Schiedamsche Courant,
EEN DAG DAMESKAPPER.
Mijmeringen.
De Bruid van het Glomda!.
Radio-Programma's.
TWEEDE BLAD
Zaterdag 10 Juli 1932
No. 20082
liet hoofd boven water.
Ilot is voor den optimist oom vruchtbare
tijd. iWo zouden bijna' zeggen om tijd,
waarin hij zijn zending van „altijd goe
den moed" aan allen kant kan vervullet».
Ba worold toch ligt braak voor het opti
misme. iWio dat haar kan schenken ver
dient in ieder laind een standbeeld en in
ieder stad of dorp een plein of* straat,
die naar hem genoemd wordt.
In de dagen van het oude districiskies-
stolsel heeft oen sedert overleden politicus
©ons gezegd: het liegt zooals men zegt:
't vriest, 't dooil, omdat de geheel© weers
gesteldheid aan den vriczenden of aan
den öooiondem kant is, zoo meende hij',
dat heel de verkiezingsstrijd door de on
waarheid weid boheerscht: liet liegt.
Zoo zou men nu kunnen zoggo'n: het
klaagt. Wie klaagt nu niet? Ba industrieel
klaagt, omdat liet afzetgebied telkens meer
woid ingeperkt, Be m«d ens tander klaagt,
omdat zijn clientèle op bezuiniging uit
is. Do lentenier klaagt over uitblijvende di
videnden en daling van zijln bezit. De amb
tenaar aver do korting op zijn salaris;
de boer -over de lage prijzen, welke hij
voor zijn waren maakt op de markt. Men
kaïn deze lijst voortzetten in eenigo veel
vouden. Wie klaagt nu niet? Het klaagt.
Als iedereen lacht kan Jantje alleen niet
huilen. Als iedereen klaagt kan Jantje al
leen niet huilen. Als iedereen klaagt kan
J an [je alleen niet blijmoedig wezen. Maar
als die Jantje nu eens een honderd per-
oentsaptimist is zou hij dan ook moe-
klagen met den grooten hoop?
In de eerste maanden van den grooten
oorlog, toen de Duilscho legerscharen door
België stormden; diep in Frankrijk binnen
drongen en later, toen de oorlog in de
loopgraven was vastgeloopen, maakte Enge
land zich een stemming van moedeloos
heid van do menschen moester. Men klaag
de het klaagde over do offers, die
vrijwillig of gedwongen gebracht moesten
worden; over het nuttelooze en hopeloo
zo van heel het ©orlogsgedoc. Toon was
eer iemand, die een vraag uitgaf als een
wachtwoord aan heel het volk, dat kan
volhouden en de tanden op elkaar kan
zottenAre we dow n hearted zijn we
moedeloos? Do vraag was eigenlijk geen
vraag. Het was oen signaal, dat geblazen
werd, waarnaar" alle gelederen van het
Engelsche volk hoorden en deden. Men
was niet „downhearted" meer; men was
weer van plan om allo krachten in Ie
spannen en te volharden tot „the bitter
end". En dat heeft hen er boven opge
houden; de mannen buiten in hot veld;
maar ook die thuis bleven: niet het hoofd
laten zakken, maar het hoofd hoven water
houden. Een mooi voorbeeld voor allo
volken en lijden
Ecar mooi voorbeeld ook voor onzen
tijd! Wamt ook nu schijnt alles tegen.
Alles schijnt over hoop te liggen. Men
vraagt onr sterke mannon, die tien chaos
zullen opruimen; die giondslagen zullen
leggen, waarop een nieuwe on betere sa
menleving opgebouwd zal kunnen worden.
Telkens weer verwacht men het van con
ferenties; van de politici, van de econo
men. D,e zullen err moeien de klaagtonen
doen verstommen, zoodat er weer ruimte
komt voor gejuich.
Telkens hoopt men weer. Op den bodem
van de monschenziel blijft toch Idle hoop
Vastgéworleld. Pandora's doos moge nog
zooveel rampen over "die aarde brein gen
de hoop blijft. En hij zal de slorke man
blijken; met die door verdrag of,door ver-
mieliging van verdrag een nieuwe wereld
zal willen ophouwen, maar die het wacht
woord zal weten uit te geven, dat al die
klagende menschen met nieuwe hoop weet
te bezielen: de sterke man van heel sterk
•optimisme. Op hom is het wachten!
Maai" er zullen toch duizenden wezen;
honderdduizenden hier en ginds dn. over
al, die de blijmoedigheid wèl vast wilden
houden; die uit do schipbreuk oen klein
slukske misschien hebben gered van liun
looms zoo groot opLimismo en die, als
de sterke man. zijn goeden moed-wachtf
woord uitgeeft, dat tot eigen verwondelring
zullen, zien groeien als een wonderboom.
En hot zijn deze menschen van hoop
tegen hoop, die een taak hebben; oen zen
ding hebben te vervullen; do boodschap
van goeden moed liobban voor ie berei
den als eertijds do herauten do komst van
hun vorst.
IWij, Neder!mders, hebben in onze taal
van die alleszeggende uitdrukkingen. E'etaj' ik in zulke intieme gesprekken louler in-
volk, dal eeuwen streed togen hot water;
dat het land omringen en doortrekken
moest mot zware dijken, we zeggen: liet
hoofd hoven water houden. Een kernach
tige en veelzeggende uitdrukking: er is
onn te leven geen andere kous dan 't
hoofd water te houden, Ileelemaal erin
alleen 't hoofd er hoven, iWoi'dt dat niet
boven gehouden dan komt do ondergaing
ten doodo. Ban kan het den schijn hebben,
dat alles verloren is toch niet, want
't hoofd is nog boven waler. Er is nog
loven. Zoolang er leven is, is er hoop.
Zullen we hot dan in onzen moeilijken
tijd, nu „liet klaagt", maar „down
hearted" opgeven? lloevelen deden liet al
of staan op punt om het te doen!
Nu bobben do optimisten een mooie
kans mooier misschien dan ooit
om in hun blijmoedigheid zelf 't hoofd
boven waler te houden en anderen to doen
houden. Zij wokken misschien don main
die 't wachtwoord uitgeeft, waarop de kla
gende menschlieid wacht.
J. NAGEL.
Een ongewoon visum. Oliën en crèmes. Behoefte aan
inspiratie. Dé^lkunstzinnige kapper en de huisdokter.
De bëteekenis van het kapsei.
De drie vrouwelijke builenlanlsche assïs- kijk.
tenten der twee vermaalde coiffeurs de*
dames, die mij hebben toegestaan gedu
rende een dag te neuzen in hun zoet geu
rende, kunstzinnig ingedeelde en voornaam
gedecoreerde salons, waar slechts de vrouw
van do wereld zich verzorgen laat, 'zijn
mede in liet complot. Als ik reeds vóór
de patroons arriveer beluiden mtss Kitty,
Fraülein A'nne en mademoiselle Hélèno
me in eön mengelmoes van talon, dat ik
er goed aan. doen. zal een witte jas van
een der meesters aam te trekken. Ik doe
zulks, want hot is rno bekend, dat een
man zonder dit ongewoon visum op zijn
paspoort van mannelijkheid' door do be
zoeksters zoo zorgvuldig ontweken wordt
als ik mij voorstel, dat de bewoonsters
van een harem een ongewonsehlen indrin
ger zullen ontwijken. De moedige man,
die het waagt zijn vrouw naar deze voor
name kapsalons to begeleiden, kan er ze
ker v. n zijn, dat, a's weid uitvoering ge
geven aan oen geheim bevel, bij zijn bin
nenkomst plots de gordijnen van alle hoven
toeschuiven, en dat Inj van de aanwezige
dames niets te zien krijgt voordat zij ver
zorgd.,. compleet, naar huiten treden. Een
witte jas echter zal mij in slaat stollen in
alle kap - app urtemen te'n te verloeven zon
der meer te veroorzaken dan 'n vriende
lijk knikje, een glimlach, een verzoek om
spoedig geholpen te worden; de witte jas
zal hol mam Lei ijk clement aan me ver
loren doen gaan.
Dit blijkt ais monsieur Jean en monsieur
Albert, mijn tijdelijke patroons, hun in
trede hebben gedaan, en als zij in de met
allerlei ingewikkelde apparaten voorzione
boven de eerste bezoeksters helpen. Da
mes met een uitgezakt, piekend kapsel,
dat enkele uren geleden voor den echt
genoot waarschijnlijk, voor overige manne
lijke huisgenoot® zeer zeker, nog met be
hulp van een ragfijn haarnetje en andere
hulpmiddelen ia een toestand van toon
baarheid werd gehouden, ontstellen niet,
noch geneeron zij zich het minst wan
neer ik, door de patroons aangesproken als
monsieur Adolf, en behandeld als oen bui-
tenla'ndsch collega op studiereis, kwasie-
deskundig naar de resten van de eens, on
miskenbaar fraai bewerkte hoofdversieriag
Uit het Noor-di van Jaoob B. Buil.
11)
Tere ging daarna mot hom terug naar
het veer, waar Bent en hij elkaar dan
ontmoetten.
Feu zondeikngo gewaa-wording bcktoop
Bent, een mengsel van angst, verdriet en
onbestemde verwachting, teiwijl zo daar
hand aan hand met Totro langs het smalle
b os cl ip ad noordwaarts ging. Bijl de nieuwe
ontginning stonden ze stik Hei werd haar
opeens zoo warm om hot hart. Voor op
den akker stond een klein nieuw huis,
geheel op zich zelf. Uit den schoorsteen
steeg rook op. De ruiten glinsterden.
Dat is onze hoeve, zei Tore en
lachte.
Zo keek tot liem op.
- Dat zal zo worden, zei ze. 1
Warm en vast drukte hij haar hand.
-Wil je het nu? vroeg hij.
Toen keek zo hem heldor en diep in
de oogen.
Ja, ik wil het, antwoordde zij.
En beiden schreden verder.
En heiden schreden verder.
In de deur van het oude huis stonden
Jakob Braaien en Kari, zijn vrouw.
Toen het tweetal nader kwam, glimach'te
Jakob Biaaton.
Daar komt de bruid, zei hij.
Maar Kari Braaten sloeg de handen in
elkaar. j
O, almachtig wonder Gods, hoe kan
zooicis gebeuren? riep ze.
De heide jongelieden kwamen glim
lachend de stoep op.
Ja, van heden af zul jo ons har
te ijk welkom zijn, zei Kari en reikte Borit
de hand.
Jakob Braaien deed eveneons.
Daarna traden zij binnen, waar men. nu
yo! verwondering en verbazing alles be-J
Een Duitsch© dame, gelogeerd in lie|
duurst© hoLel torplaatse, die zich door
Fraülein Ainne een uitvoerige gdaatsmas
sage laat toedienen, toont met geen enkele
reactie nan gehinderd te weiden wanneer
ik- aandachtig als een expert- de uitwer
king van verschillende oliën en crèmesi
op haar glimmend, du gansch niet flattee
read gelaat gade sla, of als ik, over haar ge
bogen, mediteer over d-e betrekkelijkheid
van het begrip schoonheid', nalat zij haar
gezicht transpireerehd', roei gloeiend en
kleverig uit den bestralingskolker met ultra
violet licht getrokken heeft- Zonder eonigfe
gèn© zegt zo tot Fraülein Anne, dat
lijnen langs haar neus dieper zijn gewor
den ön dat deze extra massage behoeven
mij wijst ze op een fout in haar masker
op een modeioogenloozon toon, dien ik
haar vrienden en vriendinnen zon oi tra
den jegens haar te bez'goa, Zij beraadslaagt
met me tfver de kosten van een ozonisa-
lor alsof zo mij jaren kdnt en alsof ik van
spiratie moet zien. „De dames weten, dat-
do coiffeur, die haar helpt geïnspireerd
wil worden.'1
„Het hangt vain de inspiratie af of een
kapsel 'n ku'nstwerk wordt. Da cliënt, die
ons weet te inspireeron hoeft de beste
resultaten, alle vrouwen van do were! 1 we
ten dat, en daarom vertellen zo ons voel
uit haar leven."-
Aan pogingen tot inspireeron van mon
sieur Albert en monsieur Joan ontbreekt
het in bijna geen enkel appartement. Een
bekende actrice zoekt deze inspiratie in
vertrouwelijke mededeelingen over een jo-
lijligen avoind en in een felle criliek op
de veranderde haarkleur oener viiendin.
„Dezelfde kleur prees u zoo enthous
siast, toen madame laatst hier was", mcrkle
monsieur terechtwijzend op...
„Ik kon haar toch niet teleurstellen",
luidt het antwoord I
In het daarnaast gelegen appartement kla
tert een hooge vromyenlach op, eindigend
in langdurig gegichol. Als ik naast mon
sieur daar ga slaan (om zijn werkmotholo
te bezichtigen), word' ik boorgeluigo van
onkele gloednieuwe, pikante „grappen"
zullen wo maar zeggen die de zeer
modieuse cliënte haar kapper hiel wil ont
houden.
Do pointe vain de laatste Witz is mo
ontgaan, vertel die nog eens", Hinkt plots
oen stem uit weer opn ander appartement,
waar mademoiselle Hélène een cliënte ma
nicuurt.
Het gonzen van een haardroger is het
eenige geluid, U.at hierop gehoord wordt—
Do vertelster giebelt onderdrukt over *t
idee, dat zij haar nieuwsgierige kap gonoole
niet ©eins kent en dat zij haar ook niet
zien zal, daluk zij de gesloten gordijnen.
„Laatst was het nog grappiger", luistert
ze na eön pauze. „Toon hoorde ik een
dame allerlei flauwe dingen over liaar man
vertellen dn ze wist niet, dat zijn eerste
vrouw een box verder zat en alles hoor
de..."
ïn de voorname kapsalons worden heel
wat intieme zakdn rondgefluisterJ; een
kunstzinnig dameskapper verneemt van het
vrouwenleven meer dan een huisdokter
eon luxieuse dames-kap sal pa zoui zoo
ie spreken keto moer intimiteiten kun
nen med'cdcelien dan wolk sprekend ver
trek ook.
Terwijl de kappers zich verdiepen in hun
permanent-waving en glimlachend' naar de
S babbelende oUeriten luisteren, wip ik van
Vormd' gelaat... ontsierde, zich' om het
lachend vrouwen masker, waaraan liet een.
ongemeen bekorend relief verleent.
Men moet och vrouw eerst zion als zij do
zoet geurende voorname salons van deh.
vermaarden coiffeur de dames binnen,
treedt en dan, als zij op het punt slaat liet
te verlaten, den kiatstea blik in den spie
gel gecontroleerd hebben om de beleoko-
nis vain het kapsel voor de vrouw naar
waarde te kunnen schallen en oun te kun
nen begrijpen waarom zij zich iedere maand]
vele uren en de uitgave van belangrijke'
bedragen blijmoedig getroost, terwille vain
de korte haardracht die, zoo heette het
aanvankelijk, zoo goed' als geen verzorging
zou eischen.
Den momdainen Ünmeskapper zie ik ala
kunstzinnig man in een witte jas, voor de
vrouw zonder sekse; zijn vóórnaam moet
Fransch klinken, hij moet zijn talen aan
merkelijk heter spreken du!n de meesW
andere hoofdarbeiders, hij is dol op het
verkoopen vain parfums en schoonheidsmid
delen omdat, 'naar hij zegt, het werk aan do
kapsels slechts de inleiding lat zijn ver
diensten is, hij hoort voel, doch omdat hij
een groot vrouwen-kenner is en daar zijn
interesse naar 't liaar uitgaat, hoort men
hem over hetgeen hij hoort, zeld'da spreken.
haar finanlieele omstandigheden even goed.
op do hoogte bon als van de mijne. Alsde eenc box in de andere om te zien hoe
ik haar glimmende en geenszins ideale j de vrouwelijke assistenten, op allerlei an-
huid on'der do 'naarstig massecrcnde, later derc wijze de behaagzucht van H.M. de
sprak, wat heden gebeurd was, en zich
afvroeg welken koer de zaken zouden
nemen.
Toen het tegen don avond liep, keerde
Kari Braaten zich om op haar bank en
keek Tore aan.
Ga nu naar het huis ginds, Tore,
zei ze kalm. Berit zal hoven in de dak
kamer slapen.
Fr verscheen een ietwat wrang Lachje
op het gezicht van haar zoon.
Er is ruimte voor velen in hot
liüis ginds, zei liij. Zlijn blik gloed langs
Berit, die opgestaan was.
Kari Braaten schoof haar spinnewiel ter
zijde en stond op,
Ja, wanneer die tijd daar is, zei ze
zacht, maar beslist.
Ik moet toc.li' voor jou oen moeder
zijn, vervolgde zo met vriendelijke slem.
Sloeg haar arm zacht om Borit's schouder,
liep naar de zoldertrap en ging met Berit
naar boven.
Maar Tore, haar zoon, bleef nog een
poos met zijn handen op do knie zitten,
totdat zijn vader eindchjlfc do jas uittrok
en ever den kleerhanger wierp.
Toen ging hij ten laatste. t I
i 1 I
i01a Glomgaarden schuimde van woede,
terwijl hij daar stcwrd op liet strand. De
schaamte en al de dorpspraatjes brandden
hem op de borst. liet li'eelo dorp zou er
den gek meo steken. liet zou dagen lang
duren, eer hij uit li'et Edvcdal een boot
daarheen kon krijgen om over te varen
en nu juist stonden do bruidegom on de
dominee en h'et heel© dorp bij do kerk
te wachtenEr bleef Item slechts één ding
te doen over. Langzaam klom hij weer
op den ouden grauwe en reed de berghel
ling op,. Tegnstaden voorbij, zonder bin
nen te gaan en vorder naai» het dorp
toe. i f j
Toen '01a Glomgaarden geh'ecl alleen over
den bergweg naar do kolk aan kwam. rij
den, was hot daar zwart'van ai de meu-
poeder en mastiek leggende vingers van
Fraülein Anno zie verjeugdigen, vang ik in
don spiegel een,glimp van haar tevreden,
zich zelf stredendcu glimlach over do
resultaten van hot schoonhcidsproces.
Soortgelijke blikken neem ik in don loop
van dön dag in alle spiegels va.n het huis
nog ontelbare koeren waar. Soms is hot
een blik van inlenshoelo vreugde, soms
van eön minder oplaaiend geluk, soms gaat
hij gepaard' mot kirrende uitroepjes: O...
éénig... je hebt extra jo bost gedaan". Eens
aan de superieure, overwogen erkenning:
„Muis vows êtes un artiste, monsieur". Do
laatste woorden uit den mond van een zeer
bekende Europeescho diplomatenvrouw,
wier hoofdtooi ik als een wondere bloem
uit ©en wirwar va'n slierten, speldjes, dra
den ein metalen buisjes zie ontluiken, ter
wijl ik monsieur Jean de benoodigde in
strumenten aanreik.
Gedurende de behandeling spreekt ma
dame met haar kapper over allerlei nieuw
tjes uit de Europeesche diplomatsen-wa
reld'. Later vertelt monsieur Jea'n me, dat
schen. Do dominee had meer dan twee uur
staan wachten. Do bruigom en de gan-
sche, familie stonden in druk, onrustig ge-
spiek, op het keikplein,
'01a Glomgaarden reed rechtstreeks op
hen toe en" slapte af. Ilij keek donker
cn zweeg.
Karen, de tante, kwam dadelijk op liem
af.
Wat is cr gebeurd? vroeg z© zachtjes.
Waar is Bent gebleven?
'01a Glomgaarden hield zich met de teu
gels bezig.
Ze is ziek geworden, gaf hij ten
antwoord.
Karen sloeg de handen ia elkaar.
In 's hemels naam, riep ze uit. Ze
keek haar broer vragend aan.
Wat is dat nu voor een zet? Nog
steeds keek ze bom aan.
Ik weet het niet, antwoordde hij. Zo
moest terug.
Nu bond hij do teugels vast. 1 j 1
Karen vouwde de handen.
Wie beeft ooit zoo iets gezien? riep
zo uit. Even stond zo na te denken. Er
rees een vermoeden bij liaar op.
Ik had bet bijna kunnen, verwachten,
fluisterde zij.
!01a Glomgaarden antwoordde niet. Bei
den stonden .een poos zwijgend daar. Toen
kwam de oude Hangsclt langzaam op hen
aan stappen. Hij groette.
Jelui bent lang weggebleven, zei bij-
Dia Glomgaarden sloeg de oogen naar
den grand. t
Ja, antwoordde hij. 1
Waar blijft Berit toch'? De oude
Hangsctt vroeg liet op zaohfea toon.
Toen keek 101a Glomgaarden op.
Het is doortrapt, dat, zei hij. En
liet er onmiddellijk op, YOgen: ze is on
gesteld geworden. j i
Diep Stilzwijgen.
De vfude Hangsott sfeull iOla Glomgaar
den aan ie staren',
vrouw dienen. x
Ik zie masseeren, wenkbrauwen, kinnen
en bovenlippen plukken, monden tot Idool
roodo smalle stroepen in interossaïit-ldeekei
vrouwengezichten worden, grijze haren bij
tinten in do natuurlijke kleur, parfums van
omstreeks 50 gulden por flacon in zorg
vuldig gemaniouuii lo lia'nden overgaan, ik
neem telkenmale in de boven de kapla
kens uitstekeinde vrouwengezichten den
overgang van onverzorgde en lichtelijk af-
stooteiido, mannelijke illusies vernietigende
ontdaanheid tot ©en zekeren graad van
schoonheid waar, ik zie onverschillig koude
oogen langzamerhand belang gaan stellen
in ©en vast punt in den spiegel, om ten
laatste in die oogen te zien blinken de
verrassing dn de ingenomenheid, dio al
leen in vrouwenoogen kunnen woerkaalsc-a.
Monsieur roept mo tegen liet einde van
onzen werkdag tot zich om d© resultaten
van een permanent-wave-béhaindelmg te
aanschouwen. In lange, sierlijke vervloeien
de golven vlijt het haar, dat enkel© uren
geleden Pat plakkerig ©en regelmatig go.
Zondag, 17 Juli.
Hilversum, 1875 M.
8.15—12 u. VARA.
12—5 u. AVRO, i
5—6 u. VARA.
6—8 u. VPRO.
8—12 u. AVRO.
8.15 u. Gymnastiekles. 9 u. Postduiven
en Voellxallierichten. 9.05 u. Tuinbouwhalf-
uurtjo S. S. Lantinga. 9.30 u. Orgelspel
Joh. Jong. 10 n. Voordracht door M. Be
versluis. 10.20 u. VARA-orkest o.l.v. H. de
Groot. M.m.v. Truus Bourss©. 11 u. Toe
spraak door G. J. Zwertbroek. 11.20 u.
Vervolg concert. 12 u, Reislozing. II. do
Vreugd: Parijs en Omstreken. 12.30 u. Mi
litaire Kapel ol.v. Kapt C. Li Wt Boer en
gramoloonpjaten. 2 u. Boekenhalfuur. 2.30
u. Mandolin©orkest Sempre Avanti ol.v. J,
E. Koldijk. 3 u. Uit het KurhaUs, Scheve-
rongen: Residentie orkest ol.v. I. Neu-
mark. M.m.v. S. Rodriguez (viool) en Max
Rodriguez (cello). In de p'auze: Gramofoon-
muziek uit de Stuldioi.' 4.305 u. Gi'amo-
foonplatcn. 5 u. Arb. Muziekver. „Voor
waarts", Baarn ol.v. J. Mooy en Kinder
koor o.l.v. N. v. d. Linden 6 u Boek-
liespreking. 6.30 u. Kerkdienst uit de Ned.
Ilerv. Kerk te Don Helder. Mm.v. F. As-
ma (orgel) en Ilerv. Kerkkoor o.l.v. T.
de Iloogh. 8 u. Vaz Dias. 8.159.15 u,
Utr. Sled. Orkest Ol.v. N. Troop' Mm.v.
H. Cals (sopraan) ©n Marcel Wittrisch (te
nor). Oa. Ouv. „Mignon", Thomas ein,
duet uit „Man on Lescaiut", Puccini. iS.15 u.
Kon. 's-llertogonbosoh Mannenkoor o.l.v.
P. KaUenbaah. 9,35 u. Vervolg concert. O.ai
Ouv. „Tannhaser", Wagner en fragm. uit
„Lohengrin", Wagner^ 10.20 u. Dr. J.
WalchDe meneer van de leestafel. 10.40
12 u. Ivo vacs Lajos en zijn orkest. Re
freinzang: Bah Soli olie. In de pauze: graf
motfoonplateai. J 1 I
Huizen, 296 M.
8.30 u. KRO.
9.30 u. NCRV.
12,15 u. KRO.
5 u. NCRV.
7.45—11 n. KRO. - - - -
8.30 u. Morgenwijding. 9.30 u'. Gewijd©
muziek. 9.50 u. Kerkdienst uit de Ooster-
fcerk te Den Haag. Hierna: Gewijde mu-
Wat zeg je? komt er eindelijk.
Ja, het was doortrapt, die streek,
herhaalt '01a Glomgaarden, maar...
Hij zwijgt.
Het gezicht van den ouden Hangsott
betrok.
Komt ze misschien niet? vraagt hij.
'01a GJomgaardeu kijkt langs hom liecn,
de verte in.
Neen, hij Tegnstaden moest ze om-
keeren, antwoordde hij. Het overviel haar
zoo plotseling. Hij had bijna het bewustzijn
verloren.
llangsett sloeg de oogen neer.
llm. Wie heeft ooit zoo iets ge
zien, mompelde hij. Dat zijn ergo dingen.
Ilij was boos.
—Ja, het is weikelijk doortrapt ellendig,
zegt Dia Glomgaarden.
Bedrukt staat hij ep zijn gekromde vin
gers te kijken.
Maar wat zal men er aan doen?
llangsett geeft geen antwoord, maar keert
zich om. en loopt langzaam terug naar
do kerkhofhaag, waar de bruigom en de
familieleden staan.
Daar zien zo hem Gjennund terzijde
nemen en een tijdlang met dezen spre
ken. 'Zo zien den bruigom vcrblcehen en
allen vragen zich' verwonderd af wat er
gebeurd kan zijn.
Nu gaat Dia Glomgaarden langzaam het
kerkhof op en achterom naar den domi-
neo, die in de sacristie is.
Langzamerhand lekt het uit onder do
lui, die op het kerkplein staan, dat Berit
ziek is geworden, dat zij niet kon komen,
maar hij Tegnstaden terug is moeten gaan
en dat er van de bruiloft niets komt
Niemand', voor zoover men zich' her
inneren kon, bad' ooit iets geboord van
een dergelijke verhindering 'hij "een brui
loft en het' verwekt© een groot© opschud
ding op bet kerkplein. Al de bruiloftsgas
ten moesten in hun koetsjes stappen ©n
huiswaarts ikeoren. Do bruigom zag er uit
als een gcsch'óïen lam" en de oude Hang
sott was meer dan woedend. 1
De dominee, die met 101a Glomgaarden
in de kerkdeur stond' te praten, reikt©
hem de hand en zei:
Wij zullen maar h'open, dat de ziekt©
spoedig een goeden keer mog© nemen, en
dan zullen jij en Berger llangsett wel
zoo vriendelijk willen zijp om mij te laten
weien wanneer je de inzegening verlangt.
Ja, dat zou de oude Glomgaarden wel
doen.
Hij nam plechtig afscheid van den domi
nee en daarna van de bloedverwanten.
Daarop roden en gingen allen naar buis.
Maar Dwaze Simen, do kcrkokncclit, di©
voor het klokluiden had moeten zorgen,
zat boven in don kerktoren cm glimlacht©
zoo wonderlijk sluw. lïij had familie op
Tegnstaden en gedurende den zomer liafl
liij wel het een en ander gehoord.
Er kwam niet veol van liet luiden
voor dien Gjermund, zei Hij, en koek naar
een paar jongens, die daar hoven op do
zware torenbalken zaten om hem gezel
schap te houden en hem af te lossen, in
dien liet noodig was.
01a Glomgaarden was blij, dat bij huis
waarts kon keeren nog voor iemand ©en
vermoeden kreeg van "de ware toedracht
dor zaak. Daarginds, aan de overzijde van
den bergkam, kon liij het gansche jaar
door in 'eenzaamheid zitten en den tijd
alles laten uitslijten, indien hij over dat
Braatenvolk en zijn dochter geen baas kon
worden. Hier zou een hevige strijd gele
verd worden. Daarop had' hij Azijn duur-
stcn eed gezworen. Nooit in der eeuwig
heid' zou Tore Braaten op zijn hoeve zit
ten. Nog liever zou bij Kaar verkoopen
en zich zelf tot den bedelstaf brengoü,
of wel wegtrekken uit hot dorp.
(Wordt vervolgd
- -ï- r - -SMtitei art» - _^«k.
DER
mmua&wBsxBssaak
V
-.«.11- .3„l 1 __i._ <V.
1
1