CONTRA CT-BRIDGE 4» door R. N. HAREMAKER. 9.3 104 aas li. 9.64.2 10.7.2. aas b. 2. ajs h. 10.3 h. b. 10.7.6 hl b. 4. aas b. 2. h. 10. 21 i- nnn-riiimiVmiTriin-iTi.mi»-. 1i,..<ii;aniil.r^«nr.ir^i^irii[rtiiraiiiaiffiiit»'nif?ir.Wi**r>iri«-iiiii.i-..- n irr»iiir«nimi[i<iïjinliiiiii^MMBii<>a^ririi1lifillimrr<ffBiiaaaa^riiTih'irliTflffTB^tiiiaiB8BiiiaiMgi^iaBaHaiia^^BiaSM haiar schouders, zooaJs wens Rlebekka! haar kan met water droeg (1 Moz. 2-1 vrs. 15 en 45). Weer die statige gang. Alle zulten Ara bische vrouwen loopen altijd statig. G-een ■wonder. Zij zijn gewoon op hun hoofd te dragen. Heele vrachten. Het is verwonder lijk hoeveel. En Verwonderlijk, hoe zij dat alles in evenwicht houden. Hoe zij weten rechtstandig in elkaar te zakken, hun Vracht op het hoofd te houden en met 'bleido handen een ander te helpen, een' Jast van den grond op het hoofd te zetten. En in. het antieke Liand bij de Bijbelsche tafereelen vliegt ge in uw modern vervoer middel langs den jongen weg. Die weg is maar een jaar of wat. Hij zegt uTurkije oorlogEngeland. Al die vele mooie we gen, die reeds het land doorsnijden, roepen u dat toe. Was het niet altijd zoo? Zijn de groote verkeerswegen oorspronkelijk niet in alle tijden gebouwd met het oog op militaire noodzakelijkheden of om strate gische plannen? Wij genieten in dit op zicht zooals zoo vaak in vele opzich ten op wonderlijke wijze de vruchten der ellende. Zegeningen ook van vloek! Het weer is goed. Ilet is warm. Maar iu de auto speur ik de hitte niet. Er waait zelfs een tamelijk flinke wind. En als we een landgoed voor bij" snellen, dat zich op den ingang als Mihveh Jisraèl aankondigt, en ik me omdraai om mijn gids te vragen of dat de bekende door Ketter voor do 'AUianoe-Israéiite Universelle reeds inlS70 gestichte landborftvscliool is, vangt bij onder het bevestigend antwoorden, juist bijtijds mijn hoed op, dien de wind wou meene men. Toch brandt de zon. En alles is kaal en dor. Cactushagen omringen vele tuinen en plantages en vormen een groene ondoor dringbare afsluiting. Zij moeten op last der regeering langzamerhand verdwijnen, want zij waarborgen wel de veiligheid naar bin nen, maar bevorderen ook do onveiligheid naar builen. Zooals voor een paar jaren bij de bekende Onlusten onzaliger gedach tenis gebleken is. Geboomte is er wei nig. Palmen alleen beheerschcn en dan koninklijk ook het dorre landschap. En de Olijfboom is overal. Ook in de rotsen slaat hij zijn wortels. Hij" eischt niets voor zich en geeft alles. Tot in ouderdom van eeuwen. f Kale bergen. Steen en rotsen alom, hoe verder we komen. Overal op de bergen de overblijfselen van alouden terrassen-aanleg. 'Afgrijselijke verwaarloozing. Wat heeft de Turk gemaakt uit het land, dat vloeien kan van melk en honing i Zwijgzaam is het reisgezelschap in de auto, zooals dat zijd. kan in een tram of in spoorwegcoupé, als de reizigers elkaar niet kennen. Opeens, bij een kromming van den weg, strekt mijn gids van achter mij zijn hand lang3 mijn hoofd en wijzend mot den Vinger zegt hij: Jeroesclialajim! O, ik zie het. Er schiet iets in mijn keel en mijin oog wordt vochtig. Ilet is weer weg, verscholen achter oen! heuvel, waaromheen de weg is gelegd. Ik dacht, dat we nu liet volgende oogenbJifó Jerusalem zouden binnen rijden, klaar ik heb later geleerd, hoe ver in Palestina een punt nog kan verwijderd zijn, dat men vlak bij ziet liggen. Ilier bedriegt ons onze gewone oogenmaat op verbluffende wijze. Na korten tijd komt het echter nader en nader. We zijn in de stad. Aanstonds word ik door den heer en me vrouw Goldsmit in het Netlerlandsoh harte lijk welkom gclieeten aan den ingang van hun heerlijk hotel. Ik bon Thuis. Correspondentie over deze rubriek te richten aan bet Bureau van ons blad met duidelijke vermelding: Contract-Bridge. Oplossing van de opgave van de vorige week. 1. L. en B. hebben de volgende combina tie in handen: L. 1. B. 2. aas, b, 10 tyb. v. 9.2 S.7 3 aas v. 6.4 L. was gever en opende op één klaver; V. paste; B. bood twee ruiten (om aan te geven, dat hij slechts een krachtige ruiten- kaart heeft); A. paste, L. bool drie sans a tout, waarop verder werd rondgepast. V. komt uit met een kleine Inrfcen, L. speelt uit don Jilinde Jiarlenvier bij', A. den boer. Hoe moet L. zich denken tiet spel af te Spelen? Li is er zéker van drie hartenslagen te maken; voorts één, mogelijktwee scliop- penslagen; één, twee, mogelijk drie klaver- slagen (lieer derde bij' Aj; minstens twee ruitenslagen. Om m schoppen en klaver extra slagen te maken, zou hij tweemaal vanuit den blinde schoppen moeien spelen on éénmaal klaver vanuit den blinde, terwijl hij dan nog slech's ex ra slagen maakt, inden de hleu ren goed zitten Bul. schop} minheer en vrouw of schoppen lieer dan wel de vrouw bij A., klaverheer bij A. L. kan echter maxi- mum slechts tweemaal in den blinde aan slag komen met ruilen, zaodat alle kansen in schoppen en klaver niet eens kunnen worden benut. Daarom moet I,. trachten in andere richting extra slagen to maken, waar toe de ruitenklour zich mogelijk leent. L. heeft achle ruitenfcaarten, zoodat de tegenpartij er over vrjf beschikt; zouden die vijf ruitenkaarten bij do tegcns'andois drie twee verdeeld zitten ,dan kan L, vijl fslagen in ruiten maken, mits hij die kleur op de volgende wijze Speek. Zoodra bij aan slag is, speelt bij uil do liand een Home ruiten en laat dien slag eenvoudig loopen; komt hij nu opnieuw aan slag, dan speelt !uj weer ruiten en neemt den slag in den blinde mot het aas, slaat den hoer na on dan zijn alle verdere kleine ruitenkaarten in don blinde vrij Natuurlijk kan deze opzet mislukken, wanneer één der tegenspelers vier ruiten kaarten heeft; I,. kan er echter nimmer iets bij verliezen door op doze wijze te spelen, slechts bij winnen. Zou het nu blijken, dat een der tegenspelers vier ruitenkaarten heeft, dan Spoelt L. do ruiten niet vorder af, hij kan immers toch niet meer in dan blinde aan shag komen om de, na nogmaals ruiten spelen vrijgekomen ruiten in den blinde te maken, doch hliji speelt klaver, omdat deze kleur hem do meeste kans geeft een paar extra slagen te maken; bij mag vooral geen schoppen spelon, omdat !nj daarin slechts één slag kan winnen en dan nog slechts indien de hoer on do vrouw bij A. zitten. 2. L. on B. hebben do volgende combi natie in handen: U. 1. aas h. 10.7.4.2 h. 8.6.3. 6.4 B. 2. v. b. 9.3. 5- i li aas S.3. P h. b. 8.6.3. L. was gever en opendo op ó'n schop pen; V. bood twee ruiten; B. drie schap pen A. paste; L. vier schoppen; waarop werd rond gepast. V komt uit met riiitem- hecr Hoc moot L. zich hot afspelen van dit spel denken? H overziet dat hij moet missen oen rui tenslag, een hartenslag en eer ld a vera'ag; echter is liet dan noodig, dat hij in don blinde over drie troeven beschikt, om drie maal harten in den blinde in to kunnen troeven. De tegenpartij moet tweemaal aan slag komen, omdat L. zoowel harten als klaver moet spelen, teneinde zoo mogelijk klaverheer vrij te krijgen en om harten renonce in den blinda to maken. Doordat de tegenpartij tweemaal aan slag komt, dreigt tweemaal hot govaax, dat zij troef zal spelen; goedo tegenspelers zuilen toch zeker bij aan slag komen, troef spelen, om dat z!j in den blinde de singleton harten, zien liggen en zij begrijpen, dat L. do troe ven in den blinde zoovoei mogehjlfc zal wil len gebruiken voor het aftroeven van har ten uit de hand. Daartegenover bestaat de kans, dat h'aT- tenaas bij A. zit en dus de hartenboer vrij komt, indien harten vanuit den blinde wordt gespeeld; eveneens heeft hij' do kans, dat klaveraas bij V. zit en de klaverboer in den blinde vrij komt; voorts bestaat de kans, dat al komt de tegenpartij tweemaal aan slag, Zij de tweede maal geen fresf kan Spelen; do tegenpartij beschik! todh slechts over drie troeven totaal, zaodat er een goede kans aanwezig is, dat de speler, die de tweede maal aan slag komt, geen troef meer heeft. Indien hartenlieer wij komt, behoeft L'. slechts tweemaal harten in den blinde in te troeven; .komt ook de klaverheer wij, dan kan L. op dien heer een. kleine har ten opruimen, zoodat dan de harten slechts éénmaal behoeft te worden ingetroefd; kan de speler, die de tweede maal bij het afspelen aan slag komt, geen troef naspe len, dan blijven er drie troeven in den blinde liggen. Op deze overwegingen moet L. de ruiten heer van Yl met het aas nemen en uit den blinde harten naspelen. Zet A. nu niet hartenaas in, dam moet VI die heb ben en nu mag L. den heer niet inzetten; het kan 'zijn, dat hartenaas derde bij V. zit en waar L. telkens harten moet spelen, zou er dan een kans bestaan, dat bij de derde maal hartenspol er hot aas valt en. dus de heer wij komt; die kans is gering, doch hartenheer inzetten, indien A. niet het aas inzet, geeft geen enkele kans den heer te maken De tegenpartij zal door het hanenspelen aan slag komen en schoppen naspelen; L'. moet dien slag in de hand memen en direct klaver naspelen om te trachten dan heer vrij te krijgen; zet V. niet klaveraas in, dan moet L. den boer uit den blinde spe len, mogelijk dat V- de wouw heeft er A. den hoer met het aas moet nemen, zoodat de heer dan toch nog vrij komt. De tegen partij zal dus weer aan slag komen en, zoo mogelijk, weer troef spelen. Kan de tegenpartij tweemaal troef spe len, komt noc de harten-, noclil de klaver heer vrij, dan zal L. het spel verliezen; doch wanneer siechts één van de kansen getukt, zal L. zijn spel bij de aangegeven, speelwijze winnen. Opgaven. B. heeft het volgende spel in handen: 1. 2. p|> h. b. 10.7.6. L. biedt sans atout; wat moet, indien tVi. past, B. bieden?

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1931 | | pagina 16