©n. floor Ovarfcaïgfl! Oo zfjtt, flat hij ee& la
vend porsotan. was, flat was haar iniefc
mogelijk.
's Nacht en de volgende dagen had ze
daarovier gepeinsd, maar zelf hadi ze do
hoogst natuurlijke oplossing geve iaden, flat
Sint-Nicoilans natuurlijk niet alles tegelijk
bij zich kon. dragön du daarom reeds «eni
gen tijd vuln te varein aan hare ouders
permissie gevraagd hald om de cadeautjes,
die voor liaiar bestemd, waren, in de stt ij
kamer neer te leggen.
Maar nu, nu js bet bijna een jaar vei
fler. In af wadi ting vajn het feest is er veel
gepraiait en de meest fantastische verhalen
hebben op sdiool de ronde gedaan. Allo
vriendinnetjes hebben het voorigc jaar Sint-
Nicolaas iu levetóeln lijve gezien: allen
rekenen vast op zijn komst Er was schijn,
notcih schaduw van twijfel over zïjin bestaan
hij het jonge volkje. Maar toen onze kleine
meid thuis kwam, zocht ze naar ophelde
ring voor een duister punt. Al de vrien
dinnen hadden hem gezien op denzonden
avond; bij de eöne had hij er heel anders
ni (gezien dain bij de andere. Er was maar één
Inzonderheid, waaiin ze overeenstemden en
dat was zijn lange witte board. Maar hoo
kon St. Nieolaas op één avond bij zooveel
families een bezoek brengen, telkens an
ders gekleed en dan nog wol bijna op het
zelfde uur? En in andere sleden moest hij
tocih ook zijn, want de neefjes en nichtjes,
flic in een a'ndere provincie woonden, kre
gen ook '°der jaar een bezoek van den
bisschap. Dat was toch heel vreemd. En
nu denkt ze weer aan wat haar- moeder
's morgens nog zeide, dat God' alomtegen
woordig was. Zou Sint-Nicolaas dat dan
ook niet kunnen zijn? Maar dat wilde er toch
niet bij haar in. Iemand, die ze zoo vlak
bij zich heeft gezien, die in haars vaders
grooten leuningsloel hoeft gezeten en te
gen de koude reis warme punch heeft ge
dronken, die kan toch niet overal tegelijk zijn
Maar gezien hoeft zij hem toch; want
ze weet liet zeker, dat op eiken vijfden De
cember eon stokoud man bij haar kwam,
die gekleed was als alle bisschoppen op do
prentjes Die man is er geweest. En zij
herinnert zich nog heel goed, dat hij ver
leden jaar een gouden staf bij zich had,
een echten gomden staf. Dat had hij zelf
gezegd, toen zij, bedeesd, en meer aan
getrokken door bet blinkend voorwerp
dan. luisterend naar des bisssdiops woor
den, haar vingertje had uitgestoken en
gevraagd: ,Js dat heelemaal van goud?"
Hare ouders zijn niet rijk genoeg om een
gouden staf te koopea. Denk eens aaln,
heelemaal van goud, dat kan niemand
belaiem, dat is goed voor een koning.
Die verandering in hare gevoelens was
niet op eenmaal tot staind gekomen, maar
sedert lang voorbereid. Nu bijna een jaar
geleden hald ze voor het eerst over het
onderwerp nagedacht, dat haar nu zoo
vervulde, 't Was de vijfde December en,
als altijd, was dio feestavond door allerlei
geheimzinnigheden voorafgegaan. Een ule
vel in haar schoentje, een pakje onder haar
hoofdkussen, een vreemd gedruisoh op zol
der of in de gang hadden reeds dagen van
te voren aangekondigd, dat zij door den
bisschop niet vergeten werd. In één ka
mer was het haar verboden ook maar een
voet te zetten.'Ze ging langs de gesloten
deur, dio zich toevallig ieder oogenblik
op haar weg bevond, en keek er ©enigszins
angstig naar, alsof die zoo aanstonds open
zou gaan en Sint-Nicolaas doorlaten. Maar
toen op haar vraag „af Sint-Nicolaas zelf
in de kamer zat", door haar vader ge
antwoord was:
„Natuurlijk niet. Dernk eens aan, lieve
ling, Sint-Nicolaas heeft v.oor zooveel IHn-
idirwtrv te BoiEgiete en r§dtj hef heefe latod!
door",
maalde lxaax angst voor brandende
nieuwsgierigheid plaats. Als ze maar eens
eventjes die deur mocht opendoen heel
eventjes maar! Eerst bestreed ze die be*-
geerteze durfde niet en ze wilde niet.
Maar eindelijk werd bet haar toch te mach
tig; en toon ze 's middags alleen met de
meid thuis was, maakte ze van een ©ogen
blik gebruik, waarop er gebeld werd en als
BLmwbaard's vrouw opende ze de deur
dor geheimzinnige kamer, 't Hart bonsde
haar en onmiddellijk sloot zo de deur weer,
maar ze had toch tijd gehad om ver
schillende voorwerpen op een lange strijk
tafel te zien Eggen en daaronder een groote
pop. Natuurlijk had ze er niets van gezegd,
maar 's avonds, toen ze diezelfde voor
werpen uit Sint-Nicoilaas' valies zag te voor
schijn komen, had ze dat vreemd gevon
den, vooral omdat de oud© main haar ver
telde, dat hij die uit Spanje hald medege
bracht. Ze liad toon op de lippen gehad
om hem te antwoorden, dat die cadeautjes
uit de andere kamer kwamen, maar in do
tegenwoordigheid va'n den prelaat was zo
nooit bizonder spraakzaam on z© had maar
gezwegen.
Opnieuw denkt zo aan het vorige jaar,
maar nu aan haar verbadon gang naar de
geheimzinnige kamer. Sint-Nicolaas had
daarvan niets gezegd; hij wist het zeker
niet. Vóórdat hij dien avond gekomen ivas,
had ze wel wat in a'ngst gezeten. Maar hij
was zóó vriendelijk geweest, dat ze er niet
meer aan luid gedacht. Toen ze later in
bed lag en in hare opgewondenheid den
slaap maar niet kon vatton, had ze er zich
wel wat over verwonderd... .Ta, 't waren
wel dezelfde presentjes geweest als die
ze in de strijkkamer had zien liggen en
papa en mama deden not oif ze die nooit
gezien luidden. En dat kan toch niet, want
ze haid er haar moeder herhaaldelijk zien
binnengaan.
En nu schiet haar op eens te binnen, wat
een oude mijnheer voor een paar dagen
zeide, toen ze 's middags na schooltijd
als oen stormwind in de kamer was
gekomen. Hij had liaar geviaagd of ze niet
naar vijf December veilangde en, terwijl
hij haar op zijn knie zette, mama glim
lachend aangezien met de woorden
„Zij gelooft zeker nog aan Sint Nieo
laas?"
Mama liatd haar dochtertje liet antwoord
in den momd gegeven
„Zeg maar: zeker mijnheer!"
„Zij gelooft zeker nog aan Sint-Nico
laas"Maar dan waren er immers men-
sclion, die niet meer ;iain Sint Nieolaas
geloofden! Zou hij werkelijk iniet bestaan...?
Maar wat moet ze dan denken van dien
jaarlijkschen bezoeker met zijn gouden staf,
zijn purperen mantel en den hoogen bis-
schopsmijter? Ja, daar weet ze geon mouw
aan te passen.
De kleine Irinderhersenljes zetten het
moeilijke^ werk der overpeinzing voort, 't
Is eigenaardig, hoe druk haar mama het
altijd, heeft, wanneer het tegen St. Nico
laas loopt. Ieder ©ogenblik wordt ei ge
fluisterd en soms, wanneer de kleine on
verwachts binnen komt stuiven, wordt er
haastig iets weggemoffeld of men roept
haar too om nog oven weg te blijvon.
Papa kwam gisteren met een groot pak
thuis en taan zij gevraagd had, wat er in
zat, had hij alleen maar geantwoord„0,
ik lioud nietsvannieuwsgierigekindertjes!"
't Is duidelijk, dat haar ouders min of
meer in die SLnt-Nicolaasdrukte betrok
ken zïj.i. Zouden ze den ouden bisschop
misschien behulpzaam zijn in zijn vriende
lijk werk? Maar dan... .01 daar gaat liaar
1 ïhl <spL_, >ih!a begrijp! jtó ©ofc, boe
Sint-Nicelaas altijd zoo precies weet te
raden, wAl ze graag hebben wil. Dan zan-
den papa dn mama otnttioudan, wat hun
dochtertje begeert eai er met Sint-Nieolaas
over sprekën? 0, die liove papa en mama!
Papa en mama wisten er dus verleden,
jaar zeker alles van, toen die cadeautjes
uit het groote valies kwamen. Ze kenden
ze al lang en hadden ze zelf in de strijk
kamer neergelegd. Ze ziet ze nog vóór
zich, zooals ze uit de Jamden vatn Sint-
Niooiaas in de hare overgingen, Er was
voor iedereen wat, voor papa en mama
evengoed als voor haar en voor de beide
meiden ook. Eerst haid de keukenmeid een
jak en een schort gekregen, en toen da
ldndcrmeid hetzelfde. Do keukenmeid was
toen maar papa gegaan en had gezegde
„Ik bedank maneer en mevrouw wel."
En de kindermeid volgde liaar op den
voet en herhaalde:
„Ik bedank meneer en mevrouw wel."
Hoe vreemd; die twee hadden papa en
mama bedankt en niet Sint-Nicolaas! En de
ouders hadden daar niets tegen ingebracht
en de bedankjes aange mmen... Maar zon
den dan die cadeautjes-niet... van...?
Daar slaat do kleine twijfelaarster voor
do groole vraag: „Dus is Sint-Nicolaas
niet de gever der Vijf-Deoember-geseiiea-
ken?" Langzamerhand is ze zoo ver ge
komen. E enige schijnbaar nietige om
standigheden bij elkaar gevoegd' hebben
liaar ingelicht, wamt reeds viel het haar
moeilijk om met heel haar hart aan dien
wonder-Sint-Nieolaas t© gelooven. Zonder
er zich rekenschap van te geven, lioeft ze
in de vreugde barer ouders, in de vrooüjke
toebereidselen van het kinderfeest de aan
wijzing gevonden van de ware bron, waar
uit al die geschenken voortkomen. Nu. haar
eensldaps zulk" een helder licht daaruit
opgaat, is ze blijde en gelukkig met die
ontdekking. De persoon van Sint-Nicolaas
mot zijn gouden staf blijft nog wel een
ïaadsel voor liaar kleine hersentjes, maar,
wat St. Nieolaas tot St. Nieolaas maakt,
de toedere liefde voor liet jonge kind, de
behoefte om een lach op liet gezichtje
to zien en de handjes met speelgoed' to
vullen, dat is ze gevoelt het instinct
matig en op eenvoudiger wijze een
bekoorlijke uiring der ouderliefde.
's Middags zat ze met een ernstig bak-
kesje aan tafel, vroolijk in 't vooruitzicht
van den feestavond, maar met ©ene in
tieme vreugde, die minder naar buiten!
clan wei naar barmen werkte llaro «at
dekking uit te spreken, zonder dat daar
voor aanleiding was, durfde ze niet. Ze
begreep, dat hare ouders haar do waarheid
zouden medededen, zoodra zo het noodig
achtten.
Toen het diner afgeloopon was, zat ze
op do knieén van liaar vader in Sint-
Nicolaas' grooten leuningstoel.
,Ge wordt nu een groote meid; ik zou
wel eens willen weten, wat ge wel van
Sint Nieolaas dacht".
Do kleine werd bloedrood cm zeide niets,
maar haar harlje klopte hoorbaar.
„Zou het mijn kleine lieveling erg spij
ten, zo© Sint-Nicolaas van 't jaar niet
meer in eigen persoon kwam? Zeg, snoes,
van wien zoudt ge liever de cadeautjes
ontvangen van Sint-Nicolaas of van papa
en mama
Toen sloog liot kleine ding hare armpjes
om zijn hals on zeid'e zachtjes:
„Lieve, beste papa, ik weet het al lang!"
En zij kuste hem, kuste hem al maar
door, alsof ze hem iets wilde mddiedeelen
van haar geluk, nu haar eerste twijfel
vervangen was door een heerlijke zeker
heid, A. j. B .B.
15