l¥l'ajm©rSngera.
Werkzaamheden in den
Volkstuin.
Het geheim.
Een Oostersche legende.
Raadselhoekje.
a.'
Ons lot.
Ons leven is geein lotje uit do loterij,
zoo verzucht do pessimist. Dat wil zeg
gen, dat wij iniot levefn om gelukkig te
worden maar om' te lijden. Een lot uit de
loterij is voor do volksverbeelding liet go-
luk, dat ons i!n den schoot wordt gewor
pen. Gij zoudt er verbaasd van, staan als
collecteurs ou cPUedrioes van de staats
loterij u eens vertelden hoovelo rechtscha
pen, bedaarde, gezeten burgers niet gore-
geïd een twin'igjo spelen in elke staats
loterij. Dat zit ons Nederlanders in liet
blood. NS"ij zijn een nuchter, rustig volk,
dat niet van ongewisse, avonturen houdt.
'Alles op zijn tijd, adles weloverwogen en ge
leidelijk. Maar het vleugje romantiek, dat
ook in ieder onzer zit, leeft zich uit in
ons verborgen, maar immers van staats
wege zeer geoorloofd, gokje. Je weet nooit
hoe oen koe oen haas vangt. Eu liet heelo
leven droomen ze er van, wat ze toch wel
zouden doen, als de honderdduizend, wa
rempel eens viel op hun uilverkoren lot.
En die droom maakt reeds gelukkig, waar
de werkelijkheid ons natuurlijk blijft ont
zegd. I i
1 Maar nu komt uit deze onze volksaard
de spreekwijze die ik hoven citeerde. De
pessimist vergelijkt ons heele leven met
het geliefde kansspel, en constateert troos
teloos, dat wij zelfs geen schijn van kans
hebben op do honderdduizend van het ge
luk. iWij leven enkel om te lijden. Het is
misère ouverle.
Daartegenover heeft de optimist het vaste
geloof dat eens het geluk komen zal; dat
eigenlijk het geluk reeds op ons te wach
ten staat, en wij het z6ó zullen grijpen.
En jubelend steekt hij bij voorbaat de vlag
uit; is het al niet voor zichzelf, dan voor
een nog meer gelukkige benijde ander;
Hij heeft een lot uit de loterij getrokken!
Dat wil zeggen: Het is bij hom botertje tot
op den boom. 1
Is ons levenslot waarlijk met een lot uit*
de loterij to vergelijken? Of liever, om
het meer algemeen te stellen, is het le
ven een loterij, en de menseh afhankelijk
van het immer draaiende rad der foraim,
'dat zijn goede gaven strooit zonder aan
zien des persoons? En in grillige wissel
valligheid wordt de een gezegend boven
mate, terwijl do ander heel zijn bestaan
hunkerend maar begeerig staat aan den
kant?
Den opporvlakkigda beschouwer mag het
zoo schijndn. 1 1 l i i i i 1
Zeker zijn 'de aards dio goedordn' uiter
mate ongelijk verdeeld. EU ook do gavdn
van gezondheid en valn geestelijke vermo
gens worden kwistig geschonken mnpr
niet aan iedereen. (Waarom niot aan ieder
een? Het loopt mee, hot loopt togch. De
een laat violen zorgen, en hooft toch al
les wat hij begoeren ka'n. De ander kent
niets üah nood en angst en tegenspoed.
Waarom? J f 1 j
Een loterij, liet leven...
Ik geloof, dat er ook een beschouwings
wijze is, die hooger, wijder uitzicht heeft.
Men kaU ook zeggen: een, dio dieper ziet
dan do oppervlakte. 1
Zou liet aldus niet ku'nUen zrjU: dat ons
leven wa.ulijk een lot was, dat wij heb
ben getrokken, maar dat er atn het im
mer wentelende rad der fortuin oen hand
staat, die mot wijsheid ons dat levenslot
heeft toegekend? En dat het misschien en
kel ons toevallig schijnt, omdat wij den
achtergrond van adies niet kunnen, ver
staan? i i
Er schijnt wel wat voor te pleiten.
Daar zijn bezonken oogen!dikken in ons
leven, waarop wij er machtig toe gedron
gen worden, om een wondere orde aan to
nemen, die, gelijk in het gaUscho heelal,
ook in ons leven, zich majestueus voltrokt.
Onhegrijpelijk. Maar zeker. In vreugde en
zorgen In lief en leed.
'Als dit zoo is, dan hebben wo maar
één ding te doen.
Dan hebben wij ons lot, ons levenslot,
manmoedig te aanvaarden.
Dan hebban wij er van te maken wat
wij kun'nen.
Woekeren met de mogelijkheden die ons
zijn gegeven.
Onze ons geschonken talenten moeten,
rente afwerpen voor do wereld waarin wij
verkeeren.
Onze levensstrijd hebban wij allen dap
per te strijden; in het bewustzijn dat ons
dit in wijsheid is toebedeeld, en dat vaïj.
ons daarin wat wordt verwacht
En de bloemen die er in ons leven
willen bloeien die rnogon wij dan pluk
ken in dankbaarheid.
Ons leven dan oen opgave, en een taak.
Boven optimisme en pessimisme zijn we
dan uit gestegen.
Spraken de ouden er niet reeds van,
dat in liet lot zich de godheid openbaarde?
Jacobus de Kleine.
Vijanden van onze planten,
■Nauwelijks rij'u de jonge bladeren en
knoppen weer aan boomm en hees teas of
een leger v"an vijanden staat gereed, om
ex een aanval op te doen, on deze zoo
mogelijk to vernietigen. Maar laten we eer
lijk zijn, ook voor die vojor ons vaak taoo
hinderlijke insecten is jliet octmjowdig de
strijd om het bestaan dia gastreden wordt.
Wij, kunnen echter niot dulden dat booinm
en heesters, en daarvan vooral veel bloem
knoppen, hierdoor zouden worden vernie
tigd. Veel hinder veroorzaakt do ringolfups,
Matocosoma noustria. In den vorigon zot-
mer lieolt do vlinder eitjes gelegd aan do
jonge twijgen. Een groot aantal dezer eitjes
werden in een harde, lijmachtige staf in
een ring verecnigd en omsluiten liet twijgje
als een kokertje. Hadden ito deze ringetjes
gedurende den winter nu maar afgeknipt
en verbrand, dan was or niets gebeurd,
maar velen ontsnappen gemakkelijk aan
lOnze aandacht, en nu zien wo zqo- hier icn
daar een sp insein chiig nest, Waarin, soims
honderd of meer rupsjes bijleen zijn. Vooral
bij regenachtig weer en dos nachts Iranian
de kleine rupsjes nog naar dit nest, zoodat
wo ze ook nu nog goniabko'ijlk kunnen
icrnicligen. Iedere tuiiibazitlor lolta dus
op, opdat do werkelijk grooto schade die
zij vaak veroorzaken zoo garing moge'ijlk
rij1. Deze rups kamt vooral voor op irnit-
baomen, ook op siora'plpels on siorfcersen,
Meidoorns, Beuken, EsdidoomS, Iepen on
Berken, In onze frambozen birr Jen we nu
den strijd aan mot het feambiOEeinberertje,
Byturus tomentosus. Do kleine, ongeveer
4 m.M. lange, geelgrijs behaarde kevertjes
kan men nu aan do bloemknoppen vinden.
In een enkele frambooenrij kan mei zie
er gemakkelijk afvangen. Zo laten zich ech
ter direct va'len, zeodat hiervoor wol oenigo
handigheid vereiseht wordt. Mon vangt ae
dan ook dikwij's in een omgekeerde para
plu ie of een laken, dat men onder de [plan
ten houdt, terwijl men deze schudt. In de
rozen zien we nu verschillende boosdoe
ners, o.a. rozenknopiboiordois, Aidisi planat
waarvan do larven 12 tot 14 m.M. lang
zfrjn en biij oorkour am de knoppen vreten
de rozenb'adwcsp, Ilylotoxna resao, welke
haar eitjes in do jongo scheutjes dopo
neerf. De b'auwgroene, van zwarte sttvpon
voorziene larven zijn ongeveer 2 c.M. lang
en vreten aan de bladeren. In kleine tuinen
doet men liet beste met da rozen geregeld
te inspectoeren en deze ou andera faoios-
doeners to vangen en. Si vernialigea. Er
zijn bestrijdingsmiddelen tegen, maar daar
dit vergiften rijn, gebruiken wo zo Haver
niet in kleine tuinen. i
BINNENLAND.
De Koninklijke familie naar Tirol.
Naar ,uit iWecnoa aan hot „Vad." ge
meld wordt, zou onze Kötiinklijko fatailiej
in Juli, gedurdndo drio weke'n iu Igls ver
blijven, v/aprhcKSii zij zich na het bezoek
aan Parijs zou begaven dn waar waarsdiijn-
lijk een particuliere villa voor do Konink
lijke gasten iu gereedheid zou worden ge-
bradit. i i
Igls ligt op 8.5 KM. afstand teU ZuidOn.
van IUnshrück, waarmede liet door oen
bergbnnnlje is vorb'o'nddn, op 870 M. hoogte
van do bosdirijko uitloopors vajn ÏÏOn ook
aan bezoekers vain Innsbruck b'ekcndon,
224S JI. hoogen Patschor Kofl, waarvan do
top van Igls uit gemakkelijk in 4 uron te
bestijgen is, terwijl mdn ook met oon kabel
baan tot 19G0 M. hoogto kan komen. Het
plaatsje telt verscheidene hotels en wordt
ook voor do wintersport veel bezodit. In
de omgeving zijn talrijke bosdipadOn met
bankc'n. Mcin heeft er een mooi uitzicht
op het gebergto in don omtrek. In do
buurt ligt ook het kleine La'nser moer. i
Naar wij ons herinneren, heeft do Ko
ningin al odns in Igls verblijf gehouden.
Bestrijding van de valschc mouterij
te Batavia.
Do minister vaiu koloniën heeft goedgevon-
kten aaln den heer K. II. Brookhoff, h'oofd-
inspecteur vaa politie, tevens commissaris
van rpsspolitio te Amsterdam, op te dragon
zich met het op 22 Juli a s. pit Amsterdam
vexlrekbendi nnotomuilscliip „Mamix van
St. Aktegonde" voor den tijd van drie maan
den naar Nedeilandsch-Indié te begeven,
teneinde van advies to dienen nopens de
organisatie van het te Batavia gcstïchjt!
Centraal Bureau ter bestrijding van de
valscho nxnnterij, alsmede -nopens andere
daarmede verband) houdende aangelegc-mi-
lieden. 1
De nood der landbouwers.
Het Kon. Ned. Landbouwcomité, do Kalh'.
Nod. Boeren- en Tuindersbond, en do C3ir.
Boeren- en Tuindersbond in Nederland heb
ben een telegram gericht aan do .kalimaat
schappij te Berlijn en to Mülliausen, waarin
gezegd wordt, dat do vanwege de kali-
mij gepubliceerde prijzen der kalizoutcn in
geen enkel opzicht rekening houden met
de ernstige omstandigheden, waarin onze
landbouwers vcikeeren. In velband met
do daardoor ontstane algemeeno ontevre
denheid dringen genoemde organisaties aan
op herziening der door do kali-mij. vast
gestelde prijzen. i
Philips eu de honden van Radio-
lxandelaren.
.Onlangs rijn de beide bpndelni van ijadio-
h'andeteen en did bond yam mderaeiite
in de racUd-branoh'ö in Nedorlalnd' im oen
achttal patocessen Veroordeeld tot betaling'
van schadevergoeding en do kosten vajni Jifet
geding aan Philips, totaal bedragende
£13.200. De Vorige week Weeft Philips bo
slag gelegd op, de üondskasisen, bak- en girot.
rekening en op de aandeden vlaiH dó dopr
do honden opgerichte N.V, Invlestai. Naar
aanleiding van den hierdoor ontstajnen toe
stand, heeft d|a nfd. Den Ifaog vian don B.
0. R. N. het initiatief genomen tet do bijloen-
roeping van oen Spoedvergadering waartoe
alle leden Van B.O.R.N. en N.B.R!. uit Wet
geheete land Zijn opgeroepen op 15 Juni
a.s., des namiddags <m 2 uur in de Kroon
op het Spjui to Den Ilaag.
Arbeidsbemiddeling1.
Do Nationale Bond van Handels- ctm Kian, i
töprbedienden, hoeft een adres .aajn. den
minister van arbeid doen toefcomoa inzak»
aaheidsbemiddding. Adressant dringt ot
daarin hij den minister op aan, de nandige
stappen to dcon om do wet van 29 Novum-1
bar 1930, hqudondto regering met betrek
king tot de arbeidsbemiddeling, in werking
4o doen treden, door welke wei de mogelijk-
beid wordt gesdliaipen dat hot instituut dei'
arbeidsbemiddeling voor da arbeidsimarid.
der Handels- en Kantoorbedienden moor
waardo zou bezitten dan Ih'ans hot geval is
Oost-Iiidië.
Zware regenval,
Batavia, 11 Juni. (Alneta-Vab Dias1
Een ongekend zware regenval zette oon'
groot deel van de wegen blank, zoodat het-
verkeer zeer weid1 bemoeilijkt. j
Persoonlijke ongelukken kwamen niet
voor. i1
RECHTSZAKEN.
Poging tot moord?
De 5o kamer deir rechtbank te 's-Graivon-
hlago behandelde do zaak tegen den 45-jari-.
gen mijnwerker C. K., verblijf handend te
Utrecht, thans gedetineerd in het huis van
bewaring, wien bij dagvaarding poging tot
moord op rijn cchtgenoote, de Qaitsqbe.
dienstbode KaLhaiina Irinnziska Ilübner, is
ten laste gelegd.
in deze zaak waren dotor het 0, M. 6
getuigen gedagvaard.
Na langdurig verhoor, re-quireerdo m. Rij-
kens drie jaar gevangenisstraf. -
Do verdediger van void, vroeg Vrijspraak
omdat uit niets valt te bewijzen, dait oen
bedoeling heeft voorgezeten, om de vupjuw
to dcKxien of haar lichamelijk letsel' toe te
brengen. De rechtbank gelastte do .uitspraak:
op; 25 yni a.s.
„Nee oompje. Bat zal niet gebouren", klonk
Wet in koor.
,,'t Is hier zoo heerlijk om eer dutje te doen",
Verdedigde oom Jaap zich!, ter,vijl hij zich nog
.wat gemakkelijker uitstrekte en do oogen sloot.
[Ails vond al spoedig, dat de rustpoos nu lang
genoeg geduurd had, sloop 'behoedzaam achter
oom Jaap, pinkte eeu langen grasblalm ea krie-
illdde 'hem: daarmee heel zacht in het gezicht.
Oom Jaap, die hall slapende meende,
dat het één of andere insect over zijn fuens liep,
wilde den lo^plost vorjageai en...... Sloeg zichzelf
in het gezidht Ujijt hield rich echter, alsof hij 'het
algemeen gelach niet 'hoorde en opnieuw onder
zied ging.
Even wachtte Ans. Toerr kwam. de grashalm
Opnieuw en juist wilde de deugniet haar hand
terugtrekken, toen...... oom Jaap die plotseling
greep en met een diepe bromstem zei:
„Wie is het stoute kaboutertje, dat het waagt
mij den reras te kwe'len?"
„Aus, au. Laai los. Oom. Jaap", riep Ansf, maar
hiervan wilde com voorlctopig niels weten,
„Genade" klonk het eindelijfc half uit gekheid
en half in ernst - van Ans lippen.
[Oom Jaap Vond het nu genoeg oa liet rijn (plaag
geest los op voorwaarde, dat z!ij hem met (ruist
kou laten. 1 I
Het sein tot opstappen werd daarna gegeven,
maar weldra vond moeder het te vermoeiend om
3iog verder te rijden en stelde rij voor, (lat [do
jeugd rooVertjo zou spelen in het b'osch, terwijl
vader en zij het hol van den roovcr icon
denneboschjo bewaken zouden.
Gom Jaap was de roover. Ilij wist rijn bewakers
echter to verschalken en aan hun aandacht te
ontsnappen, rende door het boscüi on aver do (hei
en kwam telkens mot een gevangene terug. Zij
Werden naar hot h'ol gebracht en altesai, als r/x;
hun eerewoord gaven geen poging tot ontvluchten
aan te wenden, bond oom Jaap ze niet jaan #nan
boom vast- 1
Ans was de laatste der gevangenen en dat was
maar goed ook, want ootm Jaap geloofde nooit,
dat rij zich' hij haar gevangenschap zou, neerleggen
enhij had niet eens een touw bij zich om
i haar vast to binden.
I Nadat allen gevangen genomen waren, deed oom
Jaap een 'verhaal uit den tijd, toen hij nog geen
reus en geen „oom" Jaap, maar Jaapjo was. Hij
had altijd vol kattekwaad gezeten en de kinderen
vtanden het „oenig" naar at die jeugdverhalen
waarlij niet zelden de veldwachter te pos kwam
te luisteren. i
1 Maar het allerleukste vonden Zij het todh, als
(mefcder er bij betrokken was, bijvoorbeeld de
geschiedenis met den dikken veldwachter, die niet
hard loepen kon en met wien moeder die toon
Miesje was een lang gesprek begon om haar
broertje de gelegenheid to geven te ontvluchten.
Pas toen de bengel een flinfoen voorsprong had,
drong het tot den gebetgden man door, dat „dio
londeugendo meid", zooals hij moeder noemde,
bean in het .ootje genomen had. lij liep den over
treder na, maarslaagde err niet jn met bom
af te rekenen. I
Er kwam geen eind aan do verhaten, tot moe
der plotseling zei, dat rij voldoende uitgerust was'.
„Maar nu moeten jullie eens doen, wat ik
graag wil", zei oom Jaap.
„Eerst zeggen wat", zei Ans, die bang wa^
dat oom er hen „in" zou laten loepen.
„Wel, hier in do buurt weet ik 'n uitspanning,
die ik rao van vroeger herinner en waar je zulke
heerlijke ponnekcckcn eten kunt. 'tKomt zeker,
door al die verhalen uit onze jeugd, dat mij dat
op eens te binnenschiet. Wie gaat er met me moe?"
Allemaal nntuuriijk. Spoedig was do uitsptmning
bereikt en terwijl do boerin ijverig aan het bakken
ging /hield de jeugd zich onledig in den speeltuin,
waar oom Jaap met de grooten schoimmeldo en do
kleintjes op het reuzenhobbelpaard zette.
'Zoo viel do tijd niet lang en kwam de boerin:
weldra met eeai stapel dampende pannekoekon!
buiten. In een rieten tent schaarde de familje zich
nu om do tafel en liet zich de versnapering uitste
kend smaken. I 1
„Pijn dat we u juist tegenkwamen, oom", zei
Dplf.
„Alleen pm de pannekoeken?", vroeg oom Jaap
lachend. i
„Nee, aak om uzelf", liaastte Tiny zïdh te zeggen
Toen de laatste pannekoelc verdwenen was, wer
den de staten rossen opnieuw besbegeni en. ging
het regelrecht naar huis toe, Bert en Lies je werden
een aogenFik in hun mand gestopt en alleen do
belofte, dat oom Jaap in dien tijd niot Zou weg
kopen, deed hen niet in verzet komen
Een uurtje later gingen, allen aan tafel en hoe
wel do pannekceken nog niet vergeten waren,' be
wezen zij hot middagmaal toch alte eer.
Oom hield een speech, waarin hij dronk op
do gezondheid van rijn „zusje Miesje", don ont
dekker nan do Woelige Stal en bun halve do
zijntje. Bert, en Hesje begrepen a'l-es wel niot,
maar moesten toch met de anderen meetachen om
di.cn grappigen oom Jaap.
,Na tafej,werden nog een paar Spellelejs gedaan,
daarna 'verdween de jeugd langzarnjerhbnd en ein-
dehjk werd het tijd tot oom Jaap am den. terug
tocht naar rijn hotel te aanvaarden,
„Merkwaardig", zei vader, toen bij met moedor
alken was, „eerst haddon we een paar kleine
legenvaUers mot onze fietsen, maar vanaf het
«ogenblik dat Jaap verscheen, ging alles van oom
leien dakje".
„Jaap is een geluksvogel", zei moeder. t
„Zeg liever, hij schept een gelukkige sfeer om
zich heen, doordat hij zoo vrco'ijk is en andoien
graag blij maakt", vond Vader.
„Je hebt" gelijk", zei moeder nu. j.O-ok m'ij beeft
hij vandaag ptezier gedaan door al die oude, bijhal
'vergeten geschiedenissen voor op te (halen. Ik
heb het a'tijd wondergoed met hom kunnen
vinden". I
Boven lag do jeugd te droomen van. den beer
lijken dag, dien rij gehad had en torn moeder
over de gang liep, hoorde Zij Ans in haar slaap
zeggeni
„Én moeder en oom Jaap waren niet eens
tweelingen". i I
Glimlachend dekte moeder haar woelwater too.
Zij wensehto niets vuriger dan dat al haar kin
deren wat van oom Jaap's blijmoedigheid 'meege
kregen hadden in het loven.
(Nadruk verboden).
'Wordi vervolgd.)
„K,un jij een geheimpje bewaren?
„Hoon hier, ik vertel 'tin*jo oor.
„Maar niemand mag iets er 'Van weten,
j „Voorzichtig, verspreek je niet, boor".
Heel zachtjes nu fluist'ren zo samen
i Tceli vang ik iets op van „portret"
Ik hoor iets van „vader's verjaardag",
i En van „in een lijstje gezet".
■i
„Zoo mooi is het kiekje geworden
i „Oh1, Paps vindt het Zeker wel fijta,
„Maar denk er ,om: niemand vertellen,
i „Het moet een verrassing toch. rijn".
„Vlees hausch maar niet bang, zegt 'het vriendje,
I ,,'t Geheimpje is veilig Mjl mijl
„Ik kan een geheimpje bewaren,
j „Misschienneg wel beter dan jijl",
R. ASS CHER—VAN DER. MOREN.
(Nadruk verboden).
Een p'Ottcnbakker in het verre Oosten was zoo
jaloerseh op een wasehbaas, die zidi in de gunst
van den keizer verheugen mocht, dat hij op oen
middel Zon om den man in ongenade to laten
/vaillen. Hij vist den koizor otvor to baton, dón
wasehbaas iets op to dragen, wat dazo onmogelijk
kon uitv'oeren. Do pottenbakker begreep maar al te
goed, dat de keizer don vaschibaas stellig con
aware gevangenisstraf zou opleggen, indien do
man zich niet kon kwijten van rijln opdracht
lioc onmogelijk die dan. ook zijn mocht.
Zoo slaagde do slochto pottenbakker er in, den
keizer tot het volgende te bewegen; de wasehbaas
moest één der keizerlijke olifanten zoo lang was-
schen, tot [h'ij hoelemaai wit zou rijn, opdat de kei
zer zich „lieer van den Witten Olifant" zou kun
nen noemen. i
Do wasehbaas wist zich' edhter uitstekend uit de
verlegenheid te redden.
Hij xeido togen den keizer, dat Hij do opdracht
Zora uitvoeren, doch daarvaOr aan kuip noplig
had, die groet genoeg was om er oon ofifant in
to wassdien. 1 1 t
Do keizer droeg den pottenbakker nu opj, zota'n
kruip te maken. i i I
Do man kweet zich' van rijn tank «m de kuip
kwiam gereed. Nauwelijks klad de olifant echter
een'p'oot in de kuip gezet, af deze werd ver
brijzeld. I
Do pottenbakker werd opnieuw in do gelegen
heid gesteld oen kuip te maken, maar aak deze
(bezweek onmiddellijk toen do olifant er een propt
Sn zette. 1 f I l
En toen liet voor do derde maal eveneens mis
lukte, was do keizer zoo. 'vertoamd, dat bij! den
man in 3o gorangoais liet weipen. 1
Zcio kieeg de pottenbakker dus rijn voidictido
loon, want liet was ook hier
,/Wio een kuil grajaft -/oor oen ander, volt er
zelf iri".
(Nadruk verboden).
Oplossingen der Raadsels uit 't
vorige nummer,
I VOOR' GROOTEREN.
1. - i
V
0
N
K
0
D
E
R
N
E
K
0
K
B
0
T
2.
ff.
i
i i
2.
3.
'4.
i I
1.
2.
Ha (m), ma(n) lama.
Leouwenbokjo. Beek, wol, leeuw, boen,
eeuw, je.
Do Linge.
VOOR KLEINEREN.
Bom (toren in Utrecht 'en Shot teganoViaigp-,
stolde Van slim).
Ridb.
Ridder, spoor; ridderspoor.
RO.ODVONKi
mere;
ploeg
k 1 O in p
kudde
v ij v e r
groot
1 inde
•pekel
Om op te lossen.
VOOR GROOTEREN. I
Verhiorgen edetlstoonen.
Moeder zegt, dat Caro bijna; niets gegeten
i hoeft. I I 1
jWo moditen elk jaar bij tante Cato P,aiasdliL
eieren komen zoeken. 11 I
lOclï Lena, met historischo feiten Iteof jet
Ibfj !m5j niet aan te komen. I M
AVlat draagt Fio Steeusma ragdunno kotaseni j
Kruisraadsel. i f L
,Op do 'beide kruisjosliijnon komt de naani
,van een eiland.
I
X 1
.X.'
-x.
xxxxxxx
-X*
fX-
X
lo lij 'oon ld inker, 'I
2o rij oen ba/lpf.'aats in DpitseMoRd.
3o rij liet tegeno-vtoi^estolüo Van groot.
'4o rij' 't gevraagde wpord. I i
6e rij oen ander woord Voor bcKLeT.
6e rij een riviei' iu Beieren.
i7o rij oen m<xieidinker,_ 1
Men roemt in'ij om nüj'n, blesjes.
1 Ja 'hebt mij Vast gezien
Men schrijft mij Met vier Jotters,
Een plaats ben 'k hotvmdien.
H-
I
I I
i i
1