Hoe Hans zijn baldadigheid afleerde lak, welke den jongen niet dragen. kon on juist bezweek *op ot haogenb'ik, dat Kees Zijn voet hoo> ger wikte zotten. 1 Eén oogenb'ik sloeg do solirik hom au hot hart, doch hij wist zich vast te grijpen en bleef als door een wonder gespmiU, Nog vaar de tak beneden was, b'ad Kees zijn voet op oon anderen gezet enk'om hij verder, alsof er niets ge beurd was. Beneden keken Je jongens elkander veelheteet- kenend aan. Als bij afspraak zeiden ze niets om Kees niet af te leiden. Er hing een eerbiedige stilte in de lucht. Zelfs de moedigste onder do jongens moesten zichzelf bekennen, dat Zij zich nog wel eens be dacht zonden hebben, vaar ze verder gingen. Em toch hadden zij twee gezonde boenen, die even lang waren, terwijl de manke Plotseling verbrak Jan Ileukels de stilte door op fluisterenden toon te Zoggen: ,,lPij heeft 'm". En ja. Kees had liet poesje in de hand en nam het beschermend in arjm arm. Hot kleine ding scheen onmiddellijk te begrijpen dat dit de •redding was en zette de nageltjes in de trui van Kees om zich good vast te houden. Langzaam kwamen zij nu samen naar bemalen. Do jongens onder den bojom zouden niets liever gedaan hebben dan een luid Hoera" aan te hefefn. maar ziij begrepen, dat het verstandiger was hiermee te wachten, totdat Ivees zlijn gevaar- vollen tocht beëindigd bad en weer op den grond stond. Onder diepe stüte kwam Koes tot ongeveer een meter boven dar grond. Op dit Qogenblik was er geen houden meer aan en brak or plotseling een oorVerdojowend „hoera" geroep los. Haastig wilde Kees zich uit de voeten maken, maar de jongens zorgden er wel vpor dat dat niet ge beurde. .Manke, je bent -een held", riep Wim de Vos uit. I Het was voor bet eerst in zijn leven, dat jmanke" Kees niet a,ls oen scheldwoord iti de ooren klank. Voor Hiji eigenlijk tot bezinning kwam, zat hij al op de schouders 'van Wim1 de Vos ©n werd hij! in triomf met allen achter hem aan naar huis gedragen. Het poesje war- voor de luidruchtige jongens gevlucht, maar Kees ha,d dit niet mogen gelukken. Orih'ij er spijt van had? Neen, Spijt behoefde hiji niet tie hebben. En (Hoewel hij zelf zijn daad niets buitengewoon vlomd, was Mj toch hèel dankbaar, dat de jongens hem nu niet langer als een lafaard beschouwdem. J,Slanke, je bent ©en beid", hadden ze gezegd en die woorden zouden nog heel lang in zlijn ooxen naklinken. Vanaf dezen dag werd Zijn laven voor en na schooltijd anders. De jongens wedijverden er in, allerlei spelletjes te Verzinnen, waaraan Kees Ver- ploeg kon deelnemen en per slot waren bet er heel wat. 1 ,,'Dat Zoo'n klein poesje zjda'n ommekeer kem ■brengen", dacht Kees menigmaal, maar hiji vergat, dat bet kleine poesje hem in staat gesteld had zijn moed te toornen. Geen der jongens, die er getuige Van waren ge weest, vonden "oojt het tooneeftje vergeten en wee dengene, die het Wagen zou Kees Verpleeg onaangenaam te zijn. Hij had alle andere jongens tegen zich en dat was geen kleinigheid. (Nadruk verboden). door C. E. DE LILLE IIOGEHW'AARD. 1) ,,'Er zit storm in do lucht", zei mevrouw Ver huist op een middag in de vacante togen haar man en jo-m deze oplmdrking te rechtvaardigen, voogd© z'ij er aan toe: ,,D© jongens zijn zoo rumioerig". Hans, Karei en zelfs kleine Jantje waren! zoo- wol in huis als in dear tuin erg lajwauüg en dmk Sloerie'" vond !Wet dan pok can Pp'udiLing, taan Zij br Jit. dat Karei over ©en half uur ziijh laatste leek -s voor de vacantio had en zlij Hans mol een boodschap naar den boterboer kon zenden. Do familie Verbuist bewopnd© ©en aardig bui tenhuis in ©en gedeelte van het dorp1, waar de huizon in het bosch lagen ©n bij elke wil lat es® stuk boschgrond hoard© mot deuneboömen, boScli- bessen en rondom het liui.S wat bjoetmen, welke geen al to Woogo ©ischen stelden aan d© vruchtbaar beid van den grond. Lupine ©m dahlia's waran wel do meest voorkomende blcomen ©n gaven, d© lupine met baar Zoet© geuren en d© dahlia's met haar rijke kleuren aan dis verschillende stukken bosch' het karakter ran ©en tuin. D© jongens Verbuist waren dol olpi tuinieren! en tot bun groot© vreugde had vader in hun tuin ©en vijvertje laten aanleggen, waarin sinds korten tijd goudvisscben zSvommen. l,\Vat is zoo'n tuin toch' veel leuker dan in de stad", bad Hans gezegd toen hij ©ens' van eon uit stapje teruggekeerd was en in gedachten de keu rig© perken en paadjes van gootvadorrs kleinen stadstuin met hun bosdhtuin vergeleek, waar op warme dagen de hhngmatfcen tusscbem de boomein hingen. i Op uien middag in d© vapantio echter was het d© jongens in hun. grootcn tuin nog te klein. Ateoral lïans die altijd vol kattekwaad ziat bad hot gevoel, dat hij liet één of ander Zau uitha len. Jongens kimmen daarvan wel ©ons ©en voor gevoel hebben. En daar Hans het raadzamer vond den tuin niet uit te kieZsn a's terrein, om zijn doill© streken bot t© vieren, was Wij blij!, toien moeder h'omridp' ©n hem opdroeg een boodschap voor haar bij den boterboer l© doen. (Nadmk verboden). 1 (Wordt vervolgd.) De fouten in het Zoekplaatje uit het vorige nummer zijn 1. Bank heeft drie poo ten 2. Peren aan een kastanjeboom. 3. Foto-toestol hoeft twe© ploioten. 4. Poppenwagen heeft dri© wielen. 5. Hond mist staart. 6. Zwaan heeft ooi eva arssn avel 7. Staande jongen mist boenen. (Nadruk verboden).

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1931 | | pagina 9