2 SCHIEDAMSCHE COURANT NEEF ALFRED. VAN DE No, 3 G EL VAN DE SCHIEDAMSCHE COURANT VAN 23 JAN. 1932 Terwijl tie familie Goenians aan. de ontbrjitlafel 'zat, vertelde mevrouw aan haar zoentje Karei", dat neel Aifrctl dien dag bi] hen zlou komen om een week le blijven logoeren. „En ik moet naar de skid", ging moeder voort. „Als ik geen tegenspoed bieb, ban ik nog precies op tijd terug zijn nm bom van dan train te balen ik mag echter geen minuut vcrliozlen en zal nog juist de bus van vader kunnen balein". Vader en moedor gingen dus samen naar do stad: Vader naar Zij'n kantoor en moeder om allerlei drmgonde boodschappen te deen. Het vos begin Januari en nog in dö Kersb vacant je. Karei hoofde dus niet naar school en nam zich voo-r na bet ontbijt oerst wat te lezen en zich daarna met bellenblazen bezig te honden, totdat moeder men neef Alfred terugkwam. Mina, het dienstmeisje, had lh,et druk en was blij', dat Karei haar daarbij' niet in den weg liep en zoo rustig was. Intusschen peinsde Karot over het feit, wie neef Alfred wel zlou zijn. Hij lierinneido zich niet o-oit diens naam gehoord te hebben. Hij hal ver scheiden neefjes; de jongens van oom Leo en tante Mies, van oom Jan en tante To en aak die van ocim Jlans en tante Ans. Dan waren er nog de In dische neefjes, vier vij'f zles, waren dat er maarhij wist van allemaal do namen en. hoe h'ij zich ook .bezon, or was goan enkele Alfred bij. Jannen vel twee en Pieten zelfs drie, maar een neef Alfred? Nooit van gehoord. Wie Zou 't Zijn? Misschien een neef, dien bij' nog niet kende, maar waar kwam die na plotseling vandaan? Karei had hot allijd jammer gevonden, dal tój geen broertjes o[ zusjes had, maar zijn talrijke ne ven met wie bij bet allemaal besl kon vinden hadden hem dit gemis Zooveel mogelijk vergoed Ei; mi was hij plotseling neg een neefje rijker dan lij zeil wist Want dat hot een neefje moest zijn, stond bij Karei vast Aan een andere mogelijk heid werd zelfs niet door hem gedacht. Na wat gelezen ie hebben, begon hij: bellen te blazen. Van Mina kreeg «blij een kom zei zeepsop'. Hij ging nu naar de kast om er zfjln Gloadsclio plijlP', zoioals vader die noemde, uit' le balen en was weldra bozig do prachtigslo bellen te blazen. Alfred zou zeker ook van bellen blazen bomden. Er was lieelemaal geen sneeuw of ij's in do Korst- vacantio en zo moesten zich' dus maar op de een of andere manier binnenshuis bezg houden, nu er geen wintersport tc beoefenen viel. Karei kon zich niet voorstellen, dat iemand niet van belien blazen hield. Bewonderend keek lij naar z'ijn „Goudsche pfjp", een ibjee! lange, die zooals moeder zei, wed geschikt' was voor oen grootvader om uit te roeken. Maarhoe konden twee jongens bellen bla zen met één pijp? Dat ging natuurlijk niet ,,Dan moet ik in bet dorp nog een andere hoe pen", dacht Karei. Onwillekeurig gleed Zjn liamï^ in zSjix brocfeak en baalde hij' ear een nieuw dub beltje uit. lm IhleL volgend oogonblib Slak hij Zijn Ibjotoifd om do keukendeur en zei ,'Min.a, ik ga even naar hot dorp om wat voor neef Alfred le koopen". pDat is goed", antwoordde Mina. „Maar blijf niet lang weg, anders is je neef er nog eerder dan jij1". „Nee, ik kom dadelijk terug", beloofde Karei. Niet het dubbeltje in zijn hand geklemd, ging Karei nu nam' liet winkelijo, waar stconem pijpen verkocht werden. Tfjl z.ocht een mooie uil, die doioir den wn'kelier in een papier gewikkeld werd. Trots l.cjpl Karei met Zijn pijp naar huis. Clp den hoek der Dorpsstraat bonsde hij oct'lor tegen een kleinen jongen aan. De pijp viel daar door uit Kareis hand enlag in stukken op den grond. Wal jammer, o wal vreeselijk jammer was dat nu. \ty, mijn p'ijp. Mij'n jiijp is stuk", riep Karei verschrikt uil. li["j> bukte z,jch om de stukken op lo rapen. Ze pasten niet eens aan olkair, want er waren verscheiden scherfjes a,f. 'Het spijl mo vreeselijk", zei do kleine jongen. ,'AVas was het oen pijp voor je vader?" ,l,Neo", antwoordde Karei. „Het waseen cadeautje voor iemand". „Ik kan bet heusdi niet helpen", ging do jongen voort, „Maar licb jo geen geld om een nieuwe te kaopon?" ,','Nee, dat is 'I juist", zei Karei. „,Ik eok niet"," moest do ander bekennen, 'teleurgesteld liep Karei door. Ziijln baele plan netje was nu bedorven. Landerig ging Ijj langs bot station, toen ihjj plotseling zag, dat er juist een trein aangelktcj- men was. Als als hij' eens een koffertje voor iemand droeg, clp die manier geld verdiende en daarvoor oen nieuwe pijp kocht? 'tWias een prachtig plan, alslihet lukte. Maar nu moest h'ij eerst uitkijken, af hij iemand met een koffertje zag. Ja, die oude meneer daar, die not door den uil gang kwam. Zender zich ook maar één oiogenblik te be denken, lieerde Karei zichzelf zeggen: „Koffertje dragen, meneer?" De oude beer blcdf een oogenblik verbaasd stilstaan en vroeg, terwijl bij' don keurig gekloe- den jongen van top tot teen opnam „Waarom vraag je dat?" KIN DER-BLAD

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1932 | | pagina 7