Rome! ische Brieven. I Iets over het fntwrisme in Italië. Voor wie jaren m Rome vertoeft, Leeft niet alleen de geschiedenis der oudheid en die der middeleeuwen, die zich liier afspeelde groots beteeken is; hij leeft niet slechts de moderne revolutionaire bewe ging onzer dagen mee, maar het zoo ge wichtige tijdperk der Renaissance heeft zijn belangstellingdie tweede helft van de 15de en de 16de eeuw, waarin nieuwe werelden ontdekt werden en een hoogst verfijnd geslacht liefde en schoonheid, gratie en beminnelijkheid' als hoogste goed prees tem. verheerlijkte. Een voortreffelijk edelman, een der meest geziene ridders aan het hof van Urbino en later toen hij als gezant in Ma drid vertoefde een gunsteling van keizer Karei V, Baldassare Gastiglione, wiens no bel uiterlijk wij door biet portret van Ra fael kennen, schreef in de eerste jaren van de 16e eeuw een reeks dialogen, waar in hij op voorname wijze een geest uit beeldde, die gedurende zijn verblijf aan het hof van den hertog vain Montefeutrd heerschte, waar edele vrouwen, geleerden, ridders en kunstenaars samen kwamen en een milieu vormden, zóó voornaam van gehalte en rijk in verscheidenheid als een goudstralend geciseleerd éÜeishïéodwerk van Benvenuto Cellini. Wie de levensopvatting van de elegante wereld en den meest hoogstaamden mensch uit het tijdperk der Renaissance in Italië wil leeren kennen, behoeft maar het „Boek! van den Hoveling" ter hand te nemen, dat door de geleerde hoeren Iloeksma en Zijderveld in zoo aangemamen vorm in hot Nederlandsch is overgebracht Dit boek is een boeiende lectuur voor ieder, die zich voor dit tijdperk interesseert, njet al leen uit een historisch oogpunt, maar vootr allen die Italië bezoeken om er van kunst te genieten, want de werken der groote Renaissancisten, het karakter van dezen tijd en het levensideaal dat er in is neer gelegd', kan slechts begrijpen wie zich ver eenzelvigt met den tijd en bet milieu waar in deze scheppingen ontstonden. Daarvoor is Castiglione's „Hoveling" een prachtige wegwijzer. De schrijver is niet eenzijdig ïn zijn be schouwingen. Hij stelt niet alleen de man nen in een belachelijk daglicht, die even als de vrouwen zich mooier en aantrek kelijker denken te maken door zich een deel van de wenkbrauwen uit te trekken (tout comme chez nous?) of die zich niet i'n hun optreden in al hun eenvoud' geven zooals ze zijp, maar een pose aan nemen en een gewild' „laisser aller" dat hun heel slecht staat en waarvan hij grappige staaltjes vertelt waardoor we de illusie krijgen, dat deze 16e eeuwer over de voorname wereld' van heden spreekt. Maar hij laat de gasten, die hij de her togin vain Urbino 's avonds komen, dis cussieeren over cultureele verschijnselen, die meer aan verandering onderhevig zijn dan de aangeboren fatterigheid en be haagzucht die averal en ten allen tijde een ziekere categorie van mannen en vrouwen ei gein is. Zoo wisselt h'et illustre gezelschap van gedachten over de geleidelijke verander- ring, die iin de Italiaanscbe taal gecon stateerd' kan woirdeinover de slechte gja- woonte om deze te ontsieren door uit- heemsche woorden, Spaanscho en Frajn- sche, waarmede een edelman zijn ver halen doorspekt om te laten zien, dat 1 een bereisd mensch is, terwijl een andere spreker er den 'nadruk op legt dat, sinds de barbaren Noord-I talie overstroomden, de zuivere Toskaanscbe taal veel vali' haar oorspronkelijk karakter verloor ea deze Renaissancisten zeggen, bij monde van Oastigliane, dat alle monsckeiijke dingen aan verandering onderhevig zijn en de taal een gestage verwording onder gaat la de taal, de woordkunst zelve niet minder dan mdere kunsten en wie zich s ochtends vermaakt heeft met „De Hoveling" en hier 's middags een bezoek gaat brengen op de Futuristische tentoon stelling vindt daar een duizendtal schil derijen vervaardigd door een generatie, die niet meer onze mooie aarde het bestudoe- ren waard vindt, maar uit een vliegtuig, liefst van een hoogte van minstens 2000 meter, de wereld wil bekijken. Er aoet bier een Vlieg-schilderkunst en een Vlieg- poezie geboren worden. liet blad dat aan de hyper-moderne dichtkunst gewijd is heet Aero-poesia; dat waarin de nieuwst schil derkunst verheerlijkt wordt: Aero-Pittura; wel mocht dus Castiglione vier eenwen ge leden zeggen, dat alle kul turende verschijn selen aan eeuwigdurende verandering on derhevig zijn-, en zelfs sl kwam in het genial brein van zijn tijdgenoot Leonardo d a gedachte op, dat het mogelijk moest zrjn een vliegmachine te maken, had hij met durven voorspellen, dat portretten van den door hem zoo vereerden Rafaël door den volbloed futurist als onbelangrijke antiqi- teiten in den hoek zouden worden ge schoven. Ie het manifest dezer „Luchtposten" wordt o.a. verkondigd': „De Lucht-Poëzie vindt in de radio haar immaterieel natuurlijk voertuig, maar wij zullen adjectieven, zelfstandige naamwoor den, werkwoorden en woordsamenstellin gen zoodanig isoleeren, dat zij de synthese geven van het vageboaderige en de noma disch o psychologie (sic) van wolken, nevels schaduwen er. bergtoppen. Als deze lucht- ppëzio op papier gefixeerd wordt, zal zij even onstoffelijk zijn als het voor de radio gesproken woord; de materie van het pa pier verliest haar zwaarte; deze zuivere nmnaterieele synthese, do bladzijden, zul len als luchtige zwervers door de atmosfeer zwevenEn verder: „Vrije woorden zullen door hun pyramidal en vorm of veel- vlakkigen houw tot even zoo veel blikken, stralen en gedachten worden". Wij bekennen zeer achterlijk te ziijln wan neer we zeggen, dat we ons van do ze poë zie nog geen denkbeeld kunnen vormen, maar wij weten, dat in den loop der tijden de dichtkunst oneindig vtjjere vormen aan nam; waar zijn de jamben, d< anaipestcin en zelfs de sonnetten gebleven? Naarmate men zich sneller over de aarde bewoog, ver anderde de dichtkunst van voran, werd al bewegelijker, soms louter muziek of oogor lust. n Leeldhouw- en schilderkunst werd! het impressionisme gebaren. Zeker niet toevallig was het een Italiaan, Medaxdo Rosso, die door cem Framsch schrijver de „sculptour de lal lumière" genoemd' werd', die alleen tegen stelling van licht en schaduw, maar geeiï lijn, geen omtrok accepteerde. Zijln werk, dat niet begrepen werd', was reeds n. zekeren zin futuristisch, hij gaf dtetn blik zonder den plastischen bouw van het oog. Nooit zouden de Grieken voor moge lijk hebben gehouden, dat door een beeld houwer alleen door tegenstelling van icKfi en schaduw zooveel pulseorend leven ges oreëerd' zou worden. Wij moeten het axioma vasthouden, dat allo uitingen van kunst veranderen met het ons omringende leven. E'PHiA FLES. (Wordt vervolgd!). Baldassare Castiglione. Bet Eloek vant don Boveling. Uitgave Wi. J. Thieme en Cle Zutphon. Sint Nicolaas„Maarkindertjes, waarom huilen jullie zoo?" „Wje huilen niet. JVp zingeni „Zie de ma,ajn. schijnt d'oior do hoornen," «-(<i H-V 1 >*4 w 4 -t-K A,'<- r"2 - V'-*1- j Mi-* 'I

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1933 | | pagina 14