Zeg', wat hoor ik op liet dak?
Is Jt misschien een doire" tak.
Die beweegt met zacht geraas?
.01is het Sint Nicolaas?
'k Iioor,;, dat het om lekkers' waagt
En z'n zusje aldoor plaagt.
Dan zegt Sint: Onthoudt het, Pielt
Stoute kind'ren, geef ik niet.
l.uiil roept Pieter: Uoe-oe-oc.
En hij sclnidt eens met zijn roe,
Wacht maar, haasje), pas maar op,'
Dat 'k je niet den zak1 in slop.
Doch'Sint Nicolnas zegt blij:
Er zijn weinig sloutors- bij.
Piot, onthoudt het nu maar goed|,
WVie of je wat brengen moot.
En ook Pieter lacht voldaan
Ja, het is weer goed gegaan. v
Alle kind'ren groot en klein
Zullen vast tevreden zijn,
En dan gaat het weer heel za'dht.
Verder in den donk'ren nacht:
Sinterklaas, die blijdschap brengt),
En den kind'ren vreugde schenkt.
R. FRANKFORT—WERKENDAM.
Ja, ik hoor. den stap van 't paard
En het Icopt zoo heel bedaard.
Soms, als Sinterklaas hot wil;.
Houdt het paardje even stil.
Dan inoet'Pieterbaas misschien
Even in een schoorsteen zien,
Of eens luist'ren liier en daar,
.Wie was er heel Iiof van 'tjaar?.
Somtijds hoort hij leuk gezang,
Neen,,, dat kindje is niet bang.
Dan zegt Sinterklaas tevrco:
Piet, gooi daar wat naar b'enee.
En als ze weer verder gaan
En weer even stille staan.
Dan zegt Pieter: Beste Sint,
Hier woont vast een héél stout kind,
(Nadruk verboden).