Schiedamsche Courant.
em mm
KI DE R-BL iDI
m
HET MES
Sadio-Programma's.
"lV
SCHIEDAMSCHE COURANT
TWEEDE BLAD
ZATERDAG, 27 MEI 1933, No. 20347.
Mijmeringen.
Goede raad.
Is liet juist dat goede raad zoo duur
is? Men zegt hot wel dikwerf maar wat
klakkeloos. Bedoelt dan hooi wat anders:
dat men in oen moeilijk parket zit-
Duur beioekent als rcgeüslechts tot Ui,bo
gen prijs te krijgen, omdat er weinig van
voorhanden is, óf omdat lliet van bed veel
belang is. Soms ook beideradium is in
heel kleine (hoeveelheden slechts moeizaam
to verkrijgen, èn het kan van Ibjeal groot
belang zijn. Daardoor is radium dan ook
duur.
Maar goed-o raad: is dat mooilijk to
verkrijgen en is het van 'Weel veel belang?
Op de eerslo viaag antwoord ik zonder
oenig voorbehoud metja. Echte goede raad
is haast even moeilijk lie verkrijgen als
goud van de Noderiandscho Bank.
Klatergoud surrogaat, kletspraatjes-
die zin er bij de vleet. „Weet go wat ge
doen moest?on dan volgt er in negen
en-negentig gevallen van de honderd een
raad, waarvan weinig met zekerheid te
voorspellen is, behalve dit eene: dat lliiji
zeker niet goed zal zijn en dat ge hem dus
niet moot opvolgen. Dit is de kinderlijke
terugslag van den onheheersclhten en op
zichzelf geridhten geest, op wat lij van an
deren hoort.
Iemand is slecht hdliandeld, men was on
rechtvaardig tegenover Ihjem. Misschien is
dit nog zeer do vraag, maar goed: hij
meent opnecht, dat tójl zich te beklagen
heeft. En klaagt dus oen vriend zJijtn nood.
Die prompt den „goeden" raad geeft: ,,sla
die kere' oen blauw oog"
Goed o raad? Wel noen. Kletspraat, om er
af te zijn. Of, op z'n allerbest, een onbe
holpen en gemakkelijke manier om z'n me
degevoel te betuigen.
Neen do goede raad vraagt meer.
Iemand dient ovor twee eigenschappen
te kunnen beschikken, wil !i$j in staat zijto.
goeden raad to gevon: een warm hart en
een groot gevoel voor rechtvaardigheid.
Een warm hartwant zonder lovend me
degevoel, zonder echte en warme belang
stelling, zonder in don besten zin van dit
woord, ware vriendschap, is üy>t al dadelijk
onmogelijk goeden raad te geven. Beroeps
matig, uit plichtsbesef, amblsllialvo dat
kan de advocaat, do accountant, do inge
nieur, maar dan in zaken dio het hart
niet raken. Goede raad in hartsbenauwenis
echter kan slodhts een warm moe-kloppend
hart geven. i
Maar het is niet genoeg. Het Chart kan
bewogen zijn, moot bewogen zijn, maar
do controle van liot nudhtere vorstand is
hier 'liard noodig. Juist de raad-hehoevcnde
zal in z'ijn rade-loosheid zoozeer er toe
neigen, do dingen uit hun verband, in
schcovo verhoudingen, to zien En een
waailijk goede raad is nimmer een hartelijk
maar dom meepraten met den in het nauw
gedreveu vriend.
Hy die raad van noodo heeft komt om
steun, maar ook, en moer nog: om vóór
lichting.
De goede raadgever zal trachten zich
oerst in te denken in het leed of de be
nauwenis van den ander, maar daarna zal
hij er naar streven een heldor licht je laten
vallen op alle omstandigheden die ter zake
dienen. Opdat hot zijn vriend helder en
klaar worde, hoe doze zaken staan.
Slechts déze vorm van goeden raad heeft
werkelijke waardo.
Het is juist do grooie fout van do vele
raadgeversZij wilton stuwen, een meening
- hun eigen moening opdringen.
Daartegen verzet zich instinctief de raad-
behoevonde. En terecht.
Slechts indien oen door barmhartigheid
geleide hand oen helder licht doet stralen,
mag'waarlijk van goeden raad gesproken
worden.
Deze is duur. Maar en dit is het ant
woord op do tweede vraag zidke dure
goede raad is dan ook goud waard.
Seneca Jr.
Werkzaamheden in den
volkstuin.
Perkbeplanting.
Do bloei der voorjaarsbloeniperken loopt
ten einde. Tulpen en hyacinthen zijn uit
gebloeid en alleen de er tussclien ge
plaatste myocotis, violen, silene en andere
voorjaarsbloeiers geven nog wat kleur aan
deze perkon. Maar ook de bloei van deze
laatste wordt minder en we maken nu de
perken leeg om de zomerbcplanting op te
zetten. Waar liet loof der bolgewassen
neg niet voldoende is afgestorven ncmon
we deze met een kluitje op en kuilen we
ze op een geschikt plokje om verder af
te sterven.
Voordat we de zomerbcplanting op zet
ten zorgen we voor een goede grondbewer
king en bemesting, terwijl het ookvaak
noodig zal blijken om den grond eens door
nat te maken.
En nu de vraagWat zullen we op onze
perken planten? Nog steeds is een dor
meest dankbare zomerbloeiers de geranium
of Pelargonium zonale. Deze bloeien den
gebeden zomer en vragen weinig önder-
koudszorgen. We hebben geraniums in
kleuren van wit, rose tot rood en tal van
tusschentinteU. Vooral op vruchtbaren,
grond graven we de forsch groeiende soor
ten met den pot in, ze zullen dan heler
bloeien. Zwakkere groeiers kan men beter
in den vollen grond plaatsen.
Voor beplanting van perken dicht bij liet
huis of bij een zitje gebruiken wte ter-
wille van de heerlijke geur ook vaak helio
troop. We 'planten deze vooral in den vol
len grond en zorgen voor een extra zware
bemesting. Om de wel wat koude kleur te
verlevendigen planten w'o er goudgele Cal
ceolaria doorheen.
Ook daar waar we do vuurroole Salvia
splendens uitplanten zorgen we voor oen
extra bemesting en regelmatige vochtig
heid1. De voornaamste bloeitijd van Salvia
splendens valt in den zomer; hiermede
houden w*s rekening mot de plaats.
Veel gebruikt materiaal voor perkbeplan-
tmg hebben we in de verschillende be
goniasoorten. Ze verlangen oen lichten
vochthoudenden grond, daarom is het ge-
wenscht om wat turfmolm door den boven
grond van het perk (o mengen Knol
begonia's planten we bij voorkeur op een
half beschaduwde plaats; de soorten van
struikbegonia's welke zeer geschikt zijn
voor perkb'eplainting, planten we zoowel in
de volle zon als m half schaduw. Petunia
en Verbena-soorten zijn ook zeer geschikt
voor perkbeplanting, maar denk er wel
aan dat voor deze een zonnige, beschutte
ligging noodzakelijk is. Als aanvullingsma
teriaal voor perkbeplanting noemen we
nog: Abutilen Thomosom', met goudgele
bladeren, Gpaphalium lanatum, met wit-
wollïge blaadjes, Cioraria maritima en Cen-
tairea candid issima, feg|te met zilverwit
blad, Iresin© en Achyranthus soorten, beide
met rood blad.
GEMENGD NIEUWS.
Naar de schatkamer van de „Liiünc".
Do voorbereidende bergingswerkzaamhe
den van liet wrak van de „Lutine", ma
ken, dank ?ij het mooie weer van do laatste
dagen, goede vorderingen. Volgens het
Nieuws van,den Dag ia het gelukt precies
op het midden van den grooten ijzeren
rocstklomp, waaronder zidh de schatkamer
moet bevinden, een lange, ijzeren mast in
deiP'grortd te spuiten, die met het onder
einde op de roestige ijzeren kogels staat
en hog fier meter boven water uitsteekt
Het nauwkeurig bepalen n zuiver in kaart
brengen van de verschillende roestige en
ijzeren massa's en wrakstukken kan nu
als beëindigd worden beschouwd. De mast
staat zoo, dat, wanneer deze als middel
punt van dpn te plaatsen toren wordt
genomen,, oolc de kleinere roeststukkon als
mede stukken-ijzer door den,toren worden
overkapt Dit wordt door de bergers van
groot belang geacht
Kerk en SchooL
Gerof. Kerken.
Beroepen te Oudshoorn (gem. Alphen
a. d. Rijn), ds. II. Post te Ambt-Volienliovc
(B.); Ie Haamstede (Z.), J. M. Mulder,
cand. te Gaos.
Clir. Geref Kerk.
Beroepen te Sloenwijk, ds L. II. Bon
kamp to Moppel.
Zondag, 28 Mei 1933.
Hilversum, 29G M.
8 45 u. VARA.
10 u. VPRO.
12 u. AVRO.
5 u. VARA.
8 u. AVRO.
8 45 u. Tuinhouwhalfuur S. S. Lantin-
ga. 9.15 u. Voetbal- on posiduivoniiieuws
9.18 u, Orgelspel J. Jong 10 30 u. Kerk
dienst uil Baarn ol.v. ds J. J. Thomson.
1 2u. Filmpraatjo L. J. Jordaan. 12 30 u.
Ensemble Rentmeester en gramofoonpla-
ton. 2 u. Boekenhalfuur door dr. P. II
Ritter Jr. 2.30 u. Kamermuziek door het
Concertgebouw-Trio 3 u. Gramofocnplaten,
з.15 u. „Drie weken op proef", blijspel
van F. Lonsdale. Vert.C. M Mulder
Kok Regie: C. v. d. Lugt Melserb 4.45
Vaz Dias en gramofoonplaton. 5 u. Kin
deruur. G u. Amsterdamse!) Salonorkest
ol.v. D. Kiekens 6.40 u. Al lier t de Booy
zingt met orgelbegeleiding van J. Jong,
G.50 u. Wederwaardigheden van Wakker
en Tropenduit. 7.10 u. Vervolg orfecslcon
cert. 7.50 u. Vervolg orkestconcert 7.50
u. Vervolg zang en orgel. 8 u. Vaz Dias
8.159 n. Kovaos Lajos en zijn orkest.
Refreinzang: Bob Scholte 9 u. W. Vogt:
Startschot voor de Zcswoeksche. 9.10 u.
Gramofoonplaton. 915 u. Omroeporkest
o.l.v. N. Troop, m m.v. F. Halman (viool)
10 u. Internationale chansons door L. W.
Nijland. 1.0,20 u. Vervolg omroeporkest.
11—12 u. Gramofoonplaten.
Hui-en, 1875 M.
8 30 u. KRO.
9 30 u. NCRV. J
12.15 u. KRO.
5 u, NCRV.
7.45—11 u. KRO.
8.30 u. Morgenwijding. 9 30 u. Gewijde
muziek. 9.50 u. Kerkdienst uit de Mar
tinikerk, Groningen ol.v. ds. J. C. E. v.'
Herwerden. M.m.v. H'. P. Steenhuis (or
gel), en het Kerkelijk Zangkoor o.l.v. R.
W. Kuiper. Hierna orgelspel II. P. Sleen*
huis. 12.15 u. Chkeslconoert en lezing.
2.10 u. Causerie. 2 30 u Trio concert. De
clamatie 4.30 u. Zic-kenliaifuur. 5 u. Ge
wijde muziek. A. Geest (sopraan), A. Re
clame (alt), F. Kloek (orgel). 5.50 u. Kerk
dienst uit de Geref Kerk, Nijverdal o.l.v.
ds. R. Hamming. C. A. Westers (orgel).
Hierna gewijde muziek. 7.45 u. Lezing.
8.10 u. Sportnieuws. 8151015 u, Or-
kestconeorl en causerie. Ca 9 u. Vaz Dias.
1015 u. Dito. 10 20 u. Gramofoonplaten.
10 4011 u Epiloog.
Maandag, 29 Mei 19-3C
Hilversum, 29G M
Algemeen programma, verzorgd door de
VARA.
10 u VPRO.
8 u Gramofoonplaten. 10 u. Morgen
wijding. 10.15 u. Voordracht C Rijken.
10 30 u. VARA-Klein oikest o.l v. II. de
Groot en gramofoonplaten. 11.45 u. Voor
dracht C. Rijken. 122 u. Do Notenkra
kers o.l.v. D. Wins en Gramofoonplaion.
2 30 u. Oostersche muziek (gramofoonpla
ten). 3.45 u Voordracht W. v. Cappelea.
4 u. Gramofoonplaten. -1.30 u. De Fliere
fluiters o.l.v. J. v. d. Horst. 5 u. Voor de
kinderen. 5.30 u. Vervolg Flierefluiters. S
u Gramofoonplaten. 6.15 u Orgelspel 31
Jolng. 7 u. P. Tiggers: Ilnmor en muziek!
(met gramofoonplaten). 7.59 u. S0S-be-
riditon. 8 u. VAIlA-orkest olv. F. Bos
nians m.m.v. F. Hougaerts (sopraan), Ir
ma de Borger (mezzosopraan), J. Ster-
kons (tenor) on J. Ileirslrate (bas). 8.45
u. Fragmenten uit Goethe's Faust (VA-
RA-tooneel o.l.v. W. v. Cappellon). 9.15
u. Vervolg concert. 9.45 u Vaz Dias. 10
u. Vervolg concert. 10 3012 u. Gramo
foonplaten.
Huizen, 1875 M<
NCRV-uitzending.
8 u. Schriftlezing on meditatie. 8.15
9 360 u. Gramofoonplaten. 10 30 u. Mor
gendienst ol.v. de N. P. E. G. v. tiche
len. 11 u. Chr. Lectuur. 11.30 u. Gramo
foonplaten. 12.30 u. Orgelconcert J. Zwart.
2 u. Causerie A. J. Herwig. 2.45 u. Knip
cursus 3 u. Modecursus. 3 30 u. Uitz.
van een gedeelte der 18Je Maranatha-Con-
ferentio te Zeist ol.v. J. de Heer msm.r,
ds. C. J. Hoekendijk. 5 u. AmsterJamsdlii
Salon orkest o.l.v. Kiekens. 6 30 u. Vragen
uurtje. 7.10 u. Ned. Chr. Persbureau. 7.20
u. Vervolg vragenuurtje. 7.45 u. Vervolg
uitzending 18d© Maranatha-Conferoatie. 9
u. Concert door het Leipziger Thomaner-
koor ol.v. prof. D dr. K, Straube. 9.40—
11.30 u. Gramofoonplaton. Car 10.10
10.20 u. Vaz Dias.
Hlij gaat in geen geval tiaar Breda.
Loop toch niet langs ,d<r' 'and van- Biet
plat, Ina. (2)
VOOR KLEINEREN.
1. Eerst roso gekleurd, daarna groen
Em heel vaak ook geel en zelfs rood,
Wat is het, dat daar in mlijn tuin
Zoo'n wonder ook dit jaar weer bood?
2. Mijtn eerste is oen kleur ,niijn tweede kan
brand stichten en m'ijti geheel is een ziekte.
3. Met T ben ik oen steen, mot K maak ik
deel uit van oen spel, met Z ben ik
eon stempel of ©enjdoin stukje papier on
met VL een werktuig, dat bij het dorscihon
gebruikt wordt.
'4\ Op de zigzag.kruisjasEjta komt do naam van
een groole bloem.
Ie rij eehiReel van je voet.
Xj.'i 2b rij iets wat jo bij het rniddag.
I u Xmaal gebruikt.
1 X3e rij een lichaamsdeel.
I X 4e rij een jongensnaam.
i .X. 5e rij oen kloèdingstuJa
1 ,X. 6e rij een klooster.
I Xi. 7e rij'een ander wooid vóór zin-
I .X. spreuk.
I .X. 8e rij oen "huisdier,
1 a X 9e rij een deel van je voet.
10e rij oen vervoermiddel.
(Nadruk verboden).
Vosselientje, 't kleine vosje,
Was een heel ondeugend ding,
Dat alleen liet was al Avond.
arm en veilig hol uitging.
Vosselionljo liep het boself in,
\vlfi van scllrik verlamd plois staan..v...
AVat kwam onder d'oudo eiken
iar voor 0011 grappig wezen aan?.
Een kabouter met oen puntmuts,
oo nog had de klojne vos
Een kaboutertje gezien, want
Zij mocht niet alleen in 'tbosefti'.
I Vosselienlje ging aan 'tloopen,
f 1 Viel op, eens en brak een poot,
J Dacht: Hoe kom ik ooit bij moeder
Aan den and'ren kant dor sloot?. ,j
1 Puntmuts droeg haar fluks naar Ibjiis toej
i Vossdicntje dankte hein
l Vol berouw. Er blonken, tranen'
1 .Qok van pijn, in Ljentjo's slemp 4
(Nadruk verboden), i
VAN DE
No. 21
BIJVOEGSEL VAN DE SCHIEDAMSCHE COURANT VAN 27 Mei 1933
C. E. DE. LÏLLE HOGERWAARD.
3)
Toen Jaap den volgenden morgen naar school
ging, zag hij Wirn weer in geen velden of wegen.
Het denkbeeld, dat het mes van Wim was on deze
wist, dat het gevallen was, kwam opnieuw met
zöó'n kracht in heni op, dat het niet meer- weg
tè dringen was. 'tEenigo zou i\og kunnen zijn, dat
iWliim ziele was, maar ook dit bleek niet het geval
{o zijn, want juist toon Jaap hoi schoolgebouw
binnenstapte om naar meneer van Vliet te gaan,
zag hij edliter een troepje jongens Wim aan
slenteren.
Do onderwijzer was reeds in do Idas, waar hij
iets in een kast zocht. Verwonderd keek h5j op
naar Jaap. Het gebeurde van den vorigen dag
stond onmiddellijk weer helder voor hem
Nu was er iets in den open blik van don jongen,
dat hem altijd tot Jaap aangetrokken llfad. ii'ij mocilit
licm werkelijk graag lijden, ai blonk hij dan ook
niet bepaald door "geleerdheid uit- Zeker kwam
h'ij zijn strafregels brengen.
Welwillend zei meneer van Vliet tegen Jaap:
„Geef me jo strafwerk maar, dan mag je na
schooltijd je mos terug komen halen".
„Ikik heb geen regels gemaakt, meneer",
antwoordde de jongen.
Maar nu keek meneer van Vliet hem todii
onderzoekend aan. Jaap moest vooral niet denken,
Idat hij een loopje met 'm nemen kon.
„En waai om niet?" vroeg hij streng.
„Omdat ik geen mes heb laten vallen, meneer",
ikllonk het beleefd.
„Geen mes laten vallen?" herhaalde de onder
wijzer verlioosd.
i f „Nco meneer".
VI „En jo hebt bet toch zelf opgeraapt", i
M „Maar het was miijln mos niet".
Nu begreep meneer van Wiet er niets meer
Ivan, Gesteld, dat liet Jaaps mos werkelijk niet
was, waarom had do jongen dat dan gisteren niet
dadelijk gezegd?
Plotseling trad de onderwijzer op zijn lessenaar
toe, deed dien open, liaaldo er lhet bewuste voor
werp uit en vroeg streng:
„ls dat mes van jou, Jaap, of niet?"
j! „Nee meneer".
Meneer van Wiet begon te' begrijpen, dat hier
'-ieon misverstand in het spel moet zijn. Jaap jokte
yniei, zou liever duizend strafregels oploopen dan.
rich met een leugen ergen uit trachten te redden.
Kalm vroeg hij daarom: 1
„Van wie is dat mos dan?"
„Dat zeg ik niet meneer", kreeg hij ton ant.
woord.
Opnieuw keek de onderwijzer Jaap doordrin
gend aan.
Toen zei hij, terwijl Qiiij zijn hand op zijn schou
der legde:
„Flink zoo. Je bent een ferme jonge», dat jo
niemand verraden wilt en ik geloof je. Het mes
is niet van jou. Het lag alleen maar vlak bij jo
voet. Jij hadt 'lief. dus niet laten vallen, is 'twel?"
„Nee meneer", klonk het opgelucht.
Jaap was blij, dat aan liet verhoor hiermee
een eindie kwam en zei alleen nog met oen
- zucht
„Door dat ongelukkige mes heb ik mijn laatste
som ook nog verknoeid".
Intussclion 'luid Wim geducht hot land. Toen hij
den vorigen dag zijn mes had laten valon, bad1
hij zicllizelf op dat oogenblik geen rekenschap go.
geven van hetgeen (Rij deed. 'tWas net, alsof zijn
voet buiten hom om ihet mes naar Jaap
toegescliopt (had. Alles was zóó vlug gegaan, dat
hij fhehtemaal niet over zijn daad had kunnen
nadenken en liet leelijke ervan dan ook niet tot
hem doorgedrongen was.
Eerst toen meneer van VKet Jaap strafregels
opgegeven had en weer vóór de klas stond, drong
het lot Wim door, wat er gebeurd was. Maar nu
was het te laat.
Verschrikt Ihad Wim de lippien op elkaar ga.
Idcmd, toen hij plotseling bijna (hoorbaar pro.
velde: „te laat".
Niemand had eclhteu iets verslaan. Do onderwijl
zor slond te ver van hem af en de jongens; in zijn
buurt ook Jaap schenen te zeer door Ihu»1
sommen in beslag genomen te worden om iels
te merken.
Wim waakte er echter wel voor zicfil niet te
verraden, al sclieen ihet onophoudelijk in zijn
hoofd to iliiameren:
„Te laat, te laat".
Was het werkelijk te laat?
Dezo vraag drong zich met alle geweld aan ttiem
op. Zij liet hem niet met rust, want diep in voeldo
hij maar al te goed, dat bet niet te iaat was,
al wilde hij uit zieftfeelf atol bekennen en tracihtte
hij zidh wijs te maken, dat het werkelijk te laat
was.
Maar al deed hlij ook nog zoo zijn best om
zijn gedrag goed te praten» zijn gevoel van sdiuld
ging er niet door op de vlucht. Integendeelbet
begon steoils duidelijker in hom te spreken.
Onrustig zat hij in de bank te sdhuifelen. Mij
durfde slechts met cén oog naar Jaap to gluren,
die nog altijd in zijn sommen verdiept schoen. Zou
Jaap iets gemerkt bobben? Heimelijk boopl© liiij
van niet. 't Maakte alles immers veel eenvoudiger,
als hij 'tniet snapte. Even later hoopte Wij editor
DER
i t
I I
door i i