten'. .Beiden hebben Hollandsch pit en 'den oud-Hollandschen moed..,. Zooiets doet 'n burger goed!..,. f Hoever sta je met het eten? -■ P.: Dat zal 'k waarachtig niét vergeten.' heb je ooit te klagen gehad? Buiten klinkt lawaai; Leo beginf woedend te blaffen). Heeremijntijd, wat is dat? Thomas, handel niet overhaast! Als je slaat, sla er niet naast! ((Het blijft even stil, dan Th. weet! terug), J Th.: Koest Leo, hou je stil! v Kalm Pieternel, als ik niet wil 1 Kan er immers niets geschieden?^ 't Waren 'n paar rare Heden, die de weg mij kwamen vragen, Vanmorgen voor 't begon te dagen: waren zij op stap gegaan. P.: Maar waar kwamen ze vandaan?,. Th.: Oh! In de duinen staat 'n landgoed, dat hen teederlijk behoedt, ik bedoel de zeer Bijzondere! Moei je dan je nog verwonderen, dat ze onrustig, angstia-bezeten vroegen om 'n hapje eten en of ik den weg ook wist. In 't donker hadden ze hem gemist P.: Ja maar, mag dat zoo maar? Th.: Waarom niet? Of is t niet waart' Vrijheid is 'n mensch z'n levenl 't Beste wat hem werd gegeven, Dat vind je niet overal Denk maar aan den Augias-stal, die nu Sovjet-Rusland heet èn zorg dat ik 't niet vergeet! dankbaar moeten wf( ons voelen, dat in Holland boven "t woelen van partij en politiek krachtig, mild en energiek heerscht de zuivere Majesteit van der Koningin beleid, 'n rots temidden van de baren, 'k Hoop dat nog 'n vijftig jaren Holland haar behouden mag, dat de fiere Oranje-vlag wapp'ren zal van elke stok!..< Leo, koest!... Ga in je hok! P.: Waakzaam toch is 't goeie beest! Th,: We vieren hier een veilig feest! In Chicago zijn we niet. 1 - Zooals 'n mensch. als ik. het ziet is er boven 'n nette partij. heusch, d'r zit geen kwaad haar bijl En zóó moet het nou maar blijven, .Wat heeft 'n mensch aan al dat j- kijven?. Pieternel, Is 't „eten klaar? P.; De doperwtjes zijn bijm. gaar. Th.: Mooi, dan luiden we 't Nieuwe Jaar 1 eensgezind en vreedzaam in..« Een zalig einde P.:Een goed begin! (Alle rechten .voorbehouden,)) 1

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1930 | | pagina 9