Wat Gootje met haar
poppen deed
Mijn paardje.
neail door Guas' handen been on do lucht in.
Een kreet va» {®)ïiK kloink uit vier inondeu
tegelijk en vier paar ontdane oogcn blikten naar
het door tlo Jueid fladderende touw en den bui-
telenden vlieger ginds in de hoogte.
IHI valt", riepi Joop. 1
.,'1 Is jouw schuld"! verweet Ahvien zijn helper,
„dij hebt 't tam niet goed vastgehouden".
,,'t Was 'n rukwind. Ik Welde 't'', verdedigde
Ciuas zich
Haar als ji) niet over dat staren' vata ecu tele
gram), begonnen was, danhad hij hu nog
gestaan. 'Ikik ben'm kwijt. Zoio'n mooi
ding", haperde Ahvien.
„Ik ga 'm zoeken. G,a jo mee?" vroeg Guns.
Met z'n vjeren lidp'en zo de richting u'i, waar
zb dachten, dat de Vlieger noergvlkomen was. Z.e
volgden liet touw en ten slotte ontdekte Rie
hot kleurige ding boven in een 'hoiogen sp'ar
Guus bedacht zich niet, maar klom naar boven
De zusjes hielden 'haar hart wist, ma rr Gium
sc-imle. dat bij' heel veilig zat.
liij trok aan hel kauw en gooide 'hel naar
heneden.
„Trek jij nu maar Alwicn, lot je hei. begin
hebt", raadde .föQfp en hielp ïhcteen mee. lG.o
zorgde, dal bet touw niet in do wa rkwam
„Mij is Ica'piol, de vlieger", riep Guus van hoven.
,,'t Geraamte V" vroeg Ahvien.
„Noen, 'tpapier".
„O, dat is zoo erg niet".
„Daar komt hij Vang 'm".
Meteen tuimelde het gevaarte» omlaag. Met z'n
drieën vingen ze het op.
.Ta, het ding was wei wat gehavend. Guus ,be-
lo|Oifd[0 niet het plakken to helpen en zelf voor-
het papier Ie zorgen Toen bracht hij zijn nieu-
.wen vriend weg. Alwicn droeg het kluwen touw
(luns liet ovcrschoit van den vlieger.
Der volgenden dag nn schooltijd trok Guus
iet, het papier en 'n paar mooie sterren van goud
papier, welke vader voor hem geknipt 'had, naar
Alwicn. De vlieger werd nog mooier dan hij
geweest was. Toen hij' goed droog was, maalden
.ze er (ion idemven staart aan en gingen 'm oplaten.
Mijl kwam cr weer prachtig in.
„We vutten maar geen telegrammen meer s'.ur.en,
hè", merkte Guus lachend oip, toen hij naast
Alwicn in de hei zat.
„Neen, laten we dal maar niet monr dtfen.
ben met dezen vlieger nog b'ijUr. Mij is mooier
't Zijn net zonnetjes, die er op zitten".
Guus bad ook schik. "WantlieL ongeluk
mot den vlieger had hem o in. vriend' bezorg I.
.1. 11. BRINKfiRE,VE—ENTBOSY
(Nadruk verboden).
Een ware geschiedenis
daar
C. Ji DE LILDE HOREli'WAARD.
Gootje worïlt vacr al haar poppen
Nu te graat. Zijl heeft geen tijd
Om naar hen meer om te kijken,
Tloe dat Cootje dan oiolk spijit,
Ccotje 'kmoet 'teibij vertellen.
Woiont heel in Batavia.
En zij gaan weldra near Moll mil.
Ernstig denkt ons meis'ke na.
TVant haar moeder zei vanmorgen:
Kindje ,wij' verkoiapen veel.
Breng jij dus op de vendutie
Ook je poppen. En het deel
Van de opbrengst, dat jou toekomt,
Nomen wij' naar Holland mee.
Daar kun jij" er wat voor koopen
Zeg, is dat geen goed idee?
CoiO'tjc antwoordt niet zoo daad'Jijk.
,S( ruil haar hoofdje, prevelt: .Veen.
Zou 'k mijn poppen gaan vcrkcopon?
Och, or is er immers geen
Van wie '1c niet meer graag zou tnoren.
Blots* ling straalt haar snuitje blij.
Roept ze luidt: Jk weet wat, moeder.
'k Geef z'aan kleine bie> de Y'tj
Die wil zeker er rnco spelen
Eu do poppen krijgen 't goed,
Zonder zorgen zal 'tdan vezen,
Als ik z'achterlaten moet
Na een verre reis komt Gootje
Eindelijk in Holland aan.
T Lijkt wel, of de eerste weken
ln een wipje om daar gaan.
Tot lp zeek'ren dag de post haar
Brengt een dikken zwaren brief.
Haastig mankt ze hom dan open,
Juicht: O, moeder, luk, wat hef
Zeven kiekjes van de poppen
Diesjc schrijft, ze ai, i gezond.
Mot de kiekjes gaat nu loo'.jg
Bij do huisgenooloii rond.
(Nadruk verboden).
Hopla, hopla, paardje rijden,
Vaders knie is nu m'ijln paard,
En il: eb Vaar Bruin een klontje,
Ihv' Kvun moeder kroeg, bewaard.
Bruin brengt mlijl naar Amsterdam ton.
Bruin lu ft ,o z,o|o'n nrooien staart.
Lange manen. Hopla, Rruiutji
Morgen krijg je een stnkji laar'
Omdat dan bet is g-eu grapje,
't Klejne ruitertje Verjaar
Hopla. Nu gaan wiiji torpg wee)'
Naar ons hoekje bjj' den ®ia
ANNIE) A
(Nadruk verboden).