STADSNIEUWS. Geneeskundige Brievan. De Gevolgen van een Operatie. gedistilleerd. Inschrijving van vreemdelingen. Anthony van Leeuwenhoek. öp 24 October van dit jaar herdenkt da geleerde wereld den 300sten geboorte dag van Antony van Leeuwenhoek, van wi-en mcnigo lozer, dio niet aan histori sche studio op hot gebied der natuur kunde hooft gedaan, niet veel meer zal vreten dan dat hot Anthony Loeuwen- hooklmis in Amsterdam naar hom ge noemd is en daardoor allicht in de mee ning zal verkeeren, dat zijn naam met het kankorvraagstuk is verbanden. Niets is minder waar, althans niet in dlnectan zin. Toch is hot wel de moeite waard, iets van zijn leven- en werken te hooren. Ook kif, voor wiens arbeidsterrein Van Leeu wenhoek njot van belang is, zal moeten toegeven, dat hij als groot Nederlander en wetenschappelijk zoeker verdient, door ieder herdacht en gehuldigd te worden. Do terminologie van zijn maatschappen lijke positie doet in onze dagen vreemd aan. Zijn eigenlijke betrekking was: ka merbewaarder der Kamer van hoeren Schepenen vaai Ddft. Deze poet, waartoe hij op 28-jarig-en leeftijd benoemd weid bekleedde hij gedurende 3D jaren. Zoo als men ziet, is dit niet juist oen weten schappelijke functie. Maar ook daarvoor vindon wij niet veel, dat op een weten schappelijke opleiding wijst. Na op school in Warmond geweest te zijn-, volgde hij zijn oom in Bonthuizen op als secretaris en procureur, toen hij zestien jaar was. Na ©enigen tijd verhuisde hij naar Amsterdam en werd daar spoedig boek houder en kassier op het kantoor van een lakenhandelaar. In de groole stad Woef hij slechts enkele jaren om toon terug te gaan naar zijn geboorteplaats, Delft. Hij was afkomstig uit een deftige brou- wemsfamifie en moet tamelijk vermogend geweest zijn, want de eerste zes jaar na zijn huwelijk in 1651 met Barbara de Moy leefde hij uitsluitend voor zijn on derzoekingen ön hield er een paani en een buitentuin op na. De post van ka merbewaarder, welke hij toen kreeg, sxdiijnt teen een voornamere geweest te zijn dan man thans zou vermoeden. In elk geval zien wij, dat van een zui ver wetenschappelijke opleiding geen sprake was. Hg kende geen Latijn, de wetenschappelijke taal van dien tijd, en ook geen Fransch of Engelsch. Geheel op eigca gelegenheid studeerde hij na zijn huwelijk natuur-, wis-, sterren- en schei kunde, filosofie en navigatie. Het Ls niet onwaarschijnlijk, dat hij met groole man nen van dien tijd, zooals Swammordam, Boesrhaave, heeft kennis gemaakt on dat op de wijze do prikkel tot studie is ver groot. Hij schonk groole aandacht aan alles wat om hem heen in de natuur voor viiel en kon het niet nalaten dan naar het naadje van de kous te zoeken. in een van zijn latere geschriften laat hij zich zelf hierover op de volgende wijze uit: „Mijn arbcyt, dien ik veel jaren agtor een gedaan hebbe, is niet geweest om den lof dien ik nu geniet, daardoor te behalen, maar meest uyt een drift van woctgterigheyt, die in mij meer woont, gelijk ik 'merk, dan in veel andere men schen", en: „Myn geringe arbeyt kennt alleen voort uyt een aeyginge, die ik hebbe om do beginselen van de geschapene saaben te onderzoeken, tot soo verre als het my mogelijk was". Hij werkte niet bepaald systematisch alles wat onder zijn aandacht kwam, in teresseerde hem en zoo volgen zijn onder- Oorspronkelijke roman door Jan Walch. 47) Het was dus een door-en-door nobel standpunt, dat De Middenweg innam, door géén standpunt te dezen in te nemen. Maar de kwestie bleef „brandende", of al thans smeulende, met opflikkeringen moeningen van medici, van humanitaire vercenigingen, van iemand', die zich onder- teekende „een medicus, tevens vader" het zijn veresnigbare functies; - van vele lieden, die noch medicus, noch vader wa ren, en bovendien niets van de zaak be grepen, welke trouwens door de vele uit eenzettingen steeds onbegrijpelijker werd gemaakt, wat diverse autoriteden in hun hart geenszins onaangenaam vonden. En toen vond de heer Drinkwater, dat er toch ook in Do Middenweg, een blad, dat sedert den eersten Drinkwater nog steeds een zekere reputatie van. nobele inensclio lijklieid had bewaard nog eens iets moest worden geschreven over die zaak, geen oordeel dan, goed; maar toch iets, waaruit zonneklaar bleek, dat, hoe het hiermee ook stond, De Middenweg in elk geval stond aan den kant der rnensohlie- vend'heid, en natuurlijk óók van de weten schap, maar dan van de menscltlieventle wetenschap. En van do wetenschappelijke menschlievendheid. En de mede- en onder hoofdredacteur knikte; dat meest dan maar, zoo'a artikel zou wel au-fond niets zeg gen, maar het zou toch de kwestie, die zooveel belangstelling trok, tot onderwerp hebben; en enfin, als men dan daarbij den middenweg bewandelde, deed men zijn naam eer aan, en enkelingen mochten het wat weifelachtig en onzeker vinden, de meeste menschen zouden ongetwijfeld niet eens merken, dat 't das was, en vooral de dames zouden voelen, dat dit een hu maan en gematigd standpunt mocht heeten, en geslicht het blad weer dichtvouwen. En om dit effect te bereiken, werd aan zoekingen elkander in een bonte rij op. De richting van zijn onderzoekingen, werd' echter in hoofdzaak bepaald door zijn handigheid om lenzen io slijpen en dezo te bevestigen zoodat allerlei dingen met vergrootingen konden worden ge zien, welke to voren onbekend waren. Zoo doende werd door hem een nieuw wereld deel, do wereld van het kleine geopend Er gingen jaren voorbij, dat de buiten wereld met zijn work onbekend bleef. In zijn eigen land (het komt moer voor) werd hij weinig gekend cm misschien nog minder geëerd, hl 1673 zond zijn vriend, dr. Reynier de Graaf, een bericht van zijn microscopische waarnemingen naar do Royal Society to Londen. Hier vond hij de waardeering, welke hij verdiende, er ontstond een regelmatige correspon dentie, waarbij helaas altijd vertaling noodig was, omdat hij geen Engelsch ver stond; afgevaardigden van do Society kwamen hem bezoeken on in 1GS0, toon hij dus 48 jaar was werd hij benoemd tot lid (fellow) der Society, een onderschei ding, welke hij als de hoogste van zijn leven bleef beschouwen en oen hechten band tusschen hem en dat geleerde ge nootschap bleef vormen. Immers, tot op 85-jarigem leeftijd zond hij geregeld be richten over zijn onderzoekingen en na zijn dood (hij heeft den leeftijd van bijna 91 jaar bereikt) kon do Graaf nog op merkingen mededeelen, door den ster vende gemaakt over do vraagstukken, waarmee hij zich bij voorkeur bezig hield. Do kunst om lenzen to maken, hield Leeuwenhoek langen tijd geheim. En toen hij ze aan andoren liet zien, bleven ©f sleeds enkele exemplaren over, weikê hij voor zich hield. Van het tegenwoor dige standpunt gezien, is liet microscoop van Leeuwenhoek al zeer eenvoudig. Het bestceid feitelijk uit een enkele kleine lens, voor welke op een stift het to onder zoeken voorwerp werd bevost'gd. D .ar de stift een geheel met de lens maakte, meest meestal voor elk nieuw te onder zoeken voorwerp een nieuw microscoop gemaakt worden. D.t verklaart de gTOote hoeveelheid instrumenten welke Leeuwen hoek heeft nagelaten. Ook nu nog moeten wij ons er over1 verbazen, dat Leeuwenhoek met dit een voudig apparaat in staat was tot zijn velo Offildekknigai. Ter gelegenheid van de 300-jarigo herdenking verschijnt een boek over leeuwenhoek van dc hand van een Engetschmnn, Clifford Dobell. In zijn geestige introductie schroef deze dio- Ioog hoo hij gedurende zijn opleiding bij dc opvolgende onderworpen van zijn stu dio telkens moest bemerken, dat liet Leeuwenhoek was, die die voorwerpen (bloedcellen, iniliisoria, houtvezels, proto zoal enz.) voor het eerst had gezien en beschreven. Inderdaad moet men ver baasd slaan over de vedzijd.gheid van zijn onderzoekingen. Maar het ging niet alleen om de nieuwe, voor het gezicht des menschen ontdekte dingen, zijn juiste waardeering, de door hem gemaakte bereke ningen, do gevolgtrekkingen uit de veler lei vondsten, gaven do grootste wan aan zijn arbeid. Gelukkig, dat hij zijn uitvindingen in brieven aan do Royal Society en aan andere buitenlandsche onderzoekers hoeft gezonden. Op deze wijze werd veel voor de toekomst bewaard, wat anders allicht verloren gegaan zou zijn. ln zijn lange leven heeft Leeuwenhoek veel belangstelling en waardeering onder vonden. Maar deze kwamen hoofdzake lijk uit het buitenland. Zoo heeft hij zelfs een bezoek gehad' van Gzaar Peter van. Rusland'. AYel werd hij ook mearma1- lein door landgenootan geraadpleegd, maar van officieclo erkenning is nooit iets ge bleken. In can brief aan Leibnitz schrijft hij ©enigszins puntig: „Die genie die in onzen landen, om haar icenmsse en weten schappen, vergelding krijgen, dat syn llocaen Professoren, Preüicanten, en de Meesters in de Latynze schooien, die soo voel Latijn kannen, dat ze de jonge luy- den in die taal kannen onderwyscn". Thans wordt zijn beteekenis overal be kend als schepper van de wetenschap der klojncre organismen en er valt niet aan te twijfelen of alom zal zijn nagedach tenis geëerd warden, ha ld© eerste plaats in wetenschappelijke kringen. JMaaT het is wenschelijk, dat ook. de grooto massa iets leert begrijpen van de grooto botae- könis van het bezit van grooto mannen als Leeuwenhoek, Swammordam, Boex- haavo o.a., waarin Nederland zicli in lie 17o eeuw heeft mogen verheugen. In de Oude K-ctrk te Delft bevindt zich het gcd'anktetekcn, na zijn dool daar ge plaatst door zijn dochter Maria, de ©enig overgeblevene uit zijn heide huwelijken, die hem, toen hij weduwnaar was, steels zorgvuldig hooft bijgestaan. H. A. S. Opcenten invoerrechten Eeu ploidooi tegen verhooging De Kamer van Koophandel en Fabrieken voor de Beneden-Ma is, heeft het walgende adres gericht tot de leden dor Tweede Kamer liet bij Koninklijke Boodschap van 17 SeptcniLer 1932 ingediende onhvorp van wet lot tijdelijke heffing van opcenten op alle invoerrechten en van don amjas op bier, alsmede herziening van hot tarief (zit ting 19321933 no. 142) geelt de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor de Be neden-Maas, aanleiding zicli met liet on- ders'aandc lot uwe Rooge Vergadering te wenden. In tegenstelling met de vorlioagingensan hot tarief in 1921 cn 1931, aal de thans voorgestelde heffing helrokking hebben ap alle invoerrechten, dus ook op die, welke bedoeld zijn als vergoeding voor de lasten, die de acoijnsiveigevmg den accijnsphcbti- gen ondernemingen vercorza ikt. Als zoo danig is, blijkens do wet van 1 Mei 1863 (Stbl. no. -17) te beschouwen liet invoer recht op god is lil! eer J, hetwelk, toen de accijnzen op binnen- en buitenlaudsch ge- dishlleeid werden samengesmolten, in liet leven is geroepen om de vergoeding voor accijnslaslen, voorheen geno.en via ec-n hoogere accijns op hot buitenlandsob fabrikaat, to behouden. Het invoerrecht, ten bedrage van 13.50 per Hectoliter a,d 50 pCt. nooet dus iu dit licht bezien worden en niet alleen als o:in fiscale maatregel, zoodat het reeds am deze reden niet op een lipi behandeld kan worden met de andere tuiefpesten. Wat gebeurd nu indien op dit recht 30 opcenten werden gelieven? Een H L. buiienJandscli© spiritus ad ICO pCt. kost momenteel f 9.50112 (naar ge- lang de kwaliteit), waarop volgens het g-1- dendo tarief een invoerrecht komt van f7 (2 x f3.50). Wordt do voorgestelde ver- hocging aangenomen, dan zal bij invoer van de/elfde hoeveelheid oen redlit te be talen zijn 9.10 op een artikel van van f9.50f 12 waarde. Nog scherperkoent liet zonderlinge der siSuafie naar voren in dien wij do gevolgen be/ien ten«opz.cMejjpolio geschapen wordt voor die beide hier Indische spiritus geheel van do binnenland- scho markt verdrongen. Nog afgezien van het feit, dat d'o distil lateurs en likeurstokers geheel afhanke lijk zullen worden van gemelde spiritusfa brieken, vragen wij ons af wat er in do ge geven omstandigheden van vermeerdering van inkomsten uit dezen pest voor den fiscus zal overblijven. Zelfs do bedragen, welke (hans nog aan rechten binnenko men, zullen dan ophouden te vloeien, zoo dat do vcrhacging een averechtsdho uit werking zal hebben en beter achterwege kan blijven. Aanleiding om de compensatie van ac- cijns! as (en met 30 pCt. te vergroeien, als hoedanig do verhooging ook kan warden voorgesteld bestaat er momenteel niet. Van do circa 409 brand'erijion, die don we'gever inder.ijd vooir eegen stonden is nog slechts een schaduw over en de beide genoemde spiritusfabrieken zijn dan ooft op hel «ogenblik vrijwel de oenigo, die van liet conipensoerend recht prafitoeren. Waar het nu nimmer naodig geoordeeld werd om do branderijten, teen baar door verschillende oms andighéden het votoirdoel van het comp-enseerend recht piractistih ont viel, ook maar ©enigszins tegemoet te ko men, hoeft het geen zin de spiritusfabrie ken, die er wel van genieten en daarenbo ven steeds onder veel minder drukkende wettelijke 1 opa,tin gen hebben gewerkt dan de branderijen, nog eons extra te bevoor deel en. Voorts mag niet uit het oiog worden ver- lore-n, dat spïrilns voor db distillateurs en likeurstokers grondstof is en daar om geheel vrij van invoer: echten behoorde 1a z'ijn, terwijl wij tenslotte nog ander do aandacht mcgeri brengen, dat aak brand spiritus, een dagehjTksch gebruiksartikel en geheel vrij van luxe, onder da verlioioiging valt en dus duurder ztal worden. Want voor dit artikel wordt in tegenstelling met spiritus voor az'ijnbexeiding geen vrijdom verleend. Resumoercnde mogui wij dan vaststel len, dat: 1. het invoerrecht op gedistilleerd' wezen lijk verschilt van andere invoerrechten, door zijn oompenseerend karakter; 2. door dit recht (c verhoiogen oan mono den zoo beschaafden, eerlijken, oenvoudi- gen en gedistingeerden verslaggever Van Hoghen Lugt, die net in Den Haag bleek te zijn voor de kanonnen-kwestie, een tele gram gezonden met de hiervoor gemelde opdracht. De verschillende interviews, ze mochten dan ai in algemeenen zin weinig opleveren, zouden dan toch ocnige opinies bevatten, die althans den lezeressen en lezers van De Middenweg nieuw waren. L'en vooideel van dit telegram was al vast, dat Ilenri nu nog, alvorens IJselwaarls te trekken, nog zeker twee dagen in Den Haag kon blijven, bij Clara en de kinde ren, echt heerlijk ouderwets ook de maal tijden thuis gebruikende, en interviewende daartusschen in, en schrijvende ©n tele- foneerende naar Amsterdam, in do avond uren. Clara mcTklo wel, dat journalist zijn meer beslag op iemand legt dan het ambtenaarschap, eu zelfs dan het banlc- wez.en. Maai er was alle reden tot voldoening. Met journalistieken spoed zat liij dien twee den avond tc schrijven, twee artikeltjes want dozen heelen tweeden dag had hij aan de „vivisectie" besteed. Er zou aan stonds een looper komen van het bijkantoor in Den Haag, die het geschrevene als „pakje" verzond, zoodat liet de courant nog tijdig bereikte om in het ochtendblad te worden opgenomen. Clara keek met bewondering toe, opmerkende hoeveel vlug ger nu zijn pen over het papier gleed dan vroeger... Wordt dat alles wat je nu schrijft, vroeg ze, ook dadelijk gezet? Ilij knikte bevestigend, met eenig rustig gevoel van eigenwaarde;, het is een vol doening, vooral in den eersten tijd, wan neer al wat men zoo op het papier zet, direct wordt verzooveelduizendvoud. Dus... voegde ze er na eenige ©ogenblikken, „nachdenklich" geworden, bij niemand controleert, wat je schrijft? Hij moest bij deze reeks vragen even den arbeid sta ken. 116je zei? 'O, ja... kijk, in het algemeen leest Riesemeyer, dat is do hoofd verslaggever, de boel wel door, of soms van die afwijkende soorten spiritus, die voor brandspiriius gebezigd worden. Hel recht van f 9.10 Jcontt hier to staan tegen over oen waarde van hel artikel ran f8 a f9 per 11L.. ad 100 'pCt. Met protectie is een dcrgelijike heffing to ziwak geteekend; we geraken hi-r op het terrein der prohibitie. Daar komt neg bij, dat do voerdeel-en der verhooging ten deel zullen vallen aan de twee hier te lande gevestigde spiritus fabrieken, dio door nauwe verwantschap als één ziijn to beschouwen, en zich dus een min of moer volmaakt monopolie zien toegewezen. Immers dit lichaam hoeft liet dan in ztijn macht do prijzen zoo to stellen, dat concurrentie uit het buitenland een voudig onmogelijk wordt en van import gee-n sprake meer kan ztijn. Reeds werd onder het huidige tarief de Nederlandscib- Knipscheer; maar ja kind, ze hebben nogal vertrouwen in me, en zo willen, van wege de concurrentie, die artikelen ook zoo gauw mogelijk hebben, en daarom hebben ze me gezegd worden die stuk ken van mij voor het ochtendblad maar dadelijk doorgegeven. Die hoofdredactie is er 's nachts natuurlijk niet, en de nacht dief-Binnenland, nu ja, die leest in het algemeen niets door, die heeft het druk genoeg met het bewerken van de provin ciale kranten, die binnen komen, en der gelijke. En dan komen do tooneel- en de muziok-recensies; enfin, hij heeft het druk genoeg met het „opmaken", dat is, het in elkaar passen van het ochtendblad, en hij liceft zoo goed als geen hulp. Maar laat me nu schrijven, want over veertig minuten komt de looper de boel halen. Clara liet hem schrijven; zoo wilde hel het noodlot. Dat ook bestemd had, dat, ongecontroleerd, zooals hij het haar had meegedeeld, den volgenden morgen twee berichten m De Middenweg verschenen, waarvan het eerste luidde: DE QUAESTIE VAN DEN UITVOER VAN WAPENEN. (Van onzcu specialen verslaggever.) In afwachting van evenlucelo nadere in lichtingen van de betreffende autoriteiten en een bezoek ter plaatse, kunnen we onzen lezers al een en ander mededeelqn, dat, van zeer voel belang wat deze zaak aangaat, niettemin, voor zoover we weten, tot boelen nog niet is gepubliceerd. Er scheen een onoplosbare tegenspraak te be staan tusschen de beweringen der Fran- sche pers, dat Nederlandseli© fabrieken wa penen naar Duilscbland uitvoeren, en 'de ontkenning van de zijde der fabrikanten, dal dit inderdaad het geval zou zijn. Men moest natuurlijk van meening zijn dat 'do Fransche pers verkeerd was ingelicht, want dat de fabrieken iets zouden afleveren, waar do eigenaren zelf niets van wisten, was toch wel ondenkbaar. Alen stond dus te lande gevestigde spiritusfabrieken, het welk invoer van spiritus •or.moge'ijlk en vermeerdering van inkomsten uit dezen ta riefpost illusoir zal maken; 3. ex momenteel geen aanleiding beslaat om het invoerrecht -op gedistilleerd', be schouwd als compensatie van aoeijhskosten met 30 pCt, te vorhoogen; 4. spiritus voor distillateurs en likeur stokers als grondstof is aan to merken, waarop zeker geen verhooging van reeh- ion mag worden toegepast, alsmede, dat •een volksaxlikel als brandspiritus eveneens door hot welsontweip wordt getroffen; redenen waarom wij uwe Hoog© Vergade ring beleefd, doch met klem verzloekten in ieder geval hare goedkeuring aan het wets ontwerp te onthouden voorzooverro het ge distilleerd daarin is betrokken. Wij vertrouw cn, dat uwe Haogo Vergade- voor een onbegrijpelijk raadsel, waarvan het ons een bizonder genoegen is, de op lossing te kunnen meededen. Die oplos sing is deze: or worden door do be- •doelae fabrieken inderdaad onderdeden vervaardigd voor verschillende wetenschap pelijke cn andere instrumenten, en deze bestemming wordt dan ook op de zendin gen vermeld, klaar, terwijl die onderdoo ien oo-k inderdaad met deze bedoeling zijn besteld, zijn de opdrachtgevers, natuurlijk dusvdaarna, tot andere gedaditen geko men, cn hebben deze onderdeden inder daad voor de vervaardiging van wapenen gebruikt. Ziedaar do oorsprong cn het wezeu van dit rnal-a-propos. Wij hopen door een onderhoud met verschillede per sonen, die van nabij met dit geval op do hoogte zijn, onzen lezers spoedig nadere bizondorheden te kunnen melden. Dat was liet eerste bericht. liet tweede was van dezen inhoud: 'VIVISECTIE OP MENSCHEN. (Van onzen specialen verslaggever.) Inzako de brochure van dr. J. Boger- man, die zooveel gerucht heeft gemaald en door het oEficieele rijkstoezicht is ver oordeeld, terwijl evenwel verschillende me dici velo der geïncrimineerde beweringen daarin als juist erkennen, hebben wij een onderzoek ingesteld cn de meaning ge vraagd van diverse deskundigen. Velen van hen begonnen met hun verwondering uit te spreken, dat ons blad, te dezen nog geen oord-oel heeft gegeven. Dit ligt, naar onze lezers wel begrijpen, geenszins aan „vrees"; onze hoofdredactie kent geen menschen vreesik stel er prijs op te ver melden, dat z© haar „specialen verslagge ver" nog eens nadrukkelijk op het h'arl heeft gedrukt, dit vooral algemeen to ver kondigen, toen hij op een onderzoek te dozen werd uitgezonden. AVelnu, wij kun nen dan als het vrijwel eenstemmig oor deel der deskundigen mcedeelen, dat do ring jn de omstandigheid, flat het redht op dit artikel tot heden steeds Ruiten de opeenvolgende verhciogingcm is gehouden, gereed© aanleiding hiertoe moge vinden. Korst in het verblijf'register. De minister van hjnnenlandsche zaken heeft aan de gemeen te-bestoren de vol gende circulaire gezonden betreffende in schrijving van vreemdelingen in het bevol kingsregister. Aooals u bekend is, is d© inschrijving in het bevolkingsregister van vreemdelim gen, die zich in Nederland willen vesti gen, geregeld bij artikel 16, 3e lid van hot Kon. besluit van 12 December 1922 terwijl in liet 6e lid van genoemd artikel is bepaald, dat lijdelijk toegelaten vreem delingen worden ingeschreven in hot ver- blijfregistcr. Deze bepalingen zijn aanleiding, dat bij do inschrijving van vreemdelingen in de onderscheidene gemeenten naar verschillen- don maatstaf woidt gehandeld. In sommige gemeenten gaat aan do irv- schrijving van vreemdelingen, komende uit het buitenland, een uitgebreid onderzoek vooraf. Na ontvangst van de verklaring van den ambtenaar, belast met de uit voering van dc Vreemdelingenwet, dat hun toelating geen bezwaar ontmoet, wordt soms nog eerst overgegaan tot inschrijving in hot verblijfregister. In andere gemeen ten daarentegen worden vreemde'ingcn, die nit liet buitenland komen, op eerste aan melding ingeschreven in het bevolkings register. Een overhaaste inschrijving in het be volkingsregister lijkt mij, behalve uit een oogpunt van weiing of uitleiding, ook uit administratieve overwegingen af to kou- ren. In vele gevallen vertrekken do vreem delingen na korten tijd weer naar het buitenland en verzuimen van hun ver trek aangifte te doen. Zij blijven dan lang durig ten onrecht© in het bevolkingsregister ingeschreven, terwijl overigens hun inschrij ving vaak geen eigenlijk administratief be lang had. Voorts mag niet uil het oog worden verloren, dat do eenmaal in het bevot- register oener gemeente ingeschreven vreemdeling bij vertrek naar een andere gemeente aldaar in liet bevolkingsregister wordt ingeschreven, op grond van h'et getuigschrift van verandering van werke lijke woonplaats. Een verklaring van den ambtenaar, belast met de uitvoering van do vreemdelingenwet, is daarvoor niet meer vereisclit. Hoewel dit laatste geen invloed heeft op do vraag of de vreemdeling, na zijn verhuizing hier te lande feitelijk toegela ten kan blijven, kan het toch aanleiding zijn, dat in de nieuwe woonplaats minder aandacht aan den persoon woelt besteed1 dan wel wenschelijk is. Ik ben van mooning, dat het bizonderlijk in deze abnormale tijden noodig is, bij- do inschrijving van vreemdelingen, die him laatste woonplaats buiten Nederland had den, in het bevolkingsregister, de noodigo omzichtigheid te betrachten. Teneinde zooveel mogelijk eenheid lo vorlcrijgen in de wijze van handelen, moge ik u 'uiinoodigen, de uit hot buitenland komende vreemdelingen, zoowel die, be doeld in het 3e lid, als die, bedoeld iu het 6o lid van arakei 16 van voornoemd Kon. besluit, niet onmiddellijk in te schrij ven in het bevolkingsregister, doch hen eerst eenigen tijd op te nemen in het verblijfregister. Wie een veilig snelverkeer wil geve den wielrijder aan iederen kant van den weg een rijwielpad rijkscommissie wel zeer geneigd was, de praktijken in academische ziekenhuizen, met goedkeuring eu althans onder toela ting van directies en botrelfende profes soren verricht, als zoo voortreffelijk te be schouwen, dat men eigenlijk daaromtrent a priori wel kon oord celen, dat te dezen geen zoo laakbare handeling als dr. Bcn- german in zijn brochure aangeeft, kan zijn verricht, terwijl ook een -onderzoek van wat daar heeft plaats gevonden, door de houding van genoemde ziekenhuis-autoritei ten allesbehalve gemakkelijk is. Dat on getwijfeld gelijk ook de redactie van dit blad reeds meermalen te veis Laan heeft gegeven beide partijen van de beste bedoelingen vervuld zijn geweest. Beide partijen willen hot bleek ons zoxuie- Idaar uit de verklaringen, die zij zelf ons hebben gegeven uitsluitend werkzaam zijn tot heil van do mensohlieid; meer dan één van beu, met wie wij een onderhoud mochten hebben, heeft ons nog eens her haald, dat dat heil van de monsohheid altijd bij de partij, die hij voorstand, vóór alles het Leitmotiv was. Welnu, waar ons dit van helde zijden is verzekerd, mogen wc wel zeggen, dat deze zaak spoedig, lot aller genoegen zal worden opgelost. Alleen toch, waar eigen belang voorzit, hetzij de zucht om coüte que ooüte tot een wetenschappelijk resultaat te komen, lielzij de lust om opzienbarende „omlhiullin- gen" te doen alleen daar kan men twijfelen, of vakgeleerden tot ecu gemaon- schappelijke meening zullen komen. Nu, en dat is hier niet liet geval. Dat hebben ons ©enerzijds prof. dr. Clil o-riman, dr. 'Overlijkcn, prof. dr. Vischwator, e. a. anderzijds in de ©erste plaats dir. Bogcr- man en dan zijn vrienden, de hoeren Stre- veling, mr. Van Vechtenbek, dr. Van Halen, o. a. gezegd. We zijn dus zeker, dat do zaak waar het om gaat: de al of niet-gevaarlijkheid van bepaalde praepara- -len, ten spoedigste zal zijn opgelost. Wordt vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1932 | | pagina 6