f sk Ci Mijmeringen, H. O. O. /3TÏÏ® HSJ^Oe UIT HET BUITENLAND. vf "ti Mart en Riem, Onlangs gebruikte ik deze zegswijze ia een artikeltje, de spreekwijze omtrent een riem en een kart. En toen ik kaar neeit geschreven bad begon ik te fïïosofeeren over den oorsprong en de beteekenis van die nitdrukHng. Wat bebben die twee toch met elkander te maken; zoo'n grof-sfcótEfs- lijke lederen riem. En het teere lichaams- orgaan,- jof wel het ganscb geestelijk ge dachte innerlijk gemoedswezen, dat wordt verstaan onder des menschen hart? Ja, ja, de oorsprong is wel duidelijk Het is een uitdrukking ontleend aan het soldatenleven. De soldaat droeg schuin over den .schciuder een rieg, die liep over zijn borst. En als een soldaat nu lal is, bevreesd is, goen moed beeft, don heeft hij geen hiarL Spreek Kern moed in! Steek hem een hart onder den riesm. Maar nu is het gekke, dat wij tegen woordig dat woont meer omgekeerd ge bruiken! IIoo komt dat? Zou het mis schien komen, zooals dr. F. A. Stoett mij teerde, dat hier zich da invloed gekten loet Van een ander gezegde: ,,Het hart iinkt hem in de schoenen?" Je ziet het Zakken. Da moed is er uit. Fluks, fluks: Steek hem een riem onder het hart! En door de sterke, taaie riem gedragen, klopt het hart weer moedig voort. Een wonderlijke beeldspraak! Maar ze is aanvaard geworden in ons Nedior- kmdsche spraakgebruik, dat trouwens nooit afheerig rs geweest van ietwat grovo 'of barokke beelden. En terwijl do Franschen uitsluitend zeggen: „rometlro a quelqu 'un lo coeur au ventre"; do Duit- sellers: „einem Hcrz machen", de Engek sclien: „to put heart into a man"; zegt do gemiddelde Nederlander misschien bij voorkeur, of in gedachteloosheid„Iemand, een riem steken onder het hart", tWelko beeldspraak is de beste? f V Juist is alleen dat het hart terugkomt als het verloren is. Dit laatste wordt hier nu' niet bedoeld in aimoureuseu zin. Och, dat is wol een prettige ervaring. Dat kan hoL tenminste wel zijn. Maal ais men hot hart niet meer heeft, dat ons aandrijven moet, om iets moedig te vol brengen. Als wij als soldaat in het groote leger der menschbeld niet meer durven aanvallen. Om het kwaad te vermeeste ren dat tegenover ons staaj:; om do toe komst te veroveren die ons lokkend wenkt in do verte; om te volbrengen onze rne'n- sehenpllcht, Want wij h'ebben geen hart meer in het lijf. O, dan iemand te vinjJen, ®o ons weer een hart steekt onder dicta! riem, Die ons weer leven inblaast, cin $oed en vurigheid eu warmte! [En ik zou. willen zeggenGij, die dit ander geven kunt in oen ure van versagen, door uw toespraak, door uw opwekking, door u'w bezielend voord), verzuim het niet. iWat gij wilt dat de anderen U, doen, doe gif huw desgelijks. En zie, het gebeurt toch!, dat de door u getrooste steles uzelven stuikte brengt. IMaar nog liever is mij het wat ruwe, maar zoo diepe beeld: Steek hom een riem onder het hart. i Is het hart des menschen niet dikwijls! oen schuw vogeltje gelijk? Zoo on zekér, «nrustig, Hoppend, angstig. Het heeft „Dus je gelooft niets?' „Ik geloof alleen wat ik weet." „Nou ja, dat bedoel ik toch." (London Opinion® ztajmo schat. En als ons zoo een ri,em onder het hart wordt gestoken, door een ander die ons liefheeft, moer dan JM eigen leven, die in ons gelooft, dan draagt dezlo riem van liefde eu trouw ons schuchter hart door duizend dood'en hoen, j '/'i Gezegend dio zulk ©en kent. Een' teder. ,Of een Ander. f j JACOBfJS DE KLEINE Humor. - Ontwikkeling-. - Ont£ïl^allMing, DE HOND. „Zei je dat de professor verstrooid was „VerstrooidWel, hij las laatst een foutief bericht van zijn overlijden in de krant en toen heeft hij zich zelf een krans gestuurd." (Passing Show® Zij„Maar als u zich zoo eenzaam voelt, waarom trouwt U dan niet Hij (visschend); „Ik kan geen meisje vinden dat me hebben wil." Z!J„O nee, natuurlijk. Daar had ik zoo gauw niet aan gedacht(Humorist), pi ui „Rook Je den heelen dag eigenlijk, Jansen?" „Nee meneer maar ik kan niet werken wanneer ik niet rook En dit is overigens de eerste cigaret sedert uren die 'it opsteek (Passing Show) Dochtertje„Kijk eens mammie, daar staat Pappie {i Moeder: „Hou Je mond toch, kind. Je zult vader's zaken nog mïneeren." (Passing Show), J „Ts dit nu niet een goede gelegenheid, liefste, om. te Zien of die kamer-gymnastiek Je werkelijk goed heeft gedaan zijn te-ei'o verlangens, die zoo dikwijls wreed worden verscheurd). Het heeft zij'u onbestemde vreezen en jagend gaat dan, het bloed daarbinnen. Amechtig zijtn! we Hi. Aangezien wij hier rust hielden, ging ik da omsfreeken der stad eens bezien. De brug, din over de Oder ligt, overgaande, vond ik aldaar aan den oever der rivier, bd'ton de voorstad, die naar het fort Dom me leidt, drijvende badhuizen in de rivier, waarin men cene goede bediening had, en allerlei ververseliingen konde bekomen. AV ij maakten dan ook met veel genoegen van dezo zoo gezonde, en in dit so.zoen zoo- aangename uitspanning gebruik. Wenschc- lijk ware het inderdaad, dat ook in ons vaderland, in allo plaatsen, waar de go- legenlieid daartoe voorhanden is, zoodanige inrigtingen plaats hadden; mits dezelve goedkoop, en das ook voor den minder gegoeden burger verkrijgbaar waren. SVant Van de zogenaamde badhuizen, welke men te 'Amsterdam en elders vindt, kunnen, om de Kostbaarheid, slechts zeer weinigen gebruik maken. En toch is, geloof ik, niets voer do gezondheid dor menschen zoo be vorderlijk, als het baden. Na hier dus twee dagen vertoefd te Kobben, zc.tteden wij onze rijs voort op Siar- gairt en Rcitz, en kwamen den lston 'Augus tus to Fried!and, een tamelijk groot markt vlek; doch welks inwoners meest alle Jo den. zijn, op wier zindelijkheid, vooral in deze streken, niet veel valt te roemen,- en hitctr waren zij al heel morsig. Ilier hielden wij weder rustdag; welke echter, daar wij op de omliggende dorpen verdeeld lagen, vrij goed afliep. .Van daar kwamen wij over Du tseh-Ronna en I astro w in het Pruisisch steedje Fued- land: hetwelk men met moot verwarren mot het vorongemeldc vlok dat in Po mino ren ligt. Thans waren wij in het eigonlijk gozogdo koningrijk Pruisson. Na hier rust dag gehouden to hebben, trokken wij over Fuchet, 'Ossuck on Neuenberg, naar Ma- rimworder, alwaar wij de rivier de Weich- 9cl passeerden. Hior was ik ingekwartierd bij cene apotheker, welke allesbehalve vriendelijk was; hetgeen, toen hij hoosde, dat ik een Hollander was, vooral niet verminderde: want hij zei-de mij rond uit, dat hij Kever tien Franschen had, dan éénen Hollander. Hoe zeer ik nu wel wil gel o oven, dat deze of gene mijner land lieden hem voor heen reden tot klaglcn zullen gegeven hebben, zoo fcondo ik toch niet nalaten hem mijn ongenoegen over deze dwaze vooringenomenheid te betoe nen, daar het in alle gevalle onredelijk was, het slecht gedrag van een ge individu's aan eene geheel© nnt.o te wijten. Gns geschil was eerst daaruit voortgesproten, dat hij wilde, dat ik mot eenen vreemden oüirier in één en hetzelfde bed zoude slapen, iets hetwelk ik volstrekt weigenie. "Wijl hij dus hierin zijn oogmerk niet be reiken konde, zoo was do oorlog tusschen ons verklaart; en wij hieven elkander niets schuldig. Daar wij nu order gekregen hadden, om naar Kon mgsborgen te marscheeren, gin gen wij over Marienberg naar EIbing, Trauenburg en Ilooppenbzook naar de hoofdstad van het koninkrijk Pruis-sen. IIoo zeer de mensoh dikwijls door den uitwen- digan schijn bedrogen wordt, en dat men liet uithangbord niet altijd tot het inwen dig© van den winkel beslutan karf, onder vond ik to EIbing en hier, want in de eerst genoemde plaats werd ik in oen groot buts gemlnvartiierd; en ik dacht, dat daar alles naar rato zoude zijn: dan helaas 1 het was hier armoede en grootheid. Nu, het waren fatsoenlijk© lieden, maar arm, zoo als het mij toescheen. Ik vorderde dus ook niets van lien, maar behielp mij zoo goed ik kort. In Koningsbergen, daar ik de Joden; in Üïo streken kende, zoo ging ik er met ecne dikwijls, der bezwijming nabij. De mded' ontzinkt 'ons en' Het hart weifelt... Dun is er maar één ding dat -ons hel pen kan.Dat de trouw van een ander tot ons komt. Da vaste cn duurzame en onwankelbare trouw, de liefde die in ons gelooft, die liefde die wéét dat ons wankelend hart toch bergt oen duuy- soort van wederzin heen. Dan ik weid zeer gul en vriendelijk ontvangen; mijn hospes scheen mij toe een hupscli man to zrjn, en do beste van zijne natie, dien. ïfc nog ontmoet had. Hier ut leerde ik dus, dat men rich nimmer tegen eenen persoon of zaak, door vooroordeel moest laten in nemen; maar, volgens de les van Paulus, alle dingen onderzoeken, en het goede be houden. D© grocte dag vte heden (den 15e Augus- debedrijven don sdwoncren dozar stad. wd van lrato gingen, durf ik niet zeggen: al thans do Nederlanders hebben zoo dikwijls geïllumineerd cn Te Deums gezongen, tor- wijl ons hart van spijt en weedom weg- loromp, en het schreijen ons nader stond dan het lagchen: en echter moesten wij nog wel bonno mine au' mauvais jeu ma ken, wilden wij niet dat de Ümzendarmige reus (geheime politie), ons in zijn klaauwe kreog. Dan, om. tot mij zeiven terug te i. Het was 'sa ronds laat, Icond en nat; wat men noemt: ©en echt-Ho landsdbe zo meravond. Een Me taxi wOerslp ©geld© rijn gclo ocgen in blei glimmende asyhall; do chauffeur was ergens gaan scjhmltïi an had het afgewerkte vtlhikd inden steek golatan; eenzaam bepeinsde luot nu 's mansc|,ion trou welooshcid. i lil jOok do hond was al dat vncjht moede; vlak tegen de huisdeur aangedrukt sliep hij1 olp een nogal ongemakkelijke stoop dm riaap des rechtvaardigen Ihonds, die, verza digd van spel en klmr, Zijtn toevlucht zoekt boj1 den menöeb. Want nat deze hond in joogdigoa over moed het thuis rijns meesters (OtnlvlsxcP.it was:, staat vast. Nu liet avond was, en rijn maag begon to knorren,, miste litj natuudójfc Zoowel mand als etensbak; zelfs in zijn slaap was bij zicfn kennelijk van dat go- mis bewust, wat eon bepaald melanohlolie-kö trek om zijn hondensmuit bewees. Alen moet goon slapende honden wakker maken; desondanks dead ik hot tocjhl Ik bukte mij en snokio voorzuchLig aan ©an Siijf-ui(stekenden voorpoot. Waarna ik Iwoo slappen achteruitging, ©en maascfi mag mot spotten met rijlu loven. In dit gevail was hot overbodig. De hond Opende slechts één oog (Zelfs honden, han delen tegenwoordig .in alles economisch) on keek rbiji onderzoekend aan. Ik zal teadi- ten rijd gedaebtongang wear lo gows& „Alm. Daar heb jo not Zoo'n woaau-c|$ tweolpctolen als do baas. Do baas geeft mij altijd! lekker ©ton cn oen gemakkelijke) ma)ad, heel wat boLer dan die stoep jlito1. Dit is een van deztolM-e soo-rt als do bate, Üte zal maar eens proboaren of ©r bij hfetn wat t© halen is". j Een Wjina-menscliolijk© gedarilitcwgatogj n riet h'et 'Do avonturier stand dus op en hief ©cn' geslaagd gejank aan, dat er Haarbhjfceliijlk! dp berekend was mijla medelijden to wekken. I Het succos van dit gojank overtrof mijn Verwachtingen, en Zeer waarschijnlijk do rijn o ook. In minder dan gaan tijd ont stond een groot© beweging op stapten, on der boomen en overal, waar maar ©enigs zins bcsfcüMting tegen het „hmdesm-wear" la (vindon was, en elf bondon (ik |btób Ze nauwkeurig geteld), grpota en kleine, inqoia en loollglko, kortom een assortiment, vt&px een keiuiol-h'ojuder van zou likkebaarden, versclioen cp liet toouoel. No. 1 rijia dol- lega's •waarsohSjnjljk als concurrenloa' b'et- 'Schouwend, zetle onmiddeliJijlfc Zr,in baste beentje vgor. 25jh gojank, dat lij van louter verbazing"over de komst van Zopveol löt- gendoteaa eenigo secwinjieni geslaakt hiad, vier- liief zidli opnieuw, trillend en.klagend, uit- bimdig-bedroefd. j i Maar zfjla elf ongewilde kamca-aden hjad- den het geval dojor. Zijl stamden in en tojonr ■den met oen joeliond golfuil, dat Zij ©ven- eens meesters in vlo kunst Walvin. •Toen gebomd© het, dat Mot ©erst© v)en- Nter gocpond werd, en eon Keer vertoondia rich met een lanfpotkan, Mot meosit-gewsrdia tus) de naamdag van den fcolzcr der Fran schen, werd ook hior, met allon luister ge vierd. Herhaalde kanonschoten kondigden don burgeren van Koningsbergen dezen heugel ijken dag aan. AVat ons betrof, werd do Inspectie en grooto parade niet vergeten. Des avonds was de stad fraai geïllumineerd ©n men zag een menigte Mom© vaartuigen op do rivier heen en weder varen, allo ver vuld met menschen, di© nieuwsgierig war ren om deze illuminatie te hoschouwcn. Sommige van deze schuitjes waren met muzykantm voorzien, wier aangenaam maatgeluid aan dit tooneel niet weinig levendigheid hijzettede. Dan of al die vreug-' Leren, ik twos blijde, dat al die festiviteiten afgeloopcn waren en ik weer bij mijnon goeden gastheer tehuis zat. Ik nam dus sdiiielijk mijn avondmaal en ging naarbed'. Na dus den 15den to Koningsbergen rustdag gehouden te hebben', marscheerden wij den volgenden dag naar Labóan, eene stad niet -ver van de 'Oostzee gelogen. H.'ior werden wij door den Fransschen zoo- voogd, dliie met zijno schepemvloot voor de stad lag, tot oen danspartij uitgenoodigd, op eon nabij gdegen adelijk slot- Dan men kan swd begrijpen, dat wij weinig lust hadden, om van deze vriendelijke uitnoodi- gimg gebniik te maken; daar wij, in plaats van eenen. vermoedenden dans, veeleer rust nocLg hadden', om ons voor don mar.sch' van den volgenden dag voor te bereiden. ,Van Lahiiau kwamen wij over Milanben to Tilsit. Daair wij tot nog toe niets vte onzo dstinatio (wisLen, zoo werden wij het eindelijk gewaar, dat wij een gedeelte moesten uitmaken Van het negende corps van do groote armee, gefcommandeort door Zjjn© Excellent.© den Hertog Van BeUuna, (Victor) 12o Divisie, 2o brigade-generaal Blamont: welke bolde generaals naderhand te gelijk met mij zijn krijgsgevangen ge maakt hij de Beïezina, en de lantstgemel- do nog daarenboven door eenen kogel in do knie gewond weid. 'Ons regiment ontving order om op eenen afstand van vier uuren van Tilsit do Kan- tonncmenten te betrekken, waartoe hot ze ven dorpen ter bezetting Kreeg: ik kwtet mot twee kompagmon te Gros Argenihken, alwaaa- wij ten dagen Vei toefden, cn dec zou tijd gcootendeels met exerceeren door- braglen, zoodat men zoude gemeend hebben dat wij allen nog niets meer dan consents Waren, want onze kolonel ,Wagner scheen mot den grootsten ijver bezield, om zicli waandig te toonc-n een regemont Franssohen lo kommandecrcnimmers wij waren nu geeno Hollanders meer. 'Ook liet hij zijne zucht voor al wat Fransch was duidelijk genoeg blijken, daar luj altijd bij Voorkeur Franschen voordroeg: zekcilijk om zicli tfaardoor to dieper in do gunst Van zijnen nieuwen mcestar in te dringen. Dit' ioondo liij zelfs reeds in den jare 1812 hrj gele genheid dat Napoleon te Zwolle revue hield over eenigo regementen infanterie en fca-val- lrare, want toen do keizer hom vroeg, cd hij ook iets voor zijn regement to verzoeken had antwoord© hij „niets Sire!" Hierdoor weiden velen in. hdnne verwaxibting teleur gesteld, daar zij zagen dat alles wat andere kolonels vroegen, hun werd toegestaan en dat verwekte toen reeds nief weinig ontevredenheid over zijn persoon. Doch ik zal hior 'vorder niets van zeggen, maar hem in vreclen laten rusten, want ook hij weid, benevens durzende anderen, het slagtoffer yan dezen rampzalige togt. t (Wordt vervolgd). I n n n n r? «Cit\v „(Judge), s rih.RACG.Uw •f TE. H0«iKC53a?d£2i üttR )ft

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1931 | | pagina 7