Onze nieuwe regeering.
Schiedamscbe Courant
B
HET NIEUWE MINISTERIE-
Bizonderheden omtrent de nieuwe ministers.
DERDE BLAD
HU.P. J. OUD, Minister van Finan»
ciën.
MR. T. J, VERSCHUUR, Minister
van Economische Zaken.
B, A. KALFF, Minister van
Waterstaat,
MR. DR. L. N. DECKERS, Manistee
van Defensie.
i>S
W-
MR, J. R. F. VAN SCHAIK, Minis
ter van Justitie.
JHR. MR. A. U D. DE GRAEEE,
Minister van Buitcnlanclsche Zaken.
DR. H. COLIJN, premier en Minis
ter van Koloniën.
MR. J. A. DE WILDE, Minister van
Binaenlandsche Zaken.
MR. H. P. MARCHANT, Minister
van Onderw., Kunsten en Weten
schappen.
Prol. dr. J. R. Sloteniaker do
Bruine, wiens naam m verband inet
liet in te stellen Departement van
Sociale Zaken, wordt genoemd'.
Hieronder volgen oenige bizonderheden
omtrent do ministers, welke in het mini-
sterie-Col'ijh zullen zitting nemen.
Dr H. Colijn.
Dr. !Ef. Col'ij'n, dje in'liet door .hem ge
formeerde nicuwie kabinet do leiding van
liet departement van koloniën op zidh.'
genomen lieeft ,is 22 Juni 18G9 to Hruir-
1 '"'•nermeer geboren. Aanvankelijk opge-
le voor onderWijlrer, verkoos hij1 editor
dt lilitaire loopbaan.
te 1892 vertrok h'ij als 2e luitenant naar
de 'ist en nam dool aan do bekende ex-
pod. ;o tegen Lombok. Hij verwierf daar da
Mili ic ire Willemsorde 4o klasse. Na afloop
van de krijgsverrichtingen op Lombok zag
liij zicjh o|p eigen verzoek overgeplaatst
naar Atjeh. In 1901 werd luitenant Colijln
keuze bevorderd tot kapitein en be
noemd tot adjudant van den oiviel en mi
litair gouverneur van Atjeh. Tleii'oaaldo mai
len werd de heer Cohj'n belast met bec
sfuursfuncties in do buitenbezittingen.
Na een kort verblijf met generaal Van
IHoulz hier ie lande was flfj nog tot Maart
1906 in Atjeh. Van dat jaar af tot in 1907
bereisde hij de Buitenbezittingen. In (het
zelfde jaar verliet h'ij (het leger nadat bom.
do rang van majoor was toegekend, om
als secretaris van liet gouvernement van
Nederlanidsch-Indië over te gaan in bur
gerlijken dienst.
Do heer Colij'n word in 1909, tenvlijl llnijl
nog in Indië vertoefde, door het toenmalige
kiesdistrict Snoek lot lid der Tweede Ka
mer gekozen. Den 4en Januari 1911 werd
h'ij benoemd tot minister van oorlog, al
opvolger van generaal Cool. Onder zlijln be
wind kwamen o.a. do Miiiliowet, do Land
slornrvvet en de Landweorwet tot stand. Blij
werd in Mol 1912 ad interim belast met
do portefeuille van marine, welke h'ij oven
eens tot het aftreden van ibjot kabinet-
Heemskerk op 29 Augustus 1913 voorde.
Na een reis door China en Indië trad ibiijl
1 Maart 1914 op als directeur der Balaaf-
sclio Petroleum Maatschappij. Op 15 Sep-
iombor d.a.v. werd hij gekozen tot lid der
Eerslja Kamer voor do provincie Gelder
land.
In 1922 volgde do lieer Colijn dr, Kuyper
op als leider dor anti-revolutionaire partij
en als hoofdredacteur van De Siandaard.
Do verkiezingen van 1922 brac-hten den
heer Colij'n weer in do Tweede Kamer tot
Augustus 1923, toen h'ij' als opvolger van
minister Do Geer, dio aftrad wegens een
geschil met zijn ambigenoolen over do
vlootpolüiek, de portefeuille van financiën
aanvaardde in hot tweedo ministericvRuys
de Boorenbrouck.
In 1925 trad de heer Colijn na de Kamer
verkiezingen als 'kabinetsformateur op. Zijn
ministerie werd echter rcetls in November
van dal zelfde jaar (en val gebracht door
de kwestie van hot gezantsdhap bij het
Valicaan.
In 192G werd de hoor Colijn opnieuw
gekozen tot lid dor Eorsto Kamer. Van zijn
daar gehouden redevoeringen (rokten slede
de aandacht die over ttret Belgisch Verdrag,
over den overval op Cu rap a a on aver dó
bestuursliorvormingion in Nedcrlandscl't-In-
dië. Sedert 1929 bekleedt h'ij weer (het lid
maatschap van de Tweede Kamer.
Ook tin ihjet internationale leven vervult
de heer Coi'ijn een rol van bateekenis. In
Mei 1927 vaardigde d.e regeering hem af
DER
WOENSDAG, 24 MEI 1933, No. 20345.
naar de economische wereldconferentie to
Genève.
Belangrijk was ook zijn benoeming in
1928 tot vice-voorzitter van lint raadgevend
economisch comité van don Volkenbond.
De heer Col'ij'n is in 1929 tot voorzitter
van don Ztiiderzeoraad benoemd. In het
zelfde jaar viel den heer Colijln ©en aold-_
zaam eerbetoon ten deel door zijn benoe
ming tot minister van staat.
Een jaar later verleende do Vrije Univer
siteit hem Ihet doctoraat honoris causa.
Dr. Colijn is commandeur in de Orde van
den Nederlandschon Leeuw.
Jhr. mr. A. C. D. de Gracff.
Jhr. mr, Andries Comelis Diirk de
Graeff, de nieuwe minister van buiten-
landsche zaken, is 7 Augustus 1872 te
's-Gravenhage geboren. Hij volgde in zijn
geboortestad het gvmnas'aal onderwijs, om
vervolgens te Leiden in do rechtsweten
schappen te sludeeren. Tevens deed hij
daar het faculteitsoxamen voor den In-
disclien dienst.
'Op 23-jarigen leeftijd vertrok hij naar
Nederiandsch-Indië, waar hij op 23 Novem
ber 1895 aankwam en ter beschikking word
gesteld van den algemeenen secretaris. In
zeven jaren tijds bcToikto hij den rang
van referendaris. Drie jaren daarna, op
27 September 1905, werd jhr. De Graeft
secretaris aan het gouvernement van Ned.-
Indië. Hij bracht vervolgens een verlof
tijd in Holland door, maar ontving de op
dracht om op hot ministerie van koloniën
werk te verrichten. In Mei 1907 koerde
hij naar Indië terug.
Jhr. I)o Graeff werd daar herplaatst in
zijn oude functie en twee jaren later ein
delijk benoemd tot eersten gouvcrnemenls-
secrotaris. 'Op 27 Augustus 1909 werd deze
benoeming definitief.
Toen een kleine drie jaren daarna de
algemeene secretaris, de heer Staal, als
lid der Indische dëfc-nsiccommissie naar
Nederland vertrok, word jhr. De Graeff
zijn opvolger, eerst tijdelijk en op 19 Juli
1913 definitief. Als algemeen secretaris de
rcchleiband van gouverneur-generaal Iden-
burg, toonde jhr. De Graeff, op het uit
gestrekte gebied der administratie van het
koloniaal bestuur, volkomen thuis te zijn.
In 1914 volgde zijn benoeming tot lid
en in 1916 tot vice-president van den
raad van Nederlamdscli-Indië. Moeilijk was
de taak van dit hooge college in de oor
logsjaren, toen de pos tie van Nedcriandsch-
Imüri uit internationaal oogpunt een bi-
zonrore zorg vcreischlo.
in 1918 werd jhr. De Graeft gepensio
neerd'. Zijn grooto kennis van de interna-
nationalo vraagstukken in het 'Dosten
maakte hom aangewezen voor de functie
van Nederlandsch gezant in Japan, als
hoedanig hij 13 December 1919 werd be
noemd'.
In 1922 aanvaardde hij een anderen,
voor Nederland zeer belangrijken diplo-
malieken post, n.l, van gezant te Washing
ton.
'Op 2G Maart 1926 werd jhr. De GraeJf's
benoeming tot gouverneur-generaal van Ne-
derlandsch-Indic, als opvolger van mr. 1>
Fock, bekend'. In 1931 trad' hij als land
voogd' af.
Mr. J. A. de Wilde.
«a 1879 to Goes geboren, heeft mr, J.
A. do Wiklo het statelijk gymnasium le
's-Gravenhago bezocht. Ilij studeerde in,
de klassieke letteren aan de vrije universi
teit te Amsterdam, maar wijdde zich, na
het, candidaatsexamen te hebben afge
legd1, aan de juridisch©studie on promo
veerde in 1905 aan de gemeentelijke uni
versiteit te Amsterdam. Van 1905 tot 1908
was mr. De Wilde advocaat en proiureur
te Goes; van laatstgenoemd jaar af heeft
hij de advocatuur te 's-Gravonhage uit
geoefend'.
De verkiezingen van 1918 hebben mr.
Di Wilde in de Tweede Kamer gebracht,
w'aarvan hij sedert lid is gebleven.
In 1916 tot lid van den Ilaagacben ge
meenteraad gekozen, verwierf hij zich spoe
dig op het gebied van liet Ilaagsche ge
meen tohelveer groot gezag. In September
1919 koos de raad mr. De Wilde tot wet
houder. Aanvankelijk werd hem in het bi
zonder de behandeling van de financioele
aangelegenheden loebodeeld. Later, in Oc
tober 1923, zijn ook de Indrijven hem toe
vertrouwd. Tot 1931 is mr. De Wilde wet
houder van 's-Gravenhage gebleven.
Maatregelen van efficiency heeft hij
steeds krachtig voorgestaan. Tijdens zijn
wethouderschap heeft zich voltrokken de
instelling van reservefondsen voor. de ge
meentelijke bedrijven. Ook heeft hij er voor
gestreden om geregeld terugkomende uit
gaven zooveel mogelijk uit de gewone mid
delen te financieren.
liet beginsel „geen uilgaven zonder dek
king" hoeft hij steeds hoog gehouden.
Geestverwant en tegenstander hebben
mr. De Wilde's groote bekwaamheid als
financier en stadsbestuurder eenstemmig
erkend.
Mr. T. J. Verschuur.
Mr. T. J. Verschuur, die zich in het
nieuwe kabinet weder met de leiding van
het departement van economische zaken
en arbeid ziet belast, word in 1886 gebo
ren.
Hij studeerde aan do U(reclUscho univer
siteit in de rechtswetenschappen, waarin
hij in 1910 promoveerde. In hetzelfde jaar
trad hij op als parlementair redacteur van
De Maasbode, welke functie hij bleef ver
vullen tot 1919. In dat jaar werd hij be
noemd' tot voorzitter van den raai van
arbeid te Breda
In 1929, bij hot optreden van het knbi-
net-Ruys do Roerenbrouck werd hem het
beheer van het departement van economi
sche zaken opgedragen.
Een groot aantal teunmnatrcgelen voor
land en tuinbouw en vele aanverwante
bedrijven hoeft in den loop van de laatste
jaren het departement van minister Ver
schuur verlaten. Ook de scheepvaart vroeg
om een steunregeling, welke sinds eenigon
tijd in werking is, evenals dio betreffende
de haringvisscherij. -
Laatstelijk diende hij nog do machtigings
wet in, waarin hij zeer ruime bevoegdhe
den vroeg voor land- en tuinbouw, welke
wet tenslotte belangrijk geamendeerd door
de Twtocdc Kamer werd aangenomen.
Op internationaal gebied wist minister
Verschuur de dcaringovercenkomsten ge
sloten te krijgen, waardoor althans oenigs-
zins aan de moeilijkheden hij het betalings
verkeer tegemoet gekomen werd. Ook moge
niet onvermeld blijven, dat onder zijn !>e-
windsperiode het nieuwe douaneverdrag
met Duitschland gesloten werd.
Mr. J. It. II. van Schalk.
De nieuwe minister vam Justitie», mr.
J. R. B. van Schaik, word 31 Januari
1882 te Breda gebaren. Bij' bezocht liet
Gymnasium to 's Ilertogeinbosch en stu
deerde vervolgens in d'e rechts wetenschap
aan do Rijks-universiteit te Utrecht, waar
aan hij in 1905 promoveerde op een proef
schrift, getiteld: „Do overheid tegenover
do art. 1401 e. v. Burgerlijk Wetboek".
Na zijn promotie vesligdo bij zich als
advocaat-procureur te Arnhem en in 1919
te 's Gravenliago.
Sinds 20 Februari 1917 is mr. Van
Schaik, die tot de R.K. Staatspartij be
hoort, lid van de Tvvocd'e Kamer on van
20 September 1929 bekleedt bij liet presi
dium van dit Iloiogo College van Slaat.
Mr. Van Schaik is sedert 26 Juli 1927
voorzitter van het Gontraal Collego voor
do Reclasseoring. Verder is hij voorzitter
van don Algemeenen Raad voor de psy-
chopailienzorg, van het collego van toe
zicht, bedoeld in art. 119 der Ziektewet,
van de commissie van deskundigen voor
don tabaksaccijns en van. den mijnraad',
zoomede curator van do Roomsch-kalho-
lieko universiteit to Nijmegen, lid van het
ke.kbestuur der O.L.V. kerk aan de Eland
straat in Don Ilaag en plaatsvervangend!
lid van liet centraal stembureau.
Mr. Van Schaik is een groot voorstan-
dor van het parlementaire stelsel.
Mr. P. J. Oud.
Mr. Pieler Jacobus Oud, die met de por
tefeuille van financiën is belast, is 5
Decembiv 1886 le Purmerend geboren.
Ilij deed in 1901 eind-examen JI.B.S.
met 5-jarigen cursus, weid in 1907 Candi
da at-notaris en in 1909 surnumerair der
registralie en Uomcinen. In 1912 deed' de
beer Oud staatsexamen voor toelating tot
de universiteit en in 1917 werd bij aan
de gemeentelijke universiteit te Amsterdam
bevorderd tot doctor in do rechtsweten
schap.
Als surnumerair der registralie en do
meinen was de beer Oud van 1909 tot
1912 gedetacheerd aan het departement van
financiën, waarna bij als ontvanger bij
dat dienstvak te Texel en Ommen werk
zaam was. Sedert 1921 is mr. Oud inspec
teur der registratie en domeinen op non-
activiteit.
Mr. Oud, die secretaris-penningmeester
is van den Vrijzinnig Do ..ocratisclian Bond,
is lid van do Tweedo Kamer sedert 1917.
De lieer Oud is lid geweest van d'e Be-
zuinigingsccKminissie-Rhilc. De aandacht Dok
aan. het aandoe!, dat Lij nam in hel
Kamerdebat over de personeels-bozelüng
van de departementen, waarbij liij zich
verzette tegen incidenteele bevordering van
ambtenaren.
Van de legercoimniissio on van de vlooi-
canmiissie maakt mr. Oud deel uit.
Ir. J. A. Kalff,
De heer ir. J. 'A1 Kalff is 64 jaar oud'.
Do nieuwe minister, die bekend staat als
een even krachtig als hunman mali, werd)
iden 27slen 'April 1869 te Zwolle gebeuren.
II;ij sLuideordo aan d'e voormalige Politecli1-
nisclic school Le Delft, welke lioogere on-
derwijis-imicMing hij' in 1894 verliet met
liet diploma van civiel-ingonieur. De lieer
Kalft werd hetzelfde jaar asp. ad'junct-
inspccleur van het vervoer flor Roll. Spoor
wegmaatschappij. Bij deze maalscliappij
doorliep hij in oen tijdsbestek vain 15
jaren de onderscheidene 'rangen, waarnat
liij in 1909 werd benoemd tot lid' van
Gen Raad van Administratie ca karton
tijld daarna werd' bij opgenomen i'n de direc
tie, terwijl hij' na de verceniging met de
Staatsspoor van 19171929 directeur is
geweest van de NoderlandScbei Spoor
wegen.
Na idozo hoogst eervolle loopbaan bij
de Spoorwegen is ir. Kalff een paar jaren
algemeen voorzitter van het Verbond vat!
Noderlandscho Werkgevers geweest on se
dert 1931 is bij voorzitter van den önd'or-
nemersTaad voor Ned .-Indië als opvolger
van nu. Trip
Ook is do hoor Kalff lid geweest van.
den Hoogon Raad van Arlifeid' eti van den
Raad van Bestuur der Kan. Luchtvaart
maatschappij voor Nederland en koloniën.
Voorts is ir. Kalff lid van bet hoofdbo-
stuur van Uc Liberale Staatspartij De
Vrijheidsbond.
Mr. dr. L, N. Deckers.
Mr. dr. L. N. Deckers, de tegenwoordige
minister van defensie, die thans ook in
het nieuwe kabinet weder is belast mot
de portefeuille van dit departement, word
op 14 Februari 1883 te lleeze in Noordi-
Bralmnt geboren en is dus thans 50 jaar.
Do lieer Deckers studeerde aan de kaftx.
universiteit te Leuven in do politieke en
sociale wetenschappen en promoveerde al-
-daar in 1912 met een dissertatie: De
landbouwers van den Noord-Brabantschen
zandgrond, bijdrage tot de kennis der maat
schappelijke en economische ontwikkeling
van don Nederlandschon boerenstand in de
19e en 20e eeuw. Voorts studeerde liij
rechtswetenschappen aan do Leidsclio Uni
versiteit, alwaar hij eveneens promoveerde.
Dr. Deckers is hoofdinspecteur dor boe
renleenbanken geweest. Voorts was hij be
stuurslid van verschillende landbouworga
nisaties, o. a. rechtskundig adviseur en
secretaris van den Ned'. Boerenbond en
voorzitter van den R.-K. diocesanen land
en tuinbouwbond in het bisdom Haarlem.
Dok was de heer Dockers lector in de
sociale wetgeving en in hot staatsrecht
aan de R. K. Handolshoogesehool te Til
burg, terwijl hij cveneeens lid is geweest
van de Centrale commissie voor de Statis
tiek en van den Iloogen Raad van Ar
beid.
In 1918 werd de heer Deckers, die toen
nog te Eindhoven woonde, bij do- eerste
verkiezing volgens hot stelsel van even
redige vertegenwoordiging in den kieskring
Den Bosch gekozen tot lid' van do Tweede
Kamer, als afgevaardigde van do R. K.
Staatspartij. In Augustus 1929 werd mr.
Deckers in hot derde kabinet Ruys do
Beerenbrouck benoemd' tot minister van
defensie.
Mr. II. P. Merchant.
Voor bizonderheden omtrent don heer
Marchant verwijzen we naar het eorsto
blad. i