HIJ KON HET WEL. SCHIEDAMSCHE COURANT Wat de kabouters n het najaar doen. VAN DE No. 40 BIJVOEGSEL VAN DE SCHIEDAMSCHE COURANT VAN 7 OCT. 1933. Bobby -was vier jaar. Hij was dus eel graoter dan zijn kleine zusje /an twee. Alios kan liij veel beter dan dat kleine ding. lTiji kon veal beter ballon on bouwen. Hij kon veel barder loepen en veel mooier zingen. Maar er was éen ding, dat zus Veel beter kon. E<a d'at was eten. Ja. eten, dat kon Rlobi heelemaal niet goed. 'Wiel taartjes en koekjes. Die waren er echter maar heel zelden. Maar geen boterhammen en middageten. En weet je, hoe dat kwam? Aan tafel zat lloib altijd te soezen. Dan dacht hij niet a,an zijn boter ham. Maar hij voorbeeld aan de musch, die in den boom zat, Ot aan de kat, die over het dak liep. En dan vergat hij te kauwen. Vader riep dan: „Eten, Rob". Een oogcnblik kauwde hij dan door. En moedor stopte (hem gauw een nieuw hapje in den moind. 'tls toch te gek, dat oen jangen van vier jaar gevoerd moet worden", zei vader dan. „Zus eeit alleen, als 'tgeen soep is". „Ik ikan het niet -wegluijigen", Zei Rob! dan half builend. „Dat's maar gekheid", zei vader, (,je moot kau wen en slikken" Bob zat altijd bet laatste aan tafel. Moeder be gon ten slotte maar vast af te ruimen, want op hein alleen konden ze mol aon lang wadhtetn Rob vond dat wel erg vervelend', maar moeder zei: „Dan had je maar doioir moeten eten". Op een morgen dat ze aan liet ontb'ijt zaten, had vader al drie maal moeten roepen: „Happen, kauwen, shk'lcon". Ten sloltlö "began dat vader te vervelen. Hij schoof Rohby's stool van de tafel en zei: „Noem je bord en ga maar in da gang eten. Als jc bordje leeg is, mag je terugkomen". Ach, wat Vond Robby dat ongezellig." „Laat helm 'die stoof meenemen", zei moeder, „uan kan hij daarop gaan zitten". Vader nam de stoolf! en zette die in de gang. Rob kwam eraan met zkfn boterham en ging op de stoof zitten, het bordje op zijn knieerr Vader ging -•eer naa bamen en daar zat Rob au heel allecin. M'at vond hij dat naar. Maar gelukkig kreeg hij ge zelschap, want poes kwam de gang ih Ze mauwde zacht en strook langs Robby's heencn. „Odh", dacht ob'by. ,Poes hooft honger". Rn bijl hield haar een stukje van zijn boterham voor. Poes rook er eens aan, maar hapte niet. ïoen legdei Rob het op den grojnd. Poes rook er nog eens aan en veegde toen met haar linker 'achterpoot langs den grond. Dat deed pöes altijd, als ze iets niet lekker genoeg viond. Toer liep zo opeens naar boven en zat Rob weer alleen. Hal stukje/ brood lag nog io(p de ïrxat Dat kon Mj' natuurlijk met op eten. Weet je wat? Ihjl zou 'tntii in de stoof leg gen. Plotseling kreeg hij een inval TWas zoo saai alleen in do-gang Vader had' toch gezegd: Als' je bordje leeg is, mag je binnenkomen. Dus keerde Rob zlijln bordje om m d!e stoof en ging met hel leege bordje naar binnen. „Bordje leeg", zei Ridb, toon hij binnenkwam1. „Zie je wel", zei vader, ,yais jo wilt kan je het best". Robby vioind, dat Mj1 vader nu eens eenig gefopt had Even later ging vader naar 'tkantooT. Maar toen moeder 's morgens do stoiof naar binnen bracht, vond ze het br,ood. Zo was erg b0|0® op Rob en gaf hem een geducht standje „'Wat is hier te doen? vroeg vader, d'ie juist thuis kwam. Moeder vertelde nu, wat ze m da'stoof gevon den had. Vader was/ ook heel boos. Ttoib begreep niet, dat vader en moeder 'Lzoo erg vonden. „Ik bob jullie gefopt", zei hij. Ik had mijn bordje toch leeg". „Neen", zei vader, <,dat is bedriegen -Te weet best, wat ik bedoelde met d'at „leeg". Dat bcr toekende natuurlijk „opgegeten". „En", zek 'moeder, bovendien weet ja heel goed, dat we niet met het eten knoeien nrognn. Tot brood, dat n die stoffige stojoi gelegen hoeft, kun jo natnurhjlk niet meer opeten Ik' heb' 'hot voior de vogeltjes gestrooid". „En nu gauw aan tafel", zei vader. „Als je weer niet dooreet, zal ilc andere maatregelen nemen". Bobby voord liet eclhl vervelend, dat vader zoo boios om zijn grapje was. klaar nu zou hij eens een beter grapje uithalen. Hij! kos|k had niet naar de rnusseheu en do katten, maar alleen naar zijn boterham. En tpen had hij z5jn bordje liet eerste leeg. "Was dat nu geen aardig grapje? E,n daar was vader heelemaal niet bons om. J. II. BRINKGREVEENTROP. (Nadruk verboden). Kabouters kwamen in den nacht Op vlugge voetjes en heel zacht, i Elk had een verfpot en plenseal. Van schild'ren ilroiudt dat volkje veel. K NDER-BLAD I# -NJ-

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1933 | | pagina 1