ARME JONGENS!
Raadselhoekje,
taait begonnen to eten, of bad liet stuk uL elkaar
geplukt om gauw te zien, of de baan erin za,t.
„Weet je wat", s'telde vader voor. |üio koning
kiest een koningin".
„Neen",'zei koning Ivo, „twee koning nnen! kliek
en Ans". 1
„Dat kan niet", vond Fons.
Pjaair vacler besliste, dat 'twel Icon In den
tijd_, dat de drie koningen dei ster volgden, bailldlen
do vorsten dikwijls meer dan één koningin
Fn zioo kwam dp dien avond do koning mot
twee koninginnen pp deit troioia te ziit'jdn. ka
de vorstinnen zlaten er niet voor niets AV'ai utj tel
kens bad do koning baar raad noiodig. Ein menig
aardig spelletje dat één van da hooggeplaatste da
mes vooistolde, werd door den koning goedge
keurd en door 'LWeele geselschap gespeeld. Pu#
laai gingen zie naar bed. En m Wadden voel pket
gélnad. Edmond vond, da|t 't Zelfs heel wat aar
diger geweest was, dan toen Wij" aeÜf Wet vorig
jaar op den Iron ge/eten 'had.
J. II. RRINKGREVE ENTROP.
(Nadruk verboden).
Ergens in een aardig doipje
Zouden jongens wand'len ga,an.
Winter was bet: Januari.
Broeder zei* Zeg, denk er api,
D,at bet ijs nog niet zal bonden,
Wees voorzichtig, Ja, bo>or, moe.
Zeulen ae en holden daiad'lijk
Naar bun beste vriendjes toe.
En, die hadden, moet je neten,
Met elkander in do buurt
Bij' den timmerman een sleetje
Voor een dubbeltje gehuurd
Heeilijk reden z"op de slooten
En ze vroegen. Dioe je mee?
Och, zon zatdn onze jongens'
Voor ze 't wisten m de slee.
Toon, ae gleden lustig baantje,
e Was het, dat de njtekoitst Wriak
En die arme, kleine peuters
Lagen in bet knlide Wak.
Moedertje zul maar te wachten,
Tot er lOind'bjk iemand kwam,
Die baar snikkende vertelde,
Dat weer 'tijs ze van. baai' nam,
RUUS VEiRDONER .SALOMONS
(Nadiuk verboden).
Oplossingen der Raadsels uit 't
vorige nummer,
VOOR GTtOOÏEREN.
1. Kangoeroe. Groen, kraan, Hoiekl, kerk. Koen.
2. Mark, en; Marken. t
3. Heb jo deze poedelt INGenomen of dat
drankje,? (ling).
Js Pieiro LaBRO Cl IE f geworden van Zp
afdeeling? (broche).
Moeten wij vOOit BELlen of adder',
I (oorbel).
-1. Do, z'ijn; dozijn.
VOOR KLEINEREN.
>1. Elft, elf.
2. Ekster, vlasvink, lijster.
3. Ganzen, bord; ganzenbord
4. PRUlMEiDANT.
P 10 p t.
b It e m
k o U s.
'k 1 I
1 ,a M a.
t Ei. e n
D o 1 k.
g A n s
b a N S
b o io T.
Om op te lossen
VOOR GROOïEItEN.
1. Mijn gelioel wordt met 9 letters geschreven
en noemt een heester.
7, 2, 2, 5, is voor velen een tradable.
1, 2,. 4, 5, is oen ander woord voer lof,
eer, faam.
9, 3, 8, 9, is een z'uie vloeistof.
7, 2,' 3, 4, 9, zlijn mooie bloemen.
Een 5, S, 9, is een onilernpjclsdie gang.
2. Kruisraadsd.
Op de beide knusp'slijncu komt de na,ant
van een edelsteen to staan.
.x.
xxxxxxx
-X-
•X'
le! Uij een medeklinker.
'2e iets wat tusschcn borgen ligt.
3e rif een meubelstuk, dat in de meeste ka
mers gevonden wordt.
4e rij' 't gevraagde woord.
5e rij een jongensnaam.
'Ge rij een hdiaamscleel van een dier
7e rij oen medeklinker.
3. Welken vreemdeling kom je m Biervlet
tegen
4. Verborgen edels teen en
Laat opa asperges nemen; hy lioudt er
zooveel van.
Wat dragen Tine Koet en Lena ILtiiisma
ïagdimne kousen,
llij zei, dat Caro b'ijna bet theeservies om-
ver wierp.
i
I r i
i
i I
X
X.