DE VLIEGER. C~~l SCHIE JAMSCHE COURANT f VAN DE No. 41 BIJVOEGSEL VAN DE SCHIEDAMSCHE COURANT VAM 14 OCT. 1933. ,||aau jullie mee j§ eindje wandelen?" vroeg Guus aan :'n zusjes, die beiden verdiept waren in een boek. „Nee" zei Hie. Maar Joop, hot jongere zusje, riep direct: „Ja, waarheen „Naar 't heitje". „Toe Rie, ga jij' nu ook moe", drong Joop aan. ,,'t Waait zoo", wierp Itie tegen „Meid, dat 's juist jeuk", meende do broei' Hij voncl 'tsaai alleen lo wandelen on hij'had helaas nog geen vrienden op het dorp, waarheen zei na de zomervaeanlio verhuisd waren met hot o.og op vaders gezondheid1'. Deze had do boscir- iuiht noodig en daardoor kwam hel ook, dal hun huisje een eind van het eigenlijke! dorp af lag en do jongens, die Guus oip school had lecren kennen, nog geen vrienden van hem geworden waren 4 Bic besloot toch maar mee te gaan! en weldra was liet drietal op weg. Er woei een friseih windje, waarvan zo tusschen do bossdhen niet veel merkten. Maai nauwelijks waren ze op heit open terrein van de hei, of d.o harem van dei meisjes fladderden om tiaar ooren en Guus' bruine blazer, die lo® hing, woei hot op' achter zijn rug. „Wat 'n vliegers", riep Jopip op eenk en telden „Eón, twee, dnc| vier". „Neen vijl", verbeterde Guus. ,jDaar staat er no; een. Die staat hoog, 'tis net 'n snip". „Dat is do mijne", rooide liet drietal op eens vlak bij zich zeggen. Ze keken op en daar stomd een jongen met een vJiegqrtouw om zijn middel gebonden. Het touw, dat aan den vlieger aal, hield hij bovendien goed vast, oei eens, hoe hij trekt", zei da gelukkige bo zliter "van <3en. vlieger» loop voelde aan het touw. „Och riep ze „je kunt het louw bijna niet omlaag knjgen. Toen moest 1 Lo eens onderzoekein. t Is maar goed, dat je nogal dik bent. Anders kon je misschien wel meo da lucht n genomen worden merkte ze lachend op. „Hoor die -V", grinnikte hoe groot m'n vlieger js1?" Guus keek de tudit in. „Een meter", raadde hij'. „Nog gcootor dan ik", glunderde de jon»en „Hoe heet je?" vroeg Joop. grinnikte de jongen. „.NVoot jCi „Alwien". „Wat 'n pirachtige naam", prees lie. „Hen je opk op de school van meester Hast?" „Neen, op de Christelijke. Ik heb tweehon derd meter louw in". „0 óch. Zeg, Guus, hoor je dat? Tweehon derd meter touw zit er aan den vlieger", hor- haalde Joolp. Cliurs stond m gedachten. Het vorig najaar ltad hjij ook zoo'n reuze vlieger gehad Ilij had 'm met vaner'geplakt en samen huilden ze hem verschei den malen op laten gaan, tot hij ten slotte in uo telegraafdraden verward was geraakt. Dit jaar was er geen sprake van, dat vader hem daarmee) helpen kon. Guus voelde eon tikjes jaloezie, dat hiji daar stond zonder vtiegcr. En toen wou hij den jongen laten merken, dut hij goed op de. hoog te was met het oiptaton van vliegers. „Kan jij1 een telegram naar je vlieger strmm?" vroeg hip „Wat is dat?" - i „Nou ceu papier met 'n boodschap er op, dat regelrecht naar je vlicgCT gaat", legde- Guus uit. „Neen. Hoe doe jo dat?" „Zaii- k het eens voor jo doen?" Guus zocht atui deu kant van het heitje en vond hel deksel van een kartonnen doosje. Dat knipilci blij mei lijn zaksdhaartje rond on boorde er met do punt van de schaar in het midden 'agaatje in. Met 'nstompje potlood schreef hij er op: „Hou jo goed". „Dat 'sde boiadschapi", zei 'hij' „.Maak nu dat touw om je middel los. Ik zal den vlieger vast houden". Na 'n oiogenblik had Alwien met behulp van dc meisjes don knoopt cr uit gepoutmd. „Nu moet je het -touw do-or het gat duwen", commandecrd Guus. „Goed' zoo. Pak nu jo louw van onder'cn weer stevig vast, want ik laait zoo- los". Alwien volgde den raad ,op, Guus schoof het kartonnetje wat .omhoog, de wind kwam er achter en floep liep het in groote haast langs het touw omhoog naar den vlieger. Het was meilijk olm liet )p 'tlaatst nog in 'toog te houden. „Nu, rvat zog je ervan?" vroeg Guus opgetogen. „Reuze ging 't", vond de nieuwe vriend. „Nog eens". Guus maakte weer een telegram klaar. Maardien tweeden keer waren stellig do voorzorgsmaatregelen niet ofdoende. Want vóór de ongen het touw door het gaatje had binnen trekken, sloeg het touw uit z'ijn hand, gleed schrij- KI N DER-BLAD 'ï3S» „Ja".

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1933 | | pagina 1