Het Neefje uit ndi SCHIEDAMSCHE COURANT VAN DE BIJVOEGSEL VAN DE SCHIEDAMSCHE COURANT VAN No. 45 door C. E. DE LILLE IIOGERWAARD. 7) Moeder nam hot verlangde bfaek uit Paula s hast on toen z!ij er oen schrift in liggen zag, Troef ziji: „Zou jo niet liever een «paar stommen maken, Paula?" i Eén oogenblik koele Paula moeder onlsle'd aan. Ze kreeg een vuurrood e kleur en toch Wad ze hcelemaal geen koorts! moer. „II hebt u daar m mij'n s. sommen- schriR?" vroeg z'e eindelijk stamelend. „Ja, Paulljo. Verwondert je dat Zoo>?" „Llc ik begrijp met, 'iioe liet daar kom 8, moeder". „Je zuil het zelf wel! in je boek gelegd heb ben", luidde het lachend gegeven antwoord. Plotseling herinnerde Pani'a Zich met tergende duidelijkheid, hoe Zij dien bcwusJen avond, na dat zij [haar .sommen gemaakt en hot schrift in haar boekcnlasch geborgen had, p'lolseling tot de ontdekking gekomen was, dal or eon tecljke fout in gesloipen was Zc'had liet schrift weer \0i0ir den dag gohaakl, de fout zoo netjes mogelijk verboterd en het 'schrift in haar leesboek gelogd, met de be doeling hel 'suporgens weer 111 do tascli' te sloppen. Den volgenden morgan echter was Zij' -— wat wel eens moer gebeurde opi het nippertje dpi- gebtnan, had haar boek mot hot schrift er in haastig in haar kast geborgen en niet mooi' aan haai' Tekenschrift gedacht, VoiOlr zlij heit mi In haar jachtig Zoeken er naar was* 't haar heelemaal ontschoten, dat zlij het den vorigan avloiul in haar leeshoek gelegd had en had Zij' Jaap verkeerd beschuldigd. Zij barstte, plotseling in tranen uit en het duur de een liaelo tijd, voor moeder haat' gekalmeerd had en Zij hot verhaal van het schrift met horten en stopten gedaan had. Teen Zij er eindelijk mee klaar was', viorg moe der heel ernstig: „Zou je het niet het beste vinden, dat je het zelf weer in ordo maakte met Jaapi?" „.Ta, moeder, dat wil ik wol", antwoordde Pauto. „Als ik maar wist hoe". „Kijk eens", zei moeder. „Ik ben nu niet bang meer voor besmetting en Zal Jaap' morgenochtend 't treft, dat het juist Zondag is bi) je s'iium, .Te mooi (hom maar dadelijk zeggen, dat het ge beurde je ^(rciesielijk splijt en probceren hem al'es zoo goed mogelijk uit te leggen. ,To hebt hem door je valsche beschuldiging natuur]ijk groot onrecih! aangedaan". Paula knikte en begon opnieuw ie snikken. 'LW,v ook zoo vreeselijk, da.t m Jiupi, die van niets visl, niet alleen beschuldigd hal ha,ar schrift weggenomen lo hebben, maar hein bovendien nog voor lafaard uitgemaakt had. Hoe - hbo zou ze dal coil weer goed kunnen maken? O, ze verlangde vreeselijk naar den volgenden morgein en toch zag Zij er zoo heel erg tegen op. Teen Jaap dien avond naar beul ging, wanschte hmte Rifa hem biziontler hartelijk goei!onnacht. Jaap begreep er uil, dat tante Rtfi hom geen oogenhlik verdachl. Maar dan zou Panlni niets verteld tobben, vanl als zo haar vermoeden aan tante meegedeeld had, zou tante natuurlijk' niet zoo vriendelijk legen hem Zi)n. Do schijn was immers tegen hem. Dat Pun li'om geloofd», was eigenlijk oen wonder, dat bijl zelf mot begreep'. „Morgenochtend mogen Pim en jijf om beurten Ken oogenhlik bij Paula komen", had lante gezegd. Pim ging natuurlij'k voor. D'io zou Paula we) zeggen, dat hij, Jaap, onschuldig was en als blij dan bij Paula kwam, Zou alios misschien wear hcelemaal goed worden en dal akelige, wat hem sinds die ongelukkige geschiedenis met hot schr.fi drukte,, van hom afgenomen wonden. Koppig was Jaap niet en hij wonschte niols vu riger, dan dat liet tusscbcn Paula en hem weer heelemaal in orde was Dien avond viel hiji vlugger in slaap dan do laat ste 0/vonden hel geval was geweest en droomde bij', dat Paula en hij weer de beste maatjes waren. HOOFDSTUK IX. ,T a ap rod t e en k I ei n p oesj e. Den volgendon morgen aan liet ontbijt vroeg tante Rila -die wel begreep', boo Jaap naar lilet oogenhlik verlangde, wftaropt hij bij1 Paula mocht zlijn. maar er loch tegen opizag of blij1, daar Itot Zondag was, een briefje bij' een tennis van ham- wilde afgeven. "t Zou net een mooi loopje voor hom Zijn, ter wijl Pim bij Zijn zusjei was en Jaap' ging onmiddel lijk op pad. Het eerste eind liep ld) in gepeins verzonken. Zaj,n gedachten waren h'iji Pim gebleven, die ziel)1 zeker oen trouw vriend zon bolopnem en Paula als zij lnaar neefjo nog verdacht aan het versland zpu b'rcngen, dat Jaap oven onschuldig was aan het verdwijnen van 'heit sommenschrift als li ijzelf. Langzamerhand werd bij' editor afgeleid dootr 'helgeen fh ij om zich 'heen zag. Wel was .lipt nog rustig op straat, maar een speelgoedwinkel, die zijn gordijn niet meedoogcnlcois had laten zakken en zijn schatten dus niet verborgen hield, deed hem van allerlei bewonderen. 'Uteest veelde bij KI DE F -BLAD a

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1931 | | pagina 8