r
H SCHIEDAMSCHE COURANT [3.
TOMMY'S DROOM
lilt*
VAN DE
No. 17
BIJVOEGSEL VAN DE SCHIEDAMSCHE COURANT VAN 29 April 1933
C.
door
t\ DE LILLË IIOGEIIWAAKD.
Vervolg en s*Jot.
Plotseling zweefde Tommy niet langer boven
t v de stad, maarboven Luilekkerland, Nee, maar,
lioe kwam i!i|ij hier nuV H'ij bad natuurlijk wal van
Luilekkerland gehoord welk kind .1 jecft dat
lf niet? maardat heoilljko sprookjesland was
'immers zoo ver weg, dat Tommy er nooit koknon
kon. En nu, nu was bij er op eons). Jongens, vat
'n bof. Dat zou bij' moeder mis vertellen. Gis.
teren nog) ik ad moeder tegen ihjem, gezegd, dat
If;: ook ziij nooit in Luilekkerland geweest was, niet
als kind en niet als mceder. En nu was (inj',
Tommy, er wel.
|s&e #Hij moest dus he.el, d.eel goed kijken ,om moó-
;.fdar alles te kunnen vertellen en vader zou er
ook stellig meer van willen weten. Vader was' er
f"' look nooit geweest. Toch aardig van meneer de
^jAVfad, dat ii'ij 'm juist iliicr been bradlt.
De jongen keek eens heel even om en wilde
1 zijn vriend bedanken, maar deze blies hem zóó
hard in 'l gezidht, dat bij begreep dit maar liever
f niet te nicelen doen. Na afloop van de reis zou
f bij ihem immers voor al tot plezier bedanken,
Want dat wilde by natuurlijk niet vergeten.
kloneer de Wind liet hem zóó laag over Lui.
ki„]eWker]aiul zweven, dat li'ij alles duidelijk zLn kon.
'fff 'tWas een groot park, een park met boomen
jr'en struiken, mooie bloemen ook, een beekje en
it" bier cn daar een hhis. Vóór da poort was imn
hooge rijstebrij-berg. O ja, daar moest je door! toen
eten om in Luilekkerland te komen. Maar nu bc-
greep Tommv pas, dat g.zon enkel inensch en zeker
fifdgeen kind dat kon Di.vbe -g wa? v_.e! te groot- Daar
jff'zou je in geen jaar doorheen komen, al at je
ook nog zoo flink,
gi En nu was bij er maar zoo oven''leen gevlogen.
frf-Wat 'n hof toch, wat 'n bok Hij1 had n 1 pijl l 'wel
p'ved van maneer de Wind gehouden, maar dat ih;ij'
tó'Zóó aardig was, Jlad ihlij' toch niet geweten,
gjkw Maar nu moest h'ij opletten om morgen a.lcss; goe;l
Jjraan vader, moeder cn do jongens op schooi te
kunnen vertellen.
Ik^ 'De hoornen waren vanzoethout mi de lda-
jskderen van sukade- Meneer do Wind, die hun op
g-jfden grond go/et had, kriebelde hjem wat in het
fj.oor en Tommy voistoiul duidelijk, dut hij wel wat
proeven mocht, als ihjij maar zorgde, dat hjl niet
k werd. tWas jammer, dat lilij' geen zakken in
lakencapo liad en zijn pyamu, die bjj niet
afmeer bezat. ïlir kon dus niets van al dit lekkers
voor vader, moeder en de jongens meenemen, la
fffkhn handen kon hij ook niets dragen, want dia
zou hij straks als iljij opnieuw ging vliegen
weer noodig hebben om zipi cape" uil te spiedden.,
O, wal smaakten die zoefliout-takjes tm sukale-
hladercn .'.ekker. En dje mooie bloeyiou smolten
op Tommy's tong, wan:ze waien van fondant.
Do kersenboomen hingen vol keiseu; 1 perlijke
(Zuurtjes, en zelfs op het grind in de paden, dat er
toch zoo ct| d als grind uitzuig, kon hij zuigen.
En wat bad Uet beekje een grappige kleur;
oranje, even proeven. Ranja was liet. llceiTglke
ranja, waarvan Tommy zooveel hield.
Hei scheen pas geregend te hebben in Luilekker
land, want er waren groo'.o plassen. Tommy toer
de er teens met een vinger in, likte 'ml ftf en
ontdekte dat het tlhocola was. Alles, alles sUbeeu
eetbaar le zijn in Luilekkerland en zóó heeil'.jle.
En de huizen? l
Tommy bekeek een huis van diefüb'ljl cn ontdekte
dat zelfs de huizen er eetbaar waren. Ze waren
gebouwd van zoete krakelingen, de ramen waren
van suiker, de deuren van koek en de daken
van noga,
Tommy vond hot toclh al te brutaal een stuk
van oen huis af te breken, lij likte er maar eens
met zijn long langs. Alleen in het eib.ocolade.dak
van een laag .schuurtje likte !h|ijl een klein gaatje.
Maar meneer de Wind scheen 'het gelukkig niet erg
te vinden, want bij fluisterde iets van „een dak
raampje, dat er nu op een is in gekomen was".
't Liefst zou Tommy nog heel, fl'joed lang in Lui
lekkerland gebleven zijn, maar meneer de Wind
vond, dat hij nu genoeg gesnoept §jad, gaf hem
op eens een duwtje in zijn rug cn hup, daar vloog
onze Tommy ai wc,er door de lucht.
Ilij vond het erg jammer, dat i'jij nu zoo ihoeg
boven Luilekkerland was cn veel te gauw naar
zijn zin weer boven de stad zweefde. Zuinig hkle
zijn long de laatste Luiiek'ker!and_rcstjes van zijn
lippen af.
Hij' geloofde, dat meneer de Wind hem nu met
een omweg weer naar hu hraefoj. Reeds begon
enkele gehouwen en straten te herkennen. Ja, nu
ging 'I hem toept wel wat 'heel gauw. Illijl begon
duizelig lo worden, etecd dto oogen dicht en.f...
plofte op eens in zJijn bed.
Hij wilde meneer de "Wind heel vriendelijk be
danken, maarzag hem nergens. Mij voelde
hein zelfs n-Vel eens meer.
Tommy gaf een gil van spijt, dat hij zijn 'vriend
niet had kunnen bedanken. Waar va,s ie nou?
Zóu gauw kon hij toclh niet verdwenen zijn.
Daar lcwam iemand do trap op. 'tWlisi moeder,
die hem vorsclhrikt vroeg, wat er was. Zij begreep
al heel glauw, dat Tommy gedroomd had on liet
haar baasje drinken.
„ik ik ben met menoc-r de Wjnd in Lui.
iokkeiland geweest, mam", zei Tommy terwijl hij
zich de oogen uitwreef.
DER-BLAD
i
"i