KINDER-BLAD
tweede blad
Schiedamsche Courant.
Mijmeringen*
'f
■nSCH EDAMSCHE COURANT
Een heerl k reisje
^yi0ü UIT HET
BUITENLAND.
'MM*
Radio-Programma s.
LIIC
POT.
ZATERDAG, 28 JAN. 15)33. No. 20218.
Ben ik mijns broeders
Loeder?
Welk een vraag; boa ik mlija broeders
hoeder?
Natuurlijk ben ik dat, zijn wij. allen lal
zoo zegt onze mond. Wijt die traditie hot
ons zoo geleerd heeft te zoggen, in wijl
het zoo vreemd en zoo ruw zou ij,een, te
zeggen: neen, ik ben. mijns broeders hoe-
dei niet
Toch zou de waarheid, indien zij niet
zoo dikwijls achter sdhoonen woordwnsdhijm
schuil ging, velen onzer gebieden. too te
geven, dat Wij wel mot den mond erkennen,
ie zedelijke verplicb ing, onzos bioedars
hoeder Ie zijn, maar dat wjj in ons hart
en in onze gedragingen onser wel
voor hoeden naar onze woorden to han
delen.
Do vele ellende en het vele verdriet, die
in de_ wereld om ons zijln, bewijzen met
onvermurwbare logica, dal de stelling, die
het onderwerp onzer overdenking vormt,
slechte voor den vorm aanvaard wordt. De
kille harlelooslieid die wij rne-psdhen zoo
dikwerf aan den dag leggen, is di worke.ijc
heid tegenover dan zoetelijtai schijn der
verkondigde broeder] i of de.
Dus: ik hen mijns broeders hoeder niet?
Helaas: neen, vaak zij. go het niet.
Maar in den zin waarrn het woord ge
zegd werd, züjt gij het wol: namelijk als
zedelijke verplichting.
Gij behoordet uwen mensdhelijlken mede
broeder lief le hebben le steunen en te
beschermen.
Maar g!y doet het niet, en wij allen dooft
het nie Want dan zou de wereld ons im
mers een prettiger en beter aanblik moeten
bieden.
V
Ik ben er van overtuigd, dat gij het allen
dus met mij eens zult ziijln: vrijwel een
ieder schiet tekort in dit opzicht-
En als niemand dan aan do maat komt,
dan mogen we do zaak ook wel eens wat
nuchterder en waarachtiger stel'en. En vra
gen: hoever strekt de/.e zedelijke verplich
ting eigenlijk wol, onzes broeders hoeder
te zijn?
Ik zou daarop willen anlwooulen: soms
heel vor on so ms gansdlï niet ver. Want,
tot de werkelijkheid, die o zoo rauw kan
zijln, teruggebracht, dienen wij d™ tweeden
factor niet uit het oog fco verhezen: wie
en wat en hoe is die broeder? En
wie ben ik?
Voor een idealen rnensch, een mar te-
K
„Goeie help,
lawaai."
wat maakt die
ouwe kar Ineens een
(Der Lustige Sachse).
Hartstochtelijk radio-luisteraar: „Ik vond die lezing
van professor Snaarloos over Bach, gisteren, nog al taai."
Eigenaar van een niet erg selectief toestel: „Dat kan
ik niet zeggen. Geaccompagneerd door Jinks Jazz Jollies
en Hijschers groot harmonlka orkest, war het wat
anders." (Humorist.)
Vrouw (tot slachtoffer van kiespijn): „Waarom laat
Je hem niet trekken, lieve?"
Belasting-ontvanger„Wees niet zoo dwaas. Gister
avond heb lk aan allebei de tandartsen in de stad een
dwangbevel laten sturen." (Humorist).
Een raad aan kellners,
Hoe een zwijnskop niet geserveerd moet worden.
(Vart H^m).
de zwijnen geworpen. Men kan hot wel
betreuren, dat deze dieren óók geschapen
werden.
Maar men kan geen vuil varken in oen
ranke hinde veranderen, door zijn oogen
dicht te doen, of hot eerstgenoemde dier
bij den naam des twoedein te noemen.
Seneca Jr.
laar, of een heilige, doorzinderd van een I inonschenwereJd. Waar wij naai niensolio-
alles-overslroomendcn vloed van liefde lot'lijke maatstaven bobben te oordeeion
al zijn medeschepselen, kan do ideale maait-1 en den moed dienen te hebban ook te ver
slat van de onuitputtelijke broodeilieide oordeeion.
gelden. De gewone rnensch kan zich dese
louler in de lichtende ideeënwereld tot oen
ideaal-voorbeeld stellen, maai' met hot ver
langend oog daaiop gericht, dient Wij dan
toch met beide boenen op don vasten bo
dem der tastbare u rrfcoTijklneid to blijven
staan.
Dan komen wij als rnensch lorug in de
Dan hebben wij wèl af le wogen de male,
waarin, wij onzen broeder zullen hoeden.
Zullei mogen hoeden, zonder schade te
doen aan andere belangen, die op men-
schehj'ke en monschelijk-rechtvaardigegron
den niotr verwaarloosd mogen wonten.
Een, oj-ok zedelijk ge/oiid egoïsme is in
dezen wjenselieitijk en nu'tig.
liefdo zijn naaslen, zijn. gozln on zichzelf
verwaailoost, doet goed ca beter als hij
de symbalicke wollen luierbroekjes vaoi
de negert, kuiertjes ongobrekl laat, on
Zijn eigen zedelijk» zaken in nauweretn
knng eeisl eens gotd behartigt.
Het broederschap eens venen broeders
mag nimmer leidon tot vonvaarloozmg van
naderlii1 liggende plichten; wanneer het
oen ouwaatdigen broeder mo -'i gddn,
dan llcmt ditt dubbel
\Vanl dubbel to LeUcinea i, hm, wan»
De m<?nsch die in zwijmelend© broeder- neer gioolo liefde is als oen parel, voor
Zondag, 29 Jam.
Hilversum, 1875 M.
8.30 u. VARA.
10 30 ui. VPRO.
12 u. AVRO.
5 n VARA.
8 u. AVRO.
8 30 u. Tuinbo'.nvhaltuurtje S S Lantin-
ga. 9 01 ui Veiligheidskwartiertjo F Iloog-
hieinstra. 9(15 u Voetbalnieuws 918 u.
Orgelspel J. Jong. 9 40 u Declamatie M.
Bovorslnis. 10 u. Vervolg orgelspel 1010
u. Filmpraatje. 10 30 n Kerkdienst uit het
gebouw „1 oeuwonlrergh" te Utrecht. 12
u. Kon. Mil Kapel o 1 v. kapt. C L. W.
Roer. In de pauae: Bridgopraatje door inr.
C. Goudsmit. 2 u Boekenhalfuur 2.30 u.
Concerlgebonvworhest o. 1. v. E v. Bei-
ntnn, m. m, v C Hansen (viool). 4 uur.
Fragmenten uit „Een ideaal echtgenoot",
van Oscar Wilde, o 1. v Kommer Kleijm.
4 45 n Vaz Dios en GramoEoonp! 5 uur.
Kindertiurle 6 u. Dirk Coster: „Mo lorna
Bidder" 6.30 ui VARA kleinorkest o 1 v.
P Duchant. 7 n „De Notenkrakers", o 1.
v. D Wins, m m v. A de Boov ((zang).
7 30 u Vervolg „De Notenkrakers" 8 u.
Vaz Dias 8 15—9 40 u Omroeporkest, o.
v. N Troep, m m v. W. Dom graf Fass-
baonder (bariton) 9 40 ui Niet opgegeven
10 u Kovacs Lnjos en zijn orkest. Re-
freinzamg Bob Scholte 11.10—12 u Gra-
mofoonplaton
Huizen, 296 M.
8 3 u. NCRV
9 30 ui KRO
5 u. NCRV.
7.45-11 n KRO
8.30 n Morgenwijding m. m. v. het'
NCRV dameskoor 9 30 u Gramofoonpil. 10
u Hoogmis. 1130 u Gramofoonpl 12 u.
Causerie 1215 u Sextetconcert 1 u Cau
serie. 1.20 u Vervolg co roert 2 u Cursus
230 u. Oikesiconoert 4 30 u. Ziekenhalf-
nur. 5 u Kerkdienst uit de Vrije Evang.
Gemeente te Bussum. M m v. liet Gom.
koor „De Lotstem", o 1. v R Karse-
meüer TTierna gewijde muziek. 7 45 uur.
Lezing. 810 vi Sportnieuws 815 uur.
Koorconcert 8 35 vt Orkesfconcwl 9 uur.
Vaz Dias 9 15 ut Concert door koor, orkest
en vioolsoliste. 10.40—11 u Epiloog.
4e. zachte stof in beenderen en hout.
2. Mijn geheel wordt mot 7 lettors geschreven
en noemt een groot, vicrvoe ig dier.
6, 5, 7, is het tegenovergestelde van droog.
Met een 2, 3, 4, 7, kan mein naar boven en
naar beneden gaan.
Een 2, 1, 6, 7, is een brandend koord.
2, 5 4, is het tegenovergestelde van moedig
Een 7, 1, 6, is een rond, hol voerworp.
3. Mijm eerst© is een schoorsteen, m'mi tweed©
©en kasteel er: mijm geheid een gebouw.
4. Kruisraadsel.
Op de beide kruisjeslijmen komt de naam
van een vaartuig.
X
-X.
-X-
-x.
xxxxxxxxx
•••>'-
-x-
•X'
X
le rij een meilinker.
3e rij een teekening.
3e rij iets, dat aan en voet gedragen wordt.
'4e rij een deel van een semes.
5e. nji het gevraagd© woord'.
Go rij een dorp op do Voluwe.
7e rij1 een Ito'laudsch zeelïeld.
8e rij een lichaamsdeel van een dier.
9e rij oen medeklinker.
VOOR KLEINEREN.
1. Ik kom van heel hoog en
Ik val op den grond.
Mijn heel o familie
Ligt spoedig in 't rondt
Ik ben lekker koud en
'k Verdraag heel slecht zon,
Die laat me vaak smelten
Iloe 'kboeten wol kon?
Je raadt liet gemakk'lijfk,
Ik geef j© vaak pret
Mijm naam maar zes letters.
Nu vlug neergezet.
2. Met B ben ik rond, met W warm, met D
woest, met M een viervoetig diertje, met
T kinderspeelgoed en met H ean verblijf
plaats van sommige dieren.
3. Welk schip vaart niet in het water?
Welke molen maalt geen graan?
Noem m'ij nu het is niet moeilijk.
Vlug den allergrootsten haan.
4. Vei borgen planten.
Dit tafelkleed is te lang voor bnze tafel.
Heeft oom Jaap al meer boeken besteld?
Mooder heeft een lekker verse.lt eitje voor je.
(•Nadruk verboden).
■O, dio kleine, blonde Lot
Is nio toch zoo'n likkepot.
Is haar moeder aan liet koken,
Weldra beeft ziij het geroken.
Kleine Lotje is present,
Likken is haar element.
'Houten lepels, kommen, schalen
Alles likt ze velo malen.
En de pudding zit soms lieuschl
lot aan 't puntje van haar ueus.
Maar 'tis lang niet altijd fijn!
Ctm een likkepot te kijn.
Soms is kleine Lotje stout,
Likt zo aan iets zuurs of zout,
Brrr. zo trekt ©en vies gezicht,
Kijkt of er niets lekker ligt,
Neen, 'tis heusdh niet altiijdg fijn
.Om een likkepot te zijn.
R. ASSOilER VAN DER; MOLEN.
(Nadruk verboden).
VAN DE
-gr
door
C. E. DE LILLE I10GERWAARD.
3)
HOOFDSTUK HL
De tocht begint.
Op den morgen, dat oom zijn neven in zijn
reis-auto zou komen halen, waren Iians on Tom
natuurlijk al vroeg wakker. Daar zij echter
streng beval hadden gekregen, niet voor zeven uur
op te staan en geen leve» te maken, wisselden Zij
slechts fluisterend ©eniy> woorden met elkaar
om uiting te geven aan hun vreugde, dat de groot©
dag eindelijk aangebroken was.
Met opzet hadden Zij den vorigen avond bet
gordijn van hun kamer een eindje opengelaten om
om onmiddellijk bij hun ontwaken te kunnen zien,
of de zon scheen of niet. En gelukkig. Zij scheen.
,.De zon is zeker ook meegevraagd door oom
Jan', zei Ilans zacht en Tom voegde er aan toe:
„Verbeeld je, dat het geregend bad".
„En wat dan nog?" fluisterde llans weer. „Wat
geeft nou zoo'n beetje regen, als je met oom
Jan uitgaat. Dan heb je immers tóch .plezier.
Tom kan dit niet tegenspreken. Ook hij vond' alle
andere dingen bijzaak, nis je met dien oom der
oomeii uitging en dat dit reisje hot toppunt van
heerlijkheid zou worden, was iels, waaraan ook
hij geen oogenblik twijfelde. Zooiets wist je im
mers vooruil.
Nauwelijk had de oude torenklok haar zeven
slagen laten hooien, of de jongens waren hun
bed al uit. Klokke negen zou oom voorrijden en ze
hadden dm allen lijtd Maar toch zat cr dien
morgen een geweldige haast in hou. Vlug kleedden
zij zich aan en liepen naar do huiskamer, waar
zij mot hun neuzen voor de ramen gingen zitten.
Niemand, die hen daar gadegeslagen had, zou
gedacht hebben, dat die twee rustige jongens soms
alle beschrijving te boven gaand rumoerig
konden Zij'n. Ze leken de gedweeheid zelve «n
hun oogen waren onafgebroken op de straat ge
richt
Het vroege morgenuur in aanmerking genomen,
kwamen er al heel wat auto's voorbij Hans on
Tom wisten, dat ze oom Jan niet voor negen uur
kouden verwachten en toch ging or geen
auto door do straat, die niet hun aandacht trok.
Glimlachend zag moeder het tweetal zitten, toen
<ïij beneden kwam om voor bet ontbijt to zorgen.
Hoe goed kon zij zich in de gevoelens der jon
gens indenken.
„Zouden zij wel ooit van een uitstapje zoo
kunnen genieten als van deae eerste auto-reia
met oom Jan?"' dacht zij;
Toen vader beneden kwam, werd er ontbeten,
maar al zaten de jongens aan'tafel, bij het minste
geruisch op straal diaaiden hun hoofden toch ia
te richting van het raam.
Moeder gaf ter eere van den heerlijken dag
extra lekkere boterhammen, zoodat de jongens
weldra een stevige „laag" gelegd' hadden in hun
magen.
Na het ontbijt namen ze hun plaatsje aan het
raam weer in.
„De laatste loodjes wegen het zwaarst", aai
moeder.
„En de laatste minuutjes duren het langst",
vond llans.
,,'tls ei' nog maar één'", riep Tom uit
Nu gingen hun blikken onafgebroken naar den
kant der straat, vanwaar oom Jan komen moest
Moeder keek al in even gespannen aandacht mee,
totdat
„Hoera. Iloeia", riepen Hans en Tom tegelijk,
toen ze een grooten, grijzen auto zagen naderen,
die zijn vaart verminderde en vlak voor do dour
stilhield.
Oom Jan hadden ze al gezien en hun gretige
blikken ondeizochten bet uiterlijk van den wa
gen, die bon naar Hollands mooiste plekjes voe
ren zou.
„Wat een pracht-kar", riep ilans opgewon
den uit.
,,'n Reuze-wagen'", vond Tom cn ook zijln oogen
schitterden van opwinding.
Daarop holden zij naar de voordeur om oom Jan
te begroeten, 't Liefst waren zij maar dadelijk
weggereden, maar daar wikte bun gastheer niet
van weten -Ihj moest toch eerst vader cn moeder
behooilijk lurgroeten
Lang stelde ooan hun geduld echter niet op de
proel. In optocht gingen tillen nu mee naar bul
ten om den reiswagen in al zijn onderderien te
bekijken en te bewonderen, want het was omno-
geahj'k liet eerste to doen en daarbij het laatste
te laten.
Do werkelijkheid overtrof nog ver do verwach
ting der jongens en ook vdaer cn moeder waren
één-on-at lof over het nieuwe vervoermiddel Hoe
pracliscli on gezellig was liet ingericht.
„Daar ontbieekt tuu letterlijk mets aan". Zei
moeder, wier huislioudelijljo blik telkens weer
verrast werd door de oen of andere practische
bizonderheid'
Ilans en Tom waren een oogenblik slil bij de
gedachte, dat Zij dien prach'Uvagen moesten, noen
mochten schoonhouden en keken vol bewondering
naar het knusse keukentje, waar liet oen genot
zou zijn te koken, wol niet op do manier van
DEIt-
.y
T
WluZ f
T
•O
ROB.
No. 4
BIJVOEGSEL VAN DE SCHIEDAMSCHE COURANT VAN 28 Jan. 1933