Schiedamsche Courant, EEN DAG DAMESKAPPER. Mijmeringen. De Bruid van het Glomda!. Radio-Programma's. TWEEDE BLAD Zaterdag 10 Juli 1932 No. 20082 liet hoofd boven water. Ilot is voor den optimist oom vruchtbare tijd. iWo zouden bijna' zeggen om tijd, waarin hij zijn zending van „altijd goe den moed" aan allen kant kan vervullet». Ba worold toch ligt braak voor het opti misme. iWio dat haar kan schenken ver dient in ieder laind een standbeeld en in ieder stad of dorp een plein of* straat, die naar hem genoemd wordt. In de dagen van het oude districiskies- stolsel heeft oen sedert overleden politicus ©ons gezegd: het liegt zooals men zegt: 't vriest, 't dooil, omdat de geheel© weers gesteldheid aan den vriczenden of aan den öooiondem kant is, zoo meende hij', dat heel de verkiezingsstrijd door de on waarheid weid boheerscht: liet liegt. Zoo zou men nu kunnen zoggo'n: het klaagt. Wie klaagt nu niet? Ba industrieel klaagt, omdat liet afzetgebied telkens meer woid ingeperkt, Be m«d ens tander klaagt, omdat zijn clientèle op bezuiniging uit is. Do lentenier klaagt over uitblijvende di videnden en daling van zijln bezit. De amb tenaar aver do korting op zijn salaris; de boer -over de lage prijzen, welke hij voor zijn waren maakt op de markt. Men kaïn deze lijst voortzetten in eenigo veel vouden. Wie klaagt nu niet? Het klaagt. Als iedereen lacht kan Jantje alleen niet huilen. Als iedereen klaagt kan Jantje al leen niet huilen. Als iedereen klaagt kan J an [je alleen niet blijmoedig wezen. Maar als die Jantje nu eens een honderd per- oentsaptimist is zou hij dan ook moe- klagen met den grooten hoop? In de eerste maanden van den grooten oorlog, toen de Duilscho legerscharen door België stormden; diep in Frankrijk binnen drongen en later, toen de oorlog in de loopgraven was vastgeloopen, maakte Enge land zich een stemming van moedeloos heid van do menschen moester. Men klaag de het klaagde over do offers, die vrijwillig of gedwongen gebracht moesten worden; over het nuttelooze en hopeloo zo van heel het ©orlogsgedoc. Toon was eer iemand, die een vraag uitgaf als een wachtwoord aan heel het volk, dat kan volhouden en de tanden op elkaar kan zottenAre we dow n hearted zijn we moedeloos? Do vraag was eigenlijk geen vraag. Het was oen signaal, dat geblazen werd, waarnaar" alle gelederen van het Engelsche volk hoorden en deden. Men was niet „downhearted" meer; men was weer van plan om allo krachten in Ie spannen en te volharden tot „the bitter end". En dat heeft hen er boven opge houden; de mannen buiten in hot veld; maar ook die thuis bleven: niet het hoofd laten zakken, maar het hoofd hoven water houden. Een mooi voorbeeld voor allo volken en lijden Ecar mooi voorbeeld ook voor onzen tijd! Wamt ook nu schijnt alles tegen. Alles schijnt over hoop te liggen. Men vraagt onr sterke mannon, die tien chaos zullen opruimen; die giondslagen zullen leggen, waarop een nieuwe on betere sa menleving opgebouwd zal kunnen worden. Telkens weer verwacht men het van con ferenties; van de politici, van de econo men. D,e zullen err moeien de klaagtonen doen verstommen, zoodat er weer ruimte komt voor gejuich. Telkens hoopt men weer. Op den bodem van de monschenziel blijft toch Idle hoop Vastgéworleld. Pandora's doos moge nog zooveel rampen over "die aarde brein gen de hoop blijft. En hij zal de slorke man blijken; met die door verdrag of,door ver- mieliging van verdrag een nieuwe wereld zal willen ophouwen, maar die het wacht woord zal weten uit te geven, dat al die klagende menschen met nieuwe hoop weet te bezielen: de sterke man van heel sterk •optimisme. Op hom is het wachten! Maai" er zullen toch duizenden wezen; honderdduizenden hier en ginds dn. over al, die de blijmoedigheid wèl vast wilden houden; die uit do schipbreuk oen klein slukske misschien hebben gered van liun looms zoo groot opLimismo en die, als de sterke man. zijn goeden moed-wachtf woord uitgeeft, dat tot eigen verwondelring zullen, zien groeien als een wonderboom. En hot zijn deze menschen van hoop tegen hoop, die een taak hebben; oen zen ding hebben te vervullen; do boodschap van goeden moed liobban voor ie berei den als eertijds do herauten do komst van hun vorst. IWij, Neder!mders, hebben in onze taal van die alleszeggende uitdrukkingen. E'etaj' ik in zulke intieme gesprekken louler in- volk, dal eeuwen streed togen hot water; dat het land omringen en doortrekken moest mot zware dijken, we zeggen: liet hoofd hoven water houden. Een kernach tige en veelzeggende uitdrukking: er is onn te leven geen andere kous dan 't hoofd water te houden, Ileelemaal erin alleen 't hoofd er hoven, iWoi'dt dat niet boven gehouden dan komt do ondergaing ten doodo. Ban kan het den schijn hebben, dat alles verloren is toch niet, want 't hoofd is nog boven waler. Er is nog loven. Zoolang er leven is, is er hoop. Zullen we hot dan in onzen moeilijken tijd, nu „liet klaagt", maar „down hearted" opgeven? lloevelen deden liet al of staan op punt om het te doen! Nu bobben do optimisten een mooie kans mooier misschien dan ooit om in hun blijmoedigheid zelf 't hoofd boven waler te houden en anderen to doen houden. Zij wokken misschien don main die 't wachtwoord uitgeeft, waarop de kla gende menschlieid wacht. J. NAGEL. Een ongewoon visum. Oliën en crèmes. Behoefte aan inspiratie. Dé^lkunstzinnige kapper en de huisdokter. De bëteekenis van het kapsei. De drie vrouwelijke builenlanlsche assïs- kijk. tenten der twee vermaalde coiffeurs de* dames, die mij hebben toegestaan gedu rende een dag te neuzen in hun zoet geu rende, kunstzinnig ingedeelde en voornaam gedecoreerde salons, waar slechts de vrouw van do wereld zich verzorgen laat, 'zijn mede in liet complot. Als ik reeds vóór de patroons arriveer beluiden mtss Kitty, Fraülein A'nne en mademoiselle Hélèno me in eön mengelmoes van talon, dat ik er goed aan. doen. zal een witte jas van een der meesters aam te trekken. Ik doe zulks, want hot is rno bekend, dat een man zonder dit ongewoon visum op zijn paspoort van mannelijkheid' door do be zoeksters zoo zorgvuldig ontweken wordt als ik mij voorstel, dat de bewoonsters van een harem een ongewonsehlen indrin ger zullen ontwijken. De moedige man, die het waagt zijn vrouw naar deze voor name kapsalons to begeleiden, kan er ze ker v. n zijn, dat, a's weid uitvoering ge geven aan oen geheim bevel, bij zijn bin nenkomst plots de gordijnen van alle hoven toeschuiven, en dat Inj van de aanwezige dames niets te zien krijgt voordat zij ver zorgd.,. compleet, naar huiten treden. Een witte jas echter zal mij in slaat stollen in alle kap - app urtemen te'n te verloeven zon der meer te veroorzaken dan 'n vriende lijk knikje, een glimlach, een verzoek om spoedig geholpen te worden; de witte jas zal hol mam Lei ijk clement aan me ver loren doen gaan. Dit blijkt ais monsieur Jean en monsieur Albert, mijn tijdelijke patroons, hun in trede hebben gedaan, en als zij in de met allerlei ingewikkelde apparaten voorzione boven de eerste bezoeksters helpen. Da mes met een uitgezakt, piekend kapsel, dat enkele uren geleden voor den echt genoot waarschijnlijk, voor overige manne lijke huisgenoot® zeer zeker, nog met be hulp van een ragfijn haarnetje en andere hulpmiddelen ia een toestand van toon baarheid werd gehouden, ontstellen niet, noch geneeron zij zich het minst wan neer ik, door de patroons aangesproken als monsieur Adolf, en behandeld als oen bui- tenla'ndsch collega op studiereis, kwasie- deskundig naar de resten van de eens, on miskenbaar fraai bewerkte hoofdversieriag Uit het Noor-di van Jaoob B. Buil. 11) Tere ging daarna mot hom terug naar het veer, waar Bent en hij elkaar dan ontmoetten. Feu zondeikngo gewaa-wording bcktoop Bent, een mengsel van angst, verdriet en onbestemde verwachting, teiwijl zo daar hand aan hand met Totro langs het smalle b os cl ip ad noordwaarts ging. Bijl de nieuwe ontginning stonden ze stik Hei werd haar opeens zoo warm om hot hart. Voor op den akker stond een klein nieuw huis, geheel op zich zelf. Uit den schoorsteen steeg rook op. De ruiten glinsterden. Dat is onze hoeve, zei Tore en lachte. Zo keek tot liem op. - Dat zal zo worden, zei ze. 1 Warm en vast drukte hij haar hand. -Wil je het nu? vroeg hij. Toen keek zo hem heldor en diep in de oogen. Ja, ik wil het, antwoordde zij. En beiden schreden verder. En heiden schreden verder. In de deur van het oude huis stonden Jakob Braaien en Kari, zijn vrouw. Toen het tweetal nader kwam, glimach'te Jakob Biaaton. Daar komt de bruid, zei hij. Maar Kari Braaten sloeg de handen in elkaar. j O, almachtig wonder Gods, hoe kan zooicis gebeuren? riep ze. De heide jongelieden kwamen glim lachend de stoep op. Ja, van heden af zul jo ons har te ijk welkom zijn, zei Kari en reikte Borit de hand. Jakob Braaien deed eveneons. Daarna traden zij binnen, waar men. nu yo! verwondering en verbazing alles be-J Een Duitsch© dame, gelogeerd in lie| duurst© hoLel torplaatse, die zich door Fraülein Ainne een uitvoerige gdaatsmas sage laat toedienen, toont met geen enkele reactie nan gehinderd te weiden wanneer ik- aandachtig als een expert- de uitwer king van verschillende oliën en crèmesi op haar glimmend, du gansch niet flattee read gelaat gade sla, of als ik, over haar ge bogen, mediteer over d-e betrekkelijkheid van het begrip schoonheid', nalat zij haar gezicht transpireerehd', roei gloeiend en kleverig uit den bestralingskolker met ultra violet licht getrokken heeft- Zonder eonigfe gèn© zegt zo tot Fraülein Anne, dat lijnen langs haar neus dieper zijn gewor den ön dat deze extra massage behoeven mij wijst ze op een fout in haar masker op een modeioogenloozon toon, dien ik haar vrienden en vriendinnen zon oi tra den jegens haar te bez'goa, Zij beraadslaagt met me tfver de kosten van een ozonisa- lor alsof zo mij jaren kdnt en alsof ik van spiratie moet zien. „De dames weten, dat- do coiffeur, die haar helpt geïnspireerd wil worden.'1 „Het hangt vain de inspiratie af of een kapsel 'n ku'nstwerk wordt. Da cliënt, die ons weet te inspireeron hoeft de beste resultaten, alle vrouwen van do were! 1 we ten dat, en daarom vertellen zo ons voel uit haar leven."- Aan pogingen tot inspireeron van mon sieur Albert en monsieur Joan ontbreekt het in bijna geen enkel appartement. Een bekende actrice zoekt deze inspiratie in vertrouwelijke mededeelingen over een jo- lijligen avoind en in een felle criliek op de veranderde haarkleur oener viiendin. „Dezelfde kleur prees u zoo enthous siast, toen madame laatst hier was", mcrkle monsieur terechtwijzend op... „Ik kon haar toch niet teleurstellen", luidt het antwoord I In het daarnaast gelegen appartement kla tert een hooge vromyenlach op, eindigend in langdurig gegichol. Als ik naast mon sieur daar ga slaan (om zijn werkmotholo te bezichtigen), word' ik boorgeluigo van onkele gloednieuwe, pikante „grappen" zullen wo maar zeggen die de zeer modieuse cliënte haar kapper hiel wil ont houden. Do pointe vain de laatste Witz is mo ontgaan, vertel die nog eens", Hinkt plots oen stem uit weer opn ander appartement, waar mademoiselle Hélène een cliënte ma nicuurt. Het gonzen van een haardroger is het eenige geluid, U.at hierop gehoord wordt— Do vertelster giebelt onderdrukt over *t idee, dat zij haar nieuwsgierige kap gonoole niet ©eins kent en dat zij haar ook niet zien zal, daluk zij de gesloten gordijnen. „Laatst was het nog grappiger", luistert ze na eön pauze. „Toon hoorde ik een dame allerlei flauwe dingen over liaar man vertellen dn ze wist niet, dat zijn eerste vrouw een box verder zat en alles hoor de..." ïn de voorname kapsalons worden heel wat intieme zakdn rondgefluisterJ; een kunstzinnig dameskapper verneemt van het vrouwenleven meer dan een huisdokter eon luxieuse dames-kap sal pa zoui zoo ie spreken keto moer intimiteiten kun nen med'cdcelien dan wolk sprekend ver trek ook. Terwijl de kappers zich verdiepen in hun permanent-waving en glimlachend' naar de S babbelende oUeriten luisteren, wip ik van Vormd' gelaat... ontsierde, zich' om het lachend vrouwen masker, waaraan liet een. ongemeen bekorend relief verleent. Men moet och vrouw eerst zion als zij do zoet geurende voorname salons van deh. vermaarden coiffeur de dames binnen, treedt en dan, als zij op het punt slaat liet te verlaten, den kiatstea blik in den spie gel gecontroleerd hebben om de beleoko- nis vain het kapsel voor de vrouw naar waarde te kunnen schallen en oun te kun nen begrijpen waarom zij zich iedere maand] vele uren en de uitgave van belangrijke' bedragen blijmoedig getroost, terwille vain de korte haardracht die, zoo heette het aanvankelijk, zoo goed' als geen verzorging zou eischen. Den momdainen Ünmeskapper zie ik ala kunstzinnig man in een witte jas, voor de vrouw zonder sekse; zijn vóórnaam moet Fransch klinken, hij moet zijn talen aan merkelijk heter spreken du!n de meesW andere hoofdarbeiders, hij is dol op het verkoopen vain parfums en schoonheidsmid delen omdat, 'naar hij zegt, het werk aan do kapsels slechts de inleiding lat zijn ver diensten is, hij hoort voel, doch omdat hij een groot vrouwen-kenner is en daar zijn interesse naar 't liaar uitgaat, hoort men hem over hetgeen hij hoort, zeld'da spreken. haar finanlieele omstandigheden even goed. op do hoogte bon als van de mijne. Alsde eenc box in de andere om te zien hoe ik haar glimmende en geenszins ideale j de vrouwelijke assistenten, op allerlei an- huid on'der do 'naarstig massecrcnde, later derc wijze de behaagzucht van H.M. de sprak, wat heden gebeurd was, en zich afvroeg welken koer de zaken zouden nemen. Toen het tegen don avond liep, keerde Kari Braaten zich om op haar bank en keek Tore aan. Ga nu naar het huis ginds, Tore, zei ze kalm. Berit zal hoven in de dak kamer slapen. Fr verscheen een ietwat wrang Lachje op het gezicht van haar zoon. Er is ruimte voor velen in hot liüis ginds, zei liij. Zlijn blik gloed langs Berit, die opgestaan was. Kari Braaten schoof haar spinnewiel ter zijde en stond op, Ja, wanneer die tijd daar is, zei ze zacht, maar beslist. Ik moet toc.li' voor jou oen moeder zijn, vervolgde zo met vriendelijke slem. Sloeg haar arm zacht om Borit's schouder, liep naar de zoldertrap en ging met Berit naar boven. Maar Tore, haar zoon, bleef nog een poos met zijn handen op do knie zitten, totdat zijn vader eindchjlfc do jas uittrok en ever den kleerhanger wierp. Toen ging hij ten laatste. t I i 1 I i01a Glomgaarden schuimde van woede, terwijl hij daar stcwrd op liet strand. De schaamte en al de dorpspraatjes brandden hem op de borst. liet li'eelo dorp zou er den gek meo steken. liet zou dagen lang duren, eer hij uit li'et Edvcdal een boot daarheen kon krijgen om over te varen en nu juist stonden do bruidegom on de dominee en h'et heel© dorp bij do kerk te wachtenEr bleef Item slechts één ding te doen over. Langzaam klom hij weer op den ouden grauwe en reed de berghel ling op,. Tegnstaden voorbij, zonder bin nen te gaan en vorder naai» het dorp toe. i f j Toen '01a Glomgaarden geh'ecl alleen over den bergweg naar do kolk aan kwam. rij den, was hot daar zwart'van ai de meu- poeder en mastiek leggende vingers van Fraülein Anno zie verjeugdigen, vang ik in don spiegel een,glimp van haar tevreden, zich zelf stredendcu glimlach over do resultaten van hot schoonhcidsproces. Soortgelijke blikken neem ik in don loop van dön dag in alle spiegels va.n het huis nog ontelbare koeren waar. Soms is hot een blik van inlenshoelo vreugde, soms van eön minder oplaaiend geluk, soms gaat hij gepaard' mot kirrende uitroepjes: O... éénig... je hebt extra jo bost gedaan". Eens aan de superieure, overwogen erkenning: „Muis vows êtes un artiste, monsieur". Do laatste woorden uit den mond van een zeer bekende Europeescho diplomatenvrouw, wier hoofdtooi ik als een wondere bloem uit ©en wirwar va'n slierten, speldjes, dra den ein metalen buisjes zie ontluiken, ter wijl ik monsieur Jean de benoodigde in strumenten aanreik. Gedurende de behandeling spreekt ma dame met haar kapper over allerlei nieuw tjes uit de Europeesche diplomatsen-wa reld'. Later vertelt monsieur Jea'n me, dat schen. Do dominee had meer dan twee uur staan wachten. Do bruigom en de gan- sche, familie stonden in druk, onrustig ge- spiek, op het keikplein, '01a Glomgaarden reed rechtstreeks op hen toe en" slapte af. Ilij keek donker cn zweeg. Karen, de tante, kwam dadelijk op liem af. Wat is cr gebeurd? vroeg z© zachtjes. Waar is Bent gebleven? '01a Glomgaarden hield zich met de teu gels bezig. Ze is ziek geworden, gaf hij ten antwoord. Karen sloeg de handen ia elkaar. In 's hemels naam, riep ze uit. Ze keek haar broer vragend aan. Wat is dat nu voor een zet? Nog steeds keek ze bom aan. Ik weet het niet, antwoordde hij. Zo moest terug. Nu bond hij do teugels vast. 1 j 1 Karen vouwde de handen. Wie beeft ooit zoo iets gezien? riep zo uit. Even stond zo na te denken. Er rees een vermoeden bij liaar op. Ik had bet bijna kunnen, verwachten, fluisterde zij. !01a Glomgaarden antwoordde niet. Bei den stonden .een poos zwijgend daar. Toen kwam de oude Hangsclt langzaam op hen aan stappen. Hij groette. Jelui bent lang weggebleven, zei bij- Dia Glomgaarden sloeg de oogen naar den grand. t Ja, antwoordde hij. 1 Waar blijft Berit toch'? De oude Hangsctt vroeg liet op zaohfea toon. Toen keek 101a Glomgaarden op. Het is doortrapt, dat, zei hij. En liet er onmiddellijk op, YOgen: ze is on gesteld geworden. j i Diep Stilzwijgen. De vfude Hangsott sfeull iOla Glomgaar den aan ie staren', vrouw dienen. x Ik zie masseeren, wenkbrauwen, kinnen en bovenlippen plukken, monden tot Idool roodo smalle stroepen in interossaïit-ldeekei vrouwengezichten worden, grijze haren bij tinten in do natuurlijke kleur, parfums van omstreeks 50 gulden por flacon in zorg vuldig gemaniouuii lo lia'nden overgaan, ik neem telkenmale in de boven de kapla kens uitstekeinde vrouwengezichten den overgang van onverzorgde en lichtelijk af- stooteiido, mannelijke illusies vernietigende ontdaanheid tot ©en zekeren graad van schoonheid waar, ik zie onverschillig koude oogen langzamerhand belang gaan stellen in ©en vast punt in den spiegel, om ten laatste in die oogen te zien blinken de verrassing dn de ingenomenheid, dio al leen in vrouwenoogen kunnen woerkaalsc-a. Monsieur roept mo tegen liet einde van onzen werkdag tot zich om d© resultaten van een permanent-wave-béhaindelmg te aanschouwen. In lange, sierlijke vervloeien de golven vlijt het haar, dat enkel© uren geleden Pat plakkerig ©en regelmatig go. Zondag, 17 Juli. Hilversum, 1875 M. 8.15—12 u. VARA. 12—5 u. AVRO, i 5—6 u. VARA. 6—8 u. VPRO. 8—12 u. AVRO. 8.15 u. Gymnastiekles. 9 u. Postduiven en Voellxallierichten. 9.05 u. Tuinbouwhalf- uurtjo S. S. Lantinga. 9.30 u. Orgelspel Joh. Jong. 10 n. Voordracht door M. Be versluis. 10.20 u. VARA-orkest o.l.v. H. de Groot. M.m.v. Truus Bourss©. 11 u. Toe spraak door G. J. Zwertbroek. 11.20 u. Vervolg concert. 12 u, Reislozing. II. do Vreugd: Parijs en Omstreken. 12.30 u. Mi litaire Kapel ol.v. Kapt C. Li Wt Boer en gramoloonpjaten. 2 u. Boekenhalfuur. 2.30 u. Mandolin©orkest Sempre Avanti ol.v. J, E. Koldijk. 3 u. Uit het KurhaUs, Scheve- rongen: Residentie orkest ol.v. I. Neu- mark. M.m.v. S. Rodriguez (viool) en Max Rodriguez (cello). In de p'auze: Gramofoon- muziek uit de Stuldioi.' 4.305 u. Gi'amo- foonplatcn. 5 u. Arb. Muziekver. „Voor waarts", Baarn ol.v. J. Mooy en Kinder koor o.l.v. N. v. d. Linden 6 u Boek- liespreking. 6.30 u. Kerkdienst uit de Ned. Ilerv. Kerk te Don Helder. Mm.v. F. As- ma (orgel) en Ilerv. Kerkkoor o.l.v. T. de Iloogh. 8 u. Vaz Dias. 8.159.15 u, Utr. Sled. Orkest Ol.v. N. Troop' Mm.v. H. Cals (sopraan) ©n Marcel Wittrisch (te nor). Oa. Ouv. „Mignon", Thomas ein, duet uit „Man on Lescaiut", Puccini. iS.15 u. Kon. 's-llertogonbosoh Mannenkoor o.l.v. P. KaUenbaah. 9,35 u. Vervolg concert. O.ai Ouv. „Tannhaser", Wagner en fragm. uit „Lohengrin", Wagner^ 10.20 u. Dr. J. WalchDe meneer van de leestafel. 10.40 12 u. Ivo vacs Lajos en zijn orkest. Re freinzang: Bah Soli olie. In de pauze: graf motfoonplateai. J 1 I Huizen, 296 M. 8.30 u. KRO. 9.30 u. NCRV. 12,15 u. KRO. 5 u. NCRV. 7.45—11 n. KRO. - - - - 8.30 u. Morgenwijding. 9.30 u'. Gewijd© muziek. 9.50 u. Kerkdienst uit de Ooster- fcerk te Den Haag. Hierna: Gewijde mu- Wat zeg je? komt er eindelijk. Ja, het was doortrapt, die streek, herhaalt '01a Glomgaarden, maar... Hij zwijgt. Het gezicht van den ouden Hangsott betrok. Komt ze misschien niet? vraagt hij. '01a GJomgaardeu kijkt langs hom liecn, de verte in. Neen, hij Tegnstaden moest ze om- keeren, antwoordde hij. Het overviel haar zoo plotseling. Hij had bijna het bewustzijn verloren. llangsett sloeg de oogen neer. llm. Wie heeft ooit zoo iets ge zien, mompelde hij. Dat zijn ergo dingen. Ilij was boos. —Ja, het is weikelijk doortrapt ellendig, zegt Dia Glomgaarden. Bedrukt staat hij ep zijn gekromde vin gers te kijken. Maar wat zal men er aan doen? llangsett geeft geen antwoord, maar keert zich om. en loopt langzaam terug naar do kerkhofhaag, waar de bruigom en de familieleden staan. Daar zien zo hem Gjennund terzijde nemen en een tijdlang met dezen spre ken. 'Zo zien den bruigom vcrblcehen en allen vragen zich' verwonderd af wat er gebeurd kan zijn. Nu gaat Dia Glomgaarden langzaam het kerkhof op en achterom naar den domi- neo, die in de sacristie is. Langzamerhand lekt het uit onder do lui, die op het kerkplein staan, dat Berit ziek is geworden, dat zij niet kon komen, maar hij Tegnstaden terug is moeten gaan en dat er van de bruiloft niets komt Niemand', voor zoover men zich' her inneren kon, bad' ooit iets geboord van een dergelijke verhindering 'hij "een brui loft en het' verwekt© een groot© opschud ding op bet kerkplein. Al de bruiloftsgas ten moesten in hun koetsjes stappen ©n huiswaarts ikeoren. Do bruigom zag er uit als een gcsch'óïen lam" en de oude Hang sott was meer dan woedend. 1 De dominee, die met 101a Glomgaarden in de kerkdeur stond' te praten, reikt© hem de hand en zei: Wij zullen maar h'open, dat de ziekt© spoedig een goeden keer mog© nemen, en dan zullen jij en Berger llangsett wel zoo vriendelijk willen zijp om mij te laten weien wanneer je de inzegening verlangt. Ja, dat zou de oude Glomgaarden wel doen. Hij nam plechtig afscheid van den domi nee en daarna van de bloedverwanten. Daarop roden en gingen allen naar buis. Maar Dwaze Simen, do kcrkokncclit, di© voor het klokluiden had moeten zorgen, zat boven in don kerktoren cm glimlacht© zoo wonderlijk sluw. lïij had familie op Tegnstaden en gedurende den zomer liafl liij wel het een en ander gehoord. Er kwam niet veol van liet luiden voor dien Gjermund, zei Hij, en koek naar een paar jongens, die daar hoven op do zware torenbalken zaten om hem gezel schap te houden en hem af te lossen, in dien liet noodig was. 01a Glomgaarden was blij, dat bij huis waarts kon keeren nog voor iemand ©en vermoeden kreeg van "de ware toedracht dor zaak. Daarginds, aan de overzijde van den bergkam, kon liij het gansche jaar door in 'eenzaamheid zitten en den tijd alles laten uitslijten, indien hij over dat Braatenvolk en zijn dochter geen baas kon worden. Hier zou een hevige strijd gele verd worden. Daarop had' hij Azijn duur- stcn eed gezworen. Nooit in der eeuwig heid' zou Tore Braaten op zijn hoeve zit ten. Nog liever zou bij Kaar verkoopen en zich zelf tot den bedelstaf brengoü, of wel wegtrekken uit hot dorp. (Wordt vervolgd - -ï- r - -SMtitei art» - _^«k. DER mmua&wBsxBssaak V -.«.11- .3„l 1 __i._ <V. 1 1

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1932 | | pagina 5