Schiedamsche Courant. Radioprogramma's. ZIEKE POPPEN SCHIEDAMSCHE COURANT Joostje en de groentesoep. 1 TWEEDE BLAD ZATERDAG, 11 NOV. 1933, No. 20489. Mijmeringen. Gedenk tc sterven, maar ook te leven. Den 2en November wordt in de R conisch Katholieke 'kerk Allerzielen" gehouden. In de kerkdiensten wordt gedacht aan do ge- storvener Een gang naar het kerkhof wordt gedaan. De graven met bloemen gesierd. Niet gaarne zouden we deze vriendelijke daad willen rubricceren als oen roste van iouden doodencultus en van het clooden- óffer. In de Protestamteche kerken tiier te lande wordt, wat elders reeds sedert eeuwen gebruikelijk was, één Zondag in het najaar als Dooden Zondag gevierd'. Dan worden de gedachten ook bepaald bij die ons voorgingen naar het land, van waar niemand ooit terugkeert; bij dood en eeuwigheid. Het is goed dat dit geschiedt. Door gaans toch, in liet drukke leven van al den dag, tillen we te licht den ornst des levens, dat tooli eenmaal uitloopt op het einde, dat hier onmogelijk het einde kan wezen. Najaar en sterven hooren naar de vasle wet der natuur nu eenmaal bij elkaar. Zo zijn één. Om ons heen sterft af aan bloem en plant, wat in lonte en zomer en vroege herfst ons zoo heeft verheugd en geboeid in de ontluiking van de schoonheid'; in de pracht van den zomer. Het kwam alles iom heen te gaan, het loef do om te sterven. Najaarsstormen on nachtvorsten verkorten het procos. En 't is ons alles als een pro fetie; zo® gaav ook het eeno mensdiongo- slacht na het andere. Ook dit is een vaste wet. ,,De zwarte ood rooft weg wat sterfelijk is geboren". Die vorderden op den levensweg, zien de gelederen dunnen dergenen met wie zo het rven introkken. We weten het. We ervaren het oderen dag. We voelen ons zelf ouder worden. We kunnen den tijd overzien, die om nog rest van den leeftijd d'er zeer sterken, „Alzoo gaat de mensch naar zijn eeuwig thuis". He dat najaar is vol van herinneringen aan die spreuk der ouden: Memento Mori; gedenk te sterven. Toch kunnen we daarmede maar matig vrede hebben. Het leven zelf toch is de kracht van ons leven. En aan die kracht klemmen we ons vast; met het bezit van bet leven valt ten slotte alles wal we hébben en zijn in hot leven. Zoo wordt een goed evenwicht gevonden. Het denken aan den dood bewaart er ons voor om het leven te overschatten, blaar aan den anderen kant worden we er ook door bewaard om de beteekenis van het leven te onderschatten. Gedenk te sterven houdt in: gedenk lo leven. Wij zijn in het leven gezet en we moeten door het leven heen. Dat gaat bij den een heel wat vlotter dan. bij den ander Er zijn karretjes, die langs (len zandweg rijden er zijn ook wagens, die heel moeilijk tegen een belling opgaan. W'at ai verschillen in levensvormen; levensdoel; te,cihinhoud; 1? venshouding en levensleiding. Goed be schouwd is het bij ieder mensch weer an ders. Zooals in gausch do geschapen na tuur niets volkomen hetzelfde is; geen land geen stroom, geen boom, geen bladf gaan bloem, geen' dier. Ieder is weer anders. Zoo is ook i eder mensch en ieder Loven anders. Maar alle mensch en hebben dit toch ge meen: ze moeten door het leven heen. Daarom klemt de eischGedenk te leven. Tenslotte houdt toch de gave van hot leven een taak in om van dat leven te ma ken het beste wat er van te maken is Ieder naai' de gaven en krachten, welke zijn deel waren. liet is vaak wel moeilijk om dat te doen. Vooral in onzen tijd, nu zoovelen onder zorgen gebukt gaan en narigheid in velerlei vorm hebben. De mooiste taak wordt vol bracht mot de meeste moeite. Het leven is nu eenmaal oen gunst en een kunst. Een gunst, te mogen leven. Een kunst te kunnen loven. Wel drukt en bukt de moeite en de zorg en de teleurstelling, zoodat het leven haast te veel wordt; het leven is niet maar een toevaliig stuurloos iets het heeft een deel; het is beide: een gunst en een kunst, daarom sta naast het: Gedenk te sterven; da! zoo diep ernstig is, ook het: Gedenk te leven, dat aanspoort om den levenstijd zoo te besteden, dat we bij hooger gunst levenskunstenaars zijn. J. Nagel. Werkzaamheden in den volkstuin. Najaarsschoonmaak in de tuin. De laatste bladeren gaan vallen en onze tuineln krijgen nu oen wlntcrsch aanzien. We geven den tuin nu nog ©en extra schoonmaakbeurt, opdat hij geen verwaar loosden indruk maakt gedurende de win termaanden. Do afgevallen bladeren wor den vain de paden en liet gazon verwijderd; lusschen do planten laten we ze liggen. Het is d'aar immers oei natuurlijk© grond- bedekking en het verteerde blad levert t©n fijn humuslaagje, dat de planten weer ten goede komt. De andere bladeren zetten we aan oön hoop, of,,wel we gebruiken ze in de bakkon ars'broaimalcriaa.1 of als \.»nlcrdck voor gevoelige planten. Tenslotte leveren deze bladeren ondo bladaarde, die we voor het kwoekou van tal van planten zoo goed1 kun ten gebrui ken. Het loof van dahlia's, Ga,una, geraniums, begonia en andere pot- en perkplanlon, die we nu opruimen, doen we niet weg maar zetten we aan oen hoop. Ook de afgesne den stengels van vaste planten worden daarbij fgevoegd. Tegen het voorjaar zijn deze plantenresten zoover verrot, dat we ze voorj bemesting van den turn zeer goed kunnen dgebrui ken. Bij Iwjt afsnijden van vaste plan'en spa ren we die, waarvan do stengels en bla deren nog groen zijn. Ten eerste zijn wc zuinig op alles wat groen is, vooral nu de meeste houtgewassen hun bladeren kwijt zijn, maar bovendien zou het afsnijden van deze stengels iniet goed zijn voor dc plan ten. Sommige soorten blijven cn,evcer den geheelen winter groen en voor deze is bet loof een natuurlijke beschutting van den voet der planten. Zoo snijden we o.a. niet af de slangels van: Nepela, tijm, iberis, iris, zomneroosjc of Helianthemum, lavendel en Galega. Op de open gekomen plekken in borders en op perken kunnen we nu vergoetme- mieljes, Arabis, Bellis peremnis fl. pl. of madeliefjes, Primula veris, viooltjes en andere voorjaarsbloemen planten Ook kunnen we nog doorgaan met het planton svan bloembollen. Daarvoor wordt hot nu echter tijd, zoodat we niet langer wachten Bloemstokkon worden, voor zoo ver ze oen volgend jaar weer gebruikt kun nen worden, schoongemaakt, aan bossen gebonden en droog opgeborgen Do vrij gekomen grond', die we niet be planten, spitten we om. Het geeft oen net gezicht aan edm tuin. Bovendien wordt de structuur van zware gromden geduren de den winter daardoor belangrijk ver beterd'. A. G. GEMENGD NIEUWS» Brand in restaurant, E,en d'oode en vier gewo nden. In een bekend' Parijsch restaurant ont stond1 na sluitingstijd bij het schoon ma ken van tapijten met benzine een felle brand in een der lokaliteiten, welke ge heel uitbrandde. De mailre d'liólef kwam in de vlammen om. Vier andere employés kregen zware verwondingen, Zondag, 12 November 1933. Hilversum, 296 M. 8.30—10 u. V.A.B.A. 10.30 u. V.P.R.O. 12 u. A.V.R.0. 2 u. V.A.R.A. 812 u. A.V.R.O. 8.30 u. Postduiven- en Voetbalbericiiton. 8.32 u. Tuinbouwhalfuurlje S. S. Lantinga. 9 u. Orgelspel J. Jong. 9.20 u. Gramofoon- platen. 9.4010 u. Orgelspel J. Jong. 10.30 u. Kerkdienst uit de N.P.B. te Baarn onder leiding van ds. J. J. Thomson. 12 u. Filrnpraatje L. J. Joudaan. 12.30 u. Kovacs Lajos en zijn orkest en Gramo- foonplaton. 2 u. V.A.R.A.-orkest onder lei ding van II. de Groot. 2.30 u. Reportage van de Zwemwedstrijden in de Zwemin richting lleiligeweg te Amsterdam. 3 u. V.A.R.A.-orkest onder leiding van 11. do Groot, 3.25 u. II. Brugmans: Revolutionaire vrouwen. 3.45 u. Gramofoonplaten. 3.50 u. Vervolg reportage zwemwedstrijden. 4.05 u. V.A.R.A.-orkest onder leiding van do Groot. 4.40 u. Declamatie d'oor Charlotte Kübler on Gramofoonmuziek. 5,15 u. lvin- deruur. 6 u. Utr. Sted. Orkest ander lei ding van P. Tiggers. 6.30 u. Nabeschou wing over de zwemwedstrijden lo Amster dam. 6.40 u. Vervolg orkestconoert. 7 u. Wakker on Tropenduit. 7.20 u. Vervolg arkestconccrt. 8 u. Vaz Dias. 8,15 u. Ko vacs Lajos en zijn orkest. 8.45 u. Gra mofoonplaten. 9 u. Omroeporkest onder leiding ram A. v. Raalle. 9.45 u, Gramo- fo'onplalen. 10 u. Omroeporkest onder lei ding vaat A. v. Raalle met medewerking van H. v. d. Vegte, vtiool. 10.25 u. Gra mofoonplaten. 10.30 u. Louis Armstrong en zijn orkest. 11,15—12 u. Gramofoon muziek. Huizen, 1875 M. 8.30 u. N.O.R.V. 9.30 u. K.R.0. 5 u. N.O.R.V. 7.45-11 u. K.R.O. 8.30 u. Morgenwijding onder leiding van Joh. de lieer mot medewerking van W. Verver, viool. 9.30 u. Gramofoomplatea, 9.40 u. Hoogmis. 12 u. Causerie. 12.15 u. Orkestcomcert. 1 u. Causerie. 1,20 u. Ver volg concert. 2 u. Causerie. 2.30 u, Gra mofoonplaten. 2.40 u. Kwartetconcort en Gra rn of oom pl alen4.15 u. Ziekonlof. 5 u. Gewijde muziek. 5.15 u Orgelspel G. Dijs Jr. 5.30 u. Kerkdienst fit de Geref. Kerk (Watergraafsmeer) Amsterdam omder lei- ding van ds. J. D. Boerkoel. Hierna: Gé* wijde muziek door R. DijsOchel, alt en G. Dijs Jr., orgel. 7.45 u. Sportnieuws. 7.50 u. Lezing. 8.15 u. Orkeslccineeri. 8 35 u. Gramofoonplaten. 8.45 u. Koorconcert. 9 u. Vaz Dias. 9.05 u. Voordracht 9.35 u. Koorconcert, 9.59 u. Gramofoonplaten. 10 u. Orkesteaïcert. 10 40—11 u. Epiloog. Maandag, 13 November. Hilversum, 296 M. Algemeen programma, verzorgd door dé V. A. R. A. 8 uur. Gramofoonplaten 10 uur. Morgen wijding V.P.R.O. 10.15 uur. Voordracht J. v Oogon 10 30 uur. Orgelspel. C. Steijn. 11 uur. Mej. v. d. Akker: De hedendaag- sche viouw en tiaar beroep 11.20 uur. Vara' klein orkest o.l.v. IL de Groot, 12 uur. Gramofoonplaten. 12.15 uur. Vervolg klein orkest 12 uur. De Flierefluiters o.l.v. J. v. d. Horst en gramofoonplaten. 2.30 uur. Schumanconcert door mevr. J. de Sluers, alt-mezzo en J. Goverts, piano. 3 uur. Voordracht door Martien Beversluis. 3.30 uur. Gramofoonplaten. 3.42 uur. Concert. M. Ploeger, zang en C. Steijn, piano. 4 uur. Modepraatje door mej. M. Blomsma. 4.20 uur Gramofoonplaten. 4 30 uur. Voor de kinderen. 5.20 uur De Notenkrakers, o.l.v. D. Wins en gramofoanplaten. 6.30 uur. Piet Tiggers: De vrouw in'de muziek. 7.10 uur. Liszt-recital door dr. L. Kestenbrrg, piano. 7.30 uur .Voordracht. 7.50 uur. Ver volg piano-recital. 8 uur. S.O.S.-beriohten. S.02 uur. Vaz Dias. 8.10 uur. Vara-orkost o.l.v. E. Fendlor. 8.30 uur. Concert IL Wiggelaar. viool en D. Wins, piano. 8.50 uur. Vervolg orkesLconccrt, 9.10 uur. H. G. Cannegieler: Heldinnen in den loop der eeuwen. 9.35 uur Vervolg orkeslcon- ccrt m.m.v. IL Wiggelaar, viool. 10 20 uur. Voordracht C Rijken. 10.35 uur. De Flicre» fluiter-s o.l.v. J. v. d. Ilorst. 11.10 uur Orgelspel J. Jong. 11.3012 uur. Gramo foonplaten, Huizen, 1875 M. j N. C. R. V. uitzending. 8 uur. Schriftlezing en meditatie. 8.15— 9.30 uur. Gramofoonplaten. 10.30 uur. Mor gendienst o.l.v. ds. NV. J. van Lokhorst, l'l uur. Ghr. Lectuur. 11.30 uur. Gramo* foonplaten, 12.30 uur. Orgelconcert J. Zwart 2 uur. Voor de scholen. 2.35 uur. Causerie A. J. Herwig. 3.153.45 uur. Knipcursus. 4 uur. Bijbellezing dr. L. v d. Zanden, m.m.v. zang en orgel. 5 uur. Gramofoon platen. 5.15 uur. Chr. Liedcrenuurije Joh. de Iieer, m m.v. NV. Verver, viool. 6.15 uur. Gramofoonplaten. 6.30 uur. Vragen- uurtje.7.15 uur. Ned. Chr. Persbureau. 7.30 uur. Vragenuurtje. 8 uur. The Accor deon Harmonists o.l.v. G. E. den Boer en gramofoonplaten. 9 uur A Hijmans: Openluohlsoliolen. 9.30 uur. Vaz Dias. 9.40 uur. Orgelconcert. V. Soliooadcrbeek. 10.40 11.20 uur, Gramofoonplaten. 7e bij een groot muziekinstrument. 8e rij een lichaamsdeel van con dier. 9e rij een medeklinker. Verborgen plaatsen in ons land. Ik dacht liet alze is te vroeg van huis gegaan. W5) kwamen Lo en enkele andere vriend jes tegen. (2) Is :>om Leis peet van den kleinen jongen? Wij' wandelden een groot deel van den dag. (2) '4. Welke duiven vliegen niet? 00R KLEINEREN 1. Myln broertje kreeg op Sint Nicodaas-avond z'ijn naam in chocola. Het waren zes letters. Hij legde ze in oen andere volgorde, en nu had hij de plaats, waar wij wonen go- kregen. Hoe kan dat? 2. Van welken boom kun je eon groot gedeelte eten, zoodat je nog maar é.'.n letter overhoudt? 3. Welke bloemen kunnen door niemand ge* plukt worden? i 4. Wat kan heel lang loopen Zonder stil te staan, En hoeft nooit eens even Rustig zitten gaan? 't Kan ook staan en hangen, Praten doet liet niet, Toch heeft 'twat te zeggen En wie er naar ziet, Komt steeds wat te weten, Noem je "tantwoord al? 'kDenk, dat ied're kleuter "tNn wel weten zal (Nadruk verboden). door O. E'. DE LILLE HOGERAVAARD. VAN DE Joostje wit met een boos gezichtje aan tafel Nu, dat gebeurde maar heel zelden, want Joostje was een lief en vroolijk klein baasje, dal flink en gezond was. Ja, Joostje was zóó gezond, dat hij, vooral aan tafel, altijd honger ha en nooit zei: ,,Dat lust ik niel), moeder" Daarom vonden vader en moeder het al heel vreemd, dat Joostje nog geen hap iiad gegeten van do heerlijke groentesoep, die moeder uit d© soepter rine op z'ijn bordje had geschept ,.Heb je geen hangen, baasje?" vroeg oma, die vandaag heel den dag op bezoek was. Joostje, die anders altijd heel beleefd antwoord de, als men hem iets vroeg, zei nietsj, schudde alleen zijn hoofd en bleef daarbij naar de soep en zijn bordje staren. Neen, daar begrepen Joostje's vader en moeder niets van. ,.Knj'gt hij kuren?" dacht vader. En moeder keek bezorgd haai jongen aan en vroeg: ,.Wat heb je Joostje? Toe begin toch eens aan ie 'soep. Kijk toch, wat een groenten er in romduri ven ,,.,Die" vind ik juist niet lekker", pruilde Joostje, en hij schoof ziju bordje wat weg. Neemt u eerst al die dingen er maar uit. Maar nie de ge- hakjes"; die lust ik wél,Nu zalen dien dag voor de eerste maai stukjes prei en fijngesneden .uitjes in de soep, omdat oma die geurige dingen zoo graag at, maar die Joostje nog nooit in zy'n soop had aangetroffen. Ilij begon dan ook wee mot te zeggen ,.Ik lust alléén soep met „gebakjes" erin, moeder Soep met alles er in, of heelemaal geen soep, Joost" zei vader. Zoo kreeg toen dien dag Joostje geen soop. Als Joostje de taal der groenten, die in Ie soep dreven, had kunnen verstaan, zou hij beslist heel verbaasd zijn geweest. Wan nauwelijks had hij gezegd: Neemt u eerst al die dingen or maar .uit, of de selderij begon tot do doperwtjes„Wel wel, en anders houdt die jongen tooi) wel veel van orns Jat van ons houdt hij erg veel", zeiden de erwtjes. ,.En ons eet hij zelfs op), als we nog niet gekookt zijn", beweerden de worteltjes. ,,En zijn jullie gekookt, en ziet hij ons dan zoo gezellig in do groentesehaal bijleen, dan vindt hij ens toch ook wel fijn, hoor" fluistorden de blaadjes peterselie. Dok de kervel en de prei spraken een woordje mee. En de stukjes bloemkool schudden alken bun witte kruintjes, als teeken, hoe heleedigd zij zich voelden, omdat Joostje ook hen niet wilde eten. De stukjes ui hadden een poosje rustig geluisf* terd naar het gesprek dei' andere groenten. Eerst toen allen zwegen .begon een klein uitje, dat niet was doorgesneden.: Luistert eensj, ik weet iets, waardoor Joostjel ons voortaan wel zal willen eten ,.Jai, jij die altijd zoo erg uiig (grappig) bent, zal natuuilijk wel weer een grapje bedenken", sprak! nichtje Prei ,.'tls heelemaal geen grapjep hoor nicht", zei het kleine uitje. ,.Ik wil jullie alleen voorstellen, den jangen, dio liet land aan ons schijnt te hebben, vannacht als hij slaapt, een, bezoek te brengen. Wij aitonl. die nu in dit bordje soep bijeen zijn, zullen tot hem gaan en hem vertellen ,.Iloe zullen we tot hem gaan?" viel een stukje bloemkool in. ,,Op onze voetjes!, die Klaas Vaak ons wel voor dezen nacht zal willen leenen", legde liet uitje uit. Allen vonden liet voorstel van 't kleine uitje nog zoo kwaad niet. Vooral omdat het grappige kleine ding beloofde, zoodra Klaas Vaak kwam, hom voor hen allen een paar voetjes te leen te zullen vragen; ,,En we krijgen ze beslist", zei lïij. Dien nacht, toen Joodje reeds lang sliep on Klaas Vaak met zijn nu geheel Iccgsn zandzak! wil dia heengaan, deed tiet kleine uitje hem de zeer ongewone 2vraag, hem en de andere groenten uit Joostje's soepbord een paar voetjes te willen leenen voor dezen éénen nacht. En...... dit ge- beurdo toen weikelijk. Achter elkander liepen m naar boven. Ook Joostje was dien avond, den kende aan de door hem zoo versmaadde graonten- soep, naar bed gegaan, en toen de groenten uit zijn soepbord, trippelende op hun geleende voetjes), zijn kamertje binnenkwamen, droomde hij juist van de stukjes ui en prei waarvan hij hoelomail niet hield. Ja, hij droomde zelfs luid: lijij riep: „.BaJit, jij vieze ui. Ga uit mijn soep. Je ruikt heelemaal niet lekkerEn jij óók niet, prei". ,,Hoor je dat?" fluisterde nichtje Prei tot haar neef ui, v\VacJit maar, nichtje", stelde het uitje haar gerust. ,.Hij is nog wat boos op ons. Maar ik breng hem wel weer in z'n humeur Luister toch eens), Joostje", l>e®on hij tot hot slapendo ventje, „,wo zijn gekomen om ,jGa toch wegj, jij nare groente uit de guo.eute- Hoe het heet? Het spel der zieken, Opgepast. Want liet begint. Donk 'r aan, dat wie 't langste zoet is. Moes niet stoort, den prijts vast. wint Alle zieken wilden wilt graag, Winnaar van den prijs wei zlijn; Hielden zich heel rustig ook a! Hadden ze soms erge pijn. Teddy heeft 't per slot gewonnen, Kreeg den prijseen prentenboek. Zachtjes las de Poppenvader Daaruit voor aai Ted. en Roek. I Ook aan Hans en 't b'al>ypopje. 't Was een lang en mooi verhaal. ?oen moes uitgerust was, zei ze: Schatten ben je allemaal. (Nadruk vorbolori\ ie!-;c kind'rcn lastig ook soms. Ueh, dat was geen kleinigheid. 1 oppenmoeder had het druk, hoor. En geen oogenblikje tijd. .Olm eens kalmpjes te gaan zitten, lusten, of iets anders doen. Maar gelukkig kreeg zij' hulp in Poppenvader: broertje Koon. Ga jij nu maar rusten, zei lift It pas op de zieken wel, Ei ik doe met do patiënten Eens een leuk en heel nieuw spel. 'A11° poppen en ook Teddy, Werden ziek op één cm keer. Je begrijpt, dat Poppen moeder. 1 1 rees'lij'k druk was in de weer BEK KI N 0 ER-BI AD No. 45 BIJVOEGSEL VAN DE SCHIEDAMSCHE COURANT VAN 11 NOV. 1933i

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1933 | | pagina 5