i
WAT DE BLOEMEN VERTELLEN
stehrwan. en
Veil uwe.
noemt aan doopj ..otp) do
1.
.x.
xxxxxxx
-X*
•X'
io rij eten klinker.
2o een lichaamsdeel van een dier.
3o een groene jptlant.
'4o "t gevraagde woprd1.
5o aan raotlvogel.
80 schiijlfgereadsehalp.
7o aen medeklinker.
VOOR KLEINEREN
'Als men van een' viprvoietigfitar den
«taart verandert, wordt liet een kleur.
Verandert men tevens zijta) kopt dan
•wordt het een vjsck. Ifae dan dat?
Mij! eerste is' een getal, mijn tweede
derde vormen samen hoogten
ïnljh geheel noemt een doop) in
(p-rov. Utrecht.
'k Heb twee oenen,
Kan niet hooren.
Tc 1 doe ik getrouw mijn pjlicht'i 1
Op' 't fornuisje
In elk huisjes
Zoekt men mij vergeefs mieit licht'
en
en
de
Welke twee
doicmen?
roaettsicioirben befofoeh geen
(Nadruk verboden).
J 1 tl
dopx
C. E. DE LILLE IfOGERWAAR'D.
De bloemen in ons vaasje
'Doen soms een heel verhaal:
Van weiden, bos&chen, mlden, -
f\Vij luist'ren allemaal
Naar 't geen ziij ons verbellen
Van Feeën en van E|lfjest
IMaar -T allerialleakneest
Houd ik Van de verhalen
Dar Hoemenkomingi -
En als jk dan Li bed lig!
Des avonds lieib' 'k xco.'n zin
Naar Feeënland te reizien
Daar zit zij 0$ haar troon
Een troon Van madeliefjes
Zij vra'agt Op' 'ziachfan toloin:
Och, men s cbankleuter, koim! jo
Eens even naar me toe.
En ban ja van dje reis dan
Niet moe, niet vreeslijk i^ole? -
Maar vóór ik Wat kan zleggew,
Slaap ik al xixstif in
En 'k droolm den heel riaJcht van
DE, BLOEMENKONINGMI
(Nadruk verboden).
X
-X.
2.
3.
4.