1 iSINGA'S eesbibliotheek
LEDER MOTORJEKKERS
SWEATERS SLIP OVERS
Mode
,Jfr de lifd"
DEI- FTSGHE COURANT
SOLIEDEBEDRSJFSKLEED8NG
Sc li iedams
Hoog 311*. 17
y EKTENTie
EXTRA LAGE PRIJZEN
RUBBER FJETSPtJ PEN
BBZEER V00RDEELIGE PRIJZEN B
IG. v. d SPEK, Hoogstraat 63.
Overalls *245
Slagersk elen
80
Heeren Stofjassen 25
Witte Colberts
198
Manchester en
Engelschleer ïroeken-
2io 275 350 400 450
Fantasïebrc eken
J75 225 27325 300
Lange witte Heererïjas
Kapstersas
5
HET BEST GESORTEERDE EN
GOEDKOOPSTE ADRES VOOR
Het spook op den Broadway.
NIEUWE COLLECTIE ZEER MOOIE
IN
Rotterdam i
S3. Lid&jm ssstrsart
AL BEZOCHT?
Zóó niet, doe het dan nu!
We geven tot en met 20 October
aan eiken lezer den uit meer dan
nummers bestaanden
Catalogus GS^JkTISS
Leesgeld W cent per week
Prima kwaliteit Zeer groofe sorteering
Goed ons tabak voor een dubbeltje
Door geheel Schiedam verkrijgbaar
uoor geneel Schiedam verkrijgbaar i
'n
(50.000 INWONERS)
ADVERTEERT MEN
MET SUCCES IN DE
(90STE JAARGANG)
nDELFTSCHE CSOÜRAMT" E$3 MET
nWESTLANDSCH DAGBLAD"
goede modellen '%0
prima kwaliteit
diverse kleuren %W
Satin Jeans
pracht sorteering
Salin Jeans
aardig model fl
BCor-t© OoM£§sci^e^iifagensfs»aat S
M3ciawe Binnenweg Bi
B <a jeriancSso Sn ©Jaar» Ï07«103
ïmMSSmS*
„Neem mij met kwalijk, meneer, maar
as bet Her werkelijk Broadway no. 489?"
„Ja, zeker, kant u niet lezen?"
„Neen, meneer."
Het was tegen drie uur in den morgen,
flat meneer Doolittio de bar verliet en thuis
-trachtte te komen. Het regende. Juist was
lij den Broadway ingereden, toen een man
hem van het trottoir af een teéken maakte
"om stil te houden. "Meneer Doolittle rem
de, keerde zich om en klom brommerig
uit zijn aulot, hoewel hij ook weer !>lij was
over dit oponthoud, waardoor hij nog even.
het slapengaan kon versohuiven Vóór hem
stond een lange, magere Chinees, met
stof en spinnewebban overdekt, die zich
zoo goed en zoo kwaad dit ging, tegen
'den regem. beschutte met twee matten, die
hem in den vorm van een misgewaad,
aan een ruig koord om den bals hingen.
Aan oen touw liet hij een witte haan
met zich mode loopen. Meneer DoolitÜe
dacht niet anders dan hier te doen te
hebben met een. heimehjken weiver voor
eon-o opiuingetogenheid en wilde meteen
verder rijden, toen de ander zei.
Vraag excuus, meneer, ik hen onwaar
dig, zeer onwaardig. Ik wou u om een
dienst vragen, die u mets korten zal. Mgn
naam is U. Ik ben noch van New-York,
noch van 1932: ik ben uit Kamsu en uit
'de 9de eeuw".
Meneer Doolittio was dermate dronken,
dat hij het heel natuurlijk vond aango
sproken te worden door een man, die een
duizendtal jaren ouder was dan hij.
„Ben je een spook?" vroeg hij.
„Ja", antwoordde de Chinees, „en wel
oen spook uit nood."
„En ik ben Ier, zooals je wel zult be
merkt hebben", zei Doolittle, „ik boud vain
spoken. Waarmee Kan ik je helpen?"
„Het betreft het volgende", begon de
Chinees. „IJ weet, dat men ten tijde vain de
Tang ik leefde onder deze dynastie en
stierf in het jaar 837 daar uw tijdrekening
dm dooden kleine, loemen beeldjes,
mede in het graf legde, die vain, onder de
aarde levend werden eu hunne diensten
den gestorvenen bewezen. Mijn graf be-
vatte, zooals de zede dit meebrengt, be
dienden met geboeide halnden, danseres
sen, grimmige krijgers, dromedarissen, die
met een' groen glazuur versierd waren,
paaiden uit roode leem, symbolen van al
datgene, wat ik op aarde moest achterla
ten, daar ik een gestudeerd man was en
den ©eretitel van een vice-koning vamKan-
su droeg. Deze beeldjes waakten over mijn
slaap en zorgden voor mijn maaltijden, naar
de ritus dit wens ebt. Het ongeluk nu wil
de, dat deze statuetjes zeer mooi waren.
Ongeveer een paar maanden gei eden kwam
een handelaar uit New-York in Kansu, en
gebruik makend van de anarchie, waaraan
do provincie ten prooi was gevallen, graai
de hrj vele oudheden weg en liet ook mijn
graf openmaken. Zijn opmerkzaamheid was
gaande gemaakt döor het grooto aantal
allegorische opschriften en den rijkdom
van het grafmonument Jk bad dit, tijdens
mijn leven, zelf ontworpen. Voor de keuze
en de ligging van bet terrein was het
oerdeel van achttien astrologen ingewon
nen, die het met den toovercitkol en den
spiegel uit honderden hadden gekozen
geen ster er boven en geen draak er
onder zouden mijn rust storen
Op zekeren morgen boorde ik kloppen,
licht verblindt mij on een kleine, zwarte
man buigt zich over mijn lichaam hoen.
Deze man, die het gedurfd had, dé we
reld des lichts met de wereld der duister
nis te verbinden, liet den onderprefect
van de plaats een schadevergoeding ter
hand stellen en nam toen alle beeldjes, die
zoowel het sieraad als de bewakers van
mijn graf beteek-enden, tot zich. Gelijk aan
de vossen in onze legenden, trok deze
man, nadat hij mijn graf geschonden had,
ijlings met zijn buit over de zee in een
met vuur gestook jonk.
En sedert mene.a, ken 3d geen rust meer.
De dooden uit de nabijheid, die nu weten,
dat ik weerloos ben, ontstelen mij de voe
dingsmiddelen: de ricinus-die, de gera-
ber-thee, de welriekende geuren en de
kaarsen, die mijn nakonietingöa nog steeds,
in trouw ontzag aan mijn mam, mij bren
gen... Ik moet mijn graf verlaten om te
eten. Ik ben een van die bedelende gees
ten geworden, voor wien ieder achtens
waardige Chinees een diepen afschuw ge
voelt Het komt zelfs voor, dat ik rond de
huizen sluip,waar varkens worden ge
slecht en mij op de buik neerleg ik,
een vice koning 1 om iu het stof der
straten de plassen bloed op te likken. Ik
zal maar zwijgen over het gemêleerde ge
zelschap der geesten zonder graf, waarin
ik voortaan verkoeren moet om te kunnen
levenverongelukte matrozen, boerea, dooi
den bliksem omgekomen, in den vreemde
gestorven koelies of wat nog afschuwe
lijker is, in den krijg gesneuvelde soldaten.
„Nadat ik lang lieb gezocht", vervolg
de meneer U, „heb ik ontdekt, dat de
dief Willy Judesheim heet en in New-York
woont. Het opsporen was uitermate lastig
want overdag kan ik mijn graf niet verlaten,
alleen dos nachts kan ik hem nagaan. Het
allermoeilijkste is voorbij, nu ik zijn wo
ning heb gevonden. Doch tot wien zal ik
een aanklacht moeten richten. Waar wo
nen hier de rechters?"
„Ik weet het niet", antwoordde mx. Doo
little, „ik heb u gezegd, dat ik Ier ben.
Ik ben een politicus en maak mijn zaken,
zonder rechtbank in orile."
„Er blijft mij dus verder niet anders te
doen, dan dat ik mijn aanklacht zelf in
orde breng, mot uwe hulp. Zooals ik u
reeds vroeg, is het hier werkelijk no.
489?" En de ontvleeschte vinger vaïi me
neer TJ wees naar een. groot Tonaissan-ao-
paieis in Tadar stijl, dat door niets het za
ken-huis verried, da!n een bekoorlijk plaat
je van zwart marmer, waarop te lozen,
stond: Willy Judesheim, zaakkundige ein
handelaar in Chineescho antiquiteiten van
beogen ouderdom.
„We zijn op de juiste plaats", hervatte
de geest, zoodra meneer Doolittle hem het
opschrift had ontcijferd. „Wij moeten snel
bandelen... ik voel me verloren in dit
land, waarin de huizen meer dan één ver
dieping hebben, waar men noch een gelen
Lama priester, notch eetn kameel ontmoet...
Iloor eens, levend mensch, wat Ik vain u
verwacht. Gij moet in Chimeesche taal
den volgenden zin uitroepen: Yu Tsche
Lï-Kang Tschamg Kan Sn. Kiu Iv'irai Tse
Fu. Dat beteekent ongeveer: „Op bevel
der Keizers keere de troep naar Kansu te
rug. Bij de woorden „op bevel des kei-
veis" zullen mijn dienaren en mijn lijf
wacht uit leem die tot een tijdperk
beboeren, waarin de ondergeschikten hunne
gebieders nog achtten gehoorzamen ea
rn mijn graf terngkeeren. Maar het is
van belang, dat u spreekt en niet ik,
want n weet misschien niet, dat het aard-
scho gewetjd zich ook tot de wezens der
onderwereld uitstrekt."
Meneer Doolittio maakte meneer U erop
altent, dat hi] niet in de woinmg van me
neer Judesheim kan binaend ringen, waar
do deuren geraffineerd en door detectives
bewaakt weiden.
„Ga alléén maar bij den muur staan",
antwoordde liet spook, „mijn dienaren zijn
daarachter ik Kan ze ziein zij zijn
in hoogo virtrincs in de marmoren hai
van de olredcrnardscbe vertrekken opge
steld; ze zullen u liooren. Bij gebrek van
een zwaard om de geesten bang to maken,
zwaait u met uw paraplu! c, dan keert u
zich naar alle vier windstreken, zooals de
bezweringsformules voorschrijven. Haal mi
diep adem en vóór aMes, schreeuw uit
allo macht."
Meneer DoolitÜe brulde dein Chineesdhein
zin tweemaal met een stem, die voor een
volksverzameling geschikt ware geweest
Daarop hoorde men oen verschrikkelijk
lawaai. De nachtportier van het Piazzn-
holel kwam naar huilen; politie op motor
fietsen ijlden nabij. Doin heerschte er een
stille...
„Ik dank u, meneer", zei de man met
do stroo-malten. „Nu begint, zooals u zien
kunt, de witte hajaln, dien ik aan het touw
met me voer en die de spoken pleegt to
begeleiden, reeds onrustig te worden. Zijn
oeiste kreet is niet ver moor. IK moet naar
mijn geschonden graf terngkeeien. Voor u,
levend melnsch is dat vijf-en-dertig dagrei
zen vain lier; ik zal hei op den k'ortstett
weg naar do onderwereld in eenigc sc-
eondein bereiken. Neem intussehen naast
mijn dank, dit kleine geschenk aan."
Met deze woorden hief meneer U in
het Ford je van meneer DoolitÜe een zwaro
zak met geld, die, naar hij erbij voegde,
duizend rotMen bevatte. Hij legde de smoe
zelige mat om zijn schouders, trok aan
het touw van zijn haan, stapte naar het
Centraal park en verdween in de gras
velden.
Meneer Doolittle bereikte eindelijk zijn
huis. Do zak met geld schoof hij onder
zijn lied, waarna hij onmiddellijk insliep.
Toen hij den volgenden morgen ontwaakte,
ontdekte hij, dat hij geheel gekleed ie
bed lag. Hij belde om de courant. Het
eerste, wat hij zag, waren vet gedrukte kop
pen, meldend een enormem diefstal. Haas
tig las hij, hoe de woning vau don lm
kenden Kunsthandelaar Judesheim tjlens
dein nacht door inbrekers was bezocht en
hoe een zeldzame collectie Chinees:!,e
kunstwerken van liooge ouderdom, waar
voor onlangs oön uiïllioon dollar door een
museum was geboden, vermorzeld op den
grond lag, terwijl do meest zeldzame stuk
ken, de voor korten tijd uit Clnna mee
gebrachte giafbeeèdjes, waren verdwenen.
Meneer Doolittle herinnerde zich op
eens, dat hij vóór liet inslapen z'jn bcloo-
ning onder het bel had geschoven. Hij
strekte zijn hand ernaar uit. Om do zware
zak beter te kunnen opheffen, kwarn hij
half van ander zijn laken te voorschijn.
Maar tot zjjn ontsteltenis woog die zak
nu niet zwaarder dan zijn courant. Hij'
stond op, greep de nagascha.ar en kuipte
de zak los. Do zalK zat vol kleine, nietige
stukjes papier, welke hij ten slotte hield
voor confetti, bij vergissing uit het nacht
café meegenomen, doch die in werkelijk-
heïd valsch papiergeld voorstelden, zoo
als men dit In China hij een begrafenis
pleegt te verdeden.
Breng deze door mei het rooken van
Blauv merk 6 een» per ons
omdat zij huis aan huls in geheel
Delft en Omstreken gelezen wordt
Men confroleere de oplage bij
het Bureau voor Publiciteitswaarde
te ';-Grc enhage er elke twijfel
omtrent Uwe keuze is verdwenen
Wil men eveneens intensief het
geheelo WESTLAND bewerken,
dal vrage men de speciale con
dities voor een combinatie-contract
voor de beide dagbladen de
Bureaux: VERVERSDUK 6-8, DELFT - TEL 131 EN 1360
F. RÖTTGERING
r A
/Li