STADSNIEUWS.
Geneeskundige Brievan.
De Gevolgen van een Operatie.
gedistilleerd.
Inschrijving van vreemdelingen.
Anthony van Leeuwenhoek.
öp 24 October van dit jaar herdenkt
da geleerde wereld den 300sten geboorte
dag van Antony van Leeuwenhoek, van
wi-en mcnigo lozer, dio niet aan histori
sche studio op hot gebied der natuur
kunde hooft gedaan, niet veel meer zal
vreten dan dat hot Anthony Loeuwen-
hooklmis in Amsterdam naar hom ge
noemd is en daardoor allicht in de mee
ning zal verkeeren, dat zijn naam met
het kankorvraagstuk is verbanden. Niets
is minder waar, althans niet in dlnectan
zin.
Toch is hot wel de moeite waard, iets
van zijn leven- en werken te hooren. Ook
kif, voor wiens arbeidsterrein Van Leeu
wenhoek njot van belang is, zal moeten
toegeven, dat hij als groot Nederlander
en wetenschappelijk zoeker verdient, door
ieder herdacht en gehuldigd te worden.
Do terminologie van zijn maatschappen
lijke positie doet in onze dagen vreemd
aan. Zijn eigenlijke betrekking was: ka
merbewaarder der Kamer van hoeren
Schepenen vaai Ddft. Deze poet, waartoe
hij op 28-jarig-en leeftijd benoemd weid
bekleedde hij gedurende 3D jaren. Zoo
als men ziet, is dit niet juist oen weten
schappelijke functie. Maar ook daarvoor
vindon wij niet veel, dat op een weten
schappelijke opleiding wijst. Na op school
in Warmond geweest te zijn-, volgde hij
zijn oom in Bonthuizen op als secretaris
en procureur, toen hij zestien jaar was.
Na ©enigen tijd verhuisde hij naar
Amsterdam en werd daar spoedig boek
houder en kassier op het kantoor van
een lakenhandelaar. In de groole stad
Woef hij slechts enkele jaren om toon
terug te gaan naar zijn geboorteplaats,
Delft.
Hij was afkomstig uit een deftige brou-
wemsfamifie en moet tamelijk vermogend
geweest zijn, want de eerste zes jaar na
zijn huwelijk in 1651 met Barbara de
Moy leefde hij uitsluitend voor zijn on
derzoekingen ön hield er een paani en
een buitentuin op na. De post van ka
merbewaarder, welke hij toen kreeg,
sxdiijnt teen een voornamere geweest te
zijn dan man thans zou vermoeden.
In elk geval zien wij, dat van een zui
ver wetenschappelijke opleiding geen
sprake was. Hg kende geen Latijn, de
wetenschappelijke taal van dien tijd, en
ook geen Fransch of Engelsch. Geheel op
eigca gelegenheid studeerde hij na zijn
huwelijk natuur-, wis-, sterren- en schei
kunde, filosofie en navigatie. Het Ls niet
onwaarschijnlijk, dat hij met groole man
nen van dien tijd, zooals Swammordam,
Boesrhaave, heeft kennis gemaakt on dat
op de wijze do prikkel tot studie is ver
groot. Hij schonk groole aandacht aan
alles wat om hem heen in de natuur voor
viiel en kon het niet nalaten dan naar
het naadje van de kous te zoeken.
in een van zijn latere geschriften laat
hij zich zelf hierover op de volgende
wijze uit: „Mijn arbcyt, dien ik veel jaren
agtor een gedaan hebbe, is niet geweest
om den lof dien ik nu geniet, daardoor te
behalen, maar meest uyt een drift van
woctgterigheyt, die in mij meer woont,
gelijk ik 'merk, dan in veel andere men
schen", en: „Myn geringe arbeyt kennt
alleen voort uyt een aeyginge, die ik hebbe
om do beginselen van de geschapene
saaben te onderzoeken, tot soo verre als
het my mogelijk was".
Hij werkte niet bepaald systematisch
alles wat onder zijn aandacht kwam, in
teresseerde hem en zoo volgen zijn onder-
Oorspronkelijke roman door Jan Walch.
47)
Het was dus een door-en-door nobel
standpunt, dat De Middenweg innam, door
géén standpunt te dezen in te nemen.
Maar de kwestie bleef „brandende", of al
thans smeulende, met opflikkeringen
moeningen van medici, van humanitaire
vercenigingen, van iemand', die zich onder-
teekende „een medicus, tevens vader"
het zijn veresnigbare functies; - van vele
lieden, die noch medicus, noch vader wa
ren, en bovendien niets van de zaak be
grepen, welke trouwens door de vele uit
eenzettingen steeds onbegrijpelijker werd
gemaakt, wat diverse autoriteden in hun
hart geenszins onaangenaam vonden. En
toen vond de heer Drinkwater, dat er
toch ook in Do Middenweg, een blad, dat
sedert den eersten Drinkwater nog steeds
een zekere reputatie van. nobele inensclio
lijklieid had bewaard nog eens iets
moest worden geschreven over die zaak,
geen oordeel dan, goed; maar toch iets,
waaruit zonneklaar bleek, dat, hoe het
hiermee ook stond, De Middenweg in elk
geval stond aan den kant der rnensohlie-
vend'heid, en natuurlijk óók van de weten
schap, maar dan van de menscltlieventle
wetenschap. En van do wetenschappelijke
menschlievendheid. En de mede- en onder
hoofdredacteur knikte; dat meest dan maar,
zoo'a artikel zou wel au-fond niets zeg
gen, maar het zou toch de kwestie, die
zooveel belangstelling trok, tot onderwerp
hebben; en enfin, als men dan daarbij den
middenweg bewandelde, deed men zijn
naam eer aan, en enkelingen mochten het
wat weifelachtig en onzeker vinden, de
meeste menschen zouden ongetwijfeld niet
eens merken, dat 't das was, en vooral
de dames zouden voelen, dat dit een hu
maan en gematigd standpunt mocht heeten,
en geslicht het blad weer dichtvouwen.
En om dit effect te bereiken, werd aan
zoekingen elkander in een bonte rij op.
De richting van zijn onderzoekingen,
werd' echter in hoofdzaak bepaald door
zijn handigheid om lenzen io slijpen en
dezo te bevestigen zoodat allerlei dingen
met vergrootingen konden worden ge
zien, welke to voren onbekend waren. Zoo
doende werd door hem een nieuw wereld
deel, do wereld van het kleine geopend
Er gingen jaren voorbij, dat de buiten
wereld met zijn work onbekend bleef. In
zijn eigen land (het komt moer voor)
werd hij weinig gekend cm misschien nog
minder geëerd, hl 1673 zond zijn vriend,
dr. Reynier de Graaf, een bericht van
zijn microscopische waarnemingen naar
do Royal Society to Londen. Hier vond
hij de waardeering, welke hij verdiende,
er ontstond een regelmatige correspon
dentie, waarbij helaas altijd vertaling
noodig was, omdat hij geen Engelsch ver
stond; afgevaardigden van do Society
kwamen hem bezoeken on in 1GS0, toon
hij dus 48 jaar was werd hij benoemd tot
lid (fellow) der Society, een onderschei
ding, welke hij als de hoogste van zijn
leven bleef beschouwen en oen hechten
band tusschen hem en dat geleerde ge
nootschap bleef vormen. Immers, tot op
85-jarigem leeftijd zond hij geregeld be
richten over zijn onderzoekingen en na
zijn dood (hij heeft den leeftijd van bijna
91 jaar bereikt) kon do Graaf nog op
merkingen mededeelen, door den ster
vende gemaakt over do vraagstukken,
waarmee hij zich bij voorkeur bezig hield.
Do kunst om lenzen to maken, hield
Leeuwenhoek langen tijd geheim. En
toen hij ze aan andoren liet zien, bleven
©f sleeds enkele exemplaren over, weikê
hij voor zich hield. Van het tegenwoor
dige standpunt gezien, is liet microscoop
van Leeuwenhoek al zeer eenvoudig. Het
bestceid feitelijk uit een enkele kleine
lens, voor welke op een stift het to onder
zoeken voorwerp werd bevost'gd. D .ar de
stift een geheel met de lens maakte,
meest meestal voor elk nieuw te onder
zoeken voorwerp een nieuw microscoop
gemaakt worden. D.t verklaart de gTOote
hoeveelheid instrumenten welke Leeuwen
hoek heeft nagelaten.
Ook nu nog moeten wij ons er over1
verbazen, dat Leeuwenhoek met dit een
voudig apparaat in staat was tot zijn
velo Offildekknigai. Ter gelegenheid van
de 300-jarigo herdenking verschijnt een
boek over leeuwenhoek van dc hand van
een Engetschmnn, Clifford Dobell. In
zijn geestige introductie schroef deze dio-
Ioog hoo hij gedurende zijn opleiding bij
dc opvolgende onderworpen van zijn stu
dio telkens moest bemerken, dat liet
Leeuwenhoek was, die die voorwerpen
(bloedcellen, iniliisoria, houtvezels, proto
zoal enz.) voor het eerst had gezien en
beschreven. Inderdaad moet men ver
baasd slaan over de vedzijd.gheid van
zijn onderzoekingen. Maar het ging niet
alleen om de nieuwe, voor het gezicht des
menschen ontdekte dingen, zijn juiste
waardeering, de door hem gemaakte bereke
ningen, do gevolgtrekkingen uit de veler
lei vondsten, gaven do grootste wan
aan zijn arbeid.
Gelukkig, dat hij zijn uitvindingen in
brieven aan do Royal Society en aan
andere buitenlandsche onderzoekers hoeft
gezonden. Op deze wijze werd veel voor
de toekomst bewaard, wat anders allicht
verloren gegaan zou zijn.
ln zijn lange leven heeft Leeuwenhoek
veel belangstelling en waardeering onder
vonden. Maar deze kwamen hoofdzake
lijk uit het buitenland. Zoo heeft hij
zelfs een bezoek gehad' van Gzaar Peter
van. Rusland'. AYel werd hij ook mearma1-
lein door landgenootan geraadpleegd, maar
van officieclo erkenning is nooit iets ge
bleken. In can brief aan Leibnitz schrijft
hij ©enigszins puntig: „Die genie die in
onzen landen, om haar icenmsse en weten
schappen, vergelding krijgen, dat syn
llocaen Professoren, Preüicanten, en de
Meesters in de Latynze schooien, die soo
voel Latijn kannen, dat ze de jonge luy-
den in die taal kannen onderwyscn".
Thans wordt zijn beteekenis overal be
kend als schepper van de wetenschap der
klojncre organismen en er valt niet aan
te twijfelen of alom zal zijn nagedach
tenis geëerd warden, ha ld© eerste plaats
in wetenschappelijke kringen. JMaaT het
is wenschelijk, dat ook. de grooto massa
iets leert begrijpen van de grooto botae-
könis van het bezit van grooto mannen
als Leeuwenhoek, Swammordam, Boex-
haavo o.a., waarin Nederland zicli in lie
17o eeuw heeft mogen verheugen.
In de Oude K-ctrk te Delft bevindt zich
het gcd'anktetekcn, na zijn dool daar ge
plaatst door zijn dochter Maria, de ©enig
overgeblevene uit zijn heide huwelijken,
die hem, toen hij weduwnaar was, steels
zorgvuldig hooft bijgestaan.
H. A. S.
Opcenten invoerrechten
Eeu ploidooi tegen verhooging
De Kamer van Koophandel en Fabrieken
voor de Beneden-Ma is, heeft het walgende
adres gericht tot de leden dor Tweede
Kamer
liet bij Koninklijke Boodschap van 17
SeptcniLer 1932 ingediende onhvorp van
wet lot tijdelijke heffing van opcenten op
alle invoerrechten en van don amjas op
bier, alsmede herziening van hot tarief (zit
ting 19321933 no. 142) geelt de Kamer
van Koophandel en Fabrieken voor de Be
neden-Maas, aanleiding zicli met liet on-
ders'aandc lot uwe Rooge Vergadering te
wenden.
In tegenstelling met de vorlioagingensan
hot tarief in 1921 cn 1931, aal de thans
voorgestelde heffing helrokking hebben ap
alle invoerrechten, dus ook op die, welke
bedoeld zijn als vergoeding voor de lasten,
die de acoijnsiveigevmg den accijnsphcbti-
gen ondernemingen vercorza ikt. Als zoo
danig is, blijkens do wet van 1 Mei 1863
(Stbl. no. -17) te beschouwen liet invoer
recht op god is lil! eer J, hetwelk, toen de
accijnzen op binnen- en buitenlaudsch ge-
dishlleeid werden samengesmolten, in
liet leven is geroepen om de vergoeding
voor accijnslaslen, voorheen geno.en via
ec-n hoogere accijns op hot buitenlandsob
fabrikaat, to behouden.
Het invoerrecht, ten bedrage van 13.50
per Hectoliter a,d 50 pCt. nooet dus iu dit
licht bezien worden en niet alleen als o:in
fiscale maatregel, zoodat het reeds am
deze reden niet op een lipi behandeld kan
worden met de andere tuiefpesten.
Wat gebeurd nu indien op dit recht 30
opcenten werden gelieven?
Een H L. buiienJandscli© spiritus ad ICO
pCt. kost momenteel f 9.50112 (naar ge-
lang de kwaliteit), waarop volgens het g-1-
dendo tarief een invoerrecht komt van f7
(2 x f3.50). Wordt do voorgestelde ver-
hocging aangenomen, dan zal bij invoer
van de/elfde hoeveelheid oen redlit te be
talen zijn 9.10 op een artikel van
van f9.50f 12 waarde. Nog scherperkoent
liet zonderlinge der siSuafie naar voren in
dien wij do gevolgen be/ien ten«opz.cMejjpolio geschapen wordt voor die beide hier
Indische spiritus geheel van do binnenland-
scho markt verdrongen.
Nog afgezien van het feit, dat d'o distil
lateurs en likeurstokers geheel afhanke
lijk zullen worden van gemelde spiritusfa
brieken, vragen wij ons af wat er in do ge
geven omstandigheden van vermeerdering
van inkomsten uit dezen pest voor den
fiscus zal overblijven. Zelfs do bedragen,
welke (hans nog aan rechten binnenko
men, zullen dan ophouden te vloeien, zoo
dat do vcrhacging een averechtsdho uit
werking zal hebben en beter achterwege
kan blijven.
Aanleiding om de compensatie van ac-
cijns! as (en met 30 pCt. te vergroeien, als
hoedanig do verhooging ook kan warden
voorgesteld bestaat er momenteel niet.
Van do circa 409 brand'erijion, die don
we'gever inder.ijd vooir eegen stonden is
nog slechts een schaduw over en de beide
genoemde spiritusfabrieken zijn dan ooft
op hel «ogenblik vrijwel de oenigo, die
van liet conipensoerend recht prafitoeren.
Waar het nu nimmer naodig geoordeeld
werd om do branderijten, teen baar door
verschillende oms andighéden het votoirdoel
van het comp-enseerend recht piractistih ont
viel, ook maar ©enigszins tegemoet te ko
men, hoeft het geen zin de spiritusfabrie
ken, die er wel van genieten en daarenbo
ven steeds onder veel minder drukkende
wettelijke 1 opa,tin gen hebben gewerkt dan
de branderijen, nog eons extra te bevoor
deel en.
Voorts mag niet uit het oiog worden ver-
lore-n, dat spïrilns voor db distillateurs
en likeurstokers grondstof is en daar
om geheel vrij van invoer: echten behoorde
1a z'ijn, terwijl wij tenslotte nog ander do
aandacht mcgeri brengen, dat aak brand
spiritus, een dagehjTksch gebruiksartikel en
geheel vrij van luxe, onder da verlioioiging
valt en dus duurder ztal worden. Want
voor dit artikel wordt in tegenstelling met
spiritus voor az'ijnbexeiding geen vrijdom
verleend.
Resumoercnde mogui wij dan vaststel
len, dat:
1. het invoerrecht op gedistilleerd' wezen
lijk verschilt van andere invoerrechten,
door zijn oompenseerend karakter;
2. door dit recht (c verhoiogen oan mono
den zoo beschaafden, eerlijken, oenvoudi-
gen en gedistingeerden verslaggever Van
Hoghen Lugt, die net in Den Haag bleek
te zijn voor de kanonnen-kwestie, een tele
gram gezonden met de hiervoor gemelde
opdracht. De verschillende interviews, ze
mochten dan ai in algemeenen zin weinig
opleveren, zouden dan toch ocnige opinies
bevatten, die althans den lezeressen en
lezers van De Middenweg nieuw waren.
L'en vooideel van dit telegram was al
vast, dat Ilenri nu nog, alvorens IJselwaarls
te trekken, nog zeker twee dagen in Den
Haag kon blijven, bij Clara en de kinde
ren, echt heerlijk ouderwets ook de maal
tijden thuis gebruikende, en interviewende
daartusschen in, en schrijvende ©n tele-
foneerende naar Amsterdam, in do avond
uren. Clara mcTklo wel, dat journalist
zijn meer beslag op iemand legt dan het
ambtenaarschap, eu zelfs dan het banlc-
wez.en.
Maai er was alle reden tot voldoening.
Met journalistieken spoed zat liij dien twee
den avond tc schrijven, twee artikeltjes
want dozen heelen tweeden dag had hij
aan de „vivisectie" besteed. Er zou aan
stonds een looper komen van het bijkantoor
in Den Haag, die het geschrevene als
„pakje" verzond, zoodat liet de courant
nog tijdig bereikte om in het ochtendblad
te worden opgenomen. Clara keek met
bewondering toe, opmerkende hoeveel vlug
ger nu zijn pen over het papier gleed
dan vroeger... Wordt dat alles wat je
nu schrijft, vroeg ze, ook dadelijk gezet?
Ilij knikte bevestigend, met eenig rustig
gevoel van eigenwaarde;, het is een vol
doening, vooral in den eersten tijd, wan
neer al wat men zoo op het papier zet,
direct wordt verzooveelduizendvoud. Dus...
voegde ze er na eenige ©ogenblikken,
„nachdenklich" geworden, bij niemand
controleert, wat je schrijft? Hij moest bij
deze reeks vragen even den arbeid sta
ken. 116je zei? 'O, ja... kijk, in het
algemeen leest Riesemeyer, dat is do hoofd
verslaggever, de boel wel door, of soms
van die afwijkende soorten spiritus, die
voor brandspiriius gebezigd worden. Hel
recht van f 9.10 Jcontt hier to staan tegen
over oen waarde van hel artikel ran f8 a
f9 per 11L.. ad 100 'pCt.
Met protectie is een dcrgelijike heffing
to ziwak geteekend; we geraken hi-r op
het terrein der prohibitie.
Daar komt neg bij, dat do voerdeel-en
der verhooging ten deel zullen vallen aan
de twee hier te lande gevestigde spiritus
fabrieken, dio door nauwe verwantschap
als één ziijn to beschouwen, en zich dus
een min of moer volmaakt monopolie zien
toegewezen. Immers dit lichaam hoeft liet
dan in ztijn macht do prijzen zoo to stellen,
dat concurrentie uit het buitenland een
voudig onmogelijk wordt en van import
gee-n sprake meer kan ztijn. Reeds werd
onder het huidige tarief de Nederlandscib-
Knipscheer; maar ja kind, ze hebben nogal
vertrouwen in me, en zo willen, van
wege de concurrentie, die artikelen ook
zoo gauw mogelijk hebben, en daarom
hebben ze me gezegd worden die stuk
ken van mij voor het ochtendblad maar
dadelijk doorgegeven. Die hoofdredactie is
er 's nachts natuurlijk niet, en de nacht
dief-Binnenland, nu ja, die leest in het
algemeen niets door, die heeft het druk
genoeg met het bewerken van de provin
ciale kranten, die binnen komen, en der
gelijke. En dan komen do tooneel- en de
muziok-recensies; enfin, hij heeft het druk
genoeg met het „opmaken", dat is, het
in elkaar passen van het ochtendblad, en
hij liceft zoo goed als geen hulp. Maar
laat me nu schrijven, want over veertig
minuten komt de looper de boel halen.
Clara liet hem schrijven; zoo wilde hel
het noodlot. Dat ook bestemd had, dat,
ongecontroleerd, zooals hij het haar had
meegedeeld, den volgenden morgen twee
berichten m De Middenweg verschenen,
waarvan het eerste luidde:
DE QUAESTIE VAN DEN UITVOER
VAN WAPENEN.
(Van onzcu specialen verslaggever.)
In afwachting van evenlucelo nadere in
lichtingen van de betreffende autoriteiten
en een bezoek ter plaatse, kunnen we
onzen lezers al een en ander mededeelqn,
dat, van zeer voel belang wat deze zaak
aangaat, niettemin, voor zoover we weten,
tot boelen nog niet is gepubliceerd. Er
scheen een onoplosbare tegenspraak te be
staan tusschen de beweringen der Fran-
sche pers, dat Nederlandseli© fabrieken wa
penen naar Duilscbland uitvoeren, en 'de
ontkenning van de zijde der fabrikanten,
dal dit inderdaad het geval zou zijn. Men
moest natuurlijk van meening zijn dat 'do
Fransche pers verkeerd was ingelicht, want
dat de fabrieken iets zouden afleveren,
waar do eigenaren zelf niets van wisten,
was toch wel ondenkbaar. Alen stond dus
te lande gevestigde spiritusfabrieken, het
welk invoer van spiritus •or.moge'ijlk en
vermeerdering van inkomsten uit dezen ta
riefpost illusoir zal maken;
3. ex momenteel geen aanleiding beslaat
om het invoerrecht -op gedistilleerd', be
schouwd als compensatie van aoeijhskosten
met 30 pCt, te vorhoogen;
4. spiritus voor distillateurs en likeur
stokers als grondstof is aan to merken,
waarop zeker geen verhooging van reeh-
ion mag worden toegepast, alsmede, dat
•een volksaxlikel als brandspiritus eveneens
door hot welsontweip wordt getroffen;
redenen waarom wij uwe Hoog© Vergade
ring beleefd, doch met klem verzloekten in
ieder geval hare goedkeuring aan het wets
ontwerp te onthouden voorzooverro het ge
distilleerd daarin is betrokken.
Wij vertrouw cn, dat uwe Haogo Vergade-
voor een onbegrijpelijk raadsel, waarvan
het ons een bizonder genoegen is, de op
lossing te kunnen meededen. Die oplos
sing is deze: or worden door do be-
•doelae fabrieken inderdaad onderdeden
vervaardigd voor verschillende wetenschap
pelijke cn andere instrumenten, en deze
bestemming wordt dan ook op de zendin
gen vermeld, klaar, terwijl die onderdoo
ien oo-k inderdaad met deze bedoeling zijn
besteld, zijn de opdrachtgevers, natuurlijk
dusvdaarna, tot andere gedaditen geko
men, cn hebben deze onderdeden inder
daad voor de vervaardiging van wapenen
gebruikt. Ziedaar do oorsprong cn het
wezeu van dit rnal-a-propos. Wij hopen
door een onderhoud met verschillede per
sonen, die van nabij met dit geval op
do hoogte zijn, onzen lezers spoedig nadere
bizondorheden te kunnen melden.
Dat was liet eerste bericht. liet tweede
was van dezen inhoud:
'VIVISECTIE OP MENSCHEN.
(Van onzen specialen verslaggever.)
Inzako de brochure van dr. J. Boger-
man, die zooveel gerucht heeft gemaald
en door het oEficieele rijkstoezicht is ver
oordeeld, terwijl evenwel verschillende me
dici velo der geïncrimineerde beweringen
daarin als juist erkennen, hebben wij een
onderzoek ingesteld cn de meaning ge
vraagd van diverse deskundigen. Velen
van hen begonnen met hun verwondering
uit te spreken, dat ons blad, te dezen
nog geen oord-oel heeft gegeven. Dit ligt,
naar onze lezers wel begrijpen, geenszins
aan „vrees"; onze hoofdredactie kent geen
menschen vreesik stel er prijs op te ver
melden, dat z© haar „specialen verslagge
ver" nog eens nadrukkelijk op het h'arl
heeft gedrukt, dit vooral algemeen to ver
kondigen, toen hij op een onderzoek te
dozen werd uitgezonden. AVelnu, wij kun
nen dan als het vrijwel eenstemmig oor
deel der deskundigen mcedeelen, dat do
ring jn de omstandigheid, flat het redht
op dit artikel tot heden steeds Ruiten de
opeenvolgende verhciogingcm is gehouden,
gereed© aanleiding hiertoe moge vinden.
Korst in het verblijf'register.
De minister van hjnnenlandsche zaken
heeft aan de gemeen te-bestoren de vol
gende circulaire gezonden betreffende in
schrijving van vreemdelingen in het bevol
kingsregister.
Aooals u bekend is, is d© inschrijving
in het bevolkingsregister van vreemdelim
gen, die zich in Nederland willen vesti
gen, geregeld bij artikel 16, 3e lid van
hot Kon. besluit van 12 December 1922
terwijl in liet 6e lid van genoemd artikel
is bepaald, dat lijdelijk toegelaten vreem
delingen worden ingeschreven in hot ver-
blijfregistcr.
Deze bepalingen zijn aanleiding, dat bij
do inschrijving van vreemdelingen in de
onderscheidene gemeenten naar verschillen-
don maatstaf woidt gehandeld.
In sommige gemeenten gaat aan do irv-
schrijving van vreemdelingen, komende uit
het buitenland, een uitgebreid onderzoek
vooraf. Na ontvangst van de verklaring
van den ambtenaar, belast met de uit
voering van dc Vreemdelingenwet, dat hun
toelating geen bezwaar ontmoet, wordt
soms nog eerst overgegaan tot inschrijving
in hot verblijfregister. In andere gemeen
ten daarentegen worden vreemde'ingcn, die
nit liet buitenland komen, op eerste aan
melding ingeschreven in het bevolkings
register.
Een overhaaste inschrijving in het be
volkingsregister lijkt mij, behalve uit een
oogpunt van weiing of uitleiding, ook uit
administratieve overwegingen af to kou-
ren.
In vele gevallen vertrekken do vreem
delingen na korten tijd weer naar het
buitenland en verzuimen van hun ver
trek aangifte te doen. Zij blijven dan lang
durig ten onrecht© in het bevolkingsregister
ingeschreven, terwijl overigens hun inschrij
ving vaak geen eigenlijk administratief be
lang had.
Voorts mag niet uil het oog worden
verloren, dat do eenmaal in het bevot-
register oener gemeente ingeschreven
vreemdeling bij vertrek naar een andere
gemeente aldaar in liet bevolkingsregister
wordt ingeschreven, op grond van h'et
getuigschrift van verandering van werke
lijke woonplaats. Een verklaring van den
ambtenaar, belast met de uitvoering van
do vreemdelingenwet, is daarvoor niet meer
vereisclit.
Hoewel dit laatste geen invloed heeft
op do vraag of de vreemdeling, na zijn
verhuizing hier te lande feitelijk toegela
ten kan blijven, kan het toch aanleiding
zijn, dat in de nieuwe woonplaats minder
aandacht aan den persoon woelt besteed1
dan wel wenschelijk is.
Ik ben van mooning, dat het bizonderlijk
in deze abnormale tijden noodig is, bij-
do inschrijving van vreemdelingen, die him
laatste woonplaats buiten Nederland had
den, in het bevolkingsregister, de noodigo
omzichtigheid te betrachten.
Teneinde zooveel mogelijk eenheid lo
vorlcrijgen in de wijze van handelen, moge
ik u 'uiinoodigen, de uit hot buitenland
komende vreemdelingen, zoowel die, be
doeld in het 3e lid, als die, bedoeld iu
het 6o lid van arakei 16 van voornoemd
Kon. besluit, niet onmiddellijk in te schrij
ven in het bevolkingsregister, doch hen
eerst eenigen tijd op te nemen in het
verblijfregister.
Wie een veilig snelverkeer wil
geve den wielrijder aan iederen
kant van den weg een rijwielpad
rijkscommissie wel zeer geneigd was, de
praktijken in academische ziekenhuizen,
met goedkeuring eu althans onder toela
ting van directies en botrelfende profes
soren verricht, als zoo voortreffelijk te be
schouwen, dat men eigenlijk daaromtrent
a priori wel kon oord celen, dat te dezen
geen zoo laakbare handeling als dr. Bcn-
german in zijn brochure aangeeft, kan zijn
verricht, terwijl ook een -onderzoek van
wat daar heeft plaats gevonden, door de
houding van genoemde ziekenhuis-autoritei
ten allesbehalve gemakkelijk is. Dat on
getwijfeld gelijk ook de redactie van
dit blad reeds meermalen te veis Laan heeft
gegeven beide partijen van de beste
bedoelingen vervuld zijn geweest. Beide
partijen willen hot bleek ons zoxuie-
Idaar uit de verklaringen, die zij zelf ons
hebben gegeven uitsluitend werkzaam
zijn tot heil van do mensohlieid; meer dan
één van beu, met wie wij een onderhoud
mochten hebben, heeft ons nog eens her
haald, dat dat heil van de monsohheid
altijd bij de partij, die hij voorstand, vóór
alles het Leitmotiv was. Welnu, waar ons
dit van helde zijden is verzekerd, mogen
wc wel zeggen, dat deze zaak spoedig,
lot aller genoegen zal worden opgelost.
Alleen toch, waar eigen belang voorzit,
hetzij de zucht om coüte que ooüte tot
een wetenschappelijk resultaat te komen,
lielzij de lust om opzienbarende „omlhiullin-
gen" te doen alleen daar kan men
twijfelen, of vakgeleerden tot ecu gemaon-
schappelijke meening zullen komen. Nu, en
dat is hier niet liet geval. Dat hebben
ons ©enerzijds prof. dr. Clil o-riman, dr.
'Overlijkcn, prof. dr. Vischwator, e. a.
anderzijds in de ©erste plaats dir. Bogcr-
man en dan zijn vrienden, de hoeren Stre-
veling, mr. Van Vechtenbek, dr. Van Halen,
o. a. gezegd. We zijn dus zeker, dat
do zaak waar het om gaat: de al of
niet-gevaarlijkheid van bepaalde praepara-
-len, ten spoedigste zal zijn opgelost.
Wordt vervolgd.)