MOLENWIEKEN
1 e timmermansgereedschap.
2e. cen liuer in Ital e.
3e. een ander woord voor jaar
4e eon plaals in Oveifijnscl.
A7OOR KLEINEREN.
IWolk uurwobk kan omgekeerd lid 1 gevaar
lijk ivorden?
Mel 13 ben ik ecn landman, met R o:ln deel
van een schip, met T konn ik bjl sommige
handw eiken voor en mol RR ben ik familie
van je
3. Welk venstertje is niet ran glas?
Toch kan !het helder wezen,
En moeder, kan er bijl haar kind
Heel dnid'hj'k iels in lezen.
Nöem nn clie venstertjes maar vlug
Ze zitten heuscHi niet op je rug.
44 Kruisraadsel.
Op de heide kruisjesl'ijhen komt ie'.s lei staan
'wat je in ons Kinderblad vindt.
X
X.
.X.
xxxxxxx
•x
X
le rij een medeklinker.
2e rij1 een rond voorwerp, waarmee jq spe
len kunt.
3e rij een vruchtje ,dat in het wild groeit.
4e rij 't gevraagde woiord.
5c rij' een stad in Drente
Ge rij iets, waarmee je schrijven kunt
7c rif een medeklinker.
(Nadruk verhollen).
daoir
O. E. DE, LILLE IIOGEbUVAARD
Kijk, de wieken' van den molen
Draaien steeds maar in liet rond,
Nu eens zachter, dan wat harder,
Noioit valt ééntje op den grond.
Kunnen zJïj. elkaar niet krijgen?
Luister even: 'tis geen spel.
A tol en wieken werken ijv'rig,
Zeg eens, wisten jullie 'twcl?
Molenwieken draaien steeds maar,
Malen 't graan tjot meel, heel fijn,
Zóó moiot 't worden, wil de bakker
Er tevreden over zijn.
i Molenwieken werken ijv'rig,
Zorgen voor ons daag hjlksoh brood,
Iedereen moet immers werken,
Iedereen? Ja, klein en groot
(Nadruk verboden).
1.
X-
