Raadselhoekje.
w;tfll zc was loch i.i,enl Hot. Dat zei Cor van Oevercn
ook oir «.It jo lia<i er versland v< i oio iad in* z o
veel gehad. Opl\e! oogcnWik ook „een piepjonge",
maar een kal. Nu, dat was hun Jut Herenwal
niet Ze kou Iel echt oen flink' spisufj geven,
maar als je Ziek was, kon z.e jc zóu Sief ver.
troetelen.
..Hinders", zei. Juf, pk knj'g vanmiddag v.site
en'j u ga ik èr i.et's lekkers voor bijlde time maken,
jullie moeten me helpen".
O, Bal was leuk en ntel lang daa.rna waren ze-
in de keuken onder Jufs toezicht druk aan den
gang. De meisjes maakten van kua't mepan, choco,
lali'uffels en clo jongens maakten. törwj|i Juf en
oogje in hel zeil Hield: boterbal tm
'Joen Gein li.el laai© mengsel op do marmeren
plant uilgooido. om af Ic korden, stond Hun» al
lang klaar mot e.un mes, om er netto vi-erk'autla
blokjes van 1c snijden.
Juf lacblio vem uil: ,,J© «hebt den .tij1.! nog",
zei ze. „oerst moe! 'i ouder hot afkoelen Harder
geworden zJij'n. lukt maar ,-ersl dc pan uit, maar
brandt je vingers niot".
N'ffl dat lieten zich gean woman) zoggen.
De meisj.if benijdde» hen want z<j waren nog
niet zoo ver mot hun iruffcls. dat duurde v«!
langer. -
Ts erg goed voor een zrere koel", zei tpc-jn.
„Zonde, dat Jufs visite 'top zal ©tón", vond
Tom
„Wie krijgt u toch op bezoek', Juf?" vroeg
Suus,
Het gclilèmde maar zelden, dat Juf bezoek vult
enkele oude dames kreeg. ïruus vond hot nieU
voo hnair om boterballen te snoepen.
„Misschien blï.h er wel wat over", bjoop-
te Els. i
„Ik hoop ook van de truffels", zuddte Dins»,
die net geproefd had 011 't „zalig" vond worden.
Juf lachte maar wat en gait' gaan antwoord
Toen zc voor de koffietafel aanschoven, lag
er op hel bord van io'lor der kinderen oen briefje.
Nieuwsgierig mankten ze hef openEon nip
noodiging om le komen llyxidrinkmi 1c drie uur
op de halkon'kanier, Iw.es hoog voer. 0, cenig.
Dat was Jnfs kamer. Wat leuk, nu wanen ze zielf
de visile, waarvoor het lekkers gcmaakl moed
worden.
,,,Daa gaan we in ons eigen huis op vis'le",
riep Els uit.
„Ja", zei Dien. „Ik woel. iels,', als liet mag 'ten
minste", terwijl ze op moeder toeliep om haar
wat in t.e fluisteren.
fSlot volgt).
Verkeerd begrepen.
Hansje gaat met vader en moeder op reis.
Ze willen oma ©ens opzoeken 'in haar nieuwe om
geving, want oma is pas verhuisd au bewoont nu
toch zoo'n aanlig villaatje, 't bigt midden in ©en
grootcn tuin en oma vindt het er 'iilaciTijik. Vader
heelt togen moeder gezegd, waar Hansje' b'ij' was,
dat oma toch zoo iri Hilar knollentuin, wias, sinds
'Zrf et vjllaatjo bewoonde.
Als alles door vader, moeder en natuur lijk' ook
door Jlansje bewonderd w,ordt -en ziij1 den groeten
tuin rondgaan, vraagt Hpinsje:
i waar is nu de moestuin, Oma?"
„De moestuin?" heillhaa.ll oma verbaasd, „Maar
ik heb geen moestuin, vont".
,tW aar zijn dan uw knollen?" vraagt 1 lansje
op zijn beurt verwonderd.
,.)k heb ook geen knollen", antwoordt erna.
„Non begi'ijp ik er niets moer van" roept Hansje
uit. „Vader beeft zeil' geztegcl, dat ,u in uw knol
lentuin was eu vad.or jokt nooit", voegt hij '»r
met e.en ernstig snuitje aan toe.
'Lachend legt oma i'.yjt baasje 'nu uit, da,t do uit
drukking: In x'ijli knollentuin Zijn, beloakcmt:, in
•zijin «diïfc wezen. En in lyinr edhifc is oma, l u '1i,;in,r
villatiljo met moo:en Juin zeker.
Maar Hansje kon loch niet walen, dat do uit-
.drukking dat bcleak-ewlc.
CAHI.A tl'OOH.-
(Nadruk verboden).
Een zonnetje.
Mijn moeder noaml too „haar zonnetje li'fuis".
Ik vind dat naluuiTijlk wel fiji.
Maat, weef ja, 'k begrijp er m'ifa moeder niet
goed,
Hoe kan ik eau zonnetje zijn?
Het zonnetje slaat joch 'lijeed hoog m de lucht,
Jlet kan loch niet praten en loojien,
Het kan loch niet zingen en dansen van prtfb
'Hel. kan loch geen grapjes verkoopfn.
,.\Vcdne."ii", zog! m'iju moes, .pruim' de zon maakt
onS blij.
Er. kindlief, al ben je nog klein.
Zou jij, die zoo'n vreugd' brengt in moedertjes
huis,
Zou j'ij dan geen zonnetje zijn
R. WINKEL.
.(Nadruk verboden).
Oplossingen der Raadsels uit het
vorige nummer
- VOOR GROOTEREN.
1.. Piet Hein, Th.ee, pil, ilr.it, l'n.
2. Loos. Dreehl; Loosdreci'U. (OiuLLoosdredit
en Nieuw. Loosdnoclrl).
3. Kapok, kapot.
4. - i l
VOOR KLEINEREN.
1. Wij vonden, dat UoR ERG ENorgkok' optrad
hij! den brand (Bergen),
De mooie poEDEL IS SEDErt drie dagen
spoorloos verdwenen.
(Ede, Lisso en Ede).
'GeEL STaat tante bizonder goed. (Eist,
H
L
S
IC
L
A
M
A
S
Tl
A
Iv
f
A
If
S