Duizend kilometer door Westfalen. Fortinbras' Toovermacht. Radio-Programma's. Contingenteering, I Veranderde omstandigheden De B!ijf-in-eigen-!and-beweging. Een tocht door Saueriand, Siegerland, Wittgenstein en Teuto- burgerwaid. Wederzijdsche interviews. Dortmund. De omgeving. Een museum. Een drievoudig misverstand. I. Er heeft zich, door do misère, waarin de wereld geraakt is, van de menschen cea mentaliteit meester gemaakt, dio in normale tijden klein en benepen zou wor den genoemd. Wij, Nederlanders, zijn altijd trotsch ge weest op onzen vrijhandel. De omstandig heden hebben onze regeering er echter toe gedwongen van koers te veranderen en zoo maken we thans een „regenperiodo" van contingenteerings- en andere bescher mende maatrego'.en meel Vele Nederlanders hebben er buitenge woon veel genoegen in om gedurende lan goren of kortoren tijd in het buitenland to vertoeven. Dat verruimt den blik. liet geeft een bizondere ontspanning, als men los van de omstandigheden thuis, leeft tussehen andere menschen. die ecu vreem de taal spreken en gewoonten hebben, die van de onze verschillen. Maar die uitviiegers klinkt nu van al len kant to-e: Breng uw vacantie door in eigen land Di contingentceringsmaatregelen zullen waarschijnlijk wel noodig zijn en door in eigen land to blijven, doet men landge- nooten in de eersto plaats de betel en pensionhouders! 1 een dienst. Ondanks alle propaganda voor: BJijf in eigen land! zijn er toch nog altijd,' die de voorkeur geven aan oen vacantie over de grenzen. We hebben, toen wo zelf een pas noodig hadden, op het Bevolkings bureau eens geïnformeerd, of daar ook al de malaise was doorgedrongen. En tot onze verbazing vernamen we bet was toen eind Mei dat er dagen wanen, waarop het aantal aanvragen om een pas een recordcijfer bereikte I IWe zullen niemand adviseerenStoor li niet aan den roep: Blijf in eigen landl Maar omdat we weten, dat die leuze niet door ieder ter harte wordt genomen, wil len we hen, die plannen bctbben de ko mende maanden naar het buitenland te gaan, iets meededen over Westfalen, de Buitscke landstreek, die aan don Achter- boek en Twente grenst en zich' ten Oos ten van den Duitschea Rijn ver naar hot Zuiden uitstrekt. We zijn daartoe in staat gesteld door een zesdaagsch bezoek, bij welke gelegen heid we met een aantal collega's de gas ten waren, van het "Westfalische Vörkebrs- verband, den bond van vereenigingen tot bevordering van bet vreemdelingenverkeer in "Westfalen. Be tocht begon te Dortmund, waar het bureau van het Westfalische Verktehrsver- band in het stadhuis is gevestigd', en ging door het mooie Saueriand, Siegerinnd, Wittgenstein en door het géhteele Tmto- burgervald van Oost naar West, om bij Coesfeld, gelegen tussctfen Winterswijk en Munster, te eindigen. In een uitstekende reis-autobus hebben we een kleine 1000 K.M. afgelegd. 'Overal op onzen tocht wer den we zeer voorkomend ontvangen.; de plaatselijke Maden hadden moestal bet be zoek van de Hollandsche journalisten aan gekondigd en meermalen kwam ons oen Duitsche collega begroeten, niet alleen uit collegialiteit, maar vermoedelijk ook op jacht naar copie. En wij maakten dan meestal .gebruik van de gelegenheid om onzen collega ook aan het praten te krij gen; een wederzjjdseh! interview dusl 'Op onze reis hebben we 10-tallen van menschen van verschillende positie en le vensopvatting gesproken en steeds weer merkten we, dat de Buitschers onder een zekeren druk verkeeren, die trouwons op dit oogenblik overal in de wereld is waar te nemen, al zal er gradueel verschil zijn. Van dc materieele ellende, dio inDuitseh- land ongetwijfeld in breedou kring gele den woidt, merkt do toerist heel weinig; zoo goed als niets, als hij, zooals wij op onzen W estfalentpcht, alleen maar op hot platteland en iri'" ld ei no steden vertoeft. Toen wij in Dortmund waren, werd juist, ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan misverstand, dat echter goed afliep. Op do lange tafel, die op den feestavond voor do IloJiandsche journalisten was ge reserveerd, stonden op standaardjes ecmgo NederJandscbo vlaggen. Na afloop werd als herinnering een vlaggetje* meegenomen. Nu wilde hot geval," dat de naam van één der collega's voel overeenkomst hooft, wat do klank botreft, mot „Boche", den scheld naam, waarmee tijdens don ooi leg do Fran- schon hun Duitschon tegenstander aanduid den. De naam van dien" Hoüandschen col lega werd nog al eens geroepen en een groepje Dmlschc jongelui beging oon drie voudige vergissing- le. zagen zfij ons voor Franschon aan, 2e meenden zlij, dat zij voor „Boehes" gescholden worden en 3e. horkonden ziij in de Nederlandsche vlag, die De W es tfal enhallo. van het Westfalische Veikehrsverband, een tentoonstelling geopend op hot gebied van de bevordering van het vreemdelingenver keer. Het deed wol eigenaardig aan, dat de voorzitter, dr. Eichlioff, Oberburger- meister van Dortmund, in zijn openings rede ook de leuze: „Blijf in eigen land" het hoeren. -Maar dat was aan het adres der Duitschers! Do tentoonstelling was vnr ons niet zoo interessant als de „bunto Wesifalen- abond", die op do opening volgde en in de „Gouden zaal" van de WestfalenliaJIe ge- gewen werd. 's Middags, op een tocht door de stad m haar mooie omgeving hadden we reeds een bezoek gebracht aan de Westfalenhalie, de grootste overdekte sport plaats van Duitschtand, waar zfósdaagsch© wieterwedstojden, boksmatches en ook ten toonstellingen en jaarbeurzen worden ge- honden. Dortmund zalf is een fabrieksstad, maar na den oorlog is er voor onitspanningster- rejn voor de bevolking gezorgd. Tien mi nuten builen de bebouwde kom vindt men een uitgestrekt park om een oud kasteel, en een groot aantal sportterreinen, zieo prachtig en grootsch van aanleg, als men vermoedelijk bij geen Hollandsche stad zal vinden. Dat in een grade industriestad als Dort mund met zlijh ruim 600.000 inwoners ook nog voor andere dingen belangstelling is. bewijst het Kunst- cn Goweibemuseum, een schepping van dm tegenwoordigen direc teur prof. Baum, die nagenoeg zonder ovcr- heidssleun een verzameling voorwerpen heeft bijeengebracht, wiel' waarde op 50 millicen geschat wordt. Prof. Baum trok er zelf op uit om dingen van waarde op te sporen en als hij ze gevonden had, trach te hij het geld bijéén te krijjjen om hot 1 o geerde aan to schaffen. Met gepaste trrt ch voerde hij ons door het museum, en toon de ons o.a een zieldzame verzameling gou den munten uit den Romoinschen üjil, bij een opgraving gevonden en mooi beeld hou rework. Zoo we reeds meedeelden wenl de eerste dag van ons bozoek aan Westfalen be sloten rnot de bijwoning van oen bonte Westialenavond, waar op voortreffehjloe wij- zo voorgedragen, gezongen en gedanst u «rd. Dit eerste doel van ons verhaal willen we besluiten met het vermelden van dreigend Naar het Engelsch van William Locke, door J. Er d. B. K. 57) Daar was een klank in. zijn stem, die "haar hart scheen te verscheuren. Ze drukte heide handen tegen do oogen. Als je eens wist, h'oo ik mijzelva veracht en haat. Neen, neen, mijn Heveling, zei Mar tin. Hij beroerde haar schouder warm en zacht. Een doorschijnende ragfijne mouw liet dit toe. Ze liet zijn hand even er op rusten en duwde haar toen weg. Maar de nerveuze groep van haar vingers ver ried geen afkeer. Haar geziüit was heel bleek. Ik wist, dat je me lief had. liet deed goed orn dat te gevoelen, zooals ik je reeds zeide. Ik had Weg willen gaan, zooals ik voorheen ook wel eens weg bon gegaan. Ik verontschuldig mijzclvo niet. Toén kwam die avond in Luxor, [k liet mij zelve gaan. Ilet was eon kwestie van de zinnen. Al word ik negentig, ik zal het nooit vergelen. Denk je misschien, dat ik rustig heb kunnen slapen, do nach ten daarna? Dat kon ik ntet. Uitdagend zag ze hem aan. Toen zei Martin: Je moet een beetje om mij geven. Jk vraag maar om een heel klein beetje. Neen, dat is niet zoo, zei zij, den blik zijner oogen ontmoetend. Je vraagt om alles. Fn als ik alles te geven had, zou ik het jou geven. Je mo-ogt denkan, dat ik harteloos met je gespeeld heb, drie of vier weken lang, Iedere buitenstaan der, die alleen de feiten hoort, zou mij beschuldigen. Ik had je misschien weg moeten zenden, maar ik had er da kracht niet toe. Daar. Dat is een bekentenis. Maak. er van wat je wilt. Al wat ik er van maken kan, zei Iriumfantelijlk meegevoerd werd,de Franscho vlag, die, zooals met weet, blauw wit rood is. De vlag, hot vaandel, is het symbool van do eer en als die veroverd is c|p dein vijand, is dia eer gered. Zoo dachten ook do Dmtsche jongelui, die in hun nationalistische gevoelens gekrenkt worden hoewel ten onrechte. Maar w|ij hebben onzie vlag niet afge geven: zlij heeft ons op onzen tocht daar Westfalen vergezeld. En om haar te be schenneai heeft geen bloed gevloeid! OMLIGGENDE GEMEENTEN. VLA ARDIN GEN. Lezing dr. S. Postliunia. Is Nederland met het contingenteercn van den invoer van diverse artikelen op dan goeden weg? Over dit andqrwerp heeft gistermiddag do hoer dr. S. Posthuma, secretaris van de Ned. Organisatie voor de Intern. Ka mer van Koophandel een inleiding gehou den voor de K. v. KL en. F. voor de Besneden-Maas en het Handelsgebouw te Vlaardmgen. De hoer "Posthuma stond eerst stil hij do huidige crisis en de kenmerken daar van, welko zich volgens spr. op drieerlei wijze openbaarden: lo de permanente werk loosheid, 2e de groote faillissementen en 3o de valuta moeilijkheden. Bij dit urietal kenmerken werd-nader stilgestaan en het verschil aangetoond met vroeger plaats gehad hebbende crises. Ook is er een kenmerkend verschil tus sclven de maatschappij van, vóór en na den oorlog. Voor den oorlog huldigde men algemeen de vrije prijsvorming der ver schillende producten, daarna zijn verschil lende maatregelen door de diverse regeo ringen in vele landen genomen: tarieven- verhooging, verhoeging invoerrechten en cantïngentoering. De eigenlijke crisis heeft men daardoor enkele jaren verschoven, maar deze is daarom thans des te heftiger. Ook do tactiek der vakvereenigingen en Martin, met trillende stom, is, dat jij de vrouw voor mij bent, en dat je dat weet. Dat weet ik, zei zij. Ik kan er niet meer tegen op en ik zie de waar heid in hét gezicht. Maar aan den an deren kant ben jij den man voor mij. Als ooit een vrouw getracht heeft oen man lief te hebben, dan heb ik getracht liefde voor jou te gevoelen. Dat is, waar om ik je liet blijven. Ik heb mijn hart onderzocht tot op den bodem. Maar daar op den bodem is een man, die dood is ze spreidde beide Handen uit en liaar schouders schokten cn hij slaat altijd tussehen ons en ik kan niet, ik kan niet. Er valt niet te kic/.en of te doelen. Ik moet mij zelve geheel geven of niet; ik kan niets ten halve doen. Hij zat doodstil. Zich' als versteend gevoelend. Ze vatte hem bij den arm. - Veronderstel, dat ik met je trouwdte. Volgens de regelen van het spel moet ik dat doen. Maar het zou voor ons hei den ellende brengen. Daar zijn twintig duizend redenen voor. Zie je dat niet? Ik zie alles, zei Martin. Hij stond op en met beide armen op de veranda leunend, zag hij haar aan. Ik zie alles. Je hebt mij je standpunt heol duidelijk ge maakt. Maar veronderstel, dat ik eens zei dat je liet spel niet gespeeld hebt. Ver onderstel, dat ik eens zei, dat jo het toch geweien moet hebben, dat geen man, als hij jo niet Hef had, tenzij hij oen imbeciel was, je gevolgd zou zijn naar Egypte, zooals ik gedaan heb. Veronder stel, dat ik eens zei, dat je mijn loven verwoest hebt. Veronderstel, dat ik eens met voorbeelden aanhaald'Je alles, wat tus sehen ons is voorgevallen, en er op sta, dat de regels van liet spel gevolgd wor den, en ik vraag je als een man, die je lief heeft met alles wat in hem is, orn met mc te trouwen, wat zou je dan zeggen? Ze stond op en haar hoofd fier op heffend, antwoordde zij: de weikloozeusteim dragen er toe hij, dat de maatschappij al meer en m'eor ont wricht wordt. Uitvoerig stond spr. stil bij het werk loosheidsprobleem en hot loonpeil; zoo dra het laatste omlaag gaat, vermindert ook do werkloosheid. De contingenteering bclioqrt tot de meest drastische maatregelen en do moieilijkhc- ucn in onze maatschappij worden er niet mede opgeiuimd, maai' alleen verschoven. Bovendien leidt ze tot uitbreiding van do gesteunde industrie, ten nadeclo van an dere. Ook de valuta kan door meergenoem- den maatregel niet in stand warden ge houden. Spr. ontkende niet, dat in bepaalde ge vallen steun noodzakelijk is. Wil mendeze \erleenen door contingenteering van den invoer van diverse artikelen, dan zal deze volgons spr. moeten voldoen aan bepaalde eischen, welko nader werden besproken. Spr. noemde de volgende eischen le. Zorgdragen voor niet te veel aan steun, voorbeeld confectie industrie. 2o. De steun mag niet eenzijdig werken voor do binnenlandsche industrie. Daar door wordt een last gelogd op do rest dei- bevolking en leidt dus tot zelfbedrog. 3e. Zeer sterke daling van het loon peil in dedoor contingenteering be schermde industrie. De gevolgen van contingenteering op in ternationaal gebied zijn niet te overzien, daar tegon-contingcutoering altijd mogelijk is. Het kwaad van dezen crisis moet in de kiem worden aangetast. Drastische maat regelen tot loonsverlaging zullen genomen moeten worden. Het rijk, maar niet min der de gemeenten zullon daarbij hot voor beeld moeten geven. Het jaar 1929 was het topjaar van ons loonpeil; in som mige takken van industrie weidt dit loon peil nog gehandhaafd, terwijl de levens standaard sinds met ongeveer 15 a 2D pC't. is gedaald. Iedere maatregel tot c on t i n gen tec ri ng achtte spr. verkeerd; al dergelijke maatre gelen tasten de fundamenten der maat schappij aan. Ook het maatschappelijk leven wordt er door ontwricht en is men eenmaal op het hellend vlak, dan is terug keer zeer moeilijk. Door enkele aanwezigen werden vragen, gesteld, terwijl anderen hun zienswijze oyer den huidigen. crisis en zijn oplossing naar voren brachten. Door den inleider worden de gemaakte vragen en opmerkingen beantwoord, waar na hem door den voorzitter der Kamer hartelijk dank wend gebracht voor zijn leerrijke uiteenzetting. Vcrvo'gens komt de aanslag bij Juotcas bog in behandeling. Matuschka verklaart dan, dat hij iu Bor- lij'n een secte heeft willen stichten, met het doel aanslagen uit te voeren. In Ber lijn noemde hij zich Turkulugïa Prokop. Du voorzitter ondervraagt hom vervol gens over den aanslag bij Bia Toibagy. Matuschka veiklaaxt, dat alleen maan schade kon worden aangericht en geen mensehenlevens konden veriorein gaan. Toen liem daarop gevraagd word, hoe het ongeluk dan wel afgelooperi was, ant woordde Matuschka, dat hij dat niet wist. Op krachtigen toon zoide de president hierop: „Twee en twintig dooden", waar op Matuschka in snikken uitbarst en zegt, dat, wanneer iemand gesclu-eeuwd had: „Hoe staat het met mijn kinderen", hij zou hébben uitgeschreeuwd: „Ik bon de schuldige". Toen de officier hem vervolgons wees op hot verschil tussehen den stijl van zijn brieven en het vloeiende Duitsch, dat hij thans spreekt, zeide Matuschka onder al- gemcene hilariteit, dat hij Bismarcks brie ven. had overgeschreven. Vervolgens werd de vroegere compag non van Matuschka, Joseph Klein gehoord, dio vertelt, dat Matuschka een vrouwen vriend is geweest cn vrij veel plezier had in vernielingen. GEMENGD NIEUWS. Het proies-Matuschka. Uit do verwarde uitlatingen, van Ma tuschka, die te Weenen terecht staat, kan slechts moeilijk iets begrepen worden. Do (leest zou hem beloofd hebben, dat hij' een beroemd man zou worden. Wanneer Matuschka het pafcent zou hebben, zouden er groote arbeidsmogelijkheden oitslaan m geheel Oostenrijk, Hongarije enRuitsch- land. Door deze aanslagen zou 1 et ver bouwen van spoorbanen noodzakelijk moe ten worden, waardoor de arbeiders werk zouden krijgen. Daar tussehen door profe teert Matuschka, dat hij nog eens minister zal worden. Op de vraag van den'presi dent, hoe de Geest hem dan de leeke- ningon in do hand gegeven heeft, ver klaart Matuschka, dat hij bij de politie! op de gelachfce is gekomen, dat hij de toekeningen alleen gemaakt heeft. Zaterdag, 18 Juni 1932. Hilversum, 296 M. Uitsl. Y.A.R.A.-Uitzeaicling. 10 u. y.m. V.P.R.O G.457 u. en 7.30.-7.45 u. Gymnastiek les. 8 u. Gramofoonplateai 10 u. Morgen wijding. 10.15 u. Voor Arb. in do Continu bedrijven V.A.R.A.-Mandohne-ensemble on der lending van J, B. Kok; Joh. Jong, or gel; Groot Volkstocsnoa! en Gramofoonnla- ten. 121.45 u. V.A.R.A -septet onder ri ding van Is. Eyl en Gramofoonplaten. 2 u. P. K. Polderman: Wat dom wo dozen zomer. 2.15 u. Gramofoanplafcan, 2.45 u. Sporlpraatjo door dr. B. Luza. 3 u. Gra mofoonplaten. 0.20 u. dr. D. de Lange: Darwin. 3.40 u. Volksliederen door „Dö "Wielewaal" onder leiding van P. Tiggers. ■3,55 u. Uit de Roodo Jeugdbeweging. 4 u. Vervolg volksliederen. 4.15 u. Actueel al lerlei door het N.V.V. 4.30 u. Beoefening (ter huismuziek onder leiding vau P, Tig gers. 5 u. Kinderuurtje. 6 u. V.A.R A.-sep tet onder leiding van Is. Eyl. 6 30 u. Frieseh uurtje met medewerking van dr. G. Gosses, lezing en Y, C. Schuitmaker voordracht. 7.15 u. Vervolg sc-pLoLconcert. 7.45 u. Toespraak door A. de Vries. 8 u. Zaterdagavond-programma met medewer king van V.A.R.A.-orkest onder leiding van II. do Groot. Teun de Klepperman. Joh. Jong, orgel. Leo Fuld, refreinzang, V.A. R.A.-looneel onder leiding van W. Van Cappelien. O.a. Ouv. „Dichter und Bauer", Suppé; cn Intermezzo sinfonico uit „Ca- valLeria Rustieana", Mascagni. Ou 1. Yaz Dias, V.A.R.A.-Varia. Voetbalnieuws. 1015 u. V.A.R.A.-orkest, vervolg. 1112 u. Gral- mofoonplaten. IR ui zen, 1875 M. Uitsl. K.R.O.-Uitzending. 89.15 u. Gramofoonplaten. 10 u. Trio concert. 11.30 u. Godsd. Halfuur. 12.15 1.45 u. Se.xtelcoinoert. 2 u, Gramofoon- plafcon, 2.30 u. Kinderuur. 4 u. Cramofoon- plafcen. 5 30 u. Berichten. 5.45 u. Grar mofoonplatcn. 6.10 u. Causerie. 6.30 u. Gramofoonplaten. 7.10 u. Lozing. 7.45 u. Causerie. 8—11 u. Vroolijke avond mot medewerking van orkest en solisten. 11 12 u. Gramofoonplaten. Ca. 9.30 u. Vaz Dias. Als je zoo werkt op mijn eergevoel, zou ik ja moeten zeggen. Hij nam haar beide handen en drukte ze aan zijn lipen. Dat is wat ik weten wil, maar daar ik je niets verwijt, zal ik je dit ook nit vragen, lieveling. Zooals de zaken nn staan, aanvaard ik je edelmoedigheid. Jij bont de vrouw, die ik lief heb en die ik altijd zal liefhebben. Vaarwel en God zegen je. Hij schudde haar hand en liep over de veranda met opgeheven hoofd, een flinke, moedige kerel. Na eenige cogenblikken van tweestrijd liep ze hem vlug achterna. Martin, riep ze. Hij wendde zich om en wachtte op haar nadering. ik voel, dat ik je leelijk behandeld heb. Ik zal het goed maken. Ik zal met je trouwen. Daar. Martin stond stil, terwijl do verieiding hem bestormde. Zijn oogen dronken haar groote schoonheid in. Eindelijk vroeg hij Heb jo me lief? Dat heb ik je allemaal al uitge legd. Ik vraag je, ja of neen. liet go- luk van twee mensehenlevens hangt er van af. Neen, zei zij. Nu, dan is het uitgemaakt. Als ik met je trouwde^ liefste, zou ik wlerke- lijlc een avonturier zrjn en je zoudt alüo reden hebben om mij to verachten. Het is nn werkelijk vaarwel. Ze oogde hem na, tot hij in het hotel verdween. Toen liep ze langzaam naar de balustrade, die blakerde in don zonne schijn, cn steunende op h'aar beide elle bogen, keek ze door oen nevel van tra nen naar de gehate schoonheid: van de wereld. Hoofdstuk XXII. I Op het dek van de mailboot, die huis waarts voer, liep Fortinbras, in gedach ten verzonken, liccn en weer. Ilij zag or zeer terneergeslagen uit. Zijn breede schouders waren voorover gebogen, zijn gevuld gezicht was vermagerd. Ilij' voelde zich oud, hij voelde zich onuitsprekelijk eenzaam. Hij hield zich voel meer apart dan op de uitreis. Hij sprak alleen met zijn Ilollandsclio on Russische dischgenoo- ten. Diepe treurigheid had hem bevan gen. Na Zijn wijsgeerigo gesprekken met den wijzen Abu Atohammed, schrok lnj terug voor alledaagsche praatjes. Hij had behoefte aau sympathie voor zijn hart, niet voor zijn geest. Zuinigheidshalve reis de hij tweede "klasse, om zijn charlatan- achtig bestaan weer te gaan opvatten. Want als men tussehen de vijftig en zostig is, kan men geen nieuw bestaan meer op vatten, hoe' knap en geleerd men ook is. Hij moest Marehand de Bonheur blijven tot zijn dood. Ihj war benieuwd, of hij Cecile zou misaon. Zoo iets gebeurt toch. Hoe laag gezonken ook, ze was toch een mensche- hjk wezen geweest, dat hem begrootte als hij van zijn wonderlijken arbeid thuis kwam. En haai behoeften waren een prik kel voor hem geweest om de vijf franc stukken te kunnen opsteken. Zou hij nu nog de geestkracht, het nimmer faliönd geduld, het bittere marlclaai-sgevoel heb ben, om zijn arbeid voort te zetten? In de dagen van voorheen had do liefde van een kind, dat was als een alpenbloem, waaruit honig wordt gemaakt, en dat ver weg in Frankrijk woonde, zijn beangst hart verlicht. Maar haar liefde had hij verloren. Ze had hem gedurende zijn wekenlang verblijf in Egypte heel plicht matig geschreven, en h'ad hem alles, wat in Brantöme voorviel, verteld,, Gok de ver loving van Lucien Viriot mot dc dochter van een rijken rnanufacluricr. Ze heeft een bruidschat als een prinses en hét uiter lijk van een hobbelpaard en ze zulten dus heel gelukkig zijn, schreef Félise. De.e manier van schrijven stemdo hom onaan genaam. Félise was veranderd'; zij schroef wel allerlei nieuwtjes, maar in haar brie ven was iets zelfbewusts en gekunstelds. En om de oude, -eenvoudige betuigingen van hartelijkheid te ontgaan, was ze ver vallen in kwasi-geestigheden en ze onder- teekendc: Uw liefhebbende dochter. Hij had Félise veilo-ren. Ja, hij veelde zich! oud' en eenzaam, niet opgewassen tegen den strijd. Zelfs Martin baad hem in den stook gelaten. Op het terras van Shepheards hotel had hij den dag voor zijn vertrek een dwarskoppig jo-ngmensch' gevonden, mot een versteend gezicht, dio al, wat hij in zijn belang aanraadde, erre van zich wierp. Martin was de speelbal ge/woest van een ijdele vrouw, die met vuur had gespeeld' en die, toen ze begon haar vingers tö branden, hem had laten gaan. Zooveel was duidelijk en hij had liet moerendeeh voor zien. Ilij had gerekend op een lieidcs- verklaring cn ecn^ spoedig afscheid', maar een voorspel van'eenigszins beantwoorde teederlieid, h'ad hij niet voorzien. Tegen zijn gewoonte in gaf Martin hem een ver ward verslag van liet gebeurde. Do ongeluk kige minnaar wilde geen woord hoeren tegen zijn vlekkeleoze aangebedene. Maar zijn liefde voor haar had' zijn leven ver woest. Ofschoon hij dit niet bekende, gax hij het toch aan Fortinbras te verstaan. Hij maakte hem geen verwijt om zyn ^vroe gere raadgeving en voeg ook met om verderen raad. Aan de over Weging om naar Brantöme terug te koeren en Bigour- din's aanbod aan to nemen, schonk lnj geen aandacht. Ilij hlad' zijn «diepen ver brand, hij moest gaan, waarüeon dc wind! en de golven hém dreven en_ z-j dreven Ycr \ve£ vati Perigord. Welke richting uit?; had Fortinbras gewaagd. De hemel zij gedankt, dat ik dat zelf niet weet, had hij geantwoord'. Ilc ga mijn fortuin zoeken, dat staat vast. Ik wil geld hebben en macht, zoadat ik de ver reld een lmip voor den neus kan geven, f Dat is voortaan mijn levensdoel. il (Wordt vervolgd \r* 1 i |$Hi" Kt z' 1 '"A r»v. >1 V

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1932 | | pagina 6