m Schiedamsche Courant. g¥8gjmenng©n. Licht en radio. SCHOONMAAK SCHIEDAMSCHE COURANT DE WOELIGE STAL DRIJVENDE PAKHUIZEN IN DE MAASSTAD. Tengevolge-valn d© grooto hooveelheden graan die to Rotterdam liggen, opgeslagen, zijn do silo's overvol. Dit is een buitenkansje voor vol© binnonschipp ers, die, nu ©r 'niet voldoende vraclit te krijgen is, hum schepen kunnen verhuren als pakhuis. Overzicht van de Waalhaven, I waar ruim "200 Rijnaken liggen, die dienst, kloon als opslagruimte. TWEEDE BLAD Zaterdag 21 Maart 1931. No. 19C80 Het donkere licltt. Kan er licht, zlijn dat donker Is En donkerheid die toch licht in zich beval? !0ms| nuchter© 'verstand zegt, dat 'dit niet kan. Iets is óf liolilt, óf donker. En wat er tussoken in is, is nog gaan donker lidit .of liclhto donkerheid, Het is veeleer noah het o©n, noch bet ander. Er ius- Kdhen in is do sóliomoring, do vaalheid!, 'do novel, dp •wazigheid, of, in figu,ui"l'ijken zin, do granwo alledaagsheid^ do grijze' eentonigheid, do fletse saaiheid van het leven. Miaar donkerheid is zwart, en /Dicht is Idaaifheid en glans, en tusschein dio twee is goon gem-oonsdbap mogelijk. Hot is of het eon, of het ander. WHt go ©ver do donkeiheid van Ihot loven sipwo- 'kon, spreek dan van den nacht, die zwart is als roet. Spreek van den duisteren af grond, dio is achter aü© dingen. Siproek Mji z'ond© on vergankelijkheid ©n dood. En denk .u als diametrale tegenstelling dan liet licht van do liefde, wan do hei ligheid, van do reinheid, van do simpele goedheid .in het loven. Donker is- do duivel. God is hot licht. Maar .ons hart zegt, dat, gelijk nltoos, hot nuchter verstand hier ongelijk Ilioeft. Wtet in het leven is er juist geen licht zonder diiister, geen donkerheid zclnder diepen glans ©r in. In hot leven is de wonderlijke, tcgenshijkliglieid vanzelfsipTe- kond en natuurlijlk, dat er liolrt ©in-tbran- dem kan uit donkere gleeden, en dat er een diepe zwaarte ligt midden in Hét stralendste licht. Het leren zieïf is in al zïjln contradictie lichtende duisternis, ihot leven zelf is in donkeren lichtglans ge- hluld. |i V i Antoom Coiolen heeft dit verstaan, toen hij zijn beste hook'—- in elk geval zlijfn. meest bekende meesterwerk, den titel 'viain diepen zin heeft gegeven!, die ik boven deze overdenking heb gezet. Hij schildert ons, zoonis men weet, hel leven van do Boel-werkers, diep in hief primitieve Brabant, waar do turfgravers in zwai'en haast dierlijken arbeid zwoe- gen .onr liet veen te stokencl-qlange zomerdagen ..onmensehelijk zwaar go- zwoeg; do amioüij'k© wintertijd in werk- Loioslioid en gebrek. .We zien zo zwoe gen; wo zien Simon Wijnands do jong gehuwde werken als -oen. paard, vio-m- vrouw, en het straks geboren vvicilit. AV'o zien h!om zwoegend vierondoren in de heet© dagen 'van (bot zomerwerken de doffe ledigheid vian hot witltersidh© thuis zitten. Al maar zorg en armoe woiar hem en zijn Wijlf, blij het al grooter wordend ■kindertal. We zien- Jan Olie do petro leum'venter naast' hen ;l>oidem vioiort- leven, nis peter van MJarifeke, d© eerste ling, als verleider - soms van Simon, dien hij. mee maiar d© iharbérg troont, als smok kelaar straks, als man van centen- daan iia,-■■-, die aldoioa.' toldhl-(bun goed© hu ur blijft, toevlucht in den npcjd. Vro zien Mar. rioke zelfeerst thuis do. kl-ein© ©ars te ling, stacks me© moederend ©ver 't ver der© kroost, dan half ViOthvaSson naar de grolote fabriek in stad,' en het teven klopt aan, aan baar hartje, het Jicht flikkert in lilaar begeerige -oogen, en ze vliegt in do kaarso, de biltóiheid daarna, als zo gestagen neorZijgt als ©én zieke diioiixd, voioa- Jan Olio's deur iMaar .onder 'al. ditdonkere teven isei" aldotar bdhlgestnaalvan liefde in het moederhart©, warm© trouw van den ru wen vader, o-nbedorvienhieid -aak in hét bezoedeld© kind, goedheid :s on barmhar tigheid 'Wan den olieman, d:ió altoos naar Zijn negotie ruikt En doior dit atles gevoelen .we, het is als 'wan nieuws ons klaar geworden, do loinöiegiijlpeliijlke, 'maar toch heerlijke wer kelijkheid, dat hel teven is ©on glanzen de duisternis, vol wan hot donkere licht. Wlant het teven is in al zlijn madselaich'- tige geheimenis do openbaring wam zachte liefde'.ook, in harde bolster; van koeste rende ziorg in kitte schraalheid wan hun kerend© ontbering; wan simpcèo trouw en toedeiro goedhartigheid-1 in armelijke toibbers aan den zelfkant dezer wereld. En bïlij en dankbaar ooinslateereu wo opnieuw de waarheid omtrent dit won dere tevcui, dio elk liefhebbend en go- lioioivönd méhsclrenluut verstaatHet. licht scjhijnt in de duisternis. Gcd is meer dan da iluivel. Geen -warilroiOipsinadlit is de-ze wereld. Rondom -ons- straalt aldaar het Donkere Licht. Mét donker glanzend oog ziet het Leven -ons aan. JACOBUS DE KLEINE'. Een populair-wctenschap- pelijk praatje. De ontwikkelingslijn der- wetanschap loopt vian het bijzondere naar hot .ailg-omeène, wan het detail naar het geheel, Steeds wondt be gonnen met een studie der verschijnselen afzonderlijk en naar mate deze studio vor der dotmdringt, teek-ent zich Steeds duidelijk het onderling- verband af, totdat.cloiotr eein logische' redeneering, waarvan do juistheid dan zo© mogelijk door pro-even wordt beves tigd, do gelijksoortigheid van 'n reeks ver- scMjasdcn wordt aangetocind en- 'n formuleo ring wo-rdt ogepstdd, waaruit 't|:v©rlo-op van al dezo verschijnselen kan worden ver klaard en afgeleid. Drie eeuwen gel-eden bestudeerde Kcpp- ler don loop der planeten om do zon om olp grond van eigen an undoro waarnemin gen vond bijl eonigo wetten, die dit ver schijnsel beheerschen. Een llialve eeuw la ter stelde Newton do wot dor algemeen© aantrekking op, waaruit do wetten vajt Keppler als een hijzonder goval volgen. Zoo werd ook het licjht oe.st a's ooit afzonderlijk verschijnsel li-osludeei'd. Theo rieën over het wezen van hot licht' wer den opgesteld (Iluygons en Newton), do wetten dor breking en dor terugkaatsing van lichtstralen* worden onderzocht (Snel- lius), de snelheid, waarmede het licht zich doior do ruimte voortplant, wend gemeten (Römor, Fir eau o.a.), totdat tanslo'40 daar do theoretische onderzoekingen van Max- wel, dio door do beroemd© proeven van Hertz op treffend© wiijzo werden bevestigd', het licht werd hörk-ond als oen deel wan do groote groep der electromagnetiscbo tril lingen. I Electrouiagiietisclic trillingen. Di lichtstralen. vormen slechts ©en zeer klein gedeelte van d© tegenwoordig l>ok©n- de reeks der -electro-magnetische trillingen en wel hot dool, waarvan de golflengten lig gen tussohen 4-1.i©ndniz'0indslo en 8-ti-oudui- zendste millimeter ofwel 0.4 on 0.8 mi- worp om iets in l© dragen of t© bewaron, G, 7, een maat en 8, 9 IQ 11, 12, aan lekkernij, welk gebalc is'aan ©en 1, 2. 3, 4L 5, 6, 7, 8, 0|. 10, 11, 12?f. 2. Een woord wan juist tien leltei© Noemt een heol nuttig ding, Dat ik m'ij eerstaanschafte, Voor 'k eieren koken ging. Verander d' -eerste letter, 'Zoodat je krijgt eoa man, Een armen, dien man bnltani Gew-oorfijlk vinden kam. 3. AValke zoeheld is nooit zoet geweest? 4. Ik. doo mijn plicht op d© looomotiof, maar als ik onthoofd word, verricht ik in elk© huisjhouding goedo diensten, ja, ben ilc 23ehs onmisbaar. I VOOR KLEINEREN. ■1. Dp do zigzagjcruisjcsllijn komt d© 'naam wan een plaats in Friesland. X' f - lo rij' een huisdier. X. 2e lij stroo-mend water, 'i, .X.. 3e rij- een roofvogel. X 4o rij een ander wo-ord vpo-r .X. vreemd, zonderling. Xf 3e rij eon doel van j© woot. X- Ge rij ©en meisjesnaam. i .X. - '7e rij- ©on kl-ecdingstuk.. .X. Be rij een voedzame drank!. X Oe lij e©n sappige rnvclvt. 10e lij een jongensnaam. 2. AV'olke worst kont geen wanne belangstel ling voor de monschen? 3. Ik bon een heel klein diertje. Maar ijverig vein zin. 1 In 't weven ben ik knap em Mijn naam? Wel die is 4. Wat loopt precies ©rem liard als' d© vlugste hardlooper? 1 j daar I a E-. DE LILLE IIOGERAV'AARD. 'tls schoonmaaktijd. Twee meisjes/ Lock en haar zusje Gré, Dio kregen builen stormde 't, •jv-Op eens ©en good idee. i -Zé'aoaulon mot. bun beiden Ook schoonmaak -houden, fijn, liet piapjieiiliuis moést immer© Vóór Basdien netjes zlijn Zo trokken aan het werk du© Met Hinko schorten aan. Je kunt in gocdo kiemen prettig werken gaan. -/.Zo ScOirohden,-homden, plasten1, Namen gordij-ncn at. ■Och, ocihj wat zulk een schoonmaak! Op eens ©en drukto gaf. T .{Rook alles nu naar zeeijisapl Zoo Iriscli' on terpentijn. De klecdcm la'ege-n 'ti nabeuit Met wator en azlijm llaax ©ind'llijk kwam tocili alles Preoies op tijd gereed. En weet ja, wat toen moedor Al9 een verrassing .deed? 'Z-'ij ging do flinke worksleis I' Trakleeienthee met kook. Dat smaakte r.ti den arbeid. Gré keek 1111 eens naar Look. En zei: Lang leev' do schoonmaak. Vandaag is het groot foost 1 In tijden, is 'een middag Z,00 vlug niet „om" geweest. .Lock met éen oa'üjllc-snuitje 1 Gaf moedor fluks een zoen En zei: Dat zullen wij graag 1 Heel dikwijls nog eens doen. (Nadruk verboden). VAN DE No. 12 BIJVOEGSEL VAN DE SCHIEDAMSCHE COURANT VAN 21 MAART 1931 door C. E. DE LILLE IIOGF.RAVAARD'. 3) ■Moeder lacht© al weer. Met zo-oveel hulpvaardige handen moest de zwaarste laak immers wol licht worden. 'Eocih zei moeder, dat wanneer allen hielpen, zij elkaar maar in den weg zouden loópan. En- dus werden Dolf en Tiny, als oudsten, tol hulp in het pakken benoemd. Handig gaf dit tweetal moeder do stapeltjes lin- |nongoed, do schoenen, de kousen en do rest aan, die 'moeder al dagen van te voren uitgezocht en in een aparte least gelogd had. Moeder vleide dan 'alles neljes in do koffers. AVel Pet Dolf een stapel kousen vallen, die haastig onder kasten en bedden, wegkropen, als wilder, zij zich liever verstoppen dan op reis naar Die AVoeJig© Stal te gaan, maar hot ongeluk was gauw verholpen en do jongen zocht in alle hoekjes 011 gaatjes 0111 do vluchtelingen op te sporen. (l'iny struikelde over een paar laarzen, dio zö niet zag, maar dood zioh geen ergo pijn ©u zoo (waren do koffers weldra v oor een goed dool ge vuld. Do pakken, mantels en jurken gingen in -©en koffer apart on moeder meende, dat ze nog genoeg ruimte had om de boeken' en het speelgoed het kon toch ook regenen op de Veluwe te bergen. -i Ma,ar dat viel niét mee. Ieder mocht Zijn scha.lton, die hij graag wikte meenomen, op den divan in d-c huiskamer leggen. Maar toen moedor zag, hoo 'hoog dio opgestapeld was on zelfs Bort's grool.o hobbelpaard er naast stond, blijkbaar met de bedoeling, zijn baasje in de vamntio to vergezellen, sloeg zij van schrik de handen in elkaar. Met moeit© overroeddo zij Bert, Blos zoonls liet hobbelpaard 'heette thuis te laten. Do kleino jongen keek teleurgesteld, maar toen moeder zei, dat bij' Beer in den trein mocht meenemen, was hij al weer getroost. Er brak voor allen oen moeilijk .oogenblik aan, loon moeder aan het uitzoeken en aan liet, af keuren ging. 'tWas goén kleinigheid: zes li-oelo •weken afstand to doen van een lievelingspop, spcJ of boek, maai' toon zij zagen, dat ieder van hem toch nog aardig wat mocht meenemen, besloten z'ij maar niet togen te stribbelen,.bij ondervinding wetend, dat dit de zaak niet boter, maar wel slechter maken kon. Bert verzon editor oen list. Vader had den vorigen avond uit d© krant voorgelezen, toen hij en Licsje aan het spelen waren en niemand op ,,d© kleintjes" gelet had, Ivo© een verstekeling zich aan boord van oeid vliegmachine verstopt had en het hem op dio ma,- nier gelukt was, do reis door de lucht mee te maken. Vader had er met do oudsten over ge sproken en Betrt had hot hooi goed begrepen, ook! al was 3iiet veihaal eigenlijk niet voor hom be stemd geweest. i Hieraan moest hij. nu plotseling denken-, toon' Flapje, het konijn met nog maar één oog en oeit half oor, dat h'ij1 al zoo heel lang had, door moeder afgekeurd was om meegenomen te worden naar Dc Woelig© Stal. Toen er een oogenblik niemand in do gang was en c>© koffer, die al bijna vol was, open stond, sloop Bert naderbij met Flapje stijf tegen zich aangedrukt. Unas;ig Jcgdo bij' Zijn lieveling ca' iir, \lekto liern nog eens toe en ging weer door met spelen. 1 De kleino haas liad er echter niet op gerekend, dat moeder even later zijn list onfd-ekleen zou. Moeder vooldo oen oneffenheid in don koffer, waar van zij do oorzaak niet verklaren kon, stelde een onderzoek in enhaalde Flapje te voorschijn. Met Flapjo in do hand kwam moeder do huis kamer binnen on vroeg aan den eigenaar van liet konijntje „Weet jij ook Bert, hoe Flapje in den koffer;, die in de gang staat, gekomen is". „la moedor", antwo.orddo Bert oil hij keek glun der bij: de herinnering aan den- inval, dien hij gehad had. „Flapje wou ook graag ©on stekeltje zijn". „Een slckolljo?" 1 Op moeders gezicht stond do grootste verbazing te lezen en zij herhaald©: „Een stekelljo? Wat is dat?" „Nou, als jo graag stilletjes mee op reis wilt gaan, net als in do krant", luiddo bet antwoord. De kleine jongen begreep alleen niet, waarom moeder nu toch zoo onbedaarlijk lachen inoesL Hij had immers niets geks gozegd. In spanning wachtte hij af, of zijn list gelukken zou en 'hij -klapte in dc handen van plezier, toon moedor zei: „Nu, voor dezen cénen keer. mag liet dan. Maar j'iji noch de anderen mogen meer „stekeltjes" in do 'keilers stoppen' hoor". Dal wilde Bert wel beloven. Als Flapjo maar mco mocht, was hij tevreden. Toen moeder li-et later an.11 vader, ©n ,,do groe ten" verteld©, moesten zij ook hartelijk lachen. Eii vanaf dit oogenblik heette Bert's koaiijinhj© igecn Flapje meer, maar Stekeltje. Nadat moedor den volgenden dag de laatste hand gelegd had aan do koffers liet waren ev drie kwam ©ven na vieren een grooto vrachtauto van Van Goud en Loos om zo te haten. De jeugd was juist uit schoot thuis gekome-n DER 1 KINDER-BLAD

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1931 | | pagina 5