e oorsprong van ons Sinterklaasgebak.
Reeds in de vijftiende eeuw bekend.
De Sint als huwelijksbemiddelaar.
Dr. H. WESTERMAN.
door
Hot feestgebak!, 'flat fff do No
vember- on Decern! ifitfatót, voornamelijk
eeliler op den Sint A icolaasavond met dam
pende choeolaide plegen te saoapen en al
gemeen bekend is otn'der dén naam van
speculaas, dagfceeifcent minstens reeds uit de
XVe eeuw. In die eeuw ontmoet man
reels liet Si Nicolaosbrood af volgens een
Dcadtscho stadsrekening, „Si Claes bak
sel". Elders boette bet feestgebak „St.
Claescocck". Het werd niet alleen aan
grotole menscheu" fen geschenke gezonden,
maar., het weid ook aan de kinderen uit-
gedeeld. Het uitdeelon van gebak aan de
Mnderön vond niet alleen in ons vader
land plaats, maar ook in Duitschland en
Frankrijk.
De uitdeating valn koak geschiedde in
oins land nu eens door d© geestelijkheid,
dan weer door het stadsbestuur. Zoo werd
Mn wege de staid in. 1403 te Dordrecht
„hoannc-C;Ues-oo©ck ende taert aan die
keyaders op hunte patroon, St. Nyclaes"
gegeven.
Bij de „Clates-coieok"- behoorde ook het
„amandelbrooddat onder de „hoogtij
giften"- reeds in vele stadsrekeningen der
XVe en XVIe eèuw vermeld wordt. Men
heeft vyel eens gevraagd, of dit amandel
brood ons marsepein is. Geheel Onwaar
schijnlijk is het niet. Marsepein is volgens
de woordafleiding van Nieuwlatad, Bilder-
dijk en Kiliaam het verbasterde Italiaaan-
sche woord marzapane, een gebak, dat
uit dicht op elkander geperst amandel-
deeg bestond.
Het Sint-Nicolaas-gebak moet wel iets
zeer bizomders zijn geweest. Breêroo stelt
„marsepeyn" gelijk met „taert". Roemer.
Visscher schijnt het zeer smakelijk gevon
den te hebben. In zijn „Sinnepoppen",
welke in 1614 verschenen, spreekt hij van
„soetsmakende marssepijnen". Een ander
dichter Jan van. der Veen, die kort na: de
hervorming in 1578 of 1587 te Haarlem
geboren werd en later apotheker te De
venter .was, schreef in 1G42 een boek, ge
titeld: „Zininebeelden, oftewel Adamsap
pel, versiert met seer aerdige eonst-plae-
ten", waarin hij een afbeelding, vain een
marsepein gaf, met deze regels eronder:
Aenschout dees Marsepeyn vol 'poppe-
goet en bloemen verguit, gekieremiert, men
kan 't niet alles noemen.
Vol loveran geflikt op 't öngevrörönijs,
Maer wat ter binnenschuylt, dat weid den
snoeper wijs.
Deze beschrijving valn marsepein komt
vrijwel overeen met het gebak, zooals wij
het gekend hebben in de dagen, toen de
gezondheidscommissie er nog geen nadeel
in zag, dat del banketbakkers het St.
Nicokasgebak vergulden lieten door jonge
meisjes, die op een „verguldpartij" wer
den gevraagd en waarvan Hildebrandt in
zijn1 „Camera1 Obscura" zco geestig wetoli
te verhalen.
Hoe het marsepein er in de XVIe eeuw
wel uitzag, blijkt uit een „recept om mar-
siopain te backen",; dat wij in -een kook
boek van dien tijd vonden
„Neemt amandelen, die ccinen dach en
nacht in schoon, water hebben gelegen,
die also schoon gemaeet zijn, «1st moge-,
lijk is, stoot die, altijt met vers water
inspringende, dat geen olie en worde. Dan
neemt also vale goet witte zuyekers als
amandelen. Alst al wel 't saem-on ges too-
ten is en met rooswater gelenget,- so doe-
get *s saemen in eenen ijdelen dop, ende
settel in een paume on lalet backen in den
oven ende besprangt dat wel met zuyeker
en rooswater ghemenght, dat niet te seer
en verdroog©. Ghij moget oock backen in
een panne ovor 't vuyr, maer siet dan wel.
toe, dat het niet- en verberné. Als ghij 't'
diecli matect, suMyt' met rdöswafer lengen
ende oversprongen".
Ter Gouw meent, dat het amandelbrood
hetzelfde gebak was, als waaruit tegen
woordig onze banket- of boterletters be
staan.
Dat de overheid eens aain den vorm van
de, speculaas aanstoot heeft genomen, komt
ons onwaarschijnlijk voor. De paarden, mo
lentjes, schepen, vrijers en vrijsters, waar
uit otnze speculaasvormen besLaa'n, zijn al
heel oud. Dove vormen waren de hoeren,
van „den Gerechte der Stadt Arnhem" in
het jaar 1622 oen doom in het oog. Dit
soort gebak werd bij een keur van 3 De
cember van dat jaar verboden, omdat zo
„ny-et alleen strijdende teghens alle goede
ordre ende polftyk" waren, maar vooral
omdat zij strekten tot „superstitie ende af
god eryo" en de burgers afleidden van
den „ware Godesdyenst", omdat de specu-
liiiillj
&&ÈMm
'^TTtirtirn Iriil
twwai.-rca
r*mu li> m «iiü" 'im\ i