3 SCHIEDAMSCHE COURANT DE DENNENHEUVEL VAN DE No. 29 BIJVOEGSEL VAN DE SCHIEDAMSCHE COURANT VAN 23 JULI 1932 C. E. dopr D.E LILLE llOGERAVAARP. I S) „Hooi zullen wo 't poles jo noiemcn?" vroeg moedor. Allen noomdcn nu poesennamen op. „Zwartje". i „Langstaart", „Micsje". „Miekie", klonk liet dooreen. Maar moeder had een veel inicxoiierea naam. Zi| nocnulo het poesje Motortje en Mjoorlje zJou 't kleine ding blijven hceten, ock toon 'teen gropto, dikke poes geworden was. Spoedig luisterde pees dus naar den. na,aim van Moortje en hoewel allen er even dol pp waren, was en bleef het toch Beppie's ploos je, daar zij! het eerlijk van Marie Bolthuis gekregen had. Zij I was hot ook, dje Moortje eten geven mocht en dit nooit vergelen zou. jj Eigenlijk bleek het geheugen va,n do jongste dochter des huizes beter to pijh dan iemand ver moed ha,d, want to-t aller vreugde scheen zCj ïnpie- dertfl woorden goed te onthouden en geen lust t meer te hebben weg te locpen. „Beppie wordt groot", zei m.oixler. als zij1 zag[ hoe haar jongste Moortje^ melk be'hocdzaafnn op de krant zette en daarbij geen druppeltje morste. 5 Beppie wilde niets liever dan groot „wof.den en i als moeder hel zei, was hel natüurlijlk zooi. Boib i kon haar wel eens plagen of vciar den nnl hou den, maar b'iy moeder hoefde rij datvcioie niet ba,ng te aSjn. '„Bei familie wordt steeds ui'gebreid", zti Miek op een dag, teen ze met een schattig, wit foixje kwam aandragen, dat ock nog hee,;; jong was en zQ uit haai eigen spaarpot van. Jaajpl den greoniehoer gekocht had. Zij had hel ztelf magen kiaacax uit het viertal en natuurlijk liet hondje ge nomen, dat zij! het liefste vond. „Ruimte genoeg", z'ci moeder. Maarzullen Moertje, en do nieuwe huisgenoot x'ieh goed ver dragen 1 „NallÉrhJi moeder, waarom niet?" riep Miek uit. - „Wel, omdat katten en honden vcioral foxen nu eenmaal groet® Vijanden vau elkaar zijn". „Maar als we 'tliun toch loerenbegon Bob overtuigd. „Ze ztijli allebei jong. Misschien zal 'twel gaan", zei moeder, dia 't evenals de jeugd een aardige leenstelling vond: dat ziwaile poesje en da' witte liomljo, helweJk op veters!el van Miek eo met algemeen® stemmen Daisy genoemd werd. „Mcorljo en Daisy klinkt leuk" vend Lork. „Je zou za ook gewcion Zwartje en Witje kunnen noemen, zei Bob, maar daarvan wilden, de na deren niets welen. Poes heette immers al Maoirlju en zou moeilijk .n een anderen naam weef wennen. Vol belangstelling woonde de geheelo familie mot vader aan het hotoid do kennismaking der beide dieren b'ij. Moortje lag juist in haar mandje en Mek ziotto Daisy bij baar neer, vlak voor de mand. Met gr,appigen ernst namen zij elkaar o'pl, maar van boosheid was bi] geen van beiden c|0|k maar een spoor te btekenncn. „Ze zJijn nog te jong", zei nu otoik vader, (.,om vSjftndig tegenover elkaar te slaan. Mua.tja licefl in baar korte pcescnboslaam neg niet met het hondenras kennis gemaakt. Anders zou ze stellig wel oen boegen rug opzietlen ,of een poot uitslaan. En Diaisy is nog een voel te nieuwsgierig, jong hondje om een vij'andigo ixoiuding aan te nomen. Ivijlk, Daisy begint al dichterbij! te komen", Allen verdrongen z'ich nu ,0.11 de pciesenmand om beter fe kunnen ziicn. Mjcwtjo kwapi ook wat naderbij engaf Daisy een kopje. Heit hondje, dat aan den gezielligen omgang met moeder en het z'usje en broertje gewend was, vond het gewoon en likte Moor eens. „Wat 'n schatten", fluisterde kliek. 't Diuurde niet lang, of het tweetal begon te spelen.' Even keken de" kinderen bod onkel ijk, toen Daisy in Mooirtje's staart scheen te bijien" maar... het was natuurijs een spelletje en Duisy beet niet door. Tevergeefs trachtle Motortje nu Daisy's klei ne staartje Ie grijpen, a1 meest zi'ji weldra die po ging opgeven Miek haalde toen een schotellje. melk, waarin £|ij wat wittebrood geweekt had en zette het voer Djaisy neer. Maar wat gebeurde. Meortje, die zich misschien verbeelde, dat dit schoteJIjo lekkerder elen bevatte dan hel linre, stak er lmar snuitje in en liet zich den inhoud best smaken. „Dat is brutaal'!, vond Bob. dei in zijn lia,rt todi altijd nog nicer vcpr een hand dat een poes voelde. „jlkedcmaal niet perlaal", verdedigde Beppie haar lieveling en ze kerk ha,ar oudste broertje zotö uitdagend am, dat „da grciö'en" in den lach scholen. Maar wat deed Dhisy in dien lijiJ'? Die ging naar MoLrlje's schotel enliet zich den in houd daarvan heat smaken. 1 „Wat ten slimmerd", juichte Bob. 4IJijl denkt ze ker: loer 0111 leer". (Nadruk verboden]. KINDER-BLA BET I t\? - - (Wnrtl! v *rr-1 Hl, 'IjlMi

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1932 | | pagina 10