r
1
Het mysterie van het
diamanten kruis.
INGEZONDEN.
D. Ei. S.
Geachte Redactie.
Naar aanleiding van onze opmerkingen in
uw blad' van Dinsdag j I., worden ons door
den heer P. van der Most oenige vragen
gesteld, welke wij volgaarne willen beant
woorden.
Vooraf willen wij echter de opmerking
maken, dat liet in een krant zoor moeilijk
en vaak onvruchtbaar is, om zijn zienswijze
behoorlijk uiteen te zetten, wd het niet
onsmakelijk en te wijdioopig worden.
Laten wij trachten den heen- Van der
Most in korte trekken zoo juist mogelijk
in te lichten.
Allereerst dan de vragen*.
Ie. Wordt het hlad „De Verbruiker" al
leen verspreid tot het propageeren van de
coöperatieve gedachte, of behelst het blad
ook lectuur van- andere strekking?
2e. Staat de Ccntr. Bond van Ned. Ver
bruikscoöperaties in nauw contact met het
N.V.V. (Ned. Vakverbond)
•Ons antwoord hierop is:
le. liet blad „De Verbruiker" is spe
ciaal bestemd voor de coöperatieve pro
paganda en alles wat met het verbrui
kers belang in verband staal. Lectuur vim
andere strekking wordt, zoover wij ons
herinneren kunnen, niet opgenomen.
Indien de beer Van der Most aan het
kantoor van D.E.S. den wensch te ken
nen geeft zich daarvan op de hoogte te
willen stellen, zuilen wij hem gaarne een
aantal nummers doen toekomen.
2e. De Centrale Boud staat zeer zeker
met het N.V.V. in nauw contact. Dut had
met liet Chr. Nat. Vakverbond óók het
geval kunnen zijn, maar dit heeft de samen
werking afgewezen.
Er is n.l. een aantal jaren geleden door
den Gentr. Rond van Ned. Verbruikscoöpe
raties aan allo vakcentralen in Nederfatudi
een uitnoodiging gericht tot samenwerking
voor de grootmakmg van de coöperatieve
beweging. Het gevolg hiervan is geweest,
dat alleen het N. V. V. bereid werd ge
vonden tot samenwerking eb tot op den
huidigen dag de coöperatieve gedachte
•ander haar leden krachtig heeft gepropa
geerd' en met succes.
Het pleit dus voor het N. V. V., al was
het dan wat iaat, dat zij lot het juiste
inzicht gekomen is, dat ook de verbruiks-
ooóperatie voor de arbeiders van groot
belang is.
Eemge jareu geleden is het ook tot. een
samenwerking gekomen met het Ned'.
Verbond van Hoofdarbeiders.
Voorts wordt door den heer Van der
Most gevraagd:
le. Moet het bestuur van D. E, S. aan
een voorstel van de leden b.v. het ver-
leenen van subsidie aan het bureau voor
arbeidsrecht van de S. D. A. P. altijd
gevolg geven, waar hierdoor toch de neu
traliteit van D. E. S. in ernstig gevaar
komt, hoewel de heer Van der Ze© dit
laatste anders tracht voor te stellen door
te zeggen, dat door genoemd bureau ook
aan andersdenkenden adviezen woidein ge
geven, wat ook van liet rechtskundig
bureau van den Gbr. ResUironbcmd kaïn
warden gezegd en toch is er door D. E. S.
afwijzend beschikt op een aanvraag om
subsidie door den Chr. Besturenbond.
2e. ills het met de neutraliteit van
D. E. S. inderdaaS zoo goed is gesteld
als de heer Van der Zee in zijn inge
zonden stük aangeeft, zou ik hem nog
willen vragen: Waarom stelde het bestuur
van D. E. S. zich nimmer eens in ver
binding met bet bestuur van da Prot Chr.
Besturenbond', wat ten eerste zuiver zake
lijk zou zijn en ten tweede niet vain
bekrompenheid! zou getuigen?
"Wij weten niet of de heer Van de®
Most lid is van edn vakbond of andere
veroeniging. Indien dit het geval is, moet
hij toch weten, dat indien in een verga
dering een voorstel ter tafel komt e'n de
vergadering, die toch soeverein is, neemt
'dit voorstel aan, het dan edn uitgemaakte
zaak is, dat daaraan gevolg moet worden
gegeven. I
Ter onderscheiding van zaken, willen
wij even opmerken, dat het bureau van ar
beidsrecht niet is vain de S.D.A.P., maar
van ddn Scliied. Bestuurdersbond. Verder
hebben wij niet getracht iets aindors voor
te stellen, doch prodes gezegd, zooals het
in werkelijkheid is.
En wij blijven er bij, dat de goede hoe
danigheden van D.Ë.S. altijd' over hot hoofd
worden gezien en men alleen is blijven op-
poncerein tegen het geringe bedrag van
f 100.dat aan bet bureau vain arbeids
recht werd geschonken.
Wij hebben echter op do laatsto Al
gemeene Vergadering van D.E.S. eon toon
beluisterd, dat hot mogelijk is, dat de
S.B.B. do subsidie voor het bureau voor ar
beidsrecht niet meer zal aanvaarden, om
dat zij dit geld niot meer noöhg hoeft.
Voor de juistheid kunnen wij echter niet
instaan. Het zou voor de verhoudingen
echter wel gewonscht zijn.
De heer Van der Most zegt voorts, dat
er door D.E.S. afwijzend is boschikt'op oen
aanvraag om subsidie door den Chr. Be
sturenbond. 'Ons geheugen zou ons hier
al verbazend in den stook moeten laten,
maar dat herinneren wij ons toch niot.
Wil de hoer Van der Most ons even
inededeelen, waar en wanneer deze" afwij
zing heeft plaats gehad'?
Wij hebben bij het begin van ons artikel
er al reeds op gewezen, dat do samen
werking destijds door het Chr. Nat. Vak
-verbond is afgewezen. liet was dus van
zelfsprekend, dat wij ons niet tot don
Prot. Chr. Besturenbond als onderdeel,
konden wenden. Het had geon zin.
Laat de heer Van detr Most maar van
ons aannemen, dat, indien het mogelijk
ware geweest tot samenwerking te bomen
met den Prot. Chr. Besturenbond, het al
lang was geschied'. Wij zouden niets lie
ver wenschen.
Het doet ons ten slotte genoegen, dat
de heer Van der Most het eens is met de
twee laatste regels van ons artikel, nd.
dat samenwerking van alle krachten gebie
dend noodzakelijk is.
U, Geachte Redactie, dankzeggend voor
de geboden gastvrijheid, verblijven,
G. VAN DER ZEE Hz.
Schiedam, 7 Deo. '32.
uit het Engelsch van Chester K. E. Steele,
door A. W. v. E.—v. R.
22)
Maar het komt er niet op aan, ik moet
zien, wat vriend Aaron van plan is en
wat voor spelletje hij spoelt Natuurlijk kan
bjj op den dag van den moord bij den
winkel zijn geweest, voordat ik kwam.
Daar moet ik Darcy eens naar vragen.
'Anne jongen, hij is wel ongelukkig
juist nu hij aan zijn aanstaande huwelijk
behoorde te denken. Nu, ik zal deen wat
ik kan."
Fr bestonden maar weinig trucs, bekend
aan de moderne detectives, die kolonel
'Ashley niet meester was waartoe be
hoorde de kunst om zich te vermommen
niet door een onkundig aangeplakt
baardje of -een valschon snor, hoewel hij
die wel eens gebruikte maar door een
voudige veranderingen aan zijn gezicht en
lichaam.
Natuurlijk spee'de de Koeling ook een
rol, als het noodig was, maar daarvoor
was de tijd1 nog niet gekomen.
Hij volgde Grafton, zonder dat deze zich
daarvan bewust was wat niet moeilijk
is in een stad van de grootte van Col
chester, en in een van haar hoofdstraten.
„Ik vind, dat ik wat meer van hem
to weten moot komen," dacht de kolonel.
„Ik zou wel een praatje met hem willen
maken en zien, wat hij doet; maar dat
kan ik nu nog niet wagen. Ik zal een tijdje
voor spion moeten spelen!"
LASTER IN DFN A. N, F, B.
Schiedam, 5 December 1932.
Met belangstel ing heb ik het ingezonden
stuk van den beear Van Duinen „En nu
Tenslotte", in de Sch. Crt. van Donderdag
1 Dcc. gelezen.
Daaromtrent zou ik gaarne iets willen
opmerken
in de eerste plaats maakt de heer Van
Duinen de opmerking, dat kam. Boon de
z.g. bewijzen, die do heer Knotsenborg
had, gezien heeft. Dat weet hij wel beter.
Hij trekt die conclusie uit het ingezon
den stuk van kam. Boon in de Schied.
Crt. van Vrijdag 25 Nov. 1932 Het is
waar, dat B. zich daar verkeerd uitdrukte
-Maar ik geloof toch wel, dat de heer
Van D. zooveel gezond verstand bezit, om
te begrijpen, wat kam. Boon bedoelde. Maar,
wat kail men ook anders verwachten van
een groepje „ongeletterde" personen, welke
de aanhangers zijn van kam. Baars? Ge
bruikt men zijn verstand', dan bemerkt men
zeer goed, dat het zuiver „muggenzifterij"
van den heer Van D. is.
In de tweede plaats geloof ik wel, dat
de houding van dat groepje Schiedammers
(laten wij aannemen, dat hot „ongeleder-
don" zijn), den heer Knotsenborg o.s. niet
ongelegen kwam. Want nu waren ze immers
in den rug gedekt ten aanzien van de
niet vertoonde bewijzen De vergadering
moest hierdoor toch afgebroken worden?
Fn indien men zijn verstand laat wei-ken,
begrijpt men toch ock wel, dat de stem
ming dier bewuste vergadering nu niet zoo-
gunstig was ten aanzien van den heer
Knotsenborg c.s. Als de meerderheid op
de hand van bedoelden heer was, zooals
de heer Van D. voorgeeft, zou het im
mers een kleine moeite geweest zijn om
die paar menschen te verwijderen. Maar
dat durfde men niet. Het recht zal zege
vieren.
Vervolgens maakt de heer Van D. do
opmerking, dat kam. Baars namen gepubli
ceerd heeft, waardoor de positie van de
bewuste personen in gevaar werd gebracht.
Wie heeft het eerst do namen van den
heer Krediet,, baron van Lijnden, enz. ge
publiceerd? Niet kam. Baars. Dat weet u
ook wel I Maar och, als men de men
schen iets in wil pompen, noemt men het
niet zoo nauw met de waarheid.
Verder merkt do heer Van D. op, dat
kam. Baars niet aangevallen mag worden.
Indien de heer Van D, daar gegronde re
denen voor heeft, zal niemand hem dat
verbieden. 'Ook wij niet. De opmerking
over den toekomstigen minister-president
Jan Baars is ook laag bij den grond.
Maar och, de heer Van D zal ook den
ken: „Wie de lachers op zijn hand hoeft,
is klaar". Deze kwestie is daar echter
veel te ernstig voor.
Fn dan de opmerking over het jonge
mensch van dertig lentes, daar maakt de
heer Van D. zich zelf belachelijk mee.
Hoe oud' is mijnheer van D. 'Och, do
leeftijd doet er per slo-t van rekening wei
nig toe. Het fasciisme loeit ons toch, dat
er niet naar leeftijd', maar naar bekwaam
heid moet worden gekeken. En, in verge
lijking met kam. Baars, is de heer Van
D. maar eon kind' op politiek terrein. En
wij weten zeer goed, dat het don heer
Van D. te doen is, om een vooraanstaande
functie in do fascistische beweging te bo-
kleeden.
Vervolgens de opmerking, dat de admi
nistratie en de financiën in do Parkstraat
hopeloos in de war waren. Ik geloof wel,
dat de heer Ekering daar ook schuld aan
had. Maar wie waren nu de hoofdschul
digen? Dat waren do hoeren Knotsenborg
c.s. Wij hebben de bewijzen gezien, dat
geïnde kwitanties door den heer Ka. nim
mer afgedragen zijn aan het hoofdbestuur.
Ook betrok de afd. Rotterdam brochures
enz., die»nimmer betaald werden. Voorts
weiden lodenkaarlen uit hot bestaande
kaartsysteem gelicht door de bewuste per
sonen. Geen wonder, dat administratie en
financiën in de war waren
Indien de heer Knotsenborg (want daar
draait per slot van rekening alles om), frank
en vrij naai- voren was gekomen met zijn
bewijzen (laten we veronderstellen, dat hij
ze had), k la bonlieur. Maar iemand, die
de laster aangrijpt, slaat niet recht in zijn
scli oenen.
Eerst wilde „men", dat de h:e- Raars
persoonlijk geen correct leven Mi-Me. „Hen"
wordt nu al voorzichtiger, dooi te be
weren, dat kam. Baars er toch de ver
antwoordelijkheid voor droeg. („Men" Is
zeker bang voor een aanklacht bijl de justi
tie!'
Vei volgons „de rcoigatiisatie commissie".
Eerst do vraag: „Wat is die commissie?"
Op papier kan zij onpartijdig zijn, maar
in werkelijkheid stond zij onder d'e dictatuur
van den hecT Knotsenborg. En nu is het
wel merkwaardig, dat juist hij „de leider"
moet worden.
Kameraad Baars is do pionier van de
fascistische beweging in Nederland geweest
en bewijst nog, dat hij de grootste werf
kracht bezit. Indien er iemand is, die boter
is dan hij, zal hij mot graagte zijn positie
als leider afstaan. Maar niet aan men
schen, dio van de beweging willen leven!
Als wij verder gaan lozen wij 'de op
merking, dat kam. Baars zich niet goed
gedragen heeft in Italië, enz. enz. Is de
heer Van D. er bij tegenwoordig geweest?
Neen, maar dat is natuurlijk weer af
komstig van „men zegt". Daar draait ton
slotte alles an. Uit Rotterdam kwam ook
het gerucht, dat kam. Baars, indien hij
w-eer in Italia mocht kamen, door Gra-
vel afgemaakt zou worden. Wij liebbon
de b w ij z e n gezien, dat Baars nog
steeds correspondeert met Asvoro Gravelli.
A
Nadat de detective den man naar diens
winkel en zelfs naar binnen was gevo'gd,
waar hij een kleinigheidje kncht, en nadat
hij mr. Grafton zijn privé kantoor had zien
binnengaan, bracht hij Darcy Ln de gevan
genis een bezoek.
„Hoe gaat liet met haar, kolonel?" wa
ren de eerste woorden van den gevangene,
toen zij in de spreekkamer waren, met
een detective een paar stoelen van hen
af; alleen maar onder zuüko voorzorgs
maatregelen mochten de bezoekers de ge
vangenen spreken.
„IIoo gaat het met Amy?"
„Ileel goed, sinds ik haar het laatst
gezien heb. Maar ik ben gekomen om
over iest anders te spreken."
„Dat begrijp ik. Deze afschuwelijke zaak.
Maar zij gelooft no-g steeds in mij, mot
waar?" vroeg hij gretig.
„Evengoed als ik."
„Goddank I Ik weet niet, wat ik zou
doen, als zij zich van mij afkeerde. Ik
niet langer kunnen leven 1"
„Kom, kom. Wordt nu maar niet senti-
mcntoel 1"
„Ik kan er niets aan doen, kolonel, maar
zoolang Amy gelooft, dat ik deze afschuwe
lijke misdaad niet begaan heb en God
woet, dat ik het niet gedaan heb en
zoolang zij in mij gelooft, kan ik hot
uithouden. Misschien duurt hot niet lang
meer 1"
„Nu, het heeft geen nut, je mot valsche
hoop te vleien, Darcy. Je> zult hier waar
schijnlijk den hooien zomer Kijven."
„Daar geef ik niet om, als mijn on
schuld op liet laatst maar wordt bewezen."
„Ik hoop, dat we dit in orde kunnen
brengen l"
DE BLUE BAND
GLIMLACH
„U gelooft dus in me, kolonel?"
„Natuurlijk, anders zou ik me niet met
jou zaak inlaten T.nistor rm ev«n Ifc wi!
je een paar vragen stellen. Beantwoord
zo zoo kort als je kunt. Ik zal je hier
zoo gauw mogelijk uithalen. Als ik niet
zoo traag was geweest als een karper,
had ik Jon rechten man hier in jouw
plaats kunnen hebben!"
„Wat bedoelt u, kolonel?"
„Hè? Wat is er? Zei ik iets?"
En de detective scheen uit een droom
te ontwaken, want hij had' zijn laatste
opmerking zacht voor zich heen gemaakt.
„U sprak over een karper do rechte
man
„'O, ik dacht juist aan iets uit Walton.
Let er maai- niet op. Hot is een slechte
gewoonte, die ik in den laatsten tijd heb
aangenomen, om hardop te denken. Nu
terzake," en de kolonel haaMo eenige pa
pieren uit zijn zak.
Darcy keek zijn nieuwen vriend' verbaasd
aan. De kolonel had' net gesproken aisof
hij eens de kans had gehad, den „rech
ten man" te pakken te krijgen. Bedoelde
hij daarmee den werkelijïkon moordenaar?
Darcy schudde liet hoofd. Hij vreesde,
dat zijn zenuwen hem do baas begonnen
te worden.
„Ken jo Aaron Grafton vroeg de
kolonel.
„Ja zeker," antwoordde Darcy, „ieder
een in de stad kent bom als een van de
vooraanstaande kooplieden."
„fs hij don dag, dat mrs. Darcy gedood
werd, in den winkel geweest?"
„Dat weet ik niet meer. Er is1 zooveel
gebeurd er waren zooveel menschen."
„Toch als ik er aan terug derde
herinner ik me niet, hem gezien te
hebben,"
.„Prachtig Heelt hij ooit zaken met je
gedaan ik bedoel, of hij ooit iets ge
knecht heeft?"
„Ja zeker, dat zal hij wel gedaan heb
ben. Bijna iedereen, die iets te beteeke-
nen beeft in Colchester, heeft wel eens
inkoopen in onzen winkel gedaan dó
een meer, de ander minder. Toch herin
ner ik me geen bizonderen aankoop van
Grafton."
„Heeft hij wel eens zijn horloge laten
repareeren?"
„Ik geloof, dat ik het mij wel zou
herinneren, als ik zijn horloge had' nage
zien. Maar ik weet zeker, dat ik het niet
gedaan heb. Hij heeft een heel mooi hor
logo; dat weet ik, omdat ik hem voor
de etalage heb zien staan, om hot met
onzen klok gelijk te zetten 1"
„Juist. Niets anders. Kim je op oen of
andere manier verklaren, dat zooveel Kok
ken in den winkel, dio toch gewoonlijk
verscheidene dagen loepen, op velschillende
uren zijn blijven staan en nacht van
den moord? Hoe zit dat?
Darcy zweeg een oogenblik, w aar -ver
de kolonel zich ecmigszins verbaasde. Toen
antwoordde hij langzaam:
„Neon, dat kan ik niet verklaren. Ik
weet niet, hoe dat kwam."
„Wol, dan zal ilc dat alleen moeten -a.lt-
visschen,. vermoed' ik. Ik dacht, dat jij
een of andere verklaring zou hebben, daar
jij vorstand1 bobt van uurwerken. Je weet
toch, dat de moeste klokken werkelijk stil
stonden of liever, allemaal, behalve
liet horloge in de hand van je nioolit?"
„Ja, dat heb ik toen gomorkt. Het hor-
Dat doet men toch niet met zijn doods
vijanden? 1 i
Do heer Van D. hooft ©r zeLf aain moe
geholpen, liet bericht te verspreiden, dat
kam. Baars communistisch propaganda mal
Leriaal zou hebben otntva'ngen in Italic. Ia-
dien de leider der afdoelmg Rotterdam be
wijzen beeft ten opziolito dier kwestie,
toon ze da|n. Of mogdn „ongeletterde
menschen" die niet zien? Indien de heer
Van D. zich in de Parkstraat wil ver
voegen, zal men hem ook daar zeer zeker
bewijzen laten zien, dio niot erg pleiten
voor Knotsenborg. i
Dat de afd. Rotterdam zich achter de
Reorg. commissie gescliaard heeft, daar
zijn gegrondo redenen voor. In do eerste
plaats door de eenzijdige voorlichting, die
daar gegeven wordt. E'n dan do terreur,
die uitgeoefend wordt in de afdeel ing. Een
paar Rotterdammers, dio op de laatste alge-
meene lodenvergadering in Den Haag aan
wezig waren, waar oo'c Knotsenborg uit-
genoodigd was om zich to verdedigen,
maar niet verschenen, is, maakten de op
merking: „Als zo Ln Rotterdam weten, dat
we hier zijn, mogen we geen voet meer
in het Secretariaat zetten". Dit teakont
voldoende de mentaliteit vain do leiding
in Rotterdam.
Wij zijn er trotsoh op, dat we onze over
tuiging niet te grabbed gooien voor een
baantje, al zouden we er best een kunnen
gebruiken.
Ik wil nog oven do opmerking maken,
dat do hoer Van D. zich aan misleiding
schuldig maakt inzake de salarieering van
kam. Baars. Dit is missohien zoo geweest
bij den Fascisten Bond „De Bezem", coö
peratief Uitgeversbedrijf, maar bij den
A.N.F.B. nog nimmer.
Dat de heer Van D. zich zelf tegen
spreekt met deze opmerking, heeft hij zeker
niet bemerkt. Want kam. Baars lieeft daln
toch zijn baantje prijs gegeven, door in
den A.N.F.B. te komen 't Is tooh jammer
voor den heer Van D„ dat „ongeletterde*'
menschen nog zooveel verstand bezitten
om dat op te merken.
Wij worden geweerd in Rotterdam, om
dat we in „oppositie" zijn tegen dé Reorg.
Commissie. Is dat angst? Als er toch be
wijzen zijn, verpletter er ons dan meel
Indien de heer Van D. werkelijk een
goed fascist was, had hij niet in de krant
moeten gaan schrijven. Niet, omdat wij
bang zijn. Maar hij1 geeft de fascistisch©
gedachte een trap, die ze misschien niet
zoo spoedig to boven zaïl komen.
Daarom zou het ons niet verwonderen,
indien de heer Van D. net als Dr. Knighton,
een anti-fascist was.
De heer Van D. mag nu verder zooveel
schrijven als hij wil, ik ahtwooirf niet
meer op ingezonden stukken, want ik zeg
altijd maar: „De waarheid zal zegevieren
A. W. NUGTEREN,
Overschiescbestraat 66.
Door bizondere omstandigheden kon
dit Ingezonden Stuk eerst boden worden
geplaatst. Redactie Sch iel Courant.
Faillissementen.
(Afd. Handelsinformatie.)
Opgegeven door Van der Graaf en Co
Uitgesproken:
M. Buijs, grondwerker, te Rotterdam.
Reóliter-comm. inr B. I. Zijlstra; curator
mr. A. F. J. de Grove, Rotterdam.
J. L. G. Lemakert, rijwiel- en motorber-
steller, te Rotterdam. Recbter-comm. mr.
B. I. Zijlstra; curator mr. J. A. van
Bronkherst, Rotterdam
L. M. Verbunt, pensionhoudster, te Rot
terdam. Rechter-comm mr. dr. B. I. -'ijl
stra curator mr. C. J. H. Verrer, Rotter
dam.
N.V. de Boer en van Rijn's Tapijt en
Meubeihandel, te Rotterdam. RecKer-comm.
mr. dr. B. I. Zijlsfo-a; curator mr. D. Al,
Hoogenraad, te Rotterdam,
N.V. Radio-Rcx, te Rotterdam. Rechter-
comm. mr. dr. B. I. Zijlshra; curator mr.
S. Naaijen, Rotterdam.
loge liep!"
„Dat heb je mij verteld' ji dacht,
dat het 't Koppen van haar hari was.
„O, was dat maar inderdaad het geval
geweest," riep Darcy op wanhopigen toon.
„Dan zat ik hier nu niet. Maar het is
nu te laat, om daarover te denken
„Weet je toevallig, wat er met dat hor
loge gebeurd is? Het was van een In-
dier."
„Ja, van Sunga Phut. Ik moest hot voor
hem nakijken en hij zou het vroeg ko
men halen. Hot was maar oen klemigneao,
het kleine veertje was losgeraakt, üeasc
lie, en hot horloge liep hecü vlug. Ilc was
van plan het den avond tevoren te doen,
maar het licht was te zwak. Dus besloot!
ik er vroeg voor op to staan, maar ik
kreeg do gelegenheid niet meer. Neon, ik!
herinner me niet, wat or met het horloge
gebeurd is. Ik veromlerstel, dat de daleo
vos het hebben."
„Do officier van justitie nam liat a
beslag, maar nu hooft Singa Phut liet."
„Hij I" riep Darcy.
„Ja, hij kwam aan het gerechtshof en
verzocht, dat het hem zou worden gege
ven. Hij zei, dat het een oud uurwerk
was, dat al heol lang in zijn bezit was
geweest. En daar hot niet in verband
kon staan met de misdaad, gaven zo hot
hem."
„Dat zal wel zoo geweest zijn. Noen,
Singa Pliut heeft niets met den moord
te maken gehad', daar hen ilc zeker van.'
„En zijn alibi is geheel in orde," zeide
de kolonel.
Wordt vervolgd).
Ma opneming wordt geen instemming der Redactie
bedoeld. Copy wordt nimmer teruggegeven.
i eaa7-020»