l¥l'ajm©rSngera. Werkzaamheden in den Volkstuin. Het geheim. Een Oostersche legende. Raadselhoekje. a.' Ons lot. Ons leven is geein lotje uit do loterij, zoo verzucht do pessimist. Dat wil zeg gen, dat wij iniot levefn om gelukkig te worden maar om' te lijden. Een lot uit de loterij is voor do volksverbeelding liet go- luk, dat ons i!n den schoot wordt gewor pen. Gij zoudt er verbaasd van, staan als collecteurs ou cPUedrioes van de staats loterij u eens vertelden hoovelo rechtscha pen, bedaarde, gezeten burgers niet gore- geïd een twin'igjo spelen in elke staats loterij. Dat zit ons Nederlanders in liet blood. NS"ij zijn een nuchter, rustig volk, dat niet van ongewisse, avonturen houdt. 'Alles op zijn tijd, adles weloverwogen en ge leidelijk. Maar het vleugje romantiek, dat ook in ieder onzer zit, leeft zich uit in ons verborgen, maar immers van staats wege zeer geoorloofd, gokje. Je weet nooit hoe oen koe oen haas vangt. Eu liet heelo leven droomen ze er van, wat ze toch wel zouden doen, als de honderdduizend, wa rempel eens viel op hun uilverkoren lot. En die droom maakt reeds gelukkig, waar de werkelijkheid ons natuurlijk blijft ont zegd. I i 1 Maar nu komt uit deze onze volksaard de spreekwijze die ik hoven citeerde. De pessimist vergelijkt ons heele leven met het geliefde kansspel, en constateert troos teloos, dat wij zelfs geen schijn van kans hebben op do honderdduizend van het ge luk. iWij leven enkel om te lijden. Het is misère ouverle. Daartegenover heeft de optimist het vaste geloof dat eens het geluk komen zal; dat eigenlijk het geluk reeds op ons te wach ten staat, en wij het z6ó zullen grijpen. En jubelend steekt hij bij voorbaat de vlag uit; is het al niet voor zichzelf, dan voor een nog meer gelukkige benijde ander; Hij heeft een lot uit de loterij getrokken! Dat wil zeggen: Het is bij hom botertje tot op den boom. 1 Is ons levenslot waarlijk met een lot uit* de loterij to vergelijken? Of liever, om het meer algemeen te stellen, is het le ven een loterij, en de menseh afhankelijk van het immer draaiende rad der foraim, 'dat zijn goede gaven strooit zonder aan zien des persoons? En in grillige wissel valligheid wordt de een gezegend boven mate, terwijl do ander heel zijn bestaan hunkerend maar begeerig staat aan den kant? Den opporvlakkigda beschouwer mag het zoo schijndn. 1 1 l i i i i 1 Zeker zijn 'de aards dio goedordn' uiter mate ongelijk verdeeld. EU ook do gavdn van gezondheid en valn geestelijke vermo gens worden kwistig geschonken mnpr niet aan iedereen. (Waarom niot aan ieder een? Het loopt mee, hot loopt togch. De een laat violen zorgen, en hooft toch al les wat hij begoeren ka'n. De ander kent niets üah nood en angst en tegenspoed. Waarom? J f 1 j Een loterij, liet leven... Ik geloof, dat er ook een beschouwings wijze is, die hooger, wijder uitzicht heeft. Men kaU ook zeggen: een, dio dieper ziet dan do oppervlakte. 1 Zou liet aldus niet ku'nUen zrjU: dat ons leven wa.ulijk een lot was, dat wij heb ben getrokken, maar dat er atn het im mer wentelende rad der fortuin oen hand staat, die mot wijsheid ons dat levenslot heeft toegekend? En dat het misschien en kel ons toevallig schijnt, omdat wij den achtergrond van adies niet kunnen, ver staan? i i Er schijnt wel wat voor te pleiten. Daar zijn bezonken oogen!dikken in ons leven, waarop wij er machtig toe gedron gen worden, om een wondere orde aan to nemen, die, gelijk in het gaUscho heelal, ook in ons leven, zich majestueus voltrokt. Onhegrijpelijk. Maar zeker. In vreugde en zorgen In lief en leed. 'Als dit zoo is, dan hebben wo maar één ding te doen. Dan hebben wij ons lot, ons levenslot, manmoedig te aanvaarden. Dan hebban wij er van te maken wat wij kun'nen. Woekeren met de mogelijkheden die ons zijn gegeven. Onze ons geschonken talenten moeten, rente afwerpen voor do wereld waarin wij verkeeren. Onze levensstrijd hebban wij allen dap per te strijden; in het bewustzijn dat ons dit in wijsheid is toebedeeld, en dat vaïj. ons daarin wat wordt verwacht En de bloemen die er in ons leven willen bloeien die rnogon wij dan pluk ken in dankbaarheid. Ons leven dan oen opgave, en een taak. Boven optimisme en pessimisme zijn we dan uit gestegen. Spraken de ouden er niet reeds van, dat in liet lot zich de godheid openbaarde? Jacobus de Kleine. Vijanden van onze planten, ■Nauwelijks rij'u de jonge bladeren en knoppen weer aan boomm en hees teas of een leger v"an vijanden staat gereed, om ex een aanval op te doen, on deze zoo mogelijk to vernietigen. Maar laten we eer lijk zijn, ook voor die vojor ons vaak taoo hinderlijke insecten is jliet octmjowdig de strijd om het bestaan dia gastreden wordt. Wij, kunnen echter niot dulden dat booinm en heesters, en daarvan vooral veel bloem knoppen, hierdoor zouden worden vernie tigd. Veel hinder veroorzaakt do ringolfups, Matocosoma noustria. In den vorigon zot- mer lieolt do vlinder eitjes gelegd aan do jonge twijgen. Een groot aantal dezer eitjes werden in een harde, lijmachtige staf in een ring verecnigd en omsluiten liet twijgje als een kokertje. Hadden ito deze ringetjes gedurende den winter nu maar afgeknipt en verbrand, dan was or niets gebeurd, maar velen ontsnappen gemakkelijk aan lOnze aandacht, en nu zien wo zqo- hier icn daar een sp insein chiig nest, Waarin, soims honderd of meer rupsjes bijleen zijn. Vooral bij regenachtig weer en dos nachts Iranian de kleine rupsjes nog naar dit nest, zoodat wo ze ook nu nog goniabko'ijlk kunnen icrnicligen. Iedere tuiiibazitlor lolta dus op, opdat do werkelijk grooto schade die zij vaak veroorzaken zoo garing moge'ijlk rij1. Deze rups kamt vooral voor op irnit- baomen, ook op siora'plpels on siorfcersen, Meidoorns, Beuken, EsdidoomS, Iepen on Berken, In onze frambozen birr Jen we nu den strijd aan mot het feambiOEeinberertje, Byturus tomentosus. Do kleine, ongeveer 4 m.M. lange, geelgrijs behaarde kevertjes kan men nu aan do bloemknoppen vinden. In een enkele frambooenrij kan mei zie er gemakkelijk afvangen. Zo laten zich ech ter direct va'len, zeodat hiervoor wol oenigo handigheid vereiseht wordt. Mon vangt ae dan ook dikwij's in een omgekeerde para plu ie of een laken, dat men onder de [plan ten houdt, terwijl men deze schudt. In de rozen zien we nu verschillende boosdoe ners, o.a. rozenknopiboiordois, Aidisi planat waarvan do larven 12 tot 14 m.M. lang zfrjn en biij oorkour am de knoppen vreten de rozenb'adwcsp, Ilylotoxna resao, welke haar eitjes in do jongo scheutjes dopo neerf. De b'auwgroene, van zwarte sttvpon voorziene larven zijn ongeveer 2 c.M. lang en vreten aan de bladeren. In kleine tuinen doet men liet beste met da rozen geregeld te inspectoeren en deze ou andera faoios- doeners to vangen en. Si vernialigea. Er zijn bestrijdingsmiddelen tegen, maar daar dit vergiften rijn, gebruiken wo zo Haver niet in kleine tuinen. i BINNENLAND. De Koninklijke familie naar Tirol. Naar ,uit iWecnoa aan hot „Vad." ge meld wordt, zou onze Kötiinklijko fatailiej in Juli, gedurdndo drio weke'n iu Igls ver blijven, v/aprhcKSii zij zich na het bezoek aan Parijs zou begaven dn waar waarsdiijn- lijk een particuliere villa voor do Konink lijke gasten iu gereedheid zou worden ge- bradit. i i Igls ligt op 8.5 KM. afstand teU ZuidOn. van IUnshrück, waarmede liet door oen bergbnnnlje is vorb'o'nddn, op 870 M. hoogte van do bosdirijko uitloopors vajn ÏÏOn ook aan bezoekers vain Innsbruck b'ekcndon, 224S JI. hoogen Patschor Kofl, waarvan do top van Igls uit gemakkelijk in 4 uron te bestijgen is, terwijl mdn ook met oon kabel baan tot 19G0 M. hoogto kan komen. Het plaatsje telt verscheidene hotels en wordt ook voor do wintersport veel bezodit. In de omgeving zijn talrijke bosdipadOn met bankc'n. Mcin heeft er een mooi uitzicht op het gebergto in don omtrek. In do buurt ligt ook het kleine La'nser moer. i Naar wij ons herinneren, heeft do Ko ningin al odns in Igls verblijf gehouden. Bestrijding van de valschc mouterij te Batavia. Do minister vaiu koloniën heeft goedgevon- kten aaln den heer K. II. Brookhoff, h'oofd- inspecteur vaa politie, tevens commissaris van rpsspolitio te Amsterdam, op te dragon zich met het op 22 Juli a s. pit Amsterdam vexlrekbendi nnotomuilscliip „Mamix van St. Aktegonde" voor den tijd van drie maan den naar Nedeilandsch-Indié te begeven, teneinde van advies to dienen nopens de organisatie van het te Batavia gcstïchjt! Centraal Bureau ter bestrijding van de valscho nxnnterij, alsmede -nopens andere daarmede verband) houdende aangelegc-mi- lieden. 1 De nood der landbouwers. Het Kon. Ned. Landbouwcomité, do Kalh'. Nod. Boeren- en Tuindersbond, en do C3ir. Boeren- en Tuindersbond in Nederland heb ben een telegram gericht aan do .kalimaat schappij te Berlijn en to Mülliausen, waarin gezegd wordt, dat do vanwege de kali- mij gepubliceerde prijzen der kalizoutcn in geen enkel opzicht rekening houden met de ernstige omstandigheden, waarin onze landbouwers vcikeeren. In velband met do daardoor ontstane algemeeno ontevre denheid dringen genoemde organisaties aan op herziening der door do kali-mij. vast gestelde prijzen. i Philips eu de honden van Radio- lxandelaren. .Onlangs rijn de beide bpndelni van ijadio- h'andeteen en did bond yam mderaeiite in de racUd-branoh'ö in Nedorlalnd' im oen achttal patocessen Veroordeeld tot betaling' van schadevergoeding en do kosten vajni Jifet geding aan Philips, totaal bedragende £13.200. De Vorige week Weeft Philips bo slag gelegd op, de üondskasisen, bak- en girot. rekening en op de aandeden vlaiH dó dopr do honden opgerichte N.V, Invlestai. Naar aanleiding van den hierdoor ontstajnen toe stand, heeft d|a nfd. Den Ifaog vian don B. 0. R. N. het initiatief genomen tet do bijloen- roeping van oen Spoedvergadering waartoe alle leden Van B.O.R.N. en N.B.R!. uit Wet geheete land Zijn opgeroepen op 15 Juni a.s., des namiddags <m 2 uur in de Kroon op het Spjui to Den Ilaag. Arbeidsbemiddeling1. Do Nationale Bond van Handels- ctm Kian, i töprbedienden, hoeft een adres .aajn. den minister van arbeid doen toefcomoa inzak» aaheidsbemiddding. Adressant dringt ot daarin hij den minister op aan, de nandige stappen to dcon om do wet van 29 Novum-1 bar 1930, hqudondto regering met betrek king tot de arbeidsbemiddeling, in werking 4o doen treden, door welke wei de mogelijk- beid wordt gesdliaipen dat hot instituut dei' arbeidsbemiddeling voor da arbeidsimarid. der Handels- en Kantoorbedienden moor waardo zou bezitten dan Ih'ans hot geval is Oost-Iiidië. Zware regenval, Batavia, 11 Juni. (Alneta-Vab Dias1 Een ongekend zware regenval zette oon' groot deel van de wegen blank, zoodat het- verkeer zeer weid1 bemoeilijkt. j Persoonlijke ongelukken kwamen niet voor. i1 RECHTSZAKEN. Poging tot moord? De 5o kamer deir rechtbank te 's-Graivon- hlago behandelde do zaak tegen den 45-jari-. gen mijnwerker C. K., verblijf handend te Utrecht, thans gedetineerd in het huis van bewaring, wien bij dagvaarding poging tot moord op rijn cchtgenoote, de Qaitsqbe. dienstbode KaLhaiina Irinnziska Ilübner, is ten laste gelegd. in deze zaak waren dotor het 0, M. 6 getuigen gedagvaard. Na langdurig verhoor, re-quireerdo m. Rij- kens drie jaar gevangenisstraf. - Do verdediger van void, vroeg Vrijspraak omdat uit niets valt te bewijzen, dait oen bedoeling heeft voorgezeten, om de vupjuw to dcKxien of haar lichamelijk letsel' toe te brengen. De rechtbank gelastte do .uitspraak: op; 25 yni a.s. „Nee oompje. Bat zal niet gebouren", klonk Wet in koor. ,,'t Is hier zoo heerlijk om eer dutje te doen", Verdedigde oom Jaap zich!, ter,vijl hij zich nog .wat gemakkelijker uitstrekte en do oogen sloot. [Ails vond al spoedig, dat de rustpoos nu lang genoeg geduurd had, sloop 'behoedzaam achter oom Jaap, pinkte eeu langen grasblalm ea krie- illdde 'hem: daarmee heel zacht in het gezicht. Oom Jaap, die hall slapende meende, dat het één of andere insect over zijn fuens liep, wilde den lo^plost vorjageai en...... Sloeg zichzelf in het gezidht Ujijt hield rich echter, alsof hij 'het algemeen gelach niet 'hoorde en opnieuw onder zied ging. Even wachtte Ans. Toerr kwam. de grashalm Opnieuw en juist wilde de deugniet haar hand terugtrekken, toen...... oom Jaap die plotseling greep en met een diepe bromstem zei: „Wie is het stoute kaboutertje, dat het waagt mij den reras te kwe'len?" „Aus, au. Laai los. Oom. Jaap", riep Ansf, maar hiervan wilde com voorlctopig niels weten, „Genade" klonk het eindelijfc half uit gekheid en half in ernst - van Ans lippen. [Oom Jaap Vond het nu genoeg oa liet rijn (plaag geest los op voorwaarde, dat z!ij hem met (ruist kou laten. 1 I Het sein tot opstappen werd daarna gegeven, maar weldra vond moeder het te vermoeiend om 3iog verder te rijden en stelde rij voor, (lat [do jeugd rooVertjo zou spelen in het b'osch, terwijl vader en zij het hol van den roovcr icon denneboschjo bewaken zouden. Gom Jaap was de roover. Ilij wist rijn bewakers echter to verschalken en aan hun aandacht te ontsnappen, rende door het boscüi on aver do (hei en kwam telkens mot een gevangene terug. Zij Werden naar hot h'ol gebracht en altesai, als r/x; hun eerewoord gaven geen poging tot ontvluchten aan te wenden, bond oom Jaap ze niet jaan #nan boom vast- 1 Ans was de laatste der gevangenen en dat was maar goed ook, want ootm Jaap geloofde nooit, dat rij zich' hij haar gevangenschap zou, neerleggen enhij had niet eens een touw bij zich om i haar vast to binden. I Nadat allen gevangen genomen waren, deed oom Jaap een 'verhaal uit den tijd, toen hij nog geen reus en geen „oom" Jaap, maar Jaapjo was. Hij had altijd vol kattekwaad gezeten en de kinderen vtanden het „oenig" naar at die jeugdverhalen waarlij niet zelden de veldwachter te pos kwam te luisteren. i 1 Maar het allerleukste vonden Zij het todh, als (mefcder er bij betrokken was, bijvoorbeeld de geschiedenis met den dikken veldwachter, die niet hard loepen kon en met wien moeder die toon Miesje was een lang gesprek begon om haar broertje de gelegenheid to geven te ontvluchten. Pas toen de bengel een flinfoen voorsprong had, drong het tot den gebetgden man door, dat „dio londeugendo meid", zooals hij moeder noemde, bean in het .ootje genomen had. lij liep den over treder na, maarslaagde err niet jn met bom af te rekenen. I Er kwam geen eind aan do verhaten, tot moe der plotseling zei, dat rij voldoende uitgerust was'. „Maar nu moeten jullie eens doen, wat ik graag wil", zei oom Jaap. „Eerst zeggen wat", zei Ans, die bang wa^ dat oom er hen „in" zou laten loepen. „Wel, hier in do buurt weet ik 'n uitspanning, die ik rao van vroeger herinner en waar je zulke heerlijke ponnekcckcn eten kunt. 'tKomt zeker, door al die verhalen uit onze jeugd, dat mij dat op eens te binnenschiet. Wie gaat er met me moe?" Allemaal nntuuriijk. Spoedig was do uitsptmning bereikt en terwijl do boerin ijverig aan het bakken ging /hield de jeugd zich onledig in den speeltuin, waar oom Jaap met de grooten schoimmeldo en do kleintjes op het reuzenhobbelpaard zette. 'Zoo viel do tijd niet lang en kwam de boerin: weldra met eeai stapel dampende pannekoekon! buiten. In een rieten tent schaarde de familje zich nu om do tafel en liet zich de versnapering uitste kend smaken. I 1 „Pijn dat we u juist tegenkwamen, oom", zei Dplf. „Alleen pm de pannekoeken?", vroeg oom Jaap lachend. i „Nee, aak om uzelf", liaastte Tiny zïdh te zeggen Toen de laatste pannekoelc verdwenen was, wer den de staten rossen opnieuw besbegeni en. ging het regelrecht naar huis toe, Bert en Lies je werden een aogenFik in hun mand gestopt en alleen do belofte, dat oom Jaap in dien tijd niot Zou weg kopen, deed hen niet in verzet komen Een uurtje later gingen, allen aan tafel en hoe wel do pannekceken nog niet vergeten waren,' be wezen zij hot middagmaal toch alte eer. Oom hield een speech, waarin hij dronk op do gezondheid van rijn „zusje Miesje", don ont dekker nan do Woelige Stal en bun halve do zijntje. Bert, en Hesje begrepen a'l-es wel niot, maar moesten toch met de anderen meetachen om di.cn grappigen oom Jaap. ,Na tafej,werden nog een paar Spellelejs gedaan, daarna 'verdween de jeugd langzarnjerhbnd en ein- dehjk werd het tijd tot oom Jaap am den. terug tocht naar rijn hotel te aanvaarden, „Merkwaardig", zei vader, toen bij met moedor alken was, „eerst haddon we een paar kleine legenvaUers mot onze fietsen, maar vanaf het «ogenblik dat Jaap verscheen, ging alles van oom leien dakje". „Jaap is een geluksvogel", zei moeder. t „Zeg liever, hij schept een gelukkige sfeer om zich heen, doordat hij zoo vrco'ijk is en andoien graag blij maakt", vond Vader. „Je hebt" gelijk", zei moeder nu. j.O-ok m'ij beeft hij vandaag ptezier gedaan door al die oude, bijhal 'vergeten geschiedenissen voor op te (halen. Ik heb het a'tijd wondergoed met hom kunnen vinden". I Boven lag do jeugd te droomen van. den beer lijken dag, dien rij gehad had en torn moeder over de gang liep, hoorde Zij Ans in haar slaap zeggeni „Én moeder en oom Jaap waren niet eens tweelingen". i I Glimlachend dekte moeder haar woelwater too. Zij wensehto niets vuriger dan dat al haar kin deren wat van oom Jaap's blijmoedigheid 'meege kregen hadden in het loven. (Nadruk verboden). 'Wordi vervolgd.) „K,un jij een geheimpje bewaren? „Hoon hier, ik vertel 'tin*jo oor. „Maar niemand mag iets er 'Van weten, j „Voorzichtig, verspreek je niet, boor". Heel zachtjes nu fluist'ren zo samen i Tceli vang ik iets op van „portret" Ik hoor iets van „vader's verjaardag", i En van „in een lijstje gezet". ■i „Zoo mooi is het kiekje geworden i „Oh1, Paps vindt het Zeker wel fijta, „Maar denk er ,om: niemand vertellen, i „Het moet een verrassing toch. rijn". „Vlees hausch maar niet bang, zegt 'het vriendje, I ,,'t Geheimpje is veilig Mjl mijl „Ik kan een geheimpje bewaren, j „Misschienneg wel beter dan jijl", R. ASS CHER—VAN DER. MOREN. (Nadruk verboden). Een p'Ottcnbakker in het verre Oosten was zoo jaloerseh op een wasehbaas, die zidi in de gunst van den keizer verheugen mocht, dat hij op oen middel Zon om den man in ongenade to laten /vaillen. Hij vist den koizor otvor to baton, dón wasehbaas iets op to dragen, wat dazo onmogelijk kon uitv'oeren. Do pottenbakker begreep maar al te goed, dat de keizer don vaschibaas stellig con aware gevangenisstraf zou opleggen, indien do man zich niet kon kwijten van rijln opdracht lioc onmogelijk die dan. ook zijn mocht. Zoo slaagde do slochto pottenbakker er in, den keizer tot het volgende te bewegen; de wasehbaas moest één der keizerlijke olifanten zoo lang was- schen, tot [h'ij hoelemaai wit zou rijn, opdat de kei zer zich „lieer van den Witten Olifant" zou kun nen noemen. i Do wasehbaas wist zich' edhter uitstekend uit de verlegenheid te redden. Hij xeido togen den keizer, dat Hij do opdracht Zora uitvoeren, doch daarvaOr aan kuip noplig had, die groet genoeg was om er oon ofifant in to wassdien. 1 1 t Do keizer droeg den pottenbakker nu opj, zota'n kruip te maken. i i I Do man kweet zich' van rijn tank «m de kuip kwiam gereed. Nauwelijks klad de olifant echter een'p'oot in de kuip gezet, af deze werd ver brijzeld. I Do pottenbakker werd opnieuw in do gelegen heid gesteld oen kuip te maken, maar aak deze (bezweek onmiddellijk toen do olifant er een propt Sn zette. 1 f I l En toen liet voor do derde maal eveneens mis lukte, was do keizer zoo. 'vertoamd, dat bij! den man in 3o gorangoais liet weipen. 1 Zcio kieeg de pottenbakker dus rijn voidictido loon, want liet was ook hier ,/Wio een kuil grajaft -/oor oen ander, volt er zelf iri". (Nadruk verboden). Oplossingen der Raadsels uit 't vorige nummer, I VOOR' GROOTEREN. 1. - i V 0 N K 0 D E R N E K 0 K B 0 T 2. ff. i i i 2. 3. '4. i I 1. 2. Ha (m), ma(n) lama. Leouwenbokjo. Beek, wol, leeuw, boen, eeuw, je. Do Linge. VOOR KLEINEREN. Bom (toren in Utrecht 'en Shot teganoViaigp-, stolde Van slim). Ridb. Ridder, spoor; ridderspoor. RO.ODVONKi mere; ploeg k 1 O in p kudde v ij v e r groot 1 inde •pekel Om op te lossen. VOOR GROOTEREN. I Verhiorgen edetlstoonen. Moeder zegt, dat Caro bijna; niets gegeten i hoeft. I I 1 jWo moditen elk jaar bij tante Cato P,aiasdliL eieren komen zoeken. 11 I lOclï Lena, met historischo feiten Iteof jet Ibfj !m5j niet aan te komen. I M AVlat draagt Fio Steeusma ragdunno kotaseni j Kruisraadsel. i f L ,Op do 'beide kruisjosliijnon komt de naani ,van een eiland. I X 1 .X.' -x. xxxxxxx -X* fX- X lo lij 'oon ld inker, 'I 2o rij oen ba/lpf.'aats in DpitseMoRd. 3o rij liet tegeno-vtoi^estolüo Van groot. '4o rij' 't gevraagde wpord. I i 6e rij oen ander woord Voor bcKLeT. 6e rij een riviei' iu Beieren. i7o rij oen m<xieidinker,_ 1 Men roemt in'ij om nüj'n, blesjes. 1 Ja 'hebt mij Vast gezien Men schrijft mij Met vier Jotters, Een plaats ben 'k hotvmdien. H- I I I i i 1

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1931 | | pagina 6