Duizend kilometer door Westfalen.
Fortinbras' Toovermacht.
Radio-Programma's.
Contingenteering,
I
Veranderde omstandigheden De B!ijf-in-eigen-!and-beweging.
Een tocht door Saueriand, Siegerland, Wittgenstein en Teuto-
burgerwaid. Wederzijdsche interviews. Dortmund. De omgeving.
Een museum. Een drievoudig misverstand.
I.
Er heeft zich, door do misère, waarin
de wereld geraakt is, van de menschen
cea mentaliteit meester gemaakt, dio in
normale tijden klein en benepen zou wor
den genoemd.
Wij, Nederlanders, zijn altijd trotsch ge
weest op onzen vrijhandel. De omstandig
heden hebben onze regeering er echter
toe gedwongen van koers te veranderen
en zoo maken we thans een „regenperiodo"
van contingenteerings- en andere bescher
mende maatrego'.en meel
Vele Nederlanders hebben er buitenge
woon veel genoegen in om gedurende lan
goren of kortoren tijd in het buitenland
to vertoeven. Dat verruimt den blik. liet
geeft een bizondere ontspanning, als men
los van de omstandigheden thuis, leeft
tussehen andere menschen. die ecu vreem
de taal spreken en gewoonten hebben,
die van de onze verschillen.
Maar die uitviiegers klinkt nu van al
len kant to-e: Breng uw vacantie door in
eigen land
Di contingentceringsmaatregelen zullen
waarschijnlijk wel noodig zijn en door in
eigen land to blijven, doet men landge-
nooten in de eersto plaats de betel
en pensionhouders! 1 een dienst.
Ondanks alle propaganda voor: BJijf in
eigen land! zijn er toch nog altijd,' die
de voorkeur geven aan oen vacantie over
de grenzen. We hebben, toen wo zelf
een pas noodig hadden, op het Bevolkings
bureau eens geïnformeerd, of daar ook al
de malaise was doorgedrongen. En tot
onze verbazing vernamen we bet was
toen eind Mei dat er dagen wanen,
waarop het aantal aanvragen om een pas
een recordcijfer bereikte I
IWe zullen niemand adviseerenStoor
li niet aan den roep: Blijf in eigen landl
Maar omdat we weten, dat die leuze niet
door ieder ter harte wordt genomen, wil
len we hen, die plannen bctbben de ko
mende maanden naar het buitenland te
gaan, iets meededen over Westfalen, de
Buitscke landstreek, die aan don Achter-
boek en Twente grenst en zich' ten Oos
ten van den Duitschea Rijn ver naar hot
Zuiden uitstrekt.
We zijn daartoe in staat gesteld door
een zesdaagsch bezoek, bij welke gelegen
heid we met een aantal collega's de gas
ten waren, van het "Westfalische Vörkebrs-
verband, den bond van vereenigingen tot
bevordering van bet vreemdelingenverkeer
in "Westfalen.
Be tocht begon te Dortmund, waar het
bureau van het Westfalische Verktehrsver-
band in het stadhuis is gevestigd', en ging
door het mooie Saueriand, Siegerinnd,
Wittgenstein en door het géhteele Tmto-
burgervald van Oost naar West, om bij
Coesfeld, gelegen tussctfen Winterswijk en
Munster, te eindigen. In een uitstekende
reis-autobus hebben we een kleine 1000
K.M. afgelegd. 'Overal op onzen tocht wer
den we zeer voorkomend ontvangen.; de
plaatselijke Maden hadden moestal bet be
zoek van de Hollandsche journalisten aan
gekondigd en meermalen kwam ons oen
Duitsche collega begroeten, niet alleen uit
collegialiteit, maar vermoedelijk ook op
jacht naar copie. En wij maakten dan
meestal .gebruik van de gelegenheid om
onzen collega ook aan het praten te krij
gen; een wederzjjdseh! interview dusl
'Op onze reis hebben we 10-tallen van
menschen van verschillende positie en le
vensopvatting gesproken en steeds weer
merkten we, dat de Buitschers onder een
zekeren druk verkeeren, die trouwons op
dit oogenblik overal in de wereld is waar
te nemen, al zal er gradueel verschil zijn.
Van dc materieele ellende, dio inDuitseh-
land ongetwijfeld in breedou kring gele
den woidt, merkt do toerist heel weinig;
zoo goed als niets, als hij, zooals wij op
onzen W estfalentpcht, alleen maar op hot
platteland en iri'" ld ei no steden vertoeft.
Toen wij in Dortmund waren, werd juist,
ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan
misverstand, dat echter goed afliep.
Op do lange tafel, die op den feestavond
voor do IloJiandsche journalisten was ge
reserveerd, stonden op standaardjes ecmgo
NederJandscbo vlaggen. Na afloop werd
als herinnering een vlaggetje* meegenomen.
Nu wilde hot geval," dat de naam van één
der collega's voel overeenkomst hooft, wat
do klank botreft, mot „Boche", den scheld
naam, waarmee tijdens don ooi leg do Fran-
schon hun Duitschon tegenstander aanduid
den. De naam van dien" Hoüandschen col
lega werd nog al eens geroepen en een
groepje Dmlschc jongelui beging oon drie
voudige vergissing- le. zagen zfij ons voor
Franschon aan, 2e meenden zlij, dat zij
voor „Boehes" gescholden worden en 3e.
horkonden ziij in de Nederlandsche vlag, die
De W es tfal enhallo.
van het Westfalische Veikehrsverband, een
tentoonstelling geopend op hot gebied van
de bevordering van het vreemdelingenver
keer. Het deed wol eigenaardig aan, dat
de voorzitter, dr. Eichlioff, Oberburger-
meister van Dortmund, in zijn openings
rede ook de leuze: „Blijf in eigen land" het
hoeren. -Maar dat was aan het adres der
Duitschers!
Do tentoonstelling was vnr ons niet
zoo interessant als de „bunto Wesifalen-
abond", die op do opening volgde en in de
„Gouden zaal" van de WestfalenliaJIe ge-
gewen werd. 's Middags, op een tocht door
de stad m haar mooie omgeving hadden
we reeds een bezoek gebracht aan de
Westfalenhalie, de grootste overdekte sport
plaats van Duitschtand, waar zfósdaagsch©
wieterwedstojden, boksmatches en ook ten
toonstellingen en jaarbeurzen worden ge-
honden.
Dortmund zalf is een fabrieksstad, maar
na den oorlog is er voor onitspanningster-
rejn voor de bevolking gezorgd. Tien mi
nuten builen de bebouwde kom vindt men
een uitgestrekt park om een oud kasteel,
en een groot aantal sportterreinen, zieo
prachtig en grootsch van aanleg, als men
vermoedelijk bij geen Hollandsche stad zal
vinden.
Dat in een grade industriestad als Dort
mund met zlijh ruim 600.000 inwoners ook
nog voor andere dingen belangstelling is.
bewijst het Kunst- cn Goweibemuseum, een
schepping van dm tegenwoordigen direc
teur prof. Baum, die nagenoeg zonder ovcr-
heidssleun een verzameling voorwerpen
heeft bijeengebracht, wiel' waarde op 50
millicen geschat wordt. Prof. Baum trok
er zelf op uit om dingen van waarde op
te sporen en als hij ze gevonden had, trach
te hij het geld bijéén te krijjjen om hot 1 o
geerde aan to schaffen. Met gepaste trrt ch
voerde hij ons door het museum, en toon
de ons o.a een zieldzame verzameling gou
den munten uit den Romoinschen üjil, bij
een opgraving gevonden en mooi beeld
hou rework.
Zoo we reeds meedeelden wenl de eerste
dag van ons bozoek aan Westfalen be
sloten rnot de bijwoning van oen bonte
Westialenavond, waar op voortreffehjloe wij-
zo voorgedragen, gezongen en gedanst u «rd.
Dit eerste doel van ons verhaal willen we
besluiten met het vermelden van dreigend
Naar het Engelsch van William Locke,
door J. Er d. B. K.
57)
Daar was een klank in. zijn stem, die
"haar hart scheen te verscheuren. Ze drukte
heide handen tegen do oogen.
Als je eens wist, h'oo ik mijzelva
veracht en haat.
Neen, neen, mijn Heveling, zei Mar
tin. Hij beroerde haar schouder warm en
zacht. Een doorschijnende ragfijne mouw
liet dit toe. Ze liet zijn hand even er
op rusten en duwde haar toen weg. Maar
de nerveuze groep van haar vingers ver
ried geen afkeer. Haar geziüit was heel
bleek.
Ik wist, dat je me lief had. liet
deed goed orn dat te gevoelen, zooals ik
je reeds zeide. Ik had Weg willen gaan,
zooals ik voorheen ook wel eens weg bon
gegaan. Ik verontschuldig mijzclvo niet.
Toén kwam die avond in Luxor, [k liet
mij zelve gaan. Ilet was eon kwestie van
de zinnen. Al word ik negentig, ik zal
het nooit vergelen. Denk je misschien,
dat ik rustig heb kunnen slapen, do nach
ten daarna? Dat kon ik ntet.
Uitdagend zag ze hem aan.
Toen zei Martin:
Je moet een beetje om mij geven.
Jk vraag maar om een heel klein beetje.
Neen, dat is niet zoo, zei zij, den
blik zijner oogen ontmoetend. Je vraagt om
alles. Fn als ik alles te geven had, zou
ik het jou geven. Je mo-ogt denkan, dat
ik harteloos met je gespeeld heb, drie
of vier weken lang, Iedere buitenstaan
der, die alleen de feiten hoort, zou mij
beschuldigen. Ik had je misschien weg
moeten zenden, maar ik had er da kracht
niet toe. Daar. Dat is een bekentenis.
Maak. er van wat je wilt.
Al wat ik er van maken kan, zei
Iriumfantelijlk meegevoerd werd,de
Franscho vlag, die, zooals met weet, blauw
wit rood is. De vlag, hot vaandel, is
het symbool van do eer en als die veroverd
is c|p dein vijand, is dia eer gered. Zoo
dachten ook do Dmtsche jongelui, die in
hun nationalistische gevoelens gekrenkt
worden hoewel ten onrechte.
Maar w|ij hebben onzie vlag niet afge
geven: zlij heeft ons op onzen tocht daar
Westfalen vergezeld. En om haar te be
schenneai heeft geen bloed gevloeid!
OMLIGGENDE GEMEENTEN.
VLA ARDIN GEN.
Lezing dr. S. Postliunia.
Is Nederland met het contingenteercn
van den invoer van diverse artikelen op
dan goeden weg?
Over dit andqrwerp heeft gistermiddag
do hoer dr. S. Posthuma, secretaris van
de Ned. Organisatie voor de Intern. Ka
mer van Koophandel een inleiding gehou
den voor de K. v. KL en. F. voor de
Besneden-Maas en het Handelsgebouw te
Vlaardmgen.
De hoer "Posthuma stond eerst stil hij
do huidige crisis en de kenmerken daar
van, welko zich volgens spr. op drieerlei
wijze openbaarden: lo de permanente werk
loosheid, 2e de groote faillissementen en
3o de valuta moeilijkheden.
Bij dit urietal kenmerken werd-nader
stilgestaan en het verschil aangetoond met
vroeger plaats gehad hebbende crises.
Ook is er een kenmerkend verschil tus
sclven de maatschappij van, vóór en na
den oorlog. Voor den oorlog huldigde men
algemeen de vrije prijsvorming der ver
schillende producten, daarna zijn verschil
lende maatregelen door de diverse regeo
ringen in vele landen genomen: tarieven-
verhooging, verhoeging invoerrechten en
cantïngentoering.
De eigenlijke crisis heeft men daardoor
enkele jaren verschoven, maar deze is
daarom thans des te heftiger.
Ook do tactiek der vakvereenigingen en
Martin, met trillende stom, is, dat jij de
vrouw voor mij bent, en dat je dat
weet.
Dat weet ik, zei zij. Ik kan er
niet meer tegen op en ik zie de waar
heid in hét gezicht. Maar aan den an
deren kant ben jij den man voor mij.
Als ooit een vrouw getracht heeft oen
man lief te hebben, dan heb ik getracht
liefde voor jou te gevoelen. Dat is, waar
om ik je liet blijven. Ik heb mijn hart
onderzocht tot op den bodem. Maar daar
op den bodem is een man, die dood is
ze spreidde beide Handen uit en liaar
schouders schokten cn hij slaat altijd
tussehen ons en ik kan niet, ik kan niet.
Er valt niet te kic/.en of te doelen. Ik
moet mij zelve geheel geven of niet; ik
kan niets ten halve doen.
Hij zat doodstil. Zich' als versteend
gevoelend. Ze vatte hem bij den arm.
- Veronderstel, dat ik met je trouwdte.
Volgens de regelen van het spel moet ik
dat doen. Maar het zou voor ons hei
den ellende brengen. Daar zijn twintig
duizend redenen voor. Zie je dat niet?
Ik zie alles, zei Martin. Hij stond
op en met beide armen op de veranda
leunend, zag hij haar aan. Ik zie alles.
Je hebt mij je standpunt heol duidelijk ge
maakt. Maar veronderstel, dat ik eens zei
dat je liet spel niet gespeeld hebt. Ver
onderstel, dat ik eens zei, dat jo het
toch geweien moet hebben, dat geen man,
als hij jo niet Hef had, tenzij hij oen
imbeciel was, je gevolgd zou zijn naar
Egypte, zooals ik gedaan heb. Veronder
stel, dat ik eens zei, dat je mijn loven
verwoest hebt. Veronderstel, dat ik eens
met voorbeelden aanhaald'Je alles, wat tus
sehen ons is voorgevallen, en er op sta,
dat de regels van liet spel gevolgd wor
den, en ik vraag je als een man, die
je lief heeft met alles wat in hem is,
orn met mc te trouwen, wat zou je dan
zeggen?
Ze stond op en haar hoofd fier op
heffend, antwoordde zij:
de weikloozeusteim dragen er toe hij, dat
de maatschappij al meer en m'eor ont
wricht wordt.
Uitvoerig stond spr. stil bij het werk
loosheidsprobleem en hot loonpeil; zoo
dra het laatste omlaag gaat, vermindert
ook do werkloosheid.
De contingenteering bclioqrt tot de meest
drastische maatregelen en do moieilijkhc-
ucn in onze maatschappij worden er niet
mede opgeiuimd, maai' alleen verschoven.
Bovendien leidt ze tot uitbreiding van do
gesteunde industrie, ten nadeclo van an
dere.
Ook de valuta kan door meergenoem-
den maatregel niet in stand warden ge
houden.
Spr. ontkende niet, dat in bepaalde ge
vallen steun noodzakelijk is. Wil mendeze
\erleenen door contingenteering van den
invoer van diverse artikelen, dan zal deze
volgons spr. moeten voldoen aan bepaalde
eischen, welko nader werden besproken.
Spr. noemde de volgende eischen
le. Zorgdragen voor niet te veel aan
steun, voorbeeld confectie industrie.
2o. De steun mag niet eenzijdig werken
voor do binnenlandsche industrie. Daar
door wordt een last gelogd op do rest dei-
bevolking en leidt dus tot zelfbedrog.
3e. Zeer sterke daling van het loon
peil in dedoor contingenteering be
schermde industrie.
De gevolgen van contingenteering op in
ternationaal gebied zijn niet te overzien,
daar tegon-contingcutoering altijd mogelijk
is.
Het kwaad van dezen crisis moet in de
kiem worden aangetast. Drastische maat
regelen tot loonsverlaging zullen genomen
moeten worden. Het rijk, maar niet min
der de gemeenten zullon daarbij hot voor
beeld moeten geven. Het jaar 1929 was
het topjaar van ons loonpeil; in som
mige takken van industrie weidt dit loon
peil nog gehandhaafd, terwijl de levens
standaard sinds met ongeveer 15 a 2D
pC't. is gedaald.
Iedere maatregel tot c on t i n gen tec ri ng
achtte spr. verkeerd; al dergelijke maatre
gelen tasten de fundamenten der maat
schappij aan. Ook het maatschappelijk
leven wordt er door ontwricht en is men
eenmaal op het hellend vlak, dan is terug
keer zeer moeilijk.
Door enkele aanwezigen werden vragen,
gesteld, terwijl anderen hun zienswijze oyer
den huidigen. crisis en zijn oplossing naar
voren brachten.
Door den inleider worden de gemaakte
vragen en opmerkingen beantwoord, waar
na hem door den voorzitter der Kamer
hartelijk dank wend gebracht voor zijn
leerrijke uiteenzetting.
Vcrvo'gens komt de aanslag bij Juotcas
bog in behandeling.
Matuschka verklaart dan, dat hij iu Bor-
lij'n een secte heeft willen stichten, met
het doel aanslagen uit te voeren. In Ber
lijn noemde hij zich Turkulugïa Prokop.
Du voorzitter ondervraagt hom vervol
gens over den aanslag bij Bia Toibagy.
Matuschka veiklaaxt, dat alleen maan
schade kon worden aangericht en geen
mensehenlevens konden veriorein gaan.
Toen liem daarop gevraagd word, hoe
het ongeluk dan wel afgelooperi was, ant
woordde Matuschka, dat hij dat niet wist.
Op krachtigen toon zoide de president
hierop: „Twee en twintig dooden", waar
op Matuschka in snikken uitbarst en zegt,
dat, wanneer iemand gesclu-eeuwd had:
„Hoe staat het met mijn kinderen", hij
zou hébben uitgeschreeuwd: „Ik bon de
schuldige".
Toen de officier hem vervolgons wees
op hot verschil tussehen den stijl van zijn
brieven en het vloeiende Duitsch, dat hij
thans spreekt, zeide Matuschka onder al-
gemcene hilariteit, dat hij Bismarcks brie
ven. had overgeschreven.
Vervolgens werd de vroegere compag
non van Matuschka, Joseph Klein gehoord,
dio vertelt, dat Matuschka een vrouwen
vriend is geweest cn vrij veel plezier
had in vernielingen.
GEMENGD NIEUWS.
Het proies-Matuschka.
Uit do verwarde uitlatingen, van Ma
tuschka, die te Weenen terecht staat, kan
slechts moeilijk iets begrepen worden. Do
(leest zou hem beloofd hebben, dat hij'
een beroemd man zou worden. Wanneer
Matuschka het pafcent zou hebben, zouden
er groote arbeidsmogelijkheden oitslaan
m geheel Oostenrijk, Hongarije enRuitsch-
land. Door deze aanslagen zou 1 et ver
bouwen van spoorbanen noodzakelijk moe
ten worden, waardoor de arbeiders werk
zouden krijgen. Daar tussehen door profe
teert Matuschka, dat hij nog eens minister
zal worden. Op de vraag van den'presi
dent, hoe de Geest hem dan de leeke-
ningon in do hand gegeven heeft, ver
klaart Matuschka, dat hij bij de politie!
op de gelachfce is gekomen, dat hij de
toekeningen alleen gemaakt heeft.
Zaterdag, 18 Juni 1932.
Hilversum, 296 M.
Uitsl. Y.A.R.A.-Uitzeaicling.
10 u. y.m. V.P.R.O
G.457 u. en 7.30.-7.45 u. Gymnastiek
les. 8 u. Gramofoonplateai 10 u. Morgen
wijding. 10.15 u. Voor Arb. in do Continu
bedrijven V.A.R.A.-Mandohne-ensemble on
der lending van J, B. Kok; Joh. Jong, or
gel; Groot Volkstocsnoa! en Gramofoonnla-
ten. 121.45 u. V.A.R.A -septet onder ri
ding van Is. Eyl en Gramofoonplaten. 2
u. P. K. Polderman: Wat dom wo dozen
zomer. 2.15 u. Gramofoanplafcan, 2.45 u.
Sporlpraatjo door dr. B. Luza. 3 u. Gra
mofoonplaten. 0.20 u. dr. D. de Lange:
Darwin. 3.40 u. Volksliederen door „Dö
"Wielewaal" onder leiding van P. Tiggers.
■3,55 u. Uit de Roodo Jeugdbeweging. 4 u.
Vervolg volksliederen. 4.15 u. Actueel al
lerlei door het N.V.V. 4.30 u. Beoefening
(ter huismuziek onder leiding vau P, Tig
gers. 5 u. Kinderuurtje. 6 u. V.A.R A.-sep
tet onder leiding van Is. Eyl. 6 30 u.
Frieseh uurtje met medewerking van dr.
G. Gosses, lezing en Y, C. Schuitmaker
voordracht. 7.15 u. Vervolg sc-pLoLconcert.
7.45 u. Toespraak door A. de Vries. 8 u.
Zaterdagavond-programma met medewer
king van V.A.R.A.-orkest onder leiding van
II. do Groot. Teun de Klepperman. Joh.
Jong, orgel. Leo Fuld, refreinzang, V.A.
R.A.-looneel onder leiding van W. Van
Cappelien. O.a. Ouv. „Dichter und Bauer",
Suppé; cn Intermezzo sinfonico uit „Ca-
valLeria Rustieana", Mascagni. Ou 1. Yaz
Dias, V.A.R.A.-Varia. Voetbalnieuws. 1015
u. V.A.R.A.-orkest, vervolg. 1112 u. Gral-
mofoonplaten.
IR ui zen, 1875 M.
Uitsl. K.R.O.-Uitzending.
89.15 u. Gramofoonplaten. 10 u. Trio
concert. 11.30 u. Godsd. Halfuur. 12.15
1.45 u. Se.xtelcoinoert. 2 u, Gramofoon-
plafcon, 2.30 u. Kinderuur. 4 u. Cramofoon-
plafcen. 5 30 u. Berichten. 5.45 u. Grar
mofoonplatcn. 6.10 u. Causerie. 6.30 u.
Gramofoonplaten. 7.10 u. Lozing. 7.45 u.
Causerie. 8—11 u. Vroolijke avond mot
medewerking van orkest en solisten. 11
12 u. Gramofoonplaten. Ca. 9.30 u. Vaz
Dias.
Als je zoo werkt op mijn eergevoel,
zou ik ja moeten zeggen.
Hij nam haar beide handen en drukte
ze aan zijn lipen.
Dat is wat ik weten wil, maar daar
ik je niets verwijt, zal ik je dit ook nit
vragen, lieveling. Zooals de zaken nn staan,
aanvaard ik je edelmoedigheid. Jij bont
de vrouw, die ik lief heb en die ik altijd
zal liefhebben. Vaarwel en God zegen je.
Hij schudde haar hand en liep over de
veranda met opgeheven hoofd, een flinke,
moedige kerel.
Na eenige cogenblikken van tweestrijd
liep ze hem vlug achterna.
Martin, riep ze.
Hij wendde zich om en wachtte op haar
nadering.
ik voel, dat ik je leelijk behandeld
heb. Ik zal het goed maken. Ik zal met
je trouwen. Daar.
Martin stond stil, terwijl do verieiding
hem bestormde. Zijn oogen dronken haar
groote schoonheid in. Eindelijk vroeg hij
Heb jo me lief?
Dat heb ik je allemaal al uitge
legd.
Ik vraag je, ja of neen. liet go-
luk van twee mensehenlevens hangt er
van af.
Neen, zei zij.
Nu, dan is het uitgemaakt. Als ik
met je trouwde^ liefste, zou ik wlerke-
lijlc een avonturier zrjn en je zoudt alüo
reden hebben om mij to verachten. Het
is nn werkelijk vaarwel.
Ze oogde hem na, tot hij in het hotel
verdween. Toen liep ze langzaam naar
de balustrade, die blakerde in don zonne
schijn, cn steunende op h'aar beide elle
bogen, keek ze door oen nevel van tra
nen naar de gehate schoonheid: van de
wereld.
Hoofdstuk XXII. I
Op het dek van de mailboot, die huis
waarts voer, liep Fortinbras, in gedach
ten verzonken, liccn en weer. Ilij zag
or zeer terneergeslagen uit. Zijn breede
schouders waren voorover gebogen, zijn
gevuld gezicht was vermagerd. Ilij' voelde
zich oud, hij voelde zich onuitsprekelijk
eenzaam. Hij hield zich voel meer apart
dan op de uitreis. Hij sprak alleen met
zijn Ilollandsclio on Russische dischgenoo-
ten. Diepe treurigheid had hem bevan
gen. Na Zijn wijsgeerigo gesprekken met
den wijzen Abu Atohammed, schrok lnj
terug voor alledaagsche praatjes. Hij had
behoefte aau sympathie voor zijn hart,
niet voor zijn geest. Zuinigheidshalve reis
de hij tweede "klasse, om zijn charlatan-
achtig bestaan weer te gaan opvatten. Want
als men tussehen de vijftig en zostig is,
kan men geen nieuw bestaan meer op
vatten, hoe' knap en geleerd men ook is.
Hij moest Marehand de Bonheur blijven
tot zijn dood.
Ihj war benieuwd, of hij Cecile zou
misaon. Zoo iets gebeurt toch. Hoe laag
gezonken ook, ze was toch een mensche-
hjk wezen geweest, dat hem begrootte als
hij van zijn wonderlijken arbeid thuis
kwam. En haai behoeften waren een prik
kel voor hem geweest om de vijf franc
stukken te kunnen opsteken. Zou hij nu
nog de geestkracht, het nimmer faliönd
geduld, het bittere marlclaai-sgevoel heb
ben, om zijn arbeid voort te zetten? In
de dagen van voorheen had do liefde van
een kind, dat was als een alpenbloem,
waaruit honig wordt gemaakt, en dat ver
weg in Frankrijk woonde, zijn beangst
hart verlicht. Maar haar liefde had hij
verloren. Ze had hem gedurende zijn
wekenlang verblijf in Egypte heel plicht
matig geschreven, en h'ad hem alles, wat
in Brantöme voorviel, verteld,, Gok de ver
loving van Lucien Viriot mot dc dochter
van een rijken rnanufacluricr. Ze heeft
een bruidschat als een prinses en hét uiter
lijk van een hobbelpaard en ze zulten
dus heel gelukkig zijn, schreef Félise. De.e
manier van schrijven stemdo hom onaan
genaam. Félise was veranderd'; zij schroef
wel allerlei nieuwtjes, maar in haar brie
ven was iets zelfbewusts en gekunstelds.
En om de oude, -eenvoudige betuigingen
van hartelijkheid te ontgaan, was ze ver
vallen in kwasi-geestigheden en ze onder-
teekendc: Uw liefhebbende dochter. Hij had
Félise veilo-ren. Ja, hij veelde zich! oud'
en eenzaam, niet opgewassen tegen den
strijd. Zelfs Martin baad hem in den stook
gelaten.
Op het terras van Shepheards hotel
had hij den dag voor zijn vertrek een
dwarskoppig jo-ngmensch' gevonden, mot
een versteend gezicht, dio al, wat hij in
zijn belang aanraadde, erre van zich wierp.
Martin was de speelbal ge/woest van een
ijdele vrouw, die met vuur had gespeeld'
en die, toen ze begon haar vingers tö
branden, hem had laten gaan. Zooveel was
duidelijk en hij had liet moerendeeh voor
zien. Ilij had gerekend op een lieidcs-
verklaring cn ecn^ spoedig afscheid', maar
een voorspel van'eenigszins beantwoorde
teederlieid, h'ad hij niet voorzien. Tegen
zijn gewoonte in gaf Martin hem een ver
ward verslag van liet gebeurde. Do ongeluk
kige minnaar wilde geen woord hoeren
tegen zijn vlekkeleoze aangebedene. Maar
zijn liefde voor haar had' zijn leven ver
woest. Ofschoon hij dit niet bekende, gax
hij het toch aan Fortinbras te verstaan.
Hij maakte hem geen verwijt om zyn ^vroe
gere raadgeving en voeg ook met om
verderen raad. Aan de over Weging om
naar Brantöme terug te koeren en Bigour-
din's aanbod aan to nemen, schonk lnj
geen aandacht. Ilij hlad' zijn «diepen ver
brand, hij moest gaan, waarüeon dc wind!
en de golven hém dreven en_ z-j dreven
Ycr \ve£ vati Perigord. Welke richting uit?;
had Fortinbras gewaagd.
De hemel zij gedankt, dat ik dat
zelf niet weet, had hij geantwoord'. Ilc ga
mijn fortuin zoeken, dat staat vast. Ik wil
geld hebben en macht, zoadat ik de ver
reld een lmip voor den neus kan geven, f
Dat is voortaan mijn levensdoel.
il
(Wordt vervolgd
\r*
1
i
|$Hi"
Kt z'
1 '"A r»v.
>1
V