JEen ton cadeau aan de fiscus.
24 November, Ik heb tot mijn ,zcer
groot genoegen gelezen, dat een vriende
lijk burger van dit vriendelijk-' tend onzen
viiendo!ijken minister van financiën een
postwisseltje van f 100,51*2.50 beeft ge
stuurd ton bate van 's lands berooide kas
en dat de minister, zooais dit in ministe
rieel proza beet, den railden gever don
dank van do regeering beeft betuigd.
Het zij mij veroorloofd op deze plaats,
namens de lezers van doze courant onzen
dank te brengen aan dien gullen meneer
N.N., die op zulk een royale wijze ons,
leden van de groot© familie Symen Be
taal, een handje heeft willen helpen bij
het besturen van het schip vain staat.
Twee dingen hebben mij' getroffen, toen
ik dit simpele berichtje las, dat kleine
Mourlooze berichtje van maar zeven re
gels druks.
In die eerste plaats, dat deze meneer
gaarne onbekend lieeft willen blijven. Dat
getuigt van bescheidenheid, die mij vreemd
is en die jnij daarom des te sympathieker
aandoet, vooral ook, omdat meneer N. N.
ons nu de gelegenheid ontneemt hem te
omhangen mot de lauweren, die hij zoo
ruimschoots verdient en ;.die den minister
verhindert een klein Nederlandsch leeuwtje
in het knoopsgat van deze engelachtige
figuur te bevestigen.
hi de tweede plaats is 't bedrag echt
leuk gevonden. Niet honderdduizend gul
den, niet v f honderd gulden, niet twaalf
gulden en vijftig centen, doch honderd dui-
zen dL vijf honderd -twaal f en ee n -h al v e n -gul d en
Djalt s (njaluweiijks rond1 meer, dat is niet
zoo maar een onverschillig gebaar van:
bier - heb - je - een - ton - en - nou - verder -
geen - geklaag - meer, maar precies uitge
rekend', ernstig overwogen: niet
f 100.199.l&yi» ot' f 102.316.27, maar precies
1'100.512.50. Dat getuigt van zorgzame
nauwkeurigheid, waarmee do meneer zijn
geschenkje lieeft bedacht. Eén ton voor
ontdoken belasting, vijfhonderd gulden om
't goed te maken en twaalf -en -oen-halve-
guldon zóó maar. Een gift. Een geschenk.
Hier, en ga daar nu eens lekker van eten
met een kopje koffie en een goeie sigaar.
Dat zeg ik niet.
Hebt u mij iets booren zeggen van ont
doken belasting? Zoo kwaaddenkend bon
ik niet.
En bovendien: de minister beeft zijn spe-
cialon dank betuigd. Zou-dïe óók niet ge
daan hebben als die meneer N. N. ge
woon zijn plicht gedaan bad.
He bob altijd mijn belasting op tijd be
taald en ik heb nooit een bedankje gehad.
Dat van die ontdoken belasting is dus
een jewaadaardig praatje.
Doe ik niet aan mee.
Zoo ben ik nu eenmaal niet
Ik zeg: „fijn, dat we die f 100.512.50
cadeau gekregen hebben."
Ik zeg: „dat zijn nog eens burgertjes
van heb ik me jou daar."
Ik zeg: „Zulke èn-ön-en moesten we d'r
een paar duizend van hebben, zouden u
en ik nog eens een extra glaasje bier kun
nen gaan drinken en 's een bioscoopjo
méér kunnen gaan maken."
Ik zeg: „Lteve, meneer N. N.l"
vart iet tut paardenslager: Hier
het paard van Sinterklaas. Het ka aki do
ren en klimmen en bent geen hoogtevrees"
Paardenslager: Dacht je som^ dHit'
ets deed van de kwaliteit va d< bief
stuk?"
Hannio was een zéér vergeetachtig!
meisje. Ze kon geen ochtend' op scho<
1 men of ze iad haar sommenschrift, of
t rekenboek thuis laten liggen. De onder
wijzer had' haar al dikwijls straf gegeven,'
maar het scheen dat Ilanitio het maar nieti
af kon leoron.
S i nt erkl aas avond zat Hainnie vol ver-
vach ng aan tafel. Ze had oen lange ver
langlijst naar d-en Sint gestuurd, fa, dat!
had ze nu eens niet vergeten! Om nogoni
uur werd' er gebeld eu kwam Sinterklaas
n»t Piet binnen. De uitdeeling van de ge-
schenken begon al dadelijk en de broer
tjes en zusjes van Hannio kregen ailerleil
moois. Hannie wachtte en wachtte, maar...
voor.-haar kwam er niets!
Eindelijk scheen de Sint alles te hebben
uitgepakt. Hij gaf vader en moeder "een
hand 'en wilde weggaan. Dat werd Hannie
toch te machtig!
„Sinterklaas", zei ze met oen hoog slem-
roetje, „ik heb nog heelomaal niks ge
had".
De Sint keek verwonderd.
„Och ja, jij bent Hannie hè?" zei hij
toen. „Nou, dat is toch ook wat. Nu heb
ik me daar glad vergeten om voor jou wat
mee te brengen!"
Hannie huilde tónen met tuiten. Ze kon
bijna niet tot bedaren komen. „Nu zie. je
eens, kind', hoe vervelend die vergeet
achtigheid kan. zijn", zei moeder.
De Sint kwam naast Hannie staan.
„Wacht 'oeas even kleine meid", zei -hij
toen lachend): „Ik was bijna vergelen je.
te zeggen, dat er in de gang een paai1 pak
jes voor je liggen. Misschien zit daar wel
iets in..."
Ilannie was haar droefheid va!n zooeven:
volkomen vergeben. Ze rende naar de gang
en jawel hoor. Daar lagen drie pakjes en
daarin zaten de dingen, die ze het liefst
had willen hebben. Stralend van vreugde
kwam ze weer in de huiskamer. De Sint
was al weg.
Maai het gevolg van het kleine lesje,
dat hij Hannie had gegeven was, dat zij
Jn het vervolg beter oppaste en nooit mees
Sets vergat'!
De moderne St. Nicolaas. Het paaidi vervangen door de vfiegmachïoa
10
O