SCHIEDAMSCHE COURANT Hoe Hans zijn baldadigheid afleerde VAN DE No. 34 BIJVOEGSEL VAN DE SCHIEDAMSCHE COURANT VAN 22 AUG, 1931 door C. E. DE LILLE EO GE RW AARD1. 4) (Slot). Toen hij den volgenden morgen wakkef werd 'twas a,l laat en Karei was reeclsi van de kamer Verdwenen tfleriniïerde hij zonmiddellijk, dat het met de koe in orde was. Maar of 'tmet ten zelf ook zo,o gemakkelijk in otde zon komen? ïliervan was b|iji lang niet zeker. Afwachten was het e enige, wat hij doen kon. Misschien zoo hield hij zidhzelii! voor, nu h'ijl heerlijk uitgerust was en daardoor do zlnak wat lichter inzag bleef het er wel bij. Toen h'ij beneden kwant «n ntoeder gceclenmor- gen gezegd' |h'ad vader was al naar kantoor vertelde zSJ 'Wem, dat hij in verband met de weggelopen koe dien morgen precies kwart over twaalf bij den burgemeester komen moest niet op het gemeentehuis, maar aan zijn eigen huis. Hans werd Meek van schrik. ,,A1' alleen?" stamelde hij. ;,Hans" ,zei moeder nu en haar stem klonk strenger dan daareven, ,,heb je gisteren het hek alken opengezet?" ,,'Ja, moeder", antwoordde de jongen; want al waren z'ijn vriendjes z'ij'n handlangers gewest, hij had toch 'het hei©'© plan bedacht en feitelijk ook uitgevoerd. ['.Dan moet je nu pok .alleen de gevo'gen ervan dragen", klonk het onrabiddellijk. •Hans knikte. Moeder h'ad gelijk 't Z.crti laf z'ijn, als 1 fj niet alleen durfde gaan. Hij z'ag dit maaar al te duidelijk in, maar toch 0, wat Snude het lang, voor de Hok eindelijk haar twaalf slagen hoeren liet en hij met loioden schreden naar het huis van den Wurgc'mees'ter 'li-esp. I :Ze hadden 'plas een nieuwen, burgemeester ge kregen. Zou 'teen kwaje z'ijn? In weinig oipgew'ckte stemming belde Hans ruim tien minuten later bij hem aan. Honderdmaal liever' had hij onmiddellijk wcor rechtsomkeert gemaakt, maar hij moest er door heen. 1 .luist dacht Hans er over oan als zei niei heel gauw opiem deden maar weer naa.r huis te gaan, toen de deur ^plotseling open ging en een vriendelijk dienstmeisje dpi zijn nauw hoorbaren groet zeiI „Komt u maar 'binnen, jongeheer". Ze vroeg niet eens wa,arv'oor hij kwam, doch dit ontging Hans. Z|J liet hem in oen zijkamertje, waar de jongen echter niet lang aan zijn somber ge'p'eins kon toegeven, daar z'ij hem spoedig kwam Kalen met de woorden: ,,Of u maar hij den burgemeester wilt komen". Langhaam volgde Hans haar en ©ven later werd hij „in het hol van den leeuw", zooals tot ddor zijn brein f itste> binnen gelaten. Reeds kwam de burgemeester he>n vriend dijk tegemoet). Hans begreépi er niets van. W'asl blij) dan niet hoos, niet heel boos op liom? Maar noenj, do burgemeester gajC h'em zelts een hand en zeil alsof zei de beste vrienden waren: j,Zoo, Hans. Kom je> eens Wij me praten?" Er mo-esl een vergissing in het spet zijn. Geluk kig. Do gevreesde man daar tegenover hem wist van niets. Maar... waarom had hij hom dan hij zich laten komen? Toch zeker niet om een p!a,r- tijtjo schaak to spelen of oen sigaretje te rpoken? Hans meest bijna lachen bij dia gedacht© en 't was gek, maar bij voelde zich heclemaal niet angstig meer, zeTfs min of meer o'p zijn gemak. Zou do burgemeester hensch niets weten? Maar danzou hij 't haai ©eifijlk mcleten vertellen, want ,om nu „,gew|oion" te do>e®, teruïjlt cl© boa eigen lijk tussdh'en den burgemeester en hom stond, neen, dat kon hiij niet- Er was iets in z'ijn open jongensgezicht ear vrijen oogopslag, wat den. burgemeester onmiddellijk! i'rof en jhfi' zei: I „lelijk .eens Kans Hier heb ik ©en schaal met appelen. Daar houdt je toch keken' wel van?" ,,J-ja „meneer", antwoordde Hans hoogst ver baasd. i .',Nu, neem er dan maar een paai'. Zo züja uit mlijh eigen tuin en goed afgeveegd. J© hoeft ze dus niet te schillen, Hoe smaken Zo?" En voor Rans 'tzlei fwist, zette bijl met échten s'chodtjongenstrek zlij'n tanden in een sapipigen ap- pel, H|ij hij moest het eigenlijk onmiddellijk zeggen, maar (Rij kon dat toch niet met ©en VoCleni mond doen. D© burgemeester liet hem eerst ziijn appel op eten en zei toen vriendelijk, terwijl de jongen een kleur tot achter zijn ooren kreeg: j'.Lk weet, Hans', wat er gisteren geheurd is! en heb je daarom bij me laten komen. Jij hebt de koe van 'beter Japiks uit dei wei ge'afen, is het niet?" i „'Ja, meneer", bekende Hans, ,1,'En h'eh je dat alleen gedaan?" 1 „Ja, meneer". - ,.'\Yas je dan niet met ©en paar andere jongens?" „'Jawel meneer, maar ik heb het bede plan hedacht en 't is alleen m'ijii schuld". Dit antwoord beviel den buigcmecstcr en bijl zei j „Ik hen blij Hans ,dal je je niet achter anderen verstopt en eerlijk voor cl© waarheid uitk'dmt". KI ND ER-BLAD

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1931 | | pagina 8