II Tl FEL k I 1 Een Sint-Nicolaasschets. Er was eens een klein meisje en liet was December. Buiten op slraat kraakte de sneeuw ondier de voeten. Wanneer er oen rijtuig voorbij ging en men er niet naar keek, zou mem me enen, dat liet een arrestee was, want men lioordo alleen maar liet gerinkel der bellen; de raderen zakten weg in die dikke sneeuwlaag en gaven geen geluid'. Wie de warme huiskamer verliet en de voor- deui uitging, voelde, zoodra hij het hoofd, buiten stak, een gekrieuwel in de neus gaten eu zag zijn adem in een scherp geteekende kolom tegen do üjüe winter- atmosfeer afstoken. Helder en kort kleisto tegen de muren der huizen het zweep geknal aan, waarmede oen vrachtrijder zijn zwoegendo paarden aanzette, due door hunne uitwaseming als in een. gazen sluier gehuld' werden 't Was een frisch, vroolijk win tex ivoertje. 't Kleine meisje stand voor 't raam en peinsde met een heel ernstig gezichtje, liet was dan ook een heel ernstig onder- werp, dat hare gedachten bezig hield. Een onderwerp was liet, waarmee al hare kmderjaien in nauw verband stowJoni. 't Was om zoo te zeggen, oen groot deel van haar kindeilijk geloof, haar geloof, zoo innig en zoo onbeperkt, dat op dit oogenblik door de oogen van haar jeugdig zieltje met critischen blik werd bekeken. Zij dacht aan Sint-Nicolaas. O! al de cadeautjes en de surprises, die ze krijgen zou, hielden haar op dit oogenblik minder bezig dan de goede heilige zelf. Die mysterieuze verschijning, die éénmaal per jaar het ouderlijk huis binnenkwam, die gelabberde bisschop, voor wiens witten baard' ze zooveel ontzag en voor wiens milde gaven ze zooveel dankbaarheid koes terde, die onzichtbare ruiter, wiens ge vaarlijke rit over daken en schoorsteenen hem niet verhinderde, om een oog in 't zeil en een oor open te houden, zoodat hij alle wenschen, uitgesproken of onuit gesproken, wist en vervulde, die vriendel'ijk- emstige grijsaard paste zoo goed in het kader van haar •kinderlijk geloof. Immers op moeders schoot had ze geleerd, om heel veel aan te nemen, wat men toch zoo in 't gewone leven niet alle dagen ziet gebeuren. Gods wereld- was immers zoo vol wonderen en in de faijbelsche ge schiedenis, waarvan ze de hoofdtrekken op haar duimpje kende, ging men immers van het oene wonder naar het andere. Een rui ter op een dak was immers niets, ver geleken bij .Tdnas in den walvisch, bij de drie jongelingen in den vurigen oven, of vooral bij Daniel in don leeuwenkuil I Dat iemand alles hooren kon, wat ze sprak, en alles zien, wat ze deed, was voor haar niet liet mufste bezwaar. Had men haar niet opgevoed met de herhaalde verma ning: „God hoort en ziet ailles", en wan neer ze 'eens een heel enkelen keer ge jokt had, was het niet altijd uitgekomen? Wanneer ze 's morgens en 's avonds haar knietjes boog, wist ze immers, dat er een oor geopend \yas voor t haar gebed. Ook de geschenken, die door den hoogen bezoe ker zoo mild weiden uitgereikt, verwon derden haar niet. Zij was gewoon geschen ken te ontvangen. Hare ouders hadden niet opgehouden haar te zeggen, dat het de goede God was, die voor haiar zorgde en haar alles gaf wat ze noodig had. Aan ta fel werd er gebeden en gedankt, een han delwijze, waarvan ze het laatste gedeelte, het dankgebed, beter begreep dan het eerste, betgeen echter niets te kort deed aan den eerbied, waarmede zij hare oog jes gesloten hield. Noen, in dien heelen Sint-Nicoiaas was niets wat haar onver klaarbaar voorkwam. En toch dacht ze op dit oogenblik aah hem en wist ze niet goed, wat ze er wed van denkan moest. Die Sint-Nicolaas, van wien ze zooveel hield, vooral va'n te vo ren en wanneer hij weer vertrokken was, die het eind van het jaar zoo 'aantrekke lijk, zoo geheimzinnig aantrekkelijk maak te, had haar in den laatstsn tijd dikwijls bezig gehouden en, zoo hij een lieil'ge was, vid het niet te ontkennen, dat zijn kleine vereerster minder devoot werd. Hij had niets gedaan om haar van zich te vervreemden; integendeel; ieder jaar wa ren zijn gesdienken kostbaarder gewor den en altijd opnieuw had' hij weten te raden, wat zij het liefst wilde hebben. Maar van haar kant was de verkoeling gekomen. Het onbepaald vertrouwen, het blind ge loof in den goeden kinderheilige was ge schokt geworden. Zij geloofde nog wel aan hem, maar de zekerheid van vroeger had ze niet meer. Wanneer ze nu otver hem sprak, had ze altijd lust om te vragen, of hij werkelijk bestond, maar daartoe ont brak haar den moed. Ze kon zich niet oor- stellen dat hij niet bestond,; daarvoor was haar jonge leventje te veel doo. bttd- Nicolaas opgesierd geworden. Maar door 13 penloflel met iterke leerxool Gemakkelijk en warm Voorde mes 85 c Voor hoeren 95 c Prima 'lit Heereiv pantoffel m zachte leerzool en Inge bouwd hakje en ruime pasvorm Idem In zwart of bruin Chroomleer 2.95. Zwart on bruin teder heerenpan toffel met sterke leerzool en hak Warm, stark en gemakkelijk I Leer dames pan toffel met warme wolvoerlngindl verse kleuren Met contrefort en hakje 1.50 Warme Kameel» haar pantoffel» fdeaal bij koud ers vochtig weer 1 In luxe uitvoering 1.50, 1.75 en hooger. - - twa- boisa 3 (■ogsfraat 355 - Oude Bfrmen- eg 102 - Jonkerfransstraat 77 miskade 12 - Groene Hiltedijk Rotterdam en Schiedam Hoogstraat 52 Gemakkelijke Cosy pantoffel met zachte leer- rooi In dtv kleu ren Alléén bij „De Kaplaars"

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1932 | | pagina 31