niet aan dacht, dit jaar wél door hom te
■worden bezocht, begon dan ook alléén om
bot aardige, kleine meisje genoegen te
doen. „No-u liefje, schrijf jij dan maar aan
Sinterklaas, dat Griet Struik in de Scha-
pcnsleeg woont, bij vrouw Kroon op het
zolderkamertje
wat wil je graag, dat Sinterklaas
voor je meebrengt, Greet?" hield Miep aan.
jAls 'tkan, heb ik het liefste wat kolen
voor mijn kacheltje", was het antwoord.
jflté wat heb je nu toch aan kolen?"
lachte Miep. „Je moet iets lekkers vragen
en wat moois
„Jawel, nóg al meer vragen", zei de
vrouw. „Als Sinterklaas me wat kolen
brengt, ben Ik al best in mijn schik), kind.
Dim i» mijn kamertje warm, als ik uit mijn
werkhuizen kom
Nou Greet, dan ga ik maar gauw aan
moeder vragen mij to helpen met den
hriet" juichte Miep en ze huppelde weer
naar de huiskamer, waar moeder de ont
bijttafel afruimde. Ze vleide toen zóó lang
en vertelde moeder zóóveel over Greet, die
altijd door Sinterklaas weid vergeten, dat
moeder maar dadelijk begon met juist te
schrijt en zooals Miep dit wenschte. Daar
na las zij het Miep voor:
1 Lieve. Sint Nicoiaas", zoo begon ze. „ik
heet Miep Ravenherg. die u verleden jaar
zoo'n prachtige pop bracht en zooveel lok-'
kers. h'n nu heb ik u in mijn briefje weer
gevraagd om een eetservies je en oen
sprookjesboek. Maar u behoeft mij heek-
maai geen serviesje en ook geen boek te
brengen, lieve Sinterklaas. Brengt u maar
veel liever aan Greet Struik, onze werk
vrouw,,, die bij vrouw Kroon op het zolder-
kamertje in de Schapens teeg woont, oen
hoeleboel kolen voor haar kacheltje. En
loet u er alsjeblieft óók nog wat lekkers
bij. Want Greet heeft „.rimmetiekc" vin
gers, zegt ze,t en daarom kan ze u zelf
niet schrijven. Daarom doet mijn moeder
he" voor haar en voor mij.
Dag liove Sint Ni col aas, en ik dank u
we'- MIEP".
Dec: gelukkig was Miep, toen ze daar
na zelf het briefje in een enveloppe mocht
slmteiren moeder baar beloofde bet straks
naar hot postkantoor te zullen brengen,
A.Dan kreeg de Sint het heel gauw" zei
moeder.
Op den avond van 5 December, toen het
[Sink vroor, zat Greet op haar zolder
kamertje. Ze was heel dien dag thuis ge
weest, want zc had nog maar weinig werk
huizen Zo werd te oud voor het zware
erk en met haar door rheumatiek-go-
kromde vingers, ging het werken niet,vlug
eer. K,oud, bar- oud was het dien avond
op Greets kamertje, en koud was ook het
'P( mchel je Reeds was het vier dagen ge
ien, sinds daarin het laatste kolengruis
was verstookt. Met de'handen onder haar,
wollen omslagdoek, zat de vrouw) als ir
gedachte, te staren naar een klein petro
leumstel, waarop een keteltje stond.'
J,Veel warmte geeft dit ook-niet" mom
pelde zij. „Maar 't is toch beter dan niets.
Ja, 'tis eigenlijk dom van met, hier te zit
ten kleumen, 'k Ga maar vlug naar bed
Moeizaam kwam ze uit den ouden, rieten
leunstoel. Mot de gedachte, zich vlug uit
te kleeden, begon ze haar schort los te
maken. Doch terwijl zfj daarmee bezig was,
schrikte zij op door een luid kloppen op
de deur van het kamertja
„Wie is daar", Tiep ze met angstig beven
de stem.
„,Ik" riep een eenigszins zeurige, kra
kende s- ten: ,;ik ben het, juffrouw Struik",
A0, bent t: het, juffrouw 1 vroon?" vroeg
Greet, terwijl ze opstond en be deur op
een kier opende. „Ik wilde juist naar bed
gaan
j,Maar. mijn lieve mensch", viel weer de
zeurstem in,,, ,,wil je nu ai tiaar bed gaan?
'tls nog geen half acht. En dat nog wel
op Sinterklaas-avond?"
Greet wilde juist zeggen: „Voor mij
toch niettoen juffrouw Kroon de
deur wat vorder open duwende en voor haar
stand met een groot pak in haar rechter
arm en een brief in haar linkerhand'. „En
kijk dan toch eens, mijn lieve mensch, wat
Sinterklaas - nog wol voor je heeft go-
bracht!" ging ze, >nu wat minder zeurig,
voort, het pak voor de verbaasde Greet op
de tafel neerleggende. „En deze brief lag
er bovenop, torn ik het pak voor de
straatdeur vond'
Greet was er stil van. Ze wist niet, wat
te d'oen met het vrij groote pak. Ze durfde
Let zelfs nog niet te openen.
„*t Kan best een vergissing zijn, juffrouw
Kroon", sprak ze tot de nieuwsgierig het
pak betastende vrouw.
„Maar, lieve mensch, lees dan toch eerst,
wat er in dien brief slaat", sprak deze.
Met bevende handen opende toen Groet
de enveloppe en nadat zij liet briefje had
gelezen, riep zo bijna juichend uit:
„Ja, ja, u hebt gelijk, juffrouw Kroon!
Eet pak is mij werkelijk door Sinterklaas
toegezonden! De goede Sint bracht het in
een van mijn werkhuizenEij mevrouw
Ravenborg bracht bij het en die zond het
toen dadelijk naar hier! En maakt u het nu
alsjeblieft even voor me open, juffrouw
Kroon, want met mijn stijve, koude vin
gers krijg ik dat touw niet los
„Ja, 't lijkt hier wel een ijs-kelder", sprak
juffrouw Kroon, terwijl zo een mes greep
en daarmee het touw doorsneed. „O, en ik
ruik al iets tijins! Iets, dat ais taart ruikt!
Maakt u het nu maar verder open, juf
frouw Struik
Als een kind1, dat verheugd is, pakte
toen Greet de stevige kartonnen doos uit,
waarin ze vand: een bus cacao, oen zak
gemalen koffie, een zak suiker, een specu
laaspop en oen G van banket! En onder dit
alles lag nog oen briefje, waarin Groet las,
dat Jansen, de kolenhandclaar, den volgen
den dag eem mud kolen zou brengen.
„En mu zult u toch niet meer zeggen, dat
Sinterklaas niet aan u denkt", sprak juf
frouw Kroon, toen Greet een poosje later
bij haar in de warme kamer zat en zij
bedden zaten te smullen van het lekkers.
„Neen, d'at zal ik zeker met moer", be-
loiefde Greet. „En ik wilde nog wel naar
bed gaan! Wat is die Sinterklaas toch een
beste man, hè?"
Dat is hij", stemde juffrouw Kroon toe.
lit zei Greet ook tot don knecht van den
kdemhaindelaar, toen deze haai-" den vol
genden morgen do kolen hracht. Zo was
toen zoo blij, dat zij hem een stuk van de
speculaas-pop gaf.
Maar er wachtte de arme werkvrouw
nog een verrassing! Die kwam op d'en dag,
dat zij weer moest helpen in liet groote
huis van mevrouw Ravenherg. Daar bracht
kleine Miep haar toen een pakje, waarin
Groet een paar warme, vilten pantoffels
vond'.
„Die moet je aantrekken, als je met
koude voeten thuis komt, Greet", zei het
aardige, kleine meisje. „Dan komt er geen
„rirnmetiek" in je voeten, zegt moeder".
„Ach, ach, en heb je dat allemaal in
dien brief aam Sinterklaas gevraagd?"
vroeg de vrouw viol verbazing.
Miep knikte en sprak.bijna fluisterend:
„Moeder schreef voor mij deaa brief, omdat
ik nog iniet kan schrijven, weet je? Maax ik
geloof stellig, dat moeder niet zoo schreef,
als ik het heb gevraagd. Want ik zei, dat
Sinterklaas mijgeen eetserviesje en geen
sprookjes-boek behoefde te brengen, maar
wel kolom voor je kacheltje, Greet. Ba
nu kreeg ik toch het serviesje en bet
sprookjesboek en nog héél veel meer. Koe
kan dal ,nu toch, Greet? Begrijp jij dit
nu?"
4 „Ja, mijn lief hartje", sprak dö vrouw.
„Ja, Greet is maar een arme, domme
vrouw, die op school heel weinig heeft
kunnen loeren. Maar toch begrijpt ae, dat
die goede Sinterklaas altijd allen beloont,
die goed' zijn en lief voor hen, die arm of
ongelukkig, of eenzaam zijn zooals ik
Daarom zal je moeder wèl het briefje heb
ben geschreven, zooals jij het wilde. Maar
't was Sinterklaas, die het anders wilde.
Hij. de goede Sint, die zoo-veel van brave
kinderen houdt, wilde een lief, klein meis
je beloomein, omdat zij olies vroeg voor
een arme, eenzame werkvrouw, on niets
voor haar zelf verlangde. Jij, Kef hartje,
hebt oude Greet een heerlijk St. Nieolaas-
feest bezorgd1!" TANTE JOH'.