fx]
Schiedamsche Courant,
0'
MotoplinntdieDSt op Amsterdam
SmfflSSCD „EDELWEISS"
Een praatje in de Plantage.
GLUS BN LOOD
Hoe 't geluk kan komen.
fWJmeningen.
TWEEDE BLAD
N.V.WiERCURIUS
N.V.vanKATWIJK'SGLASHANDEL
Vertrek Maania»-, Woansdag en Vrijd-igaronü 5 uur
BegraSeïiis-¥ereem.
©nclerl, Schied.
PAPAVER DROGISTERUEN
Westmolenstraat 16-18 - Telef. 68519
LET OP. LET OP
Hl Elecstr-ïciieit—Radi©
CS. VAN DER SVÏOST Cs.
BEGRAFEH1S-DHDERHEMIHG. li.ï ALGEMEEN
Werkzaamheden in den
volkstuin.
RECHTSZAKEN-
GEMENCT) NIEUWS.
DER
ZATERDAG, 11 FEBR. 1933. No. 20200.
Morgen, 12 Februari, wordt een
bekend stadgenoot, de hoer W, Vrij
land 95 jaar. In verband daarmee
booid oen van zijn vrienden één
don laalsten tijd gemaakt ons
het volgende tor plaatsing aan. Of
schoon ivo geen aanleiding hebben
aan de waarheidsliefde van schrij
ver o£ verteller te twijfelen, laten
wo toch het verhaal geheel voor
hun rekening,
Toen ik ruim 2 jaar geleden op ver-
vroogd pensioen, werd gesteld, boleefcende
dit voor mij natuurlijk oen beduidende ver
mindering van inkomsten. Mijn jonge ito uw
was het volkomen mot mij eens, dat in de
eerste plaats op woning-huur bezuinigd kon
worden. Gelukkig was mijn liuur-cohtract
bijna geëindigd en, daar ik i" Rotterdam
geen behoorlijke woning tegen billijken prijs
kon huren, week ik, als zoovele honder
den Rotterdammers, uit, ©n vond in Schie
dam een nieuw „vaderland". Ik trok hier
heen met een kloppend hart, want om
naar het onbekende Westen trekken,
welker „inboorlingen" geheel andere ge
woonten en gebruiken en misschien taal
spraken, was wel min of moer riskant!
Wij betrokken een schittorcndo woning
tegen een 40 pCt. lagoren huurprijs dan
in Rotterdam, die nog wel zóó gerieflijk
was en we waren al spoedig ingeburgerd.
Als ambteloos burger wandelde ik iede-
ren dag naar mijn op 100 RL afstand ge
legen Plantage en maakte daar weldra ken
nis met verscheidene oud gedienden, een
zeer gemoedelijk menscliensoort, die allen
zonder uitzondering mij hun kwensgosohie»-
donis toevertrouwen. RIerkwaardig hoe te
vreden en welgemoed die mensahen zijn,
ondanks dat zij van een ongelooflijk laag
inkomen moeten rond komen. Als regel
misprijzen zij de ontevredenheid van het
jongere, nog in functie zijnde geslacht.
Tijdens één van mijn wandelingen in de
Plantage, maakte ik kennis met oen oud
hoertje, dat mij óf een oud hoofdonderwij
zer óf een oud-sergeamt-majoor toescheen,
gelet op zijn gedecoreerd© borst. Het lieer-
tje ontpopte zich als de 94-jarigo Willem
Vrijland, gemeente wagenmaker in rusie.
Ik verstond: 74 jaar, hoewel hij er niet
ouder dan 70 jaar uitzag.
Natuurlijk begon ook hij' in korte trek
ken zijn geschiedenis te vertellen. Hij is
jammer genoog doof on omdat ik hem dus
wat luid van repliek moest dienen, luis
terden de merels, vinken en spreeuwen van
uit de boomen aandachtig toe. Het viel
mij op, dat vole kinderen, die ons bankje
passeerden, „Dag opa!" riepen.
Ik vroeg hem, of hij zooveel kleinkin
deren had'.
„Och", zei hij, „alleen in de Gorzen
heb ik er 4000. Ik houd veel van kinde
ren en vooral als ze klein zijn, vind ik' ze
zoo lief".
Maar ik geef „Ouiwe Willem" nu zelf
maar het woord om zijn verhaal te ver
tellen.
„Toen ik 10 jaar oud was, verloor ik
mijn zorgzamen vader, Rlijn moeder bloef
met een talrijk kroost achter, waarvan ik
de zwakste scheen. „Hij zal wel geen blij
vertje zijn", zei moeder achter mijd rug!
Rlijn moeder deed mij in do leer bij een
wagenmaker en toen ik' 18 jaar was, ver
loor ik ook mijn moeder. Ik was dus wees
jongen geworden, doch was te oud om in
het Weeshuis opgenomen te worden. Ik
vond hot zoo leeg om mij heen, dat ik
mij liet opnemen in het Corps RIariniers,
waar ik al gauw ingeburgerd was.
Door één der officieren word ik als op
passer geannexeerd, maar dat leventje
raakte ik ten iaatste zoo beu, dat ik soe
batte om naar Oost of West te worden uit
gezonden. Ik vertrok met 100 mariniers
en 100 kolonialen op ©en koopvaard^fregat
met bestemming naar West-Indiö, waar het
niet pluis was in verband met de afschaf
fing dor slavernij iu de Z.-Arnerikaanscho
Staten. Duizenden negers zwierven zonder
emplooi rond ©n overs tree mdon ook don
West-Indischen archipel. De angst sloeg
ons wel eens om liet hart. want wat zou-
HIO'l scill EUAMSCllli VULt'KNUUis it,
LANttK HAVEN 77 liocli Brtunlmsleei.'.
lol. uS64G GEBR. BÏJLOü
maar „vrije jongen" te blijven en sukkel
de met mijn kosthuizen maar voort. Maar
nu heb ik het fijn!"
En toon stapte Vrijland op. Hij salueer
de mei zijn witten stok, die niet als steun,
doch als signaal dient en ging koffie dein
en. Als hij mij (e lang in de Plantage
mist, komt hij mij zonder geleide opzoe-
onnlloen bij hot oversteken van een
druk punt, wordt hij geassisteerd.
Zijn borst is gesierd met d© mcdaillo
van 12 jaren trouwe dienst inclusief 7
campagne jaren en mot een Boddings-
nedailio.
Het zal hem in zijn pension Hoofdstraat
10 op zijn vcijnardag zeker niet aan bc-
uneslelling ontbreken. Do viering heeft
Maandag as. plaats
O. Dienske, W. Noomen
Singel 84b, tel. 08292 Warande 57, tel. 09733
(Uit het Framsch, door mej. RI. de R.)
fVervolg
„Er zit niets anders op dan te doen wal
zij vraagt", zegt de hoofdconducteur, „la
ten wij haar in het huis van den baan-
wacchler brengen."
En men vraagt dien man, of hij een dok
ter weet te wonen: „Ja vier kilometer ver
der." „En kan iemand daarheen gaan?"
„Ja, mijn oudste jongen kan gaan."
Dat zal het beste zijn. De conducteur en
een der beambten dragon de zieke uit
den irein en leggen haar op oen bed in de
kleine woning. Toen zeide het blonde meis
je legen den hoofdconducteur
„Wij kunnen deze arme vrouw hier niet
alleen achterlaten ik blijf bij baar."
„Dan zal uw retourbiljct niet geldig
meer zijn,"
„Daar is niols aan (e doen!"
„Vindt u goed, dat ik hier met u blijf",
vraagt do donkere jonge man.
„Ik dank u, meneer, uit naam van de
zieke en uit mijn eigen naam."
Instappen! Instappen! Allen haasten zich
lam plaatsen weer in te nemen en de trein
vertrekt, terwijl de oudste zoon van den
baanwachter den dokter gaat halen.
De zieke schijnt te herademen, maar
het is slechts een schijnbare beterschap.
De benauwdheid keert terug. Na een oogen-
blik sp ui zij de oogen wijd open als in
W. Vrijland.
den 20 mariniertjes kunnen uitvoeren tegen
een paar duizend' van die negers als deze
eens kwaad wilden! Hot liep echter goed
af en we kwamen heelhuids in het va
derland terug.
Nauwelijks was ik' weer op mijn gemak
en zou ik met behulp van mijn knoopen-
schaar mijn bullen oppoetsen, toen mijn
naam werd afgeroepen en ik moest in
vallen voor een ziekgeworden marinier le
Was, die dien da.g mede moest uitvaren
naar Oost-Indiê. Zooroovers markten do
Indische wateren zeer onveilig en oor
ons prestige moest daaraan paal en perk
gesie'd worden.
Teen'wij'in Batavia aankwamen, hadden
Chineesobe piraten juist oen Engelschen
koopvaarder geplunderd en uilgemoord.
Riet de „Rctée", een oorlogschip met
stoom- en zeilvermogon en bemand met
700 koppen, zeilden wij naar de wateren
om de Rlolukken, waar we heel wat van
die snaken oppakten. Helaas was het op
hangen afgeschaft, dus onze ra's hoef
den geen dienst te doen, de zeeroovers
werden opgezonden om tot zware kerker
straffen te worden veroordeeld.
RIaar nu trof ons een zware slag; ons
schip raakte op een klip en was er niet
meer af te brengen. Door een zware ty
phoon overvallen, dreigde het te pletter
te slaan. Dank zij het kranig optreden van
onzen commandant, werden allen gered
en wij landden op een dichtbijzijnd onbe
woond eiland. Alle proviand, munitie, wa
pens en een doel van den inventaris werd
aan land gebracht. Weken hebben we op
dat eiland vertoefd, totdal een Ilollandsch
oorlogsschip in zicht kwam, die ons op
nam.
Inmiddels was ik slecht van gezicht
geworden en dat verergerde in die mate,
dat ik afgekeurd word en repatrieerde.
Aan boord bevond zich ook de heer
Cornets de Groot, advocaat generaal bij
angst, zweetdrop pel en parelen op haar voor
hoofd. Het jonge meisje buigt zich over
haar heen.
„Ik geloof, dat dit het einde is", zegt
zij. Een paar snikken en liet hoofd der
zieke valt in de kussens terug.
„Gedaan", zegt de jonge man, terwijl
de baanwachter binnentreedt met don dok
ter.
De doode ligt nu kalm, de jonge, vrien
delijke verpleegster het zacht lippen en
voorhoofd, strijkt de haren glad, vouwt de
handen met een bijna toedere zorg en in
groolen eenvoud. Haar metgezel ziet het
aan en denkt: hoe lief zij kan het niet
anders doen wanneer het een zuster of
een vriendin gold.
Daarop gaat het jonge meisje in het
kleine tuintje om een paar wilte rozen te
plukken, die zij maast de doode logt, wier
gelaat zich reeds ontspannen heeft en
die bijna schijnt te glimlachen over die
liefderijke zorgen.
De dokter kan alleen het overlijden con-
stateeren. „Hartverlamming", zegt hij ,„ik
zal den burgemeester waarschuwen, dat
alle noodige maatregelen genomen kunnen
worden."
IV.
Tegen twaalf uur 's middags was de
doode weggebracht en de twee jongelie
den stonden samen voor het huisje van
den haanwachter. De dag was wel heel
anders vilonp-m dan zij het zich had-
STAAN AAN DE SPITS
TEL. 68810, 68924, CB509
G. A. DE WINTER
'HJISYLLIT-AltTHiELKiN - l'ltll'l.E X
U)V Adres is: Broersveu. 101
•IROF.N'» TRI PLU XIIA ND RI,
Bropr^vo'1' 'H »v.'7
TELEF. 08792. 08018.
11. J. iUAKKESTKIN i. 0. KLEIN'
Nieuw Tfavc'i 47n Briurmnndriui1 54
den Iloogen Raad van Nod.-Imlie, die mot
zijn kinderen huistoe ging. Deze benoem
de mij lot oppasseoer van zijn kinderen en
dat bleef ik ook nog 2 jaar in Holland
Ik was toen 32 jaar en vond wel, dut ik
voor iets heter in de wieg was gelegd.
11c zou juist, wegens gebrek aan iels
beters, als lijfknecht van den hoer Do
Groot met dezen naar Nod.-Imlië terug
koeren mijn bagage was reeds aan boord
toen ik bericht van mijn familie uit
Schiedam kreeg, dat ik als gemeente wa
genmaker kon geplaatst worden. Onder hef
tig prolest van mijn moestor nam ik die
betrekking aan en ondanks mijn gebrek
kige vakkennis (mijn wagenwielen waren
meer achtkantig dain rond) wist ik er mij
door le slaan.
Inmiddels had. ik „kennis"/ gekregen en
ik trouwde, 33 jaar oud. Veertig jaar heb
ben mijn vrouw en ik lief en leed met cl
kaar gedeeld'
Ik was nog al getapt en kreeg zoo
doende verschillende baantjes op te knap
pen. (k voelde mij zoo'n beetje „kapitein
van speciale diensten". O.a was ik aan
sprakelijk voor de juiste tijdaanwijzing der
gemeenteklokken en zoo meer. liet was
een gemoedelijke tijd!
Tenslotte werd ik ook als gemeentewerk
man gepensioneerd en had alzoo oen on-
bezorgdon ouden dag.
Als Oranjeklant ontbrak ik niet graag
in de optochten op 31 Augustus. Geduren
de 25 jaar organiseerde ik gekostumeerde
kinderopiocblen. Voor de vercischtc repe
tities werd het Beursgebouw afgestaan.
Ook was ik nog jaren oppasser', in den kin
derspeeltuin, doch mijn steeds verminde
rend gezichtsvermogen, maakte mij verder
praclisch werken onmogelijk.
Inmiddels slingenre ik van het eene
kosthuis naar het andere, totdat men mij
aanraadde weer Ie trouwen. En werkelijk,
op 79-jarigen leeftijd (ik leek 60) kreeg ik
op mijn huwelijksadvertentie nog vele brie
ven „Ernstig gemeend". Ik was er - nog
haast ingoloopen, doch ik besloot toch
Dc wachter.
Zet een wachter voor de omheining uwer
tanden, opdat geen boo/o woorden uw
mond ontsnappen! Hoe dikwerf gebeur! het
niet, dat een bitter woord aan onze lip
pen ontkomt, en nauwelijks hebben wij
het gezegd, of wij voelen dat woord als
(M>n slag in ons eigen aangezicht. Want
dan zien wij de reactie op het door ons
gesprokene op hot gelaat van onzen \ricnrl,
van vrouw, vader of kind En door hel
betrekken van een lief gezicht, door de
kleur die naar do wangen stijgt, door liet
tranenfloers dat den blik sluiert, wordt ous
plotseling duidelijk: wij bobben iels mis
zegd.
Hoe mag dit toch verklaard worden?
Liever nog: hoe zou het te voorkomen
zijn
!k vrees, dat do verklaring tevens in
houdt, dat do tweede vraag ontkennend
beantwoord ..met worden, omdal wij men
chen zijn. Rlcnsclien, met tnenscltclijke
riemen roeiende op dc vol Iclipcn on rif
fen zijnde mcnscheüjkc levenszee.
Dat verklaart, waarom wij zoo dikwjls
voorals als we nog wat jeugdig zijn
iets miszeggen; dat houdt levens in, dat
er weinig aan te doen zal wezen.
Twee dingen zijn denkbaar, om lot een
oplossing te geraken: de spreker zet een
strenge wachter voor de omheining zijner
tanden, of de toegesprokene is van een
ai-ovoTziemlheid en volkomen licfdevol-
heid, waardoor hij alles begrijpt en, des
noodig, vergeeft. In het cerslo geval moet
Je strenge wachter naar binnen en naar bui
ten kijken en naar buiten het eerst:
wie is het, tot wien het woord gericht
wordt? Is hij lichtgeraakt, fijngevoelig,
breed of bekrompen, hatelijk of vriende
li,k? Fn naar binnen: wat wil geezegd
worden; moet dat gezegd worden, en, als
het moet, is de beoogde vorm dan juist,
passend
den voorgesteld.
De jonge main zeide: „dat is een mis
lukte tocht".
„Ja", antwoordde liet meisje, „maar hebt
u er spijt van?"
„Neen, want u hebt een goed werk
kunnen doen. Rlaar hier kunnen wij niet
blijven. Wat zullen wij nu doen?"
„Naar het naaste station loopen en den
eersten trein naar Parijs nemen."
„Riet dit prachtig weer? Zouden wij
daar niet wat van genieten? Wij hebben
voor die arme vromv gedaan wat wij kon
den. Zij heeft nu rust. Rlag ik u een voor
stel doen?"
„Zeker, mijnheer, ik ben overtuigd, dat
het niets is, wat ik niet zou kunnen
aanhooren."
„Rlag ik mijzelf dan eerst voorstellen,
mijn naam is Paul Livoy en ik lien boek
houder bij de firma Revoil, Passard en
Cie, rue Yivionne, een groot» zaak van
behangselpapier."
„Ik heet Cecile Arvcl en ik werk in een
modemagazijn in de rue Rlontmartre."
„Luister -s~ dit is mijn voorstel terug
te gaan naar Parijs zou al heel naargees
tig zijn. Kijkt u even hoe mooi het hier
is, men kaïn zich niets frisschers en groe-
ners denkon. Omdat ik wist, dat in Dieppe
in het badseizoen alles zoo duur is, heb
ik zelf het een en aindor meegenomen
er is meer dan genoeg voor twee. Laten
wij den dag lner doorbrengen en weest
u mijn gast bij ons dejeuner."
Men verlieze niet uit'liet oog, dat een
groot deel van het verdriet, dat op dezen
aardbodem geleden wordt, zijn oorzaak
vindt in gesproken woorden.
'Ontijdig gesproken, onnoodig gezegd, te
hard van vorm, te liefdeloos van klank,
te ruw, te onoverdacht--, maar woorden
zijn het, en waren hot, en zullen het ook
nog vaak zijn, die kwetsen en pijn doen
ook waar het niet noodig is.
Daarom: zet eerst een wachter voor
de omheining uwer tanden, een wachter
naar buiten, en naar binnen. En school
uw geest daarna in verdraagzaamheid en
breedheid van begrip, opdat ge zoo min
mogelijk geraakt zult kunnen worden door
wat eens andermans te achteloozen
wachter zich mocht... laten ontglippen I
SENECA Jr.
W iiiuwverU iu den siertuin.
Het is nu tijd voor liet bemesten onzer
gazers. Hrervuua.' kuiimua we o.a. de
oounposthoop zeer goed gobrmkeui, nadat,
deze eemgo moten is omgezet geworden,
ou glove ueeicu eiuil venujuerd zijn. (Jok
goeu verleerde slahnesl is uitstekend, en
wie de besUilkkuig heek over bugger, kan,
ouk üit, inidal het dooi vroren is, meij
succes op het gazon aaubieugoa. Hieraan
kunnen wo dan nog toevoegen een be
mesting met kunstmest, waarvan we hoe-
veeliieüen gebiuikciu als voor den moesluia
weiden aangegeven, ua niptaals hiervan
Luimen we ook een mengsel gebruiken,
b v. liet mengsel 8, waarvan, we
25 K.U. per Aie uitstrooien (de cijiers ge
ven aan do verhouding der vorsoinllund'q
stoken, die hol mengsel bevat als stik
stof, fosfor en kali).
Op deze wijze kiijgt liet gazom oen
flinke bemesting en dit is ook wei noodig,
daar we het immers den geboeion zomer
door eens per week maaien en knippen
en er dus veel van getergd wordt.
Ook zulten we op slecht bemesten giond
veel meer last hebben van worltioirkruiUcta,
die met hun dieper gaand wortelgestel,,
zich gemakkelijker kunnen handhaven dan
de grassen.
Dooi een bemesting met bovengenoemde
stollen zal iiel gazon van strenge voistoola
minder te lijden hebben ein eerder groen
zijn. Ook zullen de gazons in don zonrcr
dan minder to lijden hebben van de
droogte. Deze humusvoimende stoken
woidcn, na een paar wekem met een riek
uiteengeslagen, wat we, zoo noodig, nog
eens herhalen en, nadat door weersinvloe
den als logen en vorst, aües goed lijn go
tvoiden is. harsen we de gazons schoon.
Omstreeks begin Rlaart dienen ivo, bij
droog weer, alles nog eens flink te rol
len, opdat mogelijke steentjes on ander
harde bcstanddeeien in den bodem worden
gedrukt, zoodat we een goede, vlakke bo
dem krijgen, die met de maaimacliino ge
makkelijk te bewerken is.
Zoolang de bodem bevioren is, strooien
we de kunstmest nog niet uit, daar dit ge
vaar voor verbranden van liet gazon zou
geven. Ook denkon we er wei aan, niet
onnoodig over stijf bevroren gazons te
loopen, daar de sporen hiervan lang
zichtbaar blijven.
Bij sneeuwval van een beteekenis Ietten
we op onze conifeeren en andere groen-
blijvende planten. Hierop blijft de sneeuw
gemakkelijk pakken, doer bet gewicht
ervan zakken de takken, uiteen en verlie
zen hun natuurlijken vorm. Schudt ze
daarom dadelijk voor/ichlig af, voordat de
eropvoigende vorst de sneeuwmassa heeft
doen vastvriezen. 'A. G.
Haar kind vertalen.
De Bredasche rechtbank veroordee'de de
vrouw J. II. te Tilburg, wegens moedwil
lige verlating van haar pasgeboren kind
in een voikslogement ie Tilburg, tot 8 maan
den gevangenisstraf.
()i> i t.^iiiiar politieman.
Het 0. RL bij de Bredasche rechtbank
eisclite tegen den agent van politie der
gemeente Oosterhout, F. J. v. E., terzake
„0, mijnheer!"
„Weigert u? Waarom? Rlag ik niet ge-
ioovcn, dat u eonig vertrouwen in mij
hebt?"
„Ja, stellig, na wat ik gezien heb, moet
ik li voor een goed en eerlijk mensch
houden."
„Dun b-erliaal ik mijn voorstel laten
wij den dag Hier doorbrengen In Parijs
zou ik het u msiscbien niet durven vra
gen, maar hier, waar niemaind ons kent.
Bij gebrek aan de zee kunnen wij in ieder
geval genieten van deze rivier, van deze
landelijke rust. Kom juffrouw Arvel, zeg,
dat u mijn plannetje goedkeurt?"
Zijn gezicht was zoo open, zijn stem
zoo oprecht, dat Cecile niet lang aarzelde,
maar hem de hand reikte en zei: „Ik noem
het aan!"
„Dank u! Wat zoudt u er dan van zeg
gen, om ons maal le nuttigen in die wei,
daar aan den zoom van dit boschje?"
„Dat lijkt mij best en wij behoeven niet
van hanger om te komen, want ik heb ook
proviand meegenomen."
Zoo wandelden zij langs een aardig voet
pad door de velden. Hoe mooi was het
daar! De vruchtboomen bogen onder het
gewicht der appels en peren. Hier en daar
lag een hoeve met een bemost dak, zacht
als fluweel. Eon rinsche geur van rijp
fruit vervulde de lucht. Aan den blauwen
hemel dreven witte wolkjes als blanke zwa
nen. De weldoende rust van den Zondag
lag als een zegenende hand op dit liefe
van het opmaken van een vaisch proces
verbaal, 2 jaar gevnnsjenisstraf.
De diefstallen aan den Linker RIaasoevcr.
De Rot(erdarnsche rechlbank veroordeel
de S. J. v. G„ J. E., D. v. '0., II. ft
de B,, en II. A. L., wegens diefstallen op
den Linker RIaasoever, tot respectievelijk
6 maanden gevangenisstraf, met aftrek der
preventieve hechtenis, 6 maanden tucht
huisstraf zonder aftrek der preventieve
hechtenis, 4 maanden voorwaardelijke straf
met een proeftijd van 3 jaar en beschik
kingstelling der regeering voor den tijd van
1 jaar, 6 maanden gevangenisstraf mei af
trok van den tijd in preventieve hechtenis
doorgebracht en 6 maanden tuchthuisstraf.
In ravijn gestort.
Bij Gijon is ten gevolge van e>en defect
aan de stuurinrichting een voile autobus in
een ravijn gestort, waardoor 10 inzittenden
werden gedood en 15 zwaar gewond.
lijke land.
Do twee jongelieden bereikten hun uit
verkoren plekje; een lage heuvel, waar
achter een statige boom oprees. Zij had
den het uitzicht over het wijde, vredige
landschap, goud en groen, doorsneden door
het kabbelend stroompje, dat den blauwen
hemd weerkaatste.
„Hoe mooi", riep Cecile uit en ze kota
niet ualatein erbij te voegen: „en wat oen
goede inval was dat van u!"
De man Ivoorraad werd uitgepakt en uit
gespreid' »-i het gras, temidden der dui
zenden 11 'innen.
Paul had kip en ham en wat pastei mee
genomen en een flcsoh wijn. Cecile had.
vruchten ein gebak.
„U zult mij wel een erge materialist
vinden", zei Paul. „Ik heb goeden eet
lust, dat moet ik bekennen en voor deze
gelegenheid heb ik maar wat extra's ge
nomen 1"
Wat een genoeglijke picnic was dat, zoo
op die geurige wei met de zingende vo
gels boven zichl
„Neemt u toch wat moer, juffrouw Ce
cile, u eet niets!"
„O, ik knabbel altijd zoo maar een beet
je." Maar zij liet zich toch verleiden een
stukje pastei en wat kip te probeeren en
hij bediende haar met groote hoffelijk
heid.
(Slot volgt).
V-U-
Tl
I 'I
f I
V
t
W
h