INDISCHE KROMEK. Schiedamsche Courant. „Net een bord snert", maar groen en groen is twee. Het spel der schaduwen. De legende van het eeuwige blauw. De Gedeh werkt. De mensch en zijn omgeving. MOORD OP ABBOTSHALL. Mijmeringen. Werkzaamheden in den volkstuin. Batavia, Sept. 1933. Dfej meeste menschen misson d'o gava Jojra iiicih snel te ariënteeretre en zoo> kan Ihiet gebeuren, dat iemand jaren lajng in een toqjaal.de streek woont zander or ooit iets rotor van to tobben goden dan zijn dago- lijfescto work meebreng!. Indië is ongelooflijk mood, docb te velen, die bier women en sJeüfa zicto |V|ootrstellen te blijven wonen, tobben dit nimmer opgemerkt. Speenhof! toeft ma zijn reis gezegd', dat Indië net een bord snert was, altijd warm en altijd' groen en do juistheid daarvan is niet te ontkennen. De Vergelijking toont ech ter, d'at onze dioluter-zanger de gave van IHet zlien Van do natuur ton oenen male ïnist. Indië is altijd' groen. Inderdaad. AVjj kon- njem hier geen horfst en winter en lente, als de hoornen weer groen worden. Wij tobben hier alleen een 'natten en een dro gen tijd', maar hoe anders ziet de natuur er in d'io maanden uit! Groein, dat weken Sin do zon heeft geblakerd, zender dat d'at een Verfijissctond drupje wat verade ming bracht of groten ina dat eoni goede slagbui alios lieoft schoongespoeld' en. wat dor tem oud was van dc hoornen heeft ge slagen. Groen ïin de landen langs de kust met de brooiïng van do lucht, dlo niet weg kan trokken, of groten op do lioog- fvüaktm en d'o borgen, waar eiken nacht |een koele navel neerstrijkt en alles wat plant ten bootm is den volgenden morgan als herboren d'otet zijn. Groten on groen is niet twee, d'ocb on eindig Veel on wie ziert wil on zien kan, zoools zij sbeodts oen minder intogrccrend dOel uitmaken hij don indruk van een landschap dan iln Europa Lawaaigbeid is geen karaktertrek v&n don inlander. En hot spel van groen houdt aan. Zijn er eorst diepe schaduwen, als de zon on der een hoek do aarde verwarmt, het hooger aan d'en homed komen doet- don ziwarton ondergrond1 van die schaduwen steeds meer verdwijnen. Hot groen wotrdt helderder, feller, het is alsof het intenser uit de bladen gaat sto len. Het goud' van de zon verdwijnt, do stra len hebben geen tint meer, het kleuren spel wordt eenvoudiger, harder. Rots en bosch en daken en water krijgen scherpere kanton. Een onzichtbare hand heelt alles, wat de zuivere lijnen verborgen hield, weg- gev'aagd. Dan wordt liet uitzicht hard. Het spel van schaduwen is verdwenen, omdat de zon bijna loodrecht aan den hemel is geklom men. Er komt een gevoel van even be drukt te zijn, alsof iets zwaars uit den hoog© daalt, zonder dat wij het zien. Hel schelle blauw van dc luchl, de vormen Van alles wat vooir ons is de hardheid van het stuk loven, dat i'n de onmeodoogend- toid van een vruchtbare natuur vocir ons staat, worden tot een tegenhanger van wal enkele uren ".elecldn te zien was, lo_m de schemer e het verschieten van gouden stralen ee i rousaohlig sproa&jebloomeol deed' vermoeden. Wie dit opgaan van do zoin en het stij gen heeft gemaakt van ecu punt, vanwaar hij niet alleen van can berg in een dal, TWEEDE BLAD ZATERDAG, 21 OCT. 1933. No. 20471. (spel van zon en licht, vaM wolken' en kleur, dat zich in eeuwige wisseling aan ons aog Voltrekt iWij hebben alleen do moeite te Woman tot te willen zien. moet zijn behagen vi'ndeia in deze ctnein- j doch levens de zee kon zien, zal naast digle Verscheidenheid van kleuron. Groen Van dien palm of groen va'n de struiken groen van de tjemara at groen vaar de loietkanvillo. En om het verschil te zien, is het werkelijk niot noodig om maand®, ja zelfs niet om weken te wachlan. Wie slechts eenmaal in de bergen heeft Ver wijld op leen plaats met een ruim uitzicht tot diep in het dal en hij' heeft daar op leen morgen de zou zien opgaan en do tinten aanschouwt totdat tegtin 12 uur het dansen van de lucht het vergezicht in1 Gil ling dOed komen ön alles vervaagde, kaïn oVotr het „groene" Indië meepraten. Eerst de nevel. 'Als de nacht aan het wegtrekken begint dit gaat snel, evenals Sn dten aVctad het invallen van. de duister nis wordt de kam Van de borgen evelni licht, d'an blauw, dan oranje tot fol rood. Plotseling schiet een straleinbundel van goud' d'oor dm nev'el heem, die zich 'nog niet gewonnen geeft en soms d'en rijzon den dag weer evlen doet verdwijnen. Maar die gouden stroom zwelt aan, straalt langs de helling omhoog, slaat dan oVer den kam heen, totdat de zon zelf boven do bergen uitkomt en d'en top aaln dö zijde, waar wij zicht op hebben, in gloed' zet Van goud' en groen, van het bruin van de rotsen en het dojnkor v'are spleten ere klo Won. Een enkele boom komt soms vreemd' jeu eenzaam uit, tegen den steeds heller wordenden ach tergrond. Dan vluchten de nietvels weg, ©en enkele blijft nog even han gen, in eön dieper stuk, achter eefre uit steeksel, waar de grauwe tint de boomon len struiken, welke het Verborgen houdt, donkerder doet schijnen dan de werkelijk heid' wel is. De zou blijft stijgen, en als ©an waterval sahiuivlen de stralen van den top van den Berg af. Sawahs toornen zich, soms fel groen, soms gooi Van de rijpende paddi, kampongs worden zichtbaar in het aansterkende licht. jHiocidetrtgeblaf klinkt va'n verre, doch gei- luidtefn van nvdnsclieln blijven nog vreemd, Een Detectiveverhaal, loor PHILIP MAC D'JNALD. Geautoriseerde vertaling door H. A. C. S. 60) Ik neem nu even aan, dat Digby Coa- tos om 11.03 do studeerkamer verlaat. Nu het alibi. Aten zal zich herinneren, d'at Digby Coates een paar minuten over tien zich in zijn zitkamer had teruggen- trokken. Het was warm. Hij opent liet raam en laat ook do deur open, om wat lucht te krijgen. 'Op de deur prikte hij ©en papiertje: „Aan het werk niet sto ren". 'Om 10.15 komt Deacon en vraagt hoe laat het is. Digby Coates liep in de ka mer op en neer en Deacon, die het briefje met ziet, vraagt het van uit do gang. Zeven minuten later zag Relford', toen hij door de gang kwam, Digby Coates in de deur slaan. Het eerste, wat wij hierna hooren, is door Elsie Symo, oen van de dienstmeis jes, die „sir Arthur zag zitten in zijn grooten steel bij het raam," toen zij langs d'e deur kwam. Dit was, voor zoover zeker kan war den aangenomen, niet meer dan vijf mi nuten, nadat Belford voortgoloopeii was, dan 10.57. '?afrila komt een ander dienstmeisje, 'Mabel Smith, lie gewerkt had in de lin nenkamer, welke tegenover Deacon's ka- er 1S- Z'J had' opgemerkt, dat sir Arthur een gcslage wisseling van tinten op bet land, oak hot aanlioudond kleurvera,nderrn hebben opgemerkt van do zee, die in liaar feeuwigo beweging het licht van do zore 'telkens onder ©an anderen hoek weer kaatste. Zieker, Ind'ië is groen, maar do donna- hoioiineai in Holland' zijn het ook cn de heide is grauw, behalvio daa in den kor- llm tijd', dat de Erica zijn blauw-roole teekemng tusscheire d'o gele vlakten za,n 1 icire het bruingroen van do taaie plantjes liegt. Maar is do heide en zijn de dcnncin daarom minder mooi dan een eik, die in dan herfst zijn groen voior can gcol- goud'-bxuni kleed verwisselt ©n het dare laat Vallen om in den winter met naakte takken te prijken, d'io "3©'verlatenheid vain dan boom, van eon gohoelo strook in het zich naar omhoog richten te komman, scliijijnein te geven? ITiet heet ook altijd', dat dc hemel hier constant blauw is, hardblauw. Doch wi© tegen het dalen van do zon aan het einde Van dien AVest-moesscire de dooroanschic- tend'o kleuren heeft gezien, die door het snelle dalen van do lichtbron soms a' in golvten schijnen te bewegen ©n wolken als in een zoeklicht van vele fc-Uo liinton zet ten, totdat van onderop een lichtgrauw, d'at snel klimt, den dag als het ware onder oen dicht waas bedekt, die dat gezien etn genoten heeft, zal van de legende van tot eeuwige blauw genezen zij'n. Doch hoe weinig monsclien kunnen zien en opmerken! Dat is dezer dagen weer eens merkwaar dig gebleken. Buitenzorg ligt tusschan twee bergen, don Salak ©re dein Gedeh, beide vulkanen, d'och die in geen (ientalten van jaren iets van zicli hebben laten merkein. Nu kwam plotseling liet bericht, d'at de Gedeh werking vertoornde. Menschon, die d'aar in da omgeving optrekjes hebben om Batavia tijdens een weekend to ontvluch ten, werden zanuwaohüg. De Gedeh werkte! Het was dan ook om te schrikken! AYairet zij wisten niet,' dat de Godeh aanhou dend werkt en er steeds een lichte rook pluim uit zijn krater komt, die merkwaar digerwijs, niet hij den top, doch op een tamelijk Veel lager gelegen-plateau te vin den is. Wie vian Buitenzorg inaar Bandoeng rijdt kan bij het bestijgen van dein Poenljakpas, die tol 1650 .meter gaat, op drie plaatsen duidelijk de wolleen zien, ten zij de achtergrond' door een liemeldek van gelijke kleur wordt gevormd. De Gedeh werk altijd', doch iemand, die reeds meer dan 15 jaar elkê week den Poentjakpas passeert, had' d'io',wolk nog nimmer gezien! Bewoners VajroBui len zorg, die daar vol komen ingeburgerd zijn, hebban hef nooit opgemerkt en zij' verbazen zich waarvan daan tochde zwavelucht komt, die op so-mmig© avonden soms tot 't sluiten van da rumen dwingt. Indië is wondermooi, doch hoe weiuii- gen weten het te waardeeren, hoe weini gen weten da schoonheid te vinden. Reizen staat Voor te velen gelijk met zicii langs asfaltwegen van het eene groote hotel naar ©en ander groot hotol laten voeren. AVie neemt de moeite een kampong door 4q wandelen, tochten (o voet te maken langs glibberige' sawahdijkjes cn myste rieuze binnenpaadjes, om over bruggetjes van twee bamboes, waar hij met zijn schoenen aan.'«'zijwaarts op voort moet schuiven, zijin weg verder fo vindon? Iloo- veel Europeanen hebben een snclstraomcn- den kali overgestoken op een bamboevlot van ©en halveirimeter breed ©n vtelo meters lang, dat ©erst togen den stro-om wordt opgelrokkcn om dan, draaiend en soms in stroomversnellingen hoen ©re weer ge slingerd, den overkant te bereiken? liet geelt wel eens ©en paar matte voeten, cn liet kost wel eens moeite te blijven slaan, zocdat het beste is de methode vare do bruin© medepassagiers Ie volgen ere rustig op zij'n hurken te gaan zitten, maar wat kan dat een natuurliefhebber schelen. Is het bijv. geen studio waard om een inlander Ln> zijn kamponghuis zon liooi!i|k rustig 1©. zien liggen in een houding, welke een Europeaan goem minuut zou volhouden, doch di© kampongman ttm juist voor zijl rust heeft uitgekozen? De lenigheid' van zijn lichaam doet hou spierciiionlspannng vindon bij een buiging, welke ons juist zou vermoeien. Doc.li wie let op zulke dingen? Welke Europeaan, die niet in dc cultures werkzaam is, kent liet gezang v'niu ttoopJuksters als zij' in haar kleurige baadjes haar werk verrichten, tonvijil liet zwakke gelu.d' van de ijle stemman zooi wonderwel bij de rust v'an de natuur schijnt aan 1© slhiitoii? Karbouwen zijn gewoonlijk alleen bekend als geweldige obstakels op de wegen, waar zij bat snelverkeer vare de auto door hun. logge lichamen in gevaar brengen, doch wie kent zc in hun gewonen „doen"? Is hot geen wonder den kleinen poedelnaakten jongen te zien, die op dein rug van het geweldige beest zit om het te leiden, als hij niet in slaap gevallen is ©n rustig v©ontslaapt, terwijl de karbouw verder loopt ore Iri de cadans vare zijn gang, zijn „baas" nog vaster ire don. dommel schijnt t© wiegen? Er zouden dikke hoeken te schrijven zijn over hetgeen toeristen en monsolian, di© de kunst rare reizen niot verstaan, niot zien. Het is jammer, niet alleen omdat soliaom- Ivcïdsscnsalies worden gemist, die blijven- den indruk kunnen maken, doch ook Voor d'ein naam van dit zeldzame land, dat nog altijd niet don roep heeft, welkön het 'verdient, wegens zijn ongerepte natuur, d'e vereonzelving van de landelijke bevol king met haar omgeving on het wondere In de mist. Het is al bijna oen halve eeuw gele den, dal we ia de laagste klasse van eern lagere school zaten. Wie in onzen lip hoort en ziet, welko oisdven gesteld wor den aan do leslokalen en aam het leerma teriaal; misschien ook wol aan do onder wijzers, wil het onderwijs hij do jeugd zijn doel bereiken, en die can en ander van vóór een halve eeuw zich nog herin nert, die verbaast zich er Over, dat luj het nog lot iels in tie wereld gebracht heeft. Hoe ver die tijd al achter ons ligt moge blijken uit oen herfstlied, dat wij, kinderen vaii zeven—acht jaar, op den bekenden cadans, regel na regel, uit ons hoofd loer den en waarna de eerste twee regels luidden: dlgen kan. Ook! de mist duurt niet altijd. Wel kan lijf in late najaarsdagen lang aan houden, maar*liet einde komt. Dan kan hot wezen, dat zoo op eens cte wind' opzeit en dra allen mist wegvaagt en we de zon weer aan den hemel zien staan. Volop in haar luister. 1 Het einde komt toch. Want niets en nie mand heeft dp dit ondermaansche con blijvende plaats. De voorspoed niet ©n da tegenspoed niet. En ook do mist niet. Hel leven gaat voort al den dag. Er zijn menschen noodig o|m Hat levente dasia doorgaan. En wijl hebben de roeping om in onzen lijd dat leven te doen doorgaan, Door te arbeiden en te rusten; door vreug de to doorleven en ook droefheid. Door to zorgen, maar ook eens uit do ziorgon te wezen. Want zoo is het leven. En als wc zoo het leven dragen door onzen mistigon Itijd heen, misschien aar zelend on voetje voor vodje, dan zuilen ook wij zonder liet misschien bewast te voelen, door het leven gedragen worden. Gedragen, zelfs dc»or den mist heen. .T. NAGEiL. zat in zijn kamer." Het was, schatte zij, cn bet werd beslister verzekerd door Elsie Symc, di© wist, hoe laat zij de kamer van hot personeel had verlaten, tusschen 11' en 11.01. Nu komt Belford weer. Herinner u, dat hij in de studeerkamer kwam op oen oogon- blik tusschen 11.03 en 11.04. 'Op zijn weg van de bovenste verdieping passeerde hij Digby Coates kamer en „zag sir Arthur bij het raam". Daar hij regelrecht naar dé studeerkamer ging, kan hot oogenblik, dat hij Digby Coates deur passeerde, niet vroe ger geweest zijn dan. 11.03. Hierna komt woer Pilsje Symo. Nu is zij op weg naar bed1. Door do gang loo- pend', „zag zij sir Arthur zitten bij' heit raam". Het kan niot later dan 11.06 ge weest zijn. Tenslotte d'o ouda Poole. Nadat hij de studeerkamer was binnen gegaan, ómdat hij miss Iïoodo hoorde gillen, was hij naar hoven gerend' om den vriend van mr. lloode te halen. Hij vond sir Arthur, die met een boek in den leunstoel bij hot open venster zat. Daar miss Hoodte do studeerkamer binnen kwam, ongeveer 11.10, was dit dus ongeveer 1T.13. Dit is' het alibi, en het is goed te goed. Ik wist, d'at hij do moordenaar was. Dus moesten enkele van d'io getuigen, die gezworen hadden, dat zij hem zagen, mis leid zijn. Een voor oen ondervroeg ik de drie van het personeel1. Ik zei: „jo zag sir Arthur zoo en zoo Taat in zijn kamer op don avond van den moord en diat liij „Het woud heft zijn verstorven top In donk'reu mist en nevelen op". Dat was nu wel geen kindertaal, maar wc beteerden het, waaneer we langs liet mot haoge toornen omzoomde water des middags, als do liorfstschemeiing al was gedaald, huiswaarts gingen. Wc zagen de kruinen der hoornen niet meer. In donker reu mist waren die verborgen 'tGaat nu weer herfst woiden cn weer komen de nevelen vroeg in (Lm morgen en in den avond het land bedekken. Wat is de wereld dan klein. Wo kunnen micd ver vooruitzien, maar enkele met rs. Dan heeft de mist een grauwen muur opgjlrok- kou, die evenzeer het doorzicht belemmert, als een muur van steen We welen, dat hel nu zóó L in heel do wereld om ons heenwat loeft ons menschen wereldje in den mistwat is int uitzicht bepcikl en voorzcover hot nog niet beperkt is, zonder licht, zonder le ven, zonder zon. Het licht is van ons gegaan. Missdren voel te weinig gewaardeerd, toon we het bezaten; voel te vod aanvaard als iets vanzelfsprekends. Maar 't ging van ons heen. 'tls wel geen duisternis, waarin wo leven; maar 'Lis de mist We hebben geen uitzich'. Dat gemis weegt het znvaarsie. Leed, dat man mot den dag kan aftellen wordt lichter gedra gen dan leed, waaraan geen ©inde komt Twintig jaar ge vangen isa'raf ,s m meer dan óéu opziciit minder zwaar dan ievcnslagc. We weten niot, wanneer het einde komen zal van de mist, omdat wo geen uitricht hebben. Wisten we het maar erin, twee, drie jaien nog, wo zouden gren aansporin gen noodig hebben om ons te oefenen in soberheid, om den moed er in te houden cn wat dies meer zij - we zouden I röcllts,lamKg j,a t1<M1 hgk gepoot. Daarna ades van zelf doen, omdat iedere dag I b aftelt naar liet einde. En hel is juist dit, nat het zwaarste weegt: tiet ui zicht is we? Nu loopen wc en we dwalen. Wat al ongelukken go=chiedon bij mi-dig weer. Trei iieu botsen; auto's rijden tegen elkaar. Er komen docden en gewoiden Menschen ra ken van den weg af; zo vallen in liet water en verdrinken. Alles, omdat het uitzicht gemist wordt. Een oud spreekwoord zegt: besturen i-> vooiuitzien maar hoe zullen z'ij die daartoe geroepen zij'n rogecrem, als hun 'het ui'zicht is henomen, AYc vragen: wat zullen anzo kinderen worden en we zijn van ouds gewoon ora de vooruitzichten in ambt of beroep na to gaan. Hoe zullen do ouders hot zoo verantwoordelijk werk van de beroepskeuze kunnen volbrengen als de vooruitzichten verduisterd zij'n. Zoo we zoudoa rog voel meer kutm n noemen leven wo aan allen kant ju den injst. We worden onzeker. We worden bang. Want bij kan moedig blijven; kan blij ven dragen, die leeft uil eein verwachting uit een vooruitzicht, waarvan hij weet al thans vast gelooft, dat hot zal verwezen lijkt worden. Men zal zeggen en terecht dat is al heel weinig bemocd gend Dei vraag is niet of het bemoedigend, maar of het juist is. En de juislho'd is onaanvechtbaar. Toch is er nog iels anders dat bcmoe- in zijn stoel zat bij het raam. Ben je er zeker van?" Zij zeiden: „Ja, sir" en zeiden het met nadruk. Toen speelde ik mijn Irocfkaart uit. Ik deed het met oen zekere angst: als do antwoorden niot waren, wat ik verwachlte, viel mijn theorie in elkaar. Ik zei: .„vertel mij nu hoeveel precies zag jo van sir Arthur? Ik bc-doel welke licliaamsd celen." Toen kwam, .nadat ik hen op weg ge holpen had, maar mot overtuiging, hun antwoord, dat al wat zij gezien hadden, was de kruin van zijn hoofd, een stuk van zijn pantalon, en d'e zolen van zijn schoenen. Belford, die een verstandig man is, voegde er bij: „U begrijpt, sir, wij zijn er allen zoo gewoon aan om sir Arthur zoo te zien zitten en in dien stoel, dat wij natuurlijk denken, dat wij hem dien avond heclcmaal gezien hebben." Ik sloeg aan het denken. Ik ging naar Digby Coates too en praatte met hem. Ik keek, nauwkeuriger dan ooit tevoren, naar zijn hooid en kwam tot do con clusie, dat hij kaal was, maar dat hij de meest-kunstige pruik droog die ik, ooit gezien had. Ik herinnerde mij, dat hij mij verteld had, dat hij nooit een kamerdienaar gebruikte. Ik stelde mij hom_ voor hij is or het tvpo voor als iemand, voor wion do gedachte, dat iemand anders zou ontdekken, hoo onsmakelijk hi) er uit zon zien, zonder zijn haar, afschrikwekkend Was, Na begreep ik, wat hij gedaan had. Hij heeft een tweeda pruik deze vult Late groenten cn Brussclscli witlof. Nu halt October achter den rug is nomen wo oak in d'en moostuin onao voorzorgs maatregelen, opdat inu te verwachten nacht vorsten ans niet luuinua verrassen. Aindijvic, die volgroeit is, wordt hij' droog weer opgebonden, on wat niet grooL genoog is om op lo binden brengen wo met kluit over in eön bak, opdat wo ©r zoo noodig glas over kun,non brengen. De laatste tomaten plukken wo af. In dien ze iniot rijp zij'n leggen we ze voor een zonnig venster, waar ze nog na zul len rijpen. Do late prinscsse- en snijiboanen heb ben geducht geleden, van den wind; waar nog wat te plukken valt daan wo dit ge regeld, daar hoornen bij liet ©orslo macht vorstje al weg zijn. Aan hot einde van dozo maand nemen wc ook liet Brussclscli witlof op. De wor tels avorden voorzichtig gerooid, waarbij wo do bladeren ©etnigo c.M. bovdn don wortelbals afsnijden. Ook het dunne uit einde der wortels sinijden we af. AYo kun nen de wortels apkuilcin, waarbij we zor gen, dat ze togan strenge vorst voldoende gedekt worden mot eau laagje aarde <*f ruigte. Ook kunnen wo de wartels direct opplanton om zo te forceeran. Zoo kun nen we zo opplanton in een niet te lagen bak. Do wortels worden op 4 c.M. onder linge afstand' on met de kruinen gelijk, wordt een laag fijne aarde, turfmolm of zaagsel, tor d'ikto van 20 a 15 c.M. aan gebracht, waarin do kropjes zich kunwen ontwikkelen. Om den hak brengen wo een dubbelen wand aa'u niet een tussclianruim- van 39 c.M. Deze ruimte vullen ave met droog blad, turfmolm of zaagsel. Met ©en dergelijke koude werende laag omgeven we ook do andere bakken, die wo vorsl- vnj willen houden. Do wortels vain het Brusselsch witlof mogen niet iin het water staan, daar dit de groei belangrijk zou tegen houden. Daarom mag do bak iniot lo laag zijn. Ook in don vrijen grand kunnen we witlof forceeran. W© handelen dan als in dein bak. Om een snelle ontwikkeling der krop jes te bevorderen kan men over en om de bovenlaag riüg een laag versche paardein- mest, droog blad, of ander broeiend ma- teriaal aanbrengen. Tenslotte kaïn mein ook d'o wortels in een kist plaintein en deze in ©en kelder, of andere donkere ©tl niet te droge of kou de ruimte plaatsen. Op deze wijze krijgetni wo geen vaste kropjes, maar losse blade ren, die echter evön goed te gebruikdre zijn. 'Alledn in het donker blijven do bla deren witgeel on worden niet te bitter. hij op mot -een zakdoek, en plaatst haar op een stapel hoeken op do zitting- van den stoel, zoo, dat juist alleen het haar te zien komt boven den rug van den stoel. Een paar broekspijpen, een beetje opgevuld en om de voorpooten van den stoel hoen en oen paar schoenen, vol tooien do schilderij. Wanneer eindelijk het oogenblik geko men is, laat hij het zijden koord, vast gemaakt aan do draaibank, uit het raam naar beneden, on laat zich zakken. Pen paar minten later koert bij langs dezelfde onzekere trap terug. Ik heb weinig moer to zeggen. Nog een onkel woord. Ik begrijp, dat het on mogelijk is, Digby Coates ter dood te veroordeclen, alleen op grond van wat ik heb uiteengezet. Ik weet, dat de laat ste doelen van hot rapport slechts gissin gen zijn. Maar ik weet, dat, als cr bo den ten dage gerechtigheid in Engeland is, ik genoeg had verteld van do ware geschiedenis van John Hondo's dood om de onmiddellijke invrijheidstelling van Ar chibald Deacon gedaan to krijgen. Ik weel, dat Arthur Digby Coates schul dig is. De oenigo manier om hom voor het gerecht te brengen is: mijn werk den steun te geven van een bekentenis van don moordenaar zelf. Ik ben van plan deze te verkrijgen. Ik kan niet anders gelooven dan dat, indien ik slaag, mijn werk voltooid is cn do instemming van do meest scepti sche menschen verzekerd' is. A. R. GETRHYN. Hoofdstuk NUIil. De goede fee komt op. 1. De maaltijd was d.on avond voor de zusters een sombere bezigheid'. Op den dag had Archie pijnstillend nis zij is, haar soms bijna vioolijk gemaakt, maar van het oogenblik af, dat zij de kamers van den assistent van den grooten Marshall haddon verlaten, was haar opgewektheid langzamerhand beginnen te zakken. Van de twee leed Lucia misschien het meest. Zij was ouder. Zij bezat niet do onervarenheid, welko Dora in slaat stelde om de geruststellende beweringen van ad vocaten en dergelijke volgens hun norm- male waarde te aanvaarden. En zij leed, ofschoon zij het nauwelijks zich zelf wou toegeven, door een complicatie van ang sten. Do avond werd hoe langer hoo boozer cn tegelijkertijd' ovenzoo Lucia Lomcsurier. Zij voelilo iels van verachting voor zich zelf. Moest oen vrouw van dertig hemel, wat een leeftijd niet meer gevoel heb ben, moer tact, wmter baar jonge zusje zoo'n groot verc had, terwijl zij slechts de helft van ha.ziel afstond voor liet werk van troosten? Mocht zij wel—zij',do vrouw, (lio bijna een vrouw op middel baren leeftijd was mocht zij wel tob ben op een oogenblik als dit, over een onbeteekenenden twist met oen man, dien ze nauwelijks kende? Maar, maar wel, hij kon in ieder geval toch geantwoord hebben op dat briefje, als hij niot kon komen? /Wordt mirvnlndl "DER

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1933 | | pagina 9