1 SCHIEDAMSCHE COURANT |~2.
De nieuwe Onderwijzer
VAN DE
TW"
No. 38
IVOEGSEl VAN DE SCHIEDAMSCHE COURANT VAN 24 SEPT. 1932
door
C. F. BE LILLE HOGER WAARD.
Op Beidcl ust, de gro-ote jong-anskoslschcol in
liet G-otoi, was den nieuwe onder wijzer gekomen
en deze onderwijzer was belast met do derde
klas. Hij heette ureneer Bubbel en natuurlijk gaf
zijn naalm ,al dadelijk aanleiding tot allerlei grap
pen. Aar. bijnamen ontbrak hot hom weldra niot.
Bubbeltje, Ilalfje, Dmbbelblank, Twee werd hij
ganictomd, maar Bubbeltje was loch de naam,
welke het meest ingang vond.
Meneer Dubbel had het niet gemakkelijk. Of
zijn voorganger te meegaande - was geweest, of
wel dat die derd© klas niet uitmuntte» door goede
hoofden, wist hij niet maar hij' vond, dat de
jongens lang iniet op dat peil van onlwikkelmgi
stoinden, waarop zij bchoortten te staan, mat a!.i-
dore woonden, dat ziji erg achter waren.
Meneer Dubbel verdiepte er zich maar niot in,
wat do oorzaak hiervan kon zijn. Liever zoln hij
o(p oen middel om heil bij te weaken. Het beste
leek hem: hun flink huiswerk op te geven. En
hierin zat het begin van alle moeilijkheden. Be
jongens voelden zich ir. hun. rechten (op vrijen
tijltl) te kort gedaan en nametn het don nieuwen
onderwijzer hoogst kwalijk, dat hij lum zooveel
opgaf.
,,'k Won, dat we de Fluit nog maar hadden",
zuchtte Piet Jonkers. „Die gaf ons hemel wat min
der werk op!"
„Ba Fluit was^de bovenste beste!" vond Wjnf
Tidiers. „Hij ze! nooit wat, als je je les niet
kende of je -opstel niet afhad.'. Bat was nog leienvs.
een goedia tijld!"
Deze en dergelijke lofspraken aan het adres
van „de Fluit" zeiden maar al te duidelijk, dat
meneer Fluyters de jongens veel te< veel aan hun;
iet overgelaten liad. Misschien kwam dit, doordat
hij door allerlei huiselijke zorgen gekweld', er niet
toe kwam tegen hen op te heden. Hoe bet zij, heit
was meneer Planton, het hoofd der kostschool,
zeer welkom geweest, dat hij eindelijk na een
met succes bekroonde sollicitatie- eldieas zijn
ontslag aangevraagd liad. Uit medelijden met hem
zelf en zijn gezin had meneer PI am ten den onder
wijzer gehouden, doch nu liet van dezen zlelf
uitging heen te gaan, was het hoofd der school
dankbaar voor de oplossing.
„Bij de iQjude Fluit hadden we 't gemakkelijker!
riep Jan Bakker en gjem dor jongens was het
met deze uitspraak oneens.
„Dubbeltje is dubbel lastig!" merkte Jaap de
Kantor (oip. „Wal doet hij ook mei zon'n aköligöili
naam?! 't Zon beet wat prettiger voor ons zijn,
als liij' „Half" hoelto".
„Als bij dan ook maa.r half was, wat streng
heid betreft. Anders liaddeu wij er nog niet veel
aan!" meende Bob de Vries.
Dick de Visser, die toit nu toe gceen woord ge
zegd hod, keek met zijn vroolijlte, eerlijke oogon
in het roind en riep plotseling uit:
„We moteten hem een poets spelen! Ikik heb
een pracht-iedêe!"
„Laat lioiorem!" riep Piot Jonkers.
„Kcun er maar dadelijk mee voor den dag!"
zei Jan Diekker.
,,'t Zal wat zijn!" hoemie Wim Tiehers.
,,'a Prachl-idée!" herhaalde Dick de Visser.
„Vooruit er mee!"
„Zeg op!'
„Vertel 'si" klonk het door elkaar.
„En Dick de Visser, die zich plotseling het
middelpunt dor algemeen© belangstelling vend,
genoot van zijn triomf. Gaarne had hij do an
deren nog ©enigen tijd in spanning gehouden,
maarzelf popelde hij om zijn praclit-ïdèo
bekend te maken en dus stak hij' van wal ou zei:
„Jullie weet, aat ik twee muisjes 'gevangen
heb en proibeor ze tam te ma,ken. 't Lukt al
aardig. En nu zal ik die twee in Dabbeltje's
lessenaar stoppen. Ik goef ze van te voren geen
eten ©n ze zullen dus wel aan zijn beteken en
onze schriften knabbelen. Nou, lui, wat zeggen
jullie ervan?"
„Dat je niet opgesneden hebt, maar 't werke
lijk een prachl-idée is!" riep Wim Tiehers uit.
Allen waren liet hiermee geheel ocas.
En vóór dte jongens dien avolnd naar lied' gingen,
had Dick (die Visser huil verzekerd, d'at zijn twee
muizen in Dubbellje's lessenaar zatein am er io
avernacliteai. Natuurlijk hadden ze Dick allen
graag geholpen, maarhij kon geien kijkers
op de handen velen -an was bovendien bang, d'at
het dan zou uitlekbon. Zoo had Dick onder de
bedreiging, dat hij niets deed, wanneer zo niet
allemaal do schoolkamer uitgingen, zijn pla|n tcfi
uitvoer gebracht.
,,'k Hoop, dat ze mijn opstellenschrift opknab
belen!" zei Dick lachend, ,,'t Bestaat toch bijna
uit niets anders dan onbeschreven bladzijden"
CINDER-BLAD
I