fx] Schiedamsche Courant, 0' MotoplinntdieDSt op Amsterdam SmfflSSCD „EDELWEISS" Een praatje in de Plantage. GLUS BN LOOD Hoe 't geluk kan komen. fWJmeningen. TWEEDE BLAD N.V.WiERCURIUS N.V.vanKATWIJK'SGLASHANDEL Vertrek Maania»-, Woansdag en Vrijd-igaronü 5 uur BegraSeïiis-¥ereem. ©nclerl, Schied. PAPAVER DROGISTERUEN Westmolenstraat 16-18 - Telef. 68519 LET OP. LET OP Hl Elecstr-ïciieit—Radi© CS. VAN DER SVÏOST Cs. BEGRAFEH1S-DHDERHEMIHG. li.ï ALGEMEEN Werkzaamheden in den volkstuin. RECHTSZAKEN- GEMENCT) NIEUWS. DER ZATERDAG, 11 FEBR. 1933. No. 20200. Morgen, 12 Februari, wordt een bekend stadgenoot, de hoer W, Vrij land 95 jaar. In verband daarmee booid oen van zijn vrienden één don laalsten tijd gemaakt ons het volgende tor plaatsing aan. Of schoon ivo geen aanleiding hebben aan de waarheidsliefde van schrij ver o£ verteller te twijfelen, laten wo toch het verhaal geheel voor hun rekening, Toen ik ruim 2 jaar geleden op ver- vroogd pensioen, werd gesteld, boleefcende dit voor mij natuurlijk oen beduidende ver mindering van inkomsten. Mijn jonge ito uw was het volkomen mot mij eens, dat in de eerste plaats op woning-huur bezuinigd kon worden. Gelukkig was mijn liuur-cohtract bijna geëindigd en, daar ik i" Rotterdam geen behoorlijke woning tegen billijken prijs kon huren, week ik, als zoovele honder den Rotterdammers, uit, ©n vond in Schie dam een nieuw „vaderland". Ik trok hier heen met een kloppend hart, want om naar het onbekende Westen trekken, welker „inboorlingen" geheel andere ge woonten en gebruiken en misschien taal spraken, was wel min of moer riskant! Wij betrokken een schittorcndo woning tegen een 40 pCt. lagoren huurprijs dan in Rotterdam, die nog wel zóó gerieflijk was en we waren al spoedig ingeburgerd. Als ambteloos burger wandelde ik iede- ren dag naar mijn op 100 RL afstand ge legen Plantage en maakte daar weldra ken nis met verscheidene oud gedienden, een zeer gemoedelijk menscliensoort, die allen zonder uitzondering mij hun kwensgosohie»- donis toevertrouwen. RIerkwaardig hoe te vreden en welgemoed die mensahen zijn, ondanks dat zij van een ongelooflijk laag inkomen moeten rond komen. Als regel misprijzen zij de ontevredenheid van het jongere, nog in functie zijnde geslacht. Tijdens één van mijn wandelingen in de Plantage, maakte ik kennis met oen oud hoertje, dat mij óf een oud hoofdonderwij zer óf een oud-sergeamt-majoor toescheen, gelet op zijn gedecoreerd© borst. Het lieer- tje ontpopte zich als de 94-jarigo Willem Vrijland, gemeente wagenmaker in rusie. Ik verstond: 74 jaar, hoewel hij er niet ouder dan 70 jaar uitzag. Natuurlijk begon ook hij' in korte trek ken zijn geschiedenis te vertellen. Hij is jammer genoog doof on omdat ik hem dus wat luid van repliek moest dienen, luis terden de merels, vinken en spreeuwen van uit de boomen aandachtig toe. Het viel mij op, dat vole kinderen, die ons bankje passeerden, „Dag opa!" riepen. Ik vroeg hem, of hij zooveel kleinkin deren had'. „Och", zei hij, „alleen in de Gorzen heb ik er 4000. Ik houd veel van kinde ren en vooral als ze klein zijn, vind ik' ze zoo lief". Maar ik geef „Ouiwe Willem" nu zelf maar het woord om zijn verhaal te ver tellen. „Toen ik 10 jaar oud was, verloor ik mijn zorgzamen vader, Rlijn moeder bloef met een talrijk kroost achter, waarvan ik de zwakste scheen. „Hij zal wel geen blij vertje zijn", zei moeder achter mijd rug! Rlijn moeder deed mij in do leer bij een wagenmaker en toen ik' 18 jaar was, ver loor ik ook mijn moeder. Ik was dus wees jongen geworden, doch was te oud om in het Weeshuis opgenomen te worden. Ik vond hot zoo leeg om mij heen, dat ik mij liet opnemen in het Corps RIariniers, waar ik al gauw ingeburgerd was. Door één der officieren word ik als op passer geannexeerd, maar dat leventje raakte ik ten iaatste zoo beu, dat ik soe batte om naar Oost of West te worden uit gezonden. Ik vertrok met 100 mariniers en 100 kolonialen op ©en koopvaard^fregat met bestemming naar West-Indiö, waar het niet pluis was in verband met de afschaf fing dor slavernij iu de Z.-Arnerikaanscho Staten. Duizenden negers zwierven zonder emplooi rond ©n overs tree mdon ook don West-Indischen archipel. De angst sloeg ons wel eens om liet hart. want wat zou- HIO'l scill EUAMSCllli VULt'KNUUis it, LANttK HAVEN 77 liocli Brtunlmsleei.'. lol. uS64G GEBR. BÏJLOü maar „vrije jongen" te blijven en sukkel de met mijn kosthuizen maar voort. Maar nu heb ik het fijn!" En toon stapte Vrijland op. Hij salueer de mei zijn witten stok, die niet als steun, doch als signaal dient en ging koffie dein en. Als hij mij (e lang in de Plantage mist, komt hij mij zonder geleide opzoe- onnlloen bij hot oversteken van een druk punt, wordt hij geassisteerd. Zijn borst is gesierd met d© mcdaillo van 12 jaren trouwe dienst inclusief 7 campagne jaren en mot een Boddings- nedailio. Het zal hem in zijn pension Hoofdstraat 10 op zijn vcijnardag zeker niet aan bc- uneslelling ontbreken. Do viering heeft Maandag as. plaats O. Dienske, W. Noomen Singel 84b, tel. 08292 Warande 57, tel. 09733 (Uit het Framsch, door mej. RI. de R.) fVervolg „Er zit niets anders op dan te doen wal zij vraagt", zegt de hoofdconducteur, „la ten wij haar in het huis van den baan- wacchler brengen." En men vraagt dien man, of hij een dok ter weet te wonen: „Ja vier kilometer ver der." „En kan iemand daarheen gaan?" „Ja, mijn oudste jongen kan gaan." Dat zal het beste zijn. De conducteur en een der beambten dragon de zieke uit den irein en leggen haar op oen bed in de kleine woning. Toen zeide het blonde meis je legen den hoofdconducteur „Wij kunnen deze arme vrouw hier niet alleen achterlaten ik blijf bij baar." „Dan zal uw retourbiljct niet geldig meer zijn," „Daar is niols aan (e doen!" „Vindt u goed, dat ik hier met u blijf", vraagt do donkere jonge man. „Ik dank u, meneer, uit naam van de zieke en uit mijn eigen naam." Instappen! Instappen! Allen haasten zich lam plaatsen weer in te nemen en de trein vertrekt, terwijl de oudste zoon van den baanwachter den dokter gaat halen. De zieke schijnt te herademen, maar het is slechts een schijnbare beterschap. De benauwdheid keert terug. Na een oogen- blik sp ui zij de oogen wijd open als in W. Vrijland. den 20 mariniertjes kunnen uitvoeren tegen een paar duizend' van die negers als deze eens kwaad wilden! Hot liep echter goed af en we kwamen heelhuids in het va derland terug. Nauwelijks was ik' weer op mijn gemak en zou ik met behulp van mijn knoopen- schaar mijn bullen oppoetsen, toen mijn naam werd afgeroepen en ik moest in vallen voor een ziekgeworden marinier le Was, die dien da.g mede moest uitvaren naar Oost-Indiê. Zooroovers markten do Indische wateren zeer onveilig en oor ons prestige moest daaraan paal en perk gesie'd worden. Teen'wij'in Batavia aankwamen, hadden Chineesobe piraten juist oen Engelschen koopvaarder geplunderd en uilgemoord. Riet de „Rctée", een oorlogschip met stoom- en zeilvermogon en bemand met 700 koppen, zeilden wij naar de wateren om de Rlolukken, waar we heel wat van die snaken oppakten. Helaas was het op hangen afgeschaft, dus onze ra's hoef den geen dienst te doen, de zeeroovers werden opgezonden om tot zware kerker straffen te worden veroordeeld. RIaar nu trof ons een zware slag; ons schip raakte op een klip en was er niet meer af te brengen. Door een zware ty phoon overvallen, dreigde het te pletter te slaan. Dank zij het kranig optreden van onzen commandant, werden allen gered en wij landden op een dichtbijzijnd onbe woond eiland. Alle proviand, munitie, wa pens en een doel van den inventaris werd aan land gebracht. Weken hebben we op dat eiland vertoefd, totdal een Ilollandsch oorlogsschip in zicht kwam, die ons op nam. Inmiddels was ik slecht van gezicht geworden en dat verergerde in die mate, dat ik afgekeurd word en repatrieerde. Aan boord bevond zich ook de heer Cornets de Groot, advocaat generaal bij angst, zweetdrop pel en parelen op haar voor hoofd. Het jonge meisje buigt zich over haar heen. „Ik geloof, dat dit het einde is", zegt zij. Een paar snikken en liet hoofd der zieke valt in de kussens terug. „Gedaan", zegt de jonge man, terwijl de baanwachter binnentreedt met don dok ter. De doode ligt nu kalm, de jonge, vrien delijke verpleegster het zacht lippen en voorhoofd, strijkt de haren glad, vouwt de handen met een bijna toedere zorg en in groolen eenvoud. Haar metgezel ziet het aan en denkt: hoe lief zij kan het niet anders doen wanneer het een zuster of een vriendin gold. Daarop gaat het jonge meisje in het kleine tuintje om een paar wilte rozen te plukken, die zij maast de doode logt, wier gelaat zich reeds ontspannen heeft en die bijna schijnt te glimlachen over die liefderijke zorgen. De dokter kan alleen het overlijden con- stateeren. „Hartverlamming", zegt hij ,„ik zal den burgemeester waarschuwen, dat alle noodige maatregelen genomen kunnen worden." IV. Tegen twaalf uur 's middags was de doode weggebracht en de twee jongelie den stonden samen voor het huisje van den haanwachter. De dag was wel heel anders vilonp-m dan zij het zich had- STAAN AAN DE SPITS TEL. 68810, 68924, CB509 G. A. DE WINTER 'HJISYLLIT-AltTHiELKiN - l'ltll'l.E X U)V Adres is: Broersveu. 101 •IROF.N'» TRI PLU XIIA ND RI, Bropr^vo'1' 'H »v.'7 TELEF. 08792. 08018. 11. J. iUAKKESTKIN i. 0. KLEIN' Nieuw Tfavc'i 47n Briurmnndriui1 54 den Iloogen Raad van Nod.-Imlie, die mot zijn kinderen huistoe ging. Deze benoem de mij lot oppasseoer van zijn kinderen en dat bleef ik ook nog 2 jaar in Holland Ik was toen 32 jaar en vond wel, dut ik voor iets heter in de wieg was gelegd. 11c zou juist, wegens gebrek aan iels beters, als lijfknecht van den hoer Do Groot met dezen naar Nod.-Imlië terug koeren mijn bagage was reeds aan boord toen ik bericht van mijn familie uit Schiedam kreeg, dat ik als gemeente wa genmaker kon geplaatst worden. Onder hef tig prolest van mijn moestor nam ik die betrekking aan en ondanks mijn gebrek kige vakkennis (mijn wagenwielen waren meer achtkantig dain rond) wist ik er mij door le slaan. Inmiddels had. ik „kennis"/ gekregen en ik trouwde, 33 jaar oud. Veertig jaar heb ben mijn vrouw en ik lief en leed met cl kaar gedeeld' Ik was nog al getapt en kreeg zoo doende verschillende baantjes op te knap pen. (k voelde mij zoo'n beetje „kapitein van speciale diensten". O.a was ik aan sprakelijk voor de juiste tijdaanwijzing der gemeenteklokken en zoo meer. liet was een gemoedelijke tijd! Tenslotte werd ik ook als gemeentewerk man gepensioneerd en had alzoo oen on- bezorgdon ouden dag. Als Oranjeklant ontbrak ik niet graag in de optochten op 31 Augustus. Geduren de 25 jaar organiseerde ik gekostumeerde kinderopiocblen. Voor de vercischtc repe tities werd het Beursgebouw afgestaan. Ook was ik nog jaren oppasser', in den kin derspeeltuin, doch mijn steeds verminde rend gezichtsvermogen, maakte mij verder praclisch werken onmogelijk. Inmiddels slingenre ik van het eene kosthuis naar het andere, totdat men mij aanraadde weer Ie trouwen. En werkelijk, op 79-jarigen leeftijd (ik leek 60) kreeg ik op mijn huwelijksadvertentie nog vele brie ven „Ernstig gemeend". Ik was er - nog haast ingoloopen, doch ik besloot toch Dc wachter. Zet een wachter voor de omheining uwer tanden, opdat geen boo/o woorden uw mond ontsnappen! Hoe dikwerf gebeur! het niet, dat een bitter woord aan onze lip pen ontkomt, en nauwelijks hebben wij het gezegd, of wij voelen dat woord als (M>n slag in ons eigen aangezicht. Want dan zien wij de reactie op het door ons gesprokene op hot gelaat van onzen \ricnrl, van vrouw, vader of kind En door hel betrekken van een lief gezicht, door de kleur die naar do wangen stijgt, door liet tranenfloers dat den blik sluiert, wordt ous plotseling duidelijk: wij bobben iels mis zegd. Hoe mag dit toch verklaard worden? Liever nog: hoe zou het te voorkomen zijn !k vrees, dat do verklaring tevens in houdt, dat do tweede vraag ontkennend beantwoord ..met worden, omdal wij men chen zijn. Rlcnsclien, met tnenscltclijke riemen roeiende op dc vol Iclipcn on rif fen zijnde mcnscheüjkc levenszee. Dat verklaart, waarom wij zoo dikwjls voorals als we nog wat jeugdig zijn iets miszeggen; dat houdt levens in, dat er weinig aan te doen zal wezen. Twee dingen zijn denkbaar, om lot een oplossing te geraken: de spreker zet een strenge wachter voor de omheining zijner tanden, of de toegesprokene is van een ai-ovoTziemlheid en volkomen licfdevol- heid, waardoor hij alles begrijpt en, des noodig, vergeeft. In het cerslo geval moet Je strenge wachter naar binnen en naar bui ten kijken en naar buiten het eerst: wie is het, tot wien het woord gericht wordt? Is hij lichtgeraakt, fijngevoelig, breed of bekrompen, hatelijk of vriende li,k? Fn naar binnen: wat wil geezegd worden; moet dat gezegd worden, en, als het moet, is de beoogde vorm dan juist, passend den voorgesteld. De jonge main zeide: „dat is een mis lukte tocht". „Ja", antwoordde liet meisje, „maar hebt u er spijt van?" „Neen, want u hebt een goed werk kunnen doen. Rlaar hier kunnen wij niet blijven. Wat zullen wij nu doen?" „Naar het naaste station loopen en den eersten trein naar Parijs nemen." „Riet dit prachtig weer? Zouden wij daar niet wat van genieten? Wij hebben voor die arme vromv gedaan wat wij kon den. Zij heeft nu rust. Rlag ik u een voor stel doen?" „Zeker, mijnheer, ik ben overtuigd, dat het niets is, wat ik niet zou kunnen aanhooren." „Rlag ik mijzelf dan eerst voorstellen, mijn naam is Paul Livoy en ik lien boek houder bij de firma Revoil, Passard en Cie, rue Yivionne, een groot» zaak van behangselpapier." „Ik heet Cecile Arvcl en ik werk in een modemagazijn in de rue Rlontmartre." „Luister -s~ dit is mijn voorstel terug te gaan naar Parijs zou al heel naargees tig zijn. Kijkt u even hoe mooi het hier is, men kaïn zich niets frisschers en groe- ners denkon. Omdat ik wist, dat in Dieppe in het badseizoen alles zoo duur is, heb ik zelf het een en aindor meegenomen er is meer dan genoeg voor twee. Laten wij den dag lner doorbrengen en weest u mijn gast bij ons dejeuner." Men verlieze niet uit'liet oog, dat een groot deel van het verdriet, dat op dezen aardbodem geleden wordt, zijn oorzaak vindt in gesproken woorden. 'Ontijdig gesproken, onnoodig gezegd, te hard van vorm, te liefdeloos van klank, te ruw, te onoverdacht--, maar woorden zijn het, en waren hot, en zullen het ook nog vaak zijn, die kwetsen en pijn doen ook waar het niet noodig is. Daarom: zet eerst een wachter voor de omheining uwer tanden, een wachter naar buiten, en naar binnen. En school uw geest daarna in verdraagzaamheid en breedheid van begrip, opdat ge zoo min mogelijk geraakt zult kunnen worden door wat eens andermans te achteloozen wachter zich mocht... laten ontglippen I SENECA Jr. W iiiuwverU iu den siertuin. Het is nu tijd voor liet bemesten onzer gazers. Hrervuua.' kuiimua we o.a. de oounposthoop zeer goed gobrmkeui, nadat, deze eemgo moten is omgezet geworden, ou glove ueeicu eiuil venujuerd zijn. (Jok goeu verleerde slahnesl is uitstekend, en wie de besUilkkuig heek over bugger, kan, ouk üit, inidal het dooi vroren is, meij succes op het gazon aaubieugoa. Hieraan kunnen wo dan nog toevoegen een be mesting met kunstmest, waarvan we hoe- veeliieüen gebiuikciu als voor den moesluia weiden aangegeven, ua niptaals hiervan Luimen we ook een mengsel gebruiken, b v. liet mengsel 8, waarvan, we 25 K.U. per Aie uitstrooien (de cijiers ge ven aan do verhouding der vorsoinllund'q stoken, die hol mengsel bevat als stik stof, fosfor en kali). Op deze wijze kiijgt liet gazom oen flinke bemesting en dit is ook wei noodig, daar we het immers den geboeion zomer door eens per week maaien en knippen en er dus veel van getergd wordt. Ook zulten we op slecht bemesten giond veel meer last hebben van worltioirkruiUcta, die met hun dieper gaand wortelgestel,, zich gemakkelijker kunnen handhaven dan de grassen. Dooi een bemesting met bovengenoemde stollen zal iiel gazon van strenge voistoola minder te lijden hebben ein eerder groen zijn. Ook zullen de gazons in don zonrcr dan minder to lijden hebben van de droogte. Deze humusvoimende stoken woidcn, na een paar wekem met een riek uiteengeslagen, wat we, zoo noodig, nog eens herhalen en, nadat door weersinvloe den als logen en vorst, aües goed lijn go tvoiden is. harsen we de gazons schoon. Omstreeks begin Rlaart dienen ivo, bij droog weer, alles nog eens flink te rol len, opdat mogelijke steentjes on ander harde bcstanddeeien in den bodem worden gedrukt, zoodat we een goede, vlakke bo dem krijgen, die met de maaimacliino ge makkelijk te bewerken is. Zoolang de bodem bevioren is, strooien we de kunstmest nog niet uit, daar dit ge vaar voor verbranden van liet gazon zou geven. Ook denkon we er wei aan, niet onnoodig over stijf bevroren gazons te loopen, daar de sporen hiervan lang zichtbaar blijven. Bij sneeuwval van een beteekenis Ietten we op onze conifeeren en andere groen- blijvende planten. Hierop blijft de sneeuw gemakkelijk pakken, doer bet gewicht ervan zakken de takken, uiteen en verlie zen hun natuurlijken vorm. Schudt ze daarom dadelijk voor/ichlig af, voordat de eropvoigende vorst de sneeuwmassa heeft doen vastvriezen. 'A. G. Haar kind vertalen. De Bredasche rechtbank veroordee'de de vrouw J. II. te Tilburg, wegens moedwil lige verlating van haar pasgeboren kind in een voikslogement ie Tilburg, tot 8 maan den gevangenisstraf. ()i> i t.^iiiiar politieman. Het 0. RL bij de Bredasche rechtbank eisclite tegen den agent van politie der gemeente Oosterhout, F. J. v. E., terzake „0, mijnheer!" „Weigert u? Waarom? Rlag ik niet ge- ioovcn, dat u eonig vertrouwen in mij hebt?" „Ja, stellig, na wat ik gezien heb, moet ik li voor een goed en eerlijk mensch houden." „Dun b-erliaal ik mijn voorstel laten wij den dag Hier doorbrengen In Parijs zou ik het u msiscbien niet durven vra gen, maar hier, waar niemaind ons kent. Bij gebrek aan de zee kunnen wij in ieder geval genieten van deze rivier, van deze landelijke rust. Kom juffrouw Arvel, zeg, dat u mijn plannetje goedkeurt?" Zijn gezicht was zoo open, zijn stem zoo oprecht, dat Cecile niet lang aarzelde, maar hem de hand reikte en zei: „Ik noem het aan!" „Dank u! Wat zoudt u er dan van zeg gen, om ons maal le nuttigen in die wei, daar aan den zoom van dit boschje?" „Dat lijkt mij best en wij behoeven niet van hanger om te komen, want ik heb ook proviand meegenomen." Zoo wandelden zij langs een aardig voet pad door de velden. Hoe mooi was het daar! De vruchtboomen bogen onder het gewicht der appels en peren. Hier en daar lag een hoeve met een bemost dak, zacht als fluweel. Eon rinsche geur van rijp fruit vervulde de lucht. Aan den blauwen hemel dreven witte wolkjes als blanke zwa nen. De weldoende rust van den Zondag lag als een zegenende hand op dit liefe van het opmaken van een vaisch proces verbaal, 2 jaar gevnnsjenisstraf. De diefstallen aan den Linker RIaasoevcr. De Rot(erdarnsche rechlbank veroordeel de S. J. v. G„ J. E., D. v. '0., II. ft de B,, en II. A. L., wegens diefstallen op den Linker RIaasoever, tot respectievelijk 6 maanden gevangenisstraf, met aftrek der preventieve hechtenis, 6 maanden tucht huisstraf zonder aftrek der preventieve hechtenis, 4 maanden voorwaardelijke straf met een proeftijd van 3 jaar en beschik kingstelling der regeering voor den tijd van 1 jaar, 6 maanden gevangenisstraf mei af trok van den tijd in preventieve hechtenis doorgebracht en 6 maanden tuchthuisstraf. In ravijn gestort. Bij Gijon is ten gevolge van e>en defect aan de stuurinrichting een voile autobus in een ravijn gestort, waardoor 10 inzittenden werden gedood en 15 zwaar gewond. lijke land. Do twee jongelieden bereikten hun uit verkoren plekje; een lage heuvel, waar achter een statige boom oprees. Zij had den het uitzicht over het wijde, vredige landschap, goud en groen, doorsneden door het kabbelend stroompje, dat den blauwen hemd weerkaatste. „Hoe mooi", riep Cecile uit en ze kota niet ualatein erbij te voegen: „en wat oen goede inval was dat van u!" De man Ivoorraad werd uitgepakt en uit gespreid' »-i het gras, temidden der dui zenden 11 'innen. Paul had kip en ham en wat pastei mee genomen en een flcsoh wijn. Cecile had. vruchten ein gebak. „U zult mij wel een erge materialist vinden", zei Paul. „Ik heb goeden eet lust, dat moet ik bekennen en voor deze gelegenheid heb ik maar wat extra's ge nomen 1" Wat een genoeglijke picnic was dat, zoo op die geurige wei met de zingende vo gels boven zichl „Neemt u toch wat moer, juffrouw Ce cile, u eet niets!" „O, ik knabbel altijd zoo maar een beet je." Maar zij liet zich toch verleiden een stukje pastei en wat kip te probeeren en hij bediende haar met groote hoffelijk heid. (Slot volgt). V-U- Tl I 'I f I V t W h

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1933 | | pagina 5