i
KINDER-BLAD
Schiedamsche Courant.
lm
Hermann a.
tweede blad
M meringen.
HUMOR 11ST HEI BUITENLAND.
H,
SCHIEDAMSCHE CQURANT
Een heerlijk reisje
JJ
ZATERDAG, 25 MAART 1933, No. 2029G.
De bioscoop.
liet kan zijn, dal ik me vergis, maar ik
geloot toch avel zeker te zijn van. deze
•waarheid: dat wij ons van den invloed van
de bioscoop op ons gehcolo culturoele le
ven nog lang niet voldoende bewust zijn.
Hoevelo duizenden meters tilmband loo-
pen er niet dag-in dag-uit door de pro
jectie apparaten; bijna 1500 kilometers cel
luloid is dat, zooals ik onlangs las, per
jaar! En: elk van die beeldjes spreekt tot
lean, in duisternis neergezeten, mcnschcn-
ziel. Waint de bezoeker van 'n rolprenten-
liuis gevoelt zich niet, als in oen schouw
burg, éón-van-de-massa, neen: hij is aliean
In het donker. Natuurkundig gesproken dam.
Enmisschien ook wel in oen aindorei
betisokemis.
De wit-zwarfce rolprent spreekt voek-ia
week-uit, zoo vond ik ergens vermeld, tot
ongeveer 700000 Nederlanders. Is dat sim
pele feit niet der overdenking waard?
En dat is dan nog maar enkel in ons
landt Ons kleine landje
Daarbuiten liggen Duitschland, en Enge
land, België en Frankrijk, als naaste bui-
ren.. Daar zijn óók, en nog veel moer bios
copen En in alle andere cultuurlanden, in
Noord-en ZuM.Amerika, in Rusland, in Jat-
pam en Indiëoveral draait avond-in
avondmxit de bewegende-bee'den rolprent,
en tnllooze millioenen mensclvenkimieren
laten de film-tale tot zicli spreken
Donk u dat eens een oogonblik goed in.
Beseft ge dan, welk een ontzettende
macht de film is?
Mij duinkt, dat film en pers tezamen,
'als zij zich tot het goede zonden vinden,
een even machtigen invloed op do m-ensch-
heid zouiden kunnen uitoefenen als alle
regeeringen tezamen, met den Volkenbond
op den koop toe
Maarbij eenig nadenken bh,kt ook
deze kwestie samen geste hier van airl te
zijn, dan men aanvankelijk bevroedt
Ik heb politici wel eens zien schrijven
en hooron zoggen: elk volk hooft de re
geering, die het verdient
Zoo moet het bi] de bioscoop oo wel
een beetje we/en, dunkt mij
Indien de betrekkelijk weinige rolprent-
8P«»ïtT.
Jongmensen„nooit m mijn leven zag ik zulke
yolmaakte droomerige oogen"
Het meisje: „Je bent ook nog nooit zoo lang gebleven."
(Humorist),
„Willemse wil zich blijkbaar een nieuwe auto aan
schaffen."
„Hoezoo
„Ik zie daar, dat hij zijn vrouw laat chauffeeren."
(Sunny Mag.)
'fei-C- ft
Uw v
Eerste landlooper: „Der komp eex t ei ei deuze kam
uit."
Tweede landlooper„Nou, as tie stofzuigers verkoop,
seg em dan da'we der geen noodig hebbe."
(Humorist).
Dokter: „Ik kan u bepaald verklaren dat u geen
blindedarmontsteking hebt, zooals u vreesde."
Patiënt„Nu, het spijt me verschrikkelijk uw tijd zoo
verspild te hebben. Misschien wilt u eens probeeren, of
u niet wat anders bij me kunt ontdekken
(London Opinion),
makers, die naar men mij eens verleide,
de zaak in handen hebben, ereis in eeni
bui van overmoedige nobelheid besloten,
him macht aan te wenden om de hooi©
wereld met éón slag tot brave menschen
te makendan zou vermoelelijk bin
nen drie weken niemand meer naar een
bioscoop gaan, vrees ik
Want er zal een noohvemlige wissel
werking wezen: tusschen publiek en ma
ker.
Maar en dit is het belangrijke feit,
dat den zwartgallige tot troost moge strek
ken in die wisselwerking zal tóch de
spiraalgang van de evolutionaire ont
plooiing waar te nemen wezen Want do
bioscoop moge door velen dan al niet aan
vaard worden - ik kan mij dat volkomen
indenken en eerbielig dat standpunt
het ware niettemin struisvogeltactiek te
ontkennen, da! zij een machtige factor is
m ons cuttureele leien. En een factor
waajjin zich op den langen duur toch al
«venloer de geestelijke evolutie naar hot
Betere, liet Goede, Ware en Schoons zal
moeten voltrekkon als in al het andere
Afkeuring kaïn goed, nuttig, noolig we
zen Scherpe observatie van een hooger
plan, leiding, stuwing in goeie hanen van
wat is en groeit, lijkt mij evenwel een op
z'n minst even goed' te verdeligen stand
punt SENECA Jr.
Voetbal.
K N. V B.
Afdoeling L
le klasse.
II S.—R.C.I1
't GooiFeijenoord
Hermes D V.S V.S.V.
Blauw-WIt-D II C
A D 0.—Z.F.C.
Afdeoling II.
le klasse.
SpartaAjax
Stotrai ogdsV U C.
Wost-Fi isiaHilversum.
HaarlemXorxes
K F.C.—D.F.C.
2e klasse Al
0 D S.--H V.V.
D C L —Sleeds Hooger.
NeptuinusQuick.
B.E.C.—O.K.A.
R F.C.Unitas.
2e klasse B.
V 0 C.—C.V.V.
FortunaV I.O.S.
V D L.—Excelsior.
GoudaS.V.V (K. Löwenherg),
OvermaasOlympia
3e klasse C.
DelftCoal.
4e klasse D.
Delltsche Boys—O B
SchiedamD J S
4e klasse E.
U S C.-S F.C.
Res 2e klasse A'.
S V.V. 2—IIB.S. 3
Res 3e klasse B.
V F C. 2Do Hollandiaan 2.
Res 3e klasse F.
Do Massdmn 2Ilermes-DV.S.
DUS. 2—E.D.S. 2.
DC.V. 2—S.V.V. 3
Afdeoling III.
le ld as se.
IleraclesEnschodesche Boys.
Robur et VelocitasVitesse.
P.E.C.Tubautia
Go Ahead-A G.O V.V.
EnschedéWageningen.
Afdoeling IV.
le klasse.
L 0.N.G.A N.A C
BV.V.—Willem II.
N.O.A.D.Middelburg,
Afdoeling V.
le klasse.
Bo QuickAlcides.
Achilles—G V.A V.
FrisiaFriesland
S neekLee mvarden.
f
s
Een jongen met oen aapje
Kwam laatst bij ons voorbij;
We vlogen naar do ramen."
En riepen: IJieidaar. Iloi.
Do jongen kwam t ovm nader
En tikte aan zij'n pet.
Het aapjehij flukskens
Eon steekje opgezet.
Het moest oen buiging maken
En groeten bod beloofd;
n f'""'i0zoo sprak moeder,
Hoopt, dat je hem wat geeft.
Ik zorg wel voor den jongen
IC ra, jij maar eens bijl mij.
Uier heb ik melk on broodjes.
Wat koek die jongen Wijl
liet aapje kroeg Rio's appel
En koekjes van Marian
Ik gaf hom apenootjes
En zei: Uier vrind1, paUan.
Wo moesion toen zooi lachen
0lil 't leuke, kleine d,er
i Hij peuzelde den appel
Gauw op Wat oen plezier.
Had hij met cl'apenootjes,
Do doppen kregen wiji;
Hij' mikte zoo parmantig
En raak. Geloof dat vrtjl.
Kom, Jokko, zei de jongen
Op 't laalstkom mee, mlijin vent,
Bedank nu maar eens netjes
En maak je compliment.
Wij maakHr- zdf een buiging
Voor moeder, met veel zwier;
Wlij alle drie henijidden
Hem 't leuke, kleine dier
En zeiden tegen moeder:
Toe, als we jarig zijn,
Geeft u ons dan zoo'n aapje,
Zoo grappig en zoo klein?
Ik timmer wel een liokje.
Riep ik en Rie zei blijl:
Een jasje en een mutsje j
Krijgt aapje clan van mij.
Maar moes begon te lachen
En riep'k Heb er al drie,
Zal ik z' eons even noemen?
Marianne, Jaap en Rie. -
VAN DE
No. 12
wfgAVT wam 25 Maart 1933
door
C. E. DE LULL- IIOGERWAARD.
11)
Oom Jan en de neven begonnen al slaperig to
worden van de anijsmelk en nu nog dit stevige
pannekoekenmaal. Zij besloten dus vroeg naar
„kooi" te gaan, iets wat bij don boer en de boerin,
die den volgenden inoigen alweer bijtijds moesten
opstaan, een vasle gewoonte was.
Het duurde dan ook mot lang meer, of or word
goeden nacht geuenscht De boerin luid nog oen
poging aangewend oom Jan over tie balein mot
twee van zijn neven in de bedstee der pronkkamer
te overnachten Zrj kon niet begrijpen dat iemand
"u een auto slapen kon. En hoewel Bob en Piet
'twas him beurt in den wagen te overnachten
het voor de verandering wel eens aardig gevon
den zouden liebben voor één nactit tuin bed mot
een „bedstee m de pronkkamer" te verwisselen,
bleek oom Jan voor dit plan toch met I© vindon to
zijn en werd door hen dus liet gewone nachtkwar
tier betrokken terwijl Llaiis eri Tom eon plaatsje
in het heerlijk geurende 'hooi zochlein
„Wat 'n groole hooiberg", had Hans uitgeroepen,
toen de boer hun de „logeerkamer" wees.
De gastvrije boerin had maar niet kunnen be
grijpen dat deze twee jongeheeren dan niet liever
in de bedstee wildon overnachten Zij schudde het
hoofd bij de gedachte, dat zo „zoo maar in het
hooi" den nacht zouden doorbrengen. Wat waren
die stadsmenschen toch anders dan de buitenlui.
Zij sliep nergens zoo graag als m een bedstee en
haar jongensnee, zoo heel zeker was ze
daar iocii niet van. Toon en Jaap hielden ook al
van alles, dat „anders dan anders" u a,. Voor hen
was die mooio auto, waarin de menschen kookten,
aten en sliepen, net iets uit een boek, een mooi
boek, dat zfo uit de sclioolbibliollheek te leen
kregen en waarin ze gedurende de lange winter
avonden zóó verdiept waren, dat ae niets hoorden
of zagen van hetgeen er om hen heen gebeurde.
En weer schudde do boerin liet hoofd, ditmaal
met de verzuchting, dat jongens lodi altijd jon-
gons waren.
Niemand hooide dezo opmerking, ma.tr zelfs al
was zij door een gioot gezelschap verstaan, dan
nog zou niemand haar hebben kunnen tegenspre
ken. 't Was om oen uitdrukking van het boeren
bedrijf do gebruiken een waarheid als een koe.
Intusschen sliepen dlo drie bewoners van de
auto weldra in en waren ook de jongelui in den
hooiberg in den dut
De lioole boerenfamilie was eveneens ingesla
pen, allen op twee na: Toon en Jaap die met op
zet wakker gebleven waren om hun nog nader
overlegd plan ten uitvoer te brengen
Toen zij eindelijk dachten, dat iedereen wed
slapen zou, klommen ze met hun kleieren nog aan
(ze hadden alleen hun schoenen uitgetrokken) door
liet raam naar builen. Wat 'n bof, dat ze beneden
sliepen, aan den achterkant van het Liuis en nhv
mand hen hoorde.
Op hun teenan liepen ze naar den hooiberg,
klauterden met behulp van een laddertje, dat er
nog tegen aan stond, naai' boven en lagen weldra]
een klein -eindje van de andere jongens af in het
hooi. Nu bleef ook bij 'hen de slaap niet lang meer
uit, zoodat ziij spoedig onder zeil waren
Hoe lang ze daar al gelegen hadden, wisten ze
niet, toen ze plotseling door oen kreet opge
schrikt werden.
Jlans, die neer eens onrustig was in zijn slaap,
draaide zich een paar mad om, ging een eindje
vorder liggen en kwam mot een bons tegen
Jaap aan, daarbij een luiden kreet van. schrik
slakend.
Ze waren nu alle vier helder wakker, zaten ver
schrikt overeind, staarden elkaar met groole, ont
stelde oogen aan enbarstten plotseling in
lachen uit
'tWas maar goed, dat do hooiberg niet vlak
bij het boerenhuis on don reiswagen was. Zo zou
den dan waarschijnlijk de geiheolo famili-e wakker
gelachen hebben
„We hebben elkaar aan 't schrikken gemaakt",
zei Tom. „Die Hans heeft weer h-oel wat op zöjin
geweten"
„Maar Toon en Jaap ook", voordo Hans tot
verlichting van zijn schuld aan
Na een tijdje nestelden zij zich allo vier opnieuw
in het hooi en sliepen weldra weor stevig om ide
verloren schade in te halen
Den volgenden morgen, toen de boerin Taan cn
Jaap eerst nergens vindon kon on hen eindelijk
in liet tiooi ontdekte, deden zij het verhaal in
kleuren en geuren.
Ook de boer, oom Jan, Bob, Piet en do anderen
kregen natuuilijk een nauwkeurig verslag te hoe
ren Bob en Piet vonden hot heimelijk jammer, dat
zij er niet bij geweest waren. Zo konden hot oom
Jan en zichzelf niet vergeven, dat zo doorgo.
slapen en niets van het gebeurdo bemerkt hadden.
HOOFDSTUK XI.
En de wagen rolt steeds voort.
Nadat de reizigers oen hartelijk afsdieid van
de goheele boerenfamilie genomen hadden, zette
oom Jan den motor weer aan en ging hel regel-
recht naar Zodandt
Wat eon breede wateren waren <1 nu. Do Sclieldo
A
DER
MWBMWWMBM—I—B Ill»,,,—888»
vS
I
3.
'ïi
SS i&l
RIJVOEGSEL VAN Dc
ó-evw J^j4 -