r 1 Het mysterie van het diamanten kruis. INGEZONDEN. D. Ei. S. Geachte Redactie. Naar aanleiding van onze opmerkingen in uw blad' van Dinsdag j I., worden ons door den heer P. van der Most oenige vragen gesteld, welke wij volgaarne willen beant woorden. Vooraf willen wij echter de opmerking maken, dat liet in een krant zoor moeilijk en vaak onvruchtbaar is, om zijn zienswijze behoorlijk uiteen te zetten, wd het niet onsmakelijk en te wijdioopig worden. Laten wij trachten den heen- Van der Most in korte trekken zoo juist mogelijk in te lichten. Allereerst dan de vragen*. Ie. Wordt het hlad „De Verbruiker" al leen verspreid tot het propageeren van de coöperatieve gedachte, of behelst het blad ook lectuur van- andere strekking? 2e. Staat de Ccntr. Bond van Ned. Ver bruikscoöperaties in nauw contact met het N.V.V. (Ned. Vakverbond) •Ons antwoord hierop is: le. liet blad „De Verbruiker" is spe ciaal bestemd voor de coöperatieve pro paganda en alles wat met het verbrui kers belang in verband staal. Lectuur vim andere strekking wordt, zoover wij ons herinneren kunnen, niet opgenomen. Indien de beer Van der Most aan het kantoor van D.E.S. den wensch te ken nen geeft zich daarvan op de hoogte te willen stellen, zuilen wij hem gaarne een aantal nummers doen toekomen. 2e. De Centrale Boud staat zeer zeker met het N.V.V. in nauw contact. Dut had met liet Chr. Nat. Vakverbond óók het geval kunnen zijn, maar dit heeft de samen werking afgewezen. Er is n.l. een aantal jaren geleden door den Gentr. Rond van Ned. Verbruikscoöpe raties aan allo vakcentralen in Nederfatudi een uitnoodiging gericht tot samenwerking voor de grootmakmg van de coöperatieve beweging. Het gevolg hiervan is geweest, dat alleen het N. V. V. bereid werd ge vonden tot samenwerking eb tot op den huidigen dag de coöperatieve gedachte •ander haar leden krachtig heeft gepropa geerd' en met succes. Het pleit dus voor het N. V. V., al was het dan wat iaat, dat zij lot het juiste inzicht gekomen is, dat ook de verbruiks- ooóperatie voor de arbeiders van groot belang is. Eemge jareu geleden is het ook tot. een samenwerking gekomen met het Ned'. Verbond van Hoofdarbeiders. Voorts wordt door den heer Van der Most gevraagd: le. Moet het bestuur van D. E, S. aan een voorstel van de leden b.v. het ver- leenen van subsidie aan het bureau voor arbeidsrecht van de S. D. A. P. altijd gevolg geven, waar hierdoor toch de neu traliteit van D. E. S. in ernstig gevaar komt, hoewel de heer Van der Ze© dit laatste anders tracht voor te stellen door te zeggen, dat door genoemd bureau ook aan andersdenkenden adviezen woidein ge geven, wat ook van liet rechtskundig bureau van den Gbr. ResUironbcmd kaïn warden gezegd en toch is er door D. E. S. afwijzend beschikt op een aanvraag om subsidie door den Chr. Besturenbond. 2e. ills het met de neutraliteit van D. E. S. inderdaaS zoo goed is gesteld als de heer Van der Zee in zijn inge zonden stük aangeeft, zou ik hem nog willen vragen: Waarom stelde het bestuur van D. E. S. zich nimmer eens in ver binding met bet bestuur van da Prot Chr. Besturenbond', wat ten eerste zuiver zake lijk zou zijn en ten tweede niet vain bekrompenheid! zou getuigen? "Wij weten niet of de heer Van de® Most lid is van edn vakbond of andere veroeniging. Indien dit het geval is, moet hij toch weten, dat indien in een verga dering een voorstel ter tafel komt e'n de vergadering, die toch soeverein is, neemt 'dit voorstel aan, het dan edn uitgemaakte zaak is, dat daaraan gevolg moet worden gegeven. I Ter onderscheiding van zaken, willen wij even opmerken, dat het bureau van ar beidsrecht niet is vain de S.D.A.P., maar van ddn Scliied. Bestuurdersbond. Verder hebben wij niet getracht iets aindors voor te stellen, doch prodes gezegd, zooals het in werkelijkheid is. En wij blijven er bij, dat de goede hoe danigheden van D.Ë.S. altijd' over hot hoofd worden gezien en men alleen is blijven op- poncerein tegen het geringe bedrag van f 100.dat aan bet bureau vain arbeids recht werd geschonken. Wij hebben echter op do laatsto Al gemeene Vergadering van D.E.S. eon toon beluisterd, dat hot mogelijk is, dat de S.B.B. do subsidie voor het bureau voor ar beidsrecht niet meer zal aanvaarden, om dat zij dit geld niot meer noöhg hoeft. Voor de juistheid kunnen wij echter niet instaan. Het zou voor de verhoudingen echter wel gewonscht zijn. De heer Van der Most zegt voorts, dat er door D.E.S. afwijzend is boschikt'op oen aanvraag om subsidie door den Chr. Be sturenbond. 'Ons geheugen zou ons hier al verbazend in den stook moeten laten, maar dat herinneren wij ons toch niot. Wil de hoer Van der Most ons even inededeelen, waar en wanneer deze" afwij zing heeft plaats gehad'? Wij hebben bij het begin van ons artikel er al reeds op gewezen, dat do samen werking destijds door het Chr. Nat. Vak -verbond is afgewezen. liet was dus van zelfsprekend, dat wij ons niet tot don Prot. Chr. Besturenbond als onderdeel, konden wenden. Het had geon zin. Laat de heer Van detr Most maar van ons aannemen, dat, indien het mogelijk ware geweest tot samenwerking te bomen met den Prot. Chr. Besturenbond, het al lang was geschied'. Wij zouden niets lie ver wenschen. Het doet ons ten slotte genoegen, dat de heer Van der Most het eens is met de twee laatste regels van ons artikel, nd. dat samenwerking van alle krachten gebie dend noodzakelijk is. U, Geachte Redactie, dankzeggend voor de geboden gastvrijheid, verblijven, G. VAN DER ZEE Hz. Schiedam, 7 Deo. '32. uit het Engelsch van Chester K. E. Steele, door A. W. v. E.—v. R. 22) Maar het komt er niet op aan, ik moet zien, wat vriend Aaron van plan is en wat voor spelletje hij spoelt Natuurlijk kan bjj op den dag van den moord bij den winkel zijn geweest, voordat ik kwam. Daar moet ik Darcy eens naar vragen. 'Anne jongen, hij is wel ongelukkig juist nu hij aan zijn aanstaande huwelijk behoorde te denken. Nu, ik zal deen wat ik kan." Fr bestonden maar weinig trucs, bekend aan de moderne detectives, die kolonel 'Ashley niet meester was waartoe be hoorde de kunst om zich te vermommen niet door een onkundig aangeplakt baardje of -een valschon snor, hoewel hij die wel eens gebruikte maar door een voudige veranderingen aan zijn gezicht en lichaam. Natuurlijk spee'de de Koeling ook een rol, als het noodig was, maar daarvoor was de tijd1 nog niet gekomen. Hij volgde Grafton, zonder dat deze zich daarvan bewust was wat niet moeilijk is in een stad van de grootte van Col chester, en in een van haar hoofdstraten. „Ik vind, dat ik wat meer van hem to weten moot komen," dacht de kolonel. „Ik zou wel een praatje met hem willen maken en zien, wat hij doet; maar dat kan ik nu nog niet wagen. Ik zal een tijdje voor spion moeten spelen!" LASTER IN DFN A. N, F, B. Schiedam, 5 December 1932. Met belangstel ing heb ik het ingezonden stuk van den beear Van Duinen „En nu Tenslotte", in de Sch. Crt. van Donderdag 1 Dcc. gelezen. Daaromtrent zou ik gaarne iets willen opmerken in de eerste plaats maakt de heer Van Duinen de opmerking, dat kam. Boon de z.g. bewijzen, die do heer Knotsenborg had, gezien heeft. Dat weet hij wel beter. Hij trekt die conclusie uit het ingezon den stuk van kam. Boon in de Schied. Crt. van Vrijdag 25 Nov. 1932 Het is waar, dat B. zich daar verkeerd uitdrukte -Maar ik geloof toch wel, dat de heer Van D. zooveel gezond verstand bezit, om te begrijpen, wat kam. Boon bedoelde. Maar, wat kail men ook anders verwachten van een groepje „ongeletterde" personen, welke de aanhangers zijn van kam. Baars? Ge bruikt men zijn verstand', dan bemerkt men zeer goed, dat het zuiver „muggenzifterij" van den heer Van D. is. In de tweede plaats geloof ik wel, dat de houding van dat groepje Schiedammers (laten wij aannemen, dat hot „ongeleder- don" zijn), den heer Knotsenborg o.s. niet ongelegen kwam. Want nu waren ze immers in den rug gedekt ten aanzien van de niet vertoonde bewijzen De vergadering moest hierdoor toch afgebroken worden? Fn indien men zijn verstand laat wei-ken, begrijpt men toch ock wel, dat de stem ming dier bewuste vergadering nu niet zoo- gunstig was ten aanzien van den heer Knotsenborg c.s. Als de meerderheid op de hand van bedoelden heer was, zooals de heer Van D. voorgeeft, zou het im mers een kleine moeite geweest zijn om die paar menschen te verwijderen. Maar dat durfde men niet. Het recht zal zege vieren. Vervolgens maakt de heer Van D. do opmerking, dat kam. Baars namen gepubli ceerd heeft, waardoor de positie van de bewuste personen in gevaar werd gebracht. Wie heeft het eerst do namen van den heer Krediet,, baron van Lijnden, enz. ge publiceerd? Niet kam. Baars. Dat weet u ook wel I Maar och, als men de men schen iets in wil pompen, noemt men het niet zoo nauw met de waarheid. Verder merkt do heer Van D. op, dat kam. Baars niet aangevallen mag worden. Indien de heer Van D, daar gegronde re denen voor heeft, zal niemand hem dat verbieden. 'Ook wij niet. De opmerking over den toekomstigen minister-president Jan Baars is ook laag bij den grond. Maar och, de heer Van D zal ook den ken: „Wie de lachers op zijn hand hoeft, is klaar". Deze kwestie is daar echter veel te ernstig voor. Fn dan de opmerking over het jonge mensch van dertig lentes, daar maakt de heer Van D. zich zelf belachelijk mee. Hoe oud' is mijnheer van D. 'Och, do leeftijd doet er per slo-t van rekening wei nig toe. Het fasciisme loeit ons toch, dat er niet naar leeftijd', maar naar bekwaam heid moet worden gekeken. En, in verge lijking met kam. Baars, is de heer Van D. maar eon kind' op politiek terrein. En wij weten zeer goed, dat het don heer Van D. te doen is, om een vooraanstaande functie in do fascistische beweging te bo- kleeden. Vervolgens de opmerking, dat de admi nistratie en de financiën in do Parkstraat hopeloos in de war waren. Ik geloof wel, dat de heer Ekering daar ook schuld aan had. Maar wie waren nu de hoofdschul digen? Dat waren do hoeren Knotsenborg c.s. Wij hebben de bewijzen gezien, dat geïnde kwitanties door den heer Ka. nim mer afgedragen zijn aan het hoofdbestuur. Ook betrok de afd. Rotterdam brochures enz., die»nimmer betaald werden. Voorts weiden lodenkaarlen uit hot bestaande kaartsysteem gelicht door de bewuste per sonen. Geen wonder, dat administratie en financiën in de war waren Indien de heer Knotsenborg (want daar draait per slot van rekening alles om), frank en vrij naai- voren was gekomen met zijn bewijzen (laten we veronderstellen, dat hij ze had), k la bonlieur. Maar iemand, die de laster aangrijpt, slaat niet recht in zijn scli oenen. Eerst wilde „men", dat de h:e- Raars persoonlijk geen correct leven Mi-Me. „Hen" wordt nu al voorzichtiger, dooi te be weren, dat kam. Baars er toch de ver antwoordelijkheid voor droeg. („Men" Is zeker bang voor een aanklacht bijl de justi tie!' Vei volgons „de rcoigatiisatie commissie". Eerst do vraag: „Wat is die commissie?" Op papier kan zij onpartijdig zijn, maar in werkelijkheid stond zij onder d'e dictatuur van den hecT Knotsenborg. En nu is het wel merkwaardig, dat juist hij „de leider" moet worden. Kameraad Baars is do pionier van de fascistische beweging in Nederland geweest en bewijst nog, dat hij de grootste werf kracht bezit. Indien er iemand is, die boter is dan hij, zal hij mot graagte zijn positie als leider afstaan. Maar niet aan men schen, dio van de beweging willen leven! Als wij verder gaan lozen wij 'de op merking, dat kam. Baars zich niet goed gedragen heeft in Italië, enz. enz. Is de heer Van D. er bij tegenwoordig geweest? Neen, maar dat is natuurlijk weer af komstig van „men zegt". Daar draait ton slotte alles an. Uit Rotterdam kwam ook het gerucht, dat kam. Baars, indien hij w-eer in Italia mocht kamen, door Gra- vel afgemaakt zou worden. Wij liebbon de b w ij z e n gezien, dat Baars nog steeds correspondeert met Asvoro Gravelli. A Nadat de detective den man naar diens winkel en zelfs naar binnen was gevo'gd, waar hij een kleinigheidje kncht, en nadat hij mr. Grafton zijn privé kantoor had zien binnengaan, bracht hij Darcy Ln de gevan genis een bezoek. „Hoe gaat liet met haar, kolonel?" wa ren de eerste woorden van den gevangene, toen zij in de spreekkamer waren, met een detective een paar stoelen van hen af; alleen maar onder zuüko voorzorgs maatregelen mochten de bezoekers de ge vangenen spreken. „IIoo gaat het met Amy?" „Ileel goed, sinds ik haar het laatst gezien heb. Maar ik ben gekomen om over iest anders te spreken." „Dat begrijp ik. Deze afschuwelijke zaak. Maar zij gelooft no-g steeds in mij, mot waar?" vroeg hij gretig. „Evengoed als ik." „Goddank I Ik weet niet, wat ik zou doen, als zij zich van mij afkeerde. Ik niet langer kunnen leven 1" „Kom, kom. Wordt nu maar niet senti- mcntoel 1" „Ik kan er niets aan doen, kolonel, maar zoolang Amy gelooft, dat ik deze afschuwe lijke misdaad niet begaan heb en God woet, dat ik het niet gedaan heb en zoolang zij in mij gelooft, kan ik hot uithouden. Misschien duurt hot niet lang meer 1" „Nu, het heeft geen nut, je mot valsche hoop te vleien, Darcy. Je> zult hier waar schijnlijk den hooien zomer Kijven." „Daar geef ik niet om, als mijn on schuld op liet laatst maar wordt bewezen." „Ik hoop, dat we dit in orde kunnen brengen l" DE BLUE BAND GLIMLACH „U gelooft dus in me, kolonel?" „Natuurlijk, anders zou ik me niet met jou zaak inlaten T.nistor rm ev«n Ifc wi! je een paar vragen stellen. Beantwoord zo zoo kort als je kunt. Ik zal je hier zoo gauw mogelijk uithalen. Als ik niet zoo traag was geweest als een karper, had ik Jon rechten man hier in jouw plaats kunnen hebben!" „Wat bedoelt u, kolonel?" „Hè? Wat is er? Zei ik iets?" En de detective scheen uit een droom te ontwaken, want hij had' zijn laatste opmerking zacht voor zich heen gemaakt. „U sprak over een karper do rechte man „'O, ik dacht juist aan iets uit Walton. Let er maai- niet op. Hot is een slechte gewoonte, die ik in den laatsten tijd heb aangenomen, om hardop te denken. Nu terzake," en de kolonel haaMo eenige pa pieren uit zijn zak. Darcy keek zijn nieuwen vriend' verbaasd aan. De kolonel had' net gesproken aisof hij eens de kans had gehad, den „rech ten man" te pakken te krijgen. Bedoelde hij daarmee den werkelijïkon moordenaar? Darcy schudde liet hoofd. Hij vreesde, dat zijn zenuwen hem do baas begonnen te worden. „Ken jo Aaron Grafton vroeg de kolonel. „Ja zeker," antwoordde Darcy, „ieder een in de stad kent bom als een van de vooraanstaande kooplieden." „fs hij don dag, dat mrs. Darcy gedood werd, in den winkel geweest?" „Dat weet ik niet meer. Er is1 zooveel gebeurd er waren zooveel menschen." „Toch als ik er aan terug derde herinner ik me niet, hem gezien te hebben," .„Prachtig Heelt hij ooit zaken met je gedaan ik bedoel, of hij ooit iets ge knecht heeft?" „Ja zeker, dat zal hij wel gedaan heb ben. Bijna iedereen, die iets te beteeke- nen beeft in Colchester, heeft wel eens inkoopen in onzen winkel gedaan dó een meer, de ander minder. Toch herin ner ik me geen bizonderen aankoop van Grafton." „Heeft hij wel eens zijn horloge laten repareeren?" „Ik geloof, dat ik het mij wel zou herinneren, als ik zijn horloge had' nage zien. Maar ik weet zeker, dat ik het niet gedaan heb. Hij heeft een heel mooi hor logo; dat weet ik, omdat ik hem voor de etalage heb zien staan, om hot met onzen klok gelijk te zetten 1" „Juist. Niets anders. Kim je op oen of andere manier verklaren, dat zooveel Kok ken in den winkel, dio toch gewoonlijk verscheidene dagen loepen, op velschillende uren zijn blijven staan en nacht van den moord? Hoe zit dat? Darcy zweeg een oogenblik, w aar -ver de kolonel zich ecmigszins verbaasde. Toen antwoordde hij langzaam: „Neon, dat kan ik niet verklaren. Ik weet niet, hoe dat kwam." „Wol, dan zal ilc dat alleen moeten -a.lt- visschen,. vermoed' ik. Ik dacht, dat jij een of andere verklaring zou hebben, daar jij vorstand1 bobt van uurwerken. Je weet toch, dat de moeste klokken werkelijk stil stonden of liever, allemaal, behalve liet horloge in de hand van je nioolit?" „Ja, dat heb ik toen gomorkt. Het hor- Dat doet men toch niet met zijn doods vijanden? 1 i Do heer Van D. hooft ©r zeLf aain moe geholpen, liet bericht te verspreiden, dat kam. Baars communistisch propaganda mal Leriaal zou hebben otntva'ngen in Italic. Ia- dien de leider der afdoelmg Rotterdam be wijzen beeft ten opziolito dier kwestie, toon ze da|n. Of mogdn „ongeletterde menschen" die niet zien? Indien de heer Van D. zich in de Parkstraat wil ver voegen, zal men hem ook daar zeer zeker bewijzen laten zien, dio niot erg pleiten voor Knotsenborg. i Dat de afd. Rotterdam zich achter de Reorg. commissie gescliaard heeft, daar zijn gegrondo redenen voor. In do eerste plaats door de eenzijdige voorlichting, die daar gegeven wordt. E'n dan do terreur, die uitgeoefend wordt in de afdeel ing. Een paar Rotterdammers, dio op de laatste alge- meene lodenvergadering in Den Haag aan wezig waren, waar oo'c Knotsenborg uit- genoodigd was om zich to verdedigen, maar niet verschenen, is, maakten de op merking: „Als zo Ln Rotterdam weten, dat we hier zijn, mogen we geen voet meer in het Secretariaat zetten". Dit teakont voldoende de mentaliteit vain do leiding in Rotterdam. Wij zijn er trotsoh op, dat we onze over tuiging niet te grabbed gooien voor een baantje, al zouden we er best een kunnen gebruiken. Ik wil nog oven do opmerking maken, dat do hoer Van D. zich aan misleiding schuldig maakt inzake de salarieering van kam. Baars. Dit is missohien zoo geweest bij den Fascisten Bond „De Bezem", coö peratief Uitgeversbedrijf, maar bij den A.N.F.B. nog nimmer. Dat de heer Van D. zich zelf tegen spreekt met deze opmerking, heeft hij zeker niet bemerkt. Want kam. Baars lieeft daln toch zijn baantje prijs gegeven, door in den A.N.F.B. te komen 't Is tooh jammer voor den heer Van D„ dat „ongeletterde*' menschen nog zooveel verstand bezitten om dat op te merken. Wij worden geweerd in Rotterdam, om dat we in „oppositie" zijn tegen dé Reorg. Commissie. Is dat angst? Als er toch be wijzen zijn, verpletter er ons dan meel Indien de heer Van D. werkelijk een goed fascist was, had hij niet in de krant moeten gaan schrijven. Niet, omdat wij bang zijn. Maar hij1 geeft de fascistisch© gedachte een trap, die ze misschien niet zoo spoedig to boven zaïl komen. Daarom zou het ons niet verwonderen, indien de heer Van D. net als Dr. Knighton, een anti-fascist was. De heer Van D. mag nu verder zooveel schrijven als hij wil, ik ahtwooirf niet meer op ingezonden stukken, want ik zeg altijd maar: „De waarheid zal zegevieren A. W. NUGTEREN, Overschiescbestraat 66. Door bizondere omstandigheden kon dit Ingezonden Stuk eerst boden worden geplaatst. Redactie Sch iel Courant. Faillissementen. (Afd. Handelsinformatie.) Opgegeven door Van der Graaf en Co Uitgesproken: M. Buijs, grondwerker, te Rotterdam. Reóliter-comm. inr B. I. Zijlstra; curator mr. A. F. J. de Grove, Rotterdam. J. L. G. Lemakert, rijwiel- en motorber- steller, te Rotterdam. Recbter-comm. mr. B. I. Zijlstra; curator mr. J. A. van Bronkherst, Rotterdam L. M. Verbunt, pensionhoudster, te Rot terdam. Rechter-comm mr. dr. B. I. -'ijl stra curator mr. C. J. H. Verrer, Rotter dam. N.V. de Boer en van Rijn's Tapijt en Meubeihandel, te Rotterdam. RecKer-comm. mr. dr. B. I. Zijlsfo-a; curator mr. D. Al, Hoogenraad, te Rotterdam, N.V. Radio-Rcx, te Rotterdam. Rechter- comm. mr. dr. B. I. Zijlshra; curator mr. S. Naaijen, Rotterdam. loge liep!" „Dat heb je mij verteld' ji dacht, dat het 't Koppen van haar hari was. „O, was dat maar inderdaad het geval geweest," riep Darcy op wanhopigen toon. „Dan zat ik hier nu niet. Maar het is nu te laat, om daarover te denken „Weet je toevallig, wat er met dat hor loge gebeurd is? Het was van een In- dier." „Ja, van Sunga Phut. Ik moest hot voor hem nakijken en hij zou het vroeg ko men halen. Hot was maar oen klemigneao, het kleine veertje was losgeraakt, üeasc lie, en hot horloge liep hecü vlug. Ilc was van plan het den avond tevoren te doen, maar het licht was te zwak. Dus besloot! ik er vroeg voor op to staan, maar ik kreeg do gelegenheid niet meer. Neon, ik! herinner me niet, wat or met het horloge gebeurd is. Ik veromlerstel, dat de daleo vos het hebben." „Do officier van justitie nam liat a beslag, maar nu hooft Singa Phut liet." „Hij I" riep Darcy. „Ja, hij kwam aan het gerechtshof en verzocht, dat het hem zou worden gege ven. Hij zei, dat het een oud uurwerk was, dat al heol lang in zijn bezit was geweest. En daar hot niet in verband kon staan met de misdaad, gaven zo hot hem." „Dat zal wel zoo geweest zijn. Noen, Singa Pliut heeft niets met den moord te maken gehad', daar hen ilc zeker van.' „En zijn alibi is geheel in orde," zeide de kolonel. Wordt vervolgd). Ma opneming wordt geen instemming der Redactie bedoeld. Copy wordt nimmer teruggegeven. i eaa7-020»

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1932 | | pagina 6