1
KI N DER-BLAD
Ie Kabouter lai-lmp
Schledamsche Courant,
mmim wit
m
1
SCH EDAMSCHE COURANT H*
TWEEDE BLAD
ZATERDAG 17 MAART 1934, No. 20594.
Mijmeringen.
Lente.
■Over enkele dagen zal, volgons den. ka
lender, d'e lento weer aanbreken. Do dag,
die do wetenschap daarvoor vaststelde is
de 21e Maart: de voorjaars-nach tovcn.ing
Dan zijn de dag en do nacht even lang,
dan is overal op aarde hot licht en liet!
duister gemakkelijk verdeeld.
Do lento des levens vertoont ook iets
valn zulk een evening: lichaam en goest
van den monsch zijn d'ain zoo min of meer
uitgegroeid en het kind begint monsch te
worden, liet is nog niot tot vollen was
dom en geestelijke rijpte gekomen, waufc
daartoe is pais do zomer des lovens voor
bestemd. Maar toch is hel niet meer zoo
onbewust en onvolwassen, ook niet moer
onverantwoorde! ij k.
De lente in de natuur is het overgangs
tijdperk tusschen den dootlscken winter en
den vollen zomer; de lente des leVens is
hot stadium tusschen de kindsheid en do
volgroeidheid!
Er is in do natuur geen schooner, liefe
lijker en veelzeggender gezicht dan het
tolfeenjaro terugkoerende uitbotten van
hoornen en struiken. Dan zien wij de "ver
borgen krachten der natuur aau den dag
treden, dan zien wij1 het teero maar levens
krachtige en levmwil'.ende beginsel de vei
lige beschutting verlaten en zich driest
in do vrijheid der ongewisheid agon
met de kans op voorspoedige ontplooiing
zoo de lucht zwoel blijft, de regen mild
en maJscli, de levenbrengende zomliestralcla
koesterend en voldoende zullen zijn. Maar
ook: met de kans op vernietiging door har
den ïagalslag, op afsterven door verra
derlijke nachtvorsten, op Verbranden door
zengende zonnestralen in te lala'ge droog
te, op fgerukt en weggevoerd worden
door felle stormvlagen
En toch zal niets den drang naar het
zonlicht van de jonge blaadjes kanlncin
tegenhouden. Toch komen de wasdom en
de rijipheidisoms meer, soms minder,
maar: steevast.
Hetzelfde geldt voor den monsch in zijn
lenfetijd perk.
De krachten des levenden en streveinden
geestes springen ook daar onweerstaanbaar
en onbedwingbaar uit de omhullende vei-
Het meisje„Het spijt me zoo, lieveling, maar vader
wil zijn toestemming niet geven,-voor je hebt laten zien,
dat je ruggegraat hebt."
De jongeling„Maar zou hij niet met een medisch
attest genoegen willen nemen (London Opinion).
8
De ourgemeester„Nu, Pieterse, ais in nu mijn toe
spraak en jouw onthulling nog een paar keer repeteer,
geloof ik wel. dat lk voor de plechtigheid morgen ge
reed zal zijn." (Humorist).
BEJITEWLi kNBt.
I troa J
„uoeie hemel, Hendrik,
straat gezien?"
„Ehnee liefste, niet dikwijls.
heb Je ooit wel eens zoo'n
(Humorist).
Kellner, tot zichzelf„Ik hoop maar, aai ze „ja"
zegt voor hij de nota betaalthet scheelt altijd zooveel
ln de fooi." (Happy Mag.)
voor wie het trof echter niet gereeder
aanvaardbaar.
Maar: do lento breekt zich baan on da
zomer zal er weer op volgen.
SENECA Jr.
SPORT.
lighoid naar buiten: de mensch waagt zich
in do onbekende vrijheid.
Sommigen, kasplantjes, groeien voor
spoedig maar innerlijk krachteloos.
Sommigen r-ieton het afleggen... droe
vig voor wie 't betreft, maar onvermijde
lijk.
Sommigen zullen door den feilen storm
wind' der hartstocht, door de zengende
zonnestralen der zonde, door de ijzige
nachtvorsten van de maatschappelijke lief
deloosheid, door den slriemendcn hagel
slag der vijandschap en baatzucht, ten-
onder gaanhet kam niet anders in een
levende-mensclien samenleving.
Maar: de zomer komt, de volden zijn
bedekt met golvend graan, in do bongerds
hangt het glanzend fruit, eik, beuk en
linde staan in groolsche bladertooi en de
natuur heeft wederom overwonnen, zoo
als zij steeds in eeuwenlange beriming
overwonnen heeft en zal overwinnen.
Zoo zal ook voor den mensch op de
lente de zomer volgen.
Dat een ieder daarbij mag hopen, dat
niet hij, zijn zoom of zijn dochter tot de
afgestorven bladeren zal belmoren, is ook
natuurlijk.
Dat bet monschonplicht is om naar
monschenmacht do storende invloeden op
don voorspoodlgon groei te bestrijden en
weg te nomen, spreekt evenzeer vanzelf.
Dat de zekerheid1 van de overwinning-in-
het-algemecn den gevallen enkeling of zijtn
verwanten slechts tot bijster schralen troost
zal vermogen strekken, is tenslotte duide
lijk en verklaarbaar.
Do onvermijdelijkheid van een ongeluk
maakt het voor den buitenstaander wel, digden we aan.
VoclbaL
De kampioenscompetitïe.
Begint met AjaxHeracles.
Alhoewel alle vijf kampioensclul s nog
niet bekend zijn, vragen we ons nu reeds
af, wie er toch kampioen van Ne Ierland
zal narden.
Ajax, die <lub, die reeds viermaal in
ons land beeft gezogev icrd, moei Zondag
Uitkomen legen Heracles, de Abnelosdie
club, die nu Moor de tweede maal in de
kampioenscomjvetitic uitkomt en den eer
sten keer 111 1927 zed- het landskainpioen-
scbatp behaalde.
liet is natuurlijk mogelijk dal Willem II,
K. F. C. of Vela;:das nog Moor verrassingen
zorgen, ener het algemeen zijn Ajax on He
racles sterk favoriet.
Beirljo ploegen zijn op het oogenbhk n
uitstekende coulitio en bet zou ons niet
veiw'onderen, als morgen in Amsterdam
een wedstrijd gespeeld wordt, die uil zal
blinken door spanning.
Misschien valt in het Zuiden morgen de
beslissing. Indien een overwinning van Wil
lem II op B. V. V. en oen nederlaag of
gelijk spel van L. 0. N. Cr. A.Eindhoven
samen ziauden vallen, dan. is het pleit Ire-
slecht in hot voordeel van Willem II.
N. 0 A. D. zal in haar tlnriswedstiijden
tegen N. A. C. en Middelburg de dcf.mtiovo
beslissing welke wel niot voor Paschcn
zal vallen van het degradatie vraagstuk1
moeten brengen.
In liet Noorden wordt sleehls één wed
strijd gespeeld, n.l. LeeuwardenAloides,
welke echter van alle belang ontbloot is.
In Hilversum zal 'tGooi baar plaats in
de eerste klasse moeten verdedigen tegen
D. W! S., de populaire club van Amster
dam-West.
De Beker-wedstrijden.
Dit seizoen worden do beker-u cdstrijdon
die vorige jaren wegens competitiebezwa-
ren met gespeeld konden worden, in oero
hersteld.
Helaas is het niet doenlijk alle komende
wedstrijden uitvoerig te bespreken.
Een groot aantal eerste klassers komt in
liet veld om zich zoowol met elkaar, als
met tweede, derde- en vierde klussers te
meten.
R. C. H.—Haarlem, II. B. S.—D. 11 Cj,
TubantiaEnschedé en G. V. A. V.Frisia
zijn ontmoetingen van eerste klassers. Aio
maria—K. F. C., Sparta—Di Spartaan, V.
D, L.—Ilermes-D. V. SDe IIoMandiaan—
A. D. O. zijn gemixod.
De wedstrijd S. V. Y.Stormvogelskom
vindt men z op tmos or m de laan,
Je ziet hot met één oogopslag;
Familie zijn zo van elkaar.
Noem nu het drietal dus maar op
En 't raadseltje is stellig klaar.
YOOR KLEINEREN.
1, Verborgen jongens- en meisjesnamen.
De kale oever van het meer was geheel
•verlaten.
De torenhaan waait met nllc winden mee.
Fader zal oosters te duur vinden.
'Moeder fietst veel liever dan dat zij wandelt.
2. Schrijf in deze 9 vakjes
4A ID IK IR 2T
maar doe hot zóó, dat je van links naar
rechts en van boven naar beneden leest:
le rij een knaagdier.
2e rij een meisjesnaam.
3e rij een deel van een boom of lant.
3. Welke Kerstboomkaarsjes branden langer:
do witte of do roode?
4. Wie roert zijn staart?
Dat is maand
door
Ei. DE LILLE IIOGERWAARD.
De kleuters spelen schooltje
En juffrouw Dora lacht,
Ze hoeft een aardig klasje,
Zoo van een jaar of acht.
Mariotje, vraagt do juffiouw,
Zog eens: waar ligt Breda?
•Het antwoord luidt: lk weet 'tniet,
Vóór k er zelf heen ga.
Jan Albert mag vlug 'zoggen,
Waar Stihoveningen ligt,
Bedenk j'cens gded. Je vcet het,
Ik zie 'taan je gezicht.
Margootje, noem de plaatsen,
Die liggen aan den Rijn
Juffrouw, 't zullen dezelfde i
Die 'r gister lagen, Zjjo.
En Jan, w eet jij het Jaartal,
Tooi Leiden werd ontzet;?,
Ik kan 't mij riet herirrn'ren,
"kLag stellig al in bed!
(Nadruk verboden).
VAN DE
No 1
Het was een koude, guie middag in Februari.
De wind gierde door liet bosch en zwiepte do kale
takken heen en weer, zoo lat zo telkens met een
dioefgccslig geluid oier elkaar schuurden; de re
gen viel in stroomen neer. Geen enkel metrisch dus,
die er aan gedacht zon hebben om met zulk weer
een wandeling door liet bosch to gam maken en
toch was liet er juist nu zoo coht warm en
gezellig. De menschen konden bet alleen maar
niot zien, omdat ze niet verder keken dan de
boomen en het mos, maar onder hot mos daar
hadden zo eens een kijkje moeten namen. Daar
woonden do kabouters in kleine, knusse lvuDjesj
die bijna allemaal verlicht waren.
Deeglap, de bakken, stond tevreden zijn deeg
to kneden, terwijl hij een vroolijk deunljo floot.
Do kleine oven zorgde voor oen behagelijket warm-
to en een keteltje water stond gono glijk te zin
gen. Btij Knipschaar do kleermaker, was het al
even gezellig Do theepot stond gevuld op het t
lichtjo en terwijl do kabouter ijverig zal te naicn
en to knippen, luisterde hij vergenoegd naar de
muziek van hot Icabouterorkest. Ja, ja( Knipschnar
was mot zijn tijd meegegaan en sinds een paar
maanden was hij aangrsloton bij den kabouter-
radio omroep. Do kabbouters hielden erg veel van
muziek on sinds Puntneus, do kabouterkoning!
toestemming had gegeven tot liet oprichten van
een «nroepivereeniging, stond er in bijna elk
huisje een kleine luidspreker. De faoschbcwonetrs
waicn dolblij met deze nieuwigheid, het gaf hun
wat afleiding gedurende do lange winteravonden,
aljs zo niet door het bosch konden dwalen. Het
programma was altijd uitstekend verzorgd! Zo had
den hun eigen kabouter-koor en -orkest en zij, die
het best temden voordragen, moebten om de beuri
in dte fcleinie studio een verhaal voorlezen, dat
zei n één van do piude kabouterboeken hadden go-
vonden. Kni'pscliaar gaf eens in do week per radio
Onderricht in het knippen en naaien van kabouler-
costuums en Deeglap verzorgde een cursus„Hoe
krijg ik bruine en knappende broodjes?"
Alle kabouters waren druk aan 'twork. Lang
haard, do kapper, was bezig op de maat van de
muziek den vloer van zijn huisje met een stof-
zuigertjo schoon te zuigen en zijn buurman kookte
een soepje van berkenloof. Overal zag je licht en
alle kabouters waren in de weer; alleen het huisje
van Praatgraag, den Omroeper, was donker. Die
had het ook zoo druk, dat hij tegenwoordig bijna
nooit meer thuis was; den boelen dag en bijna
iedcren aiiond bovendien was hij in de kabouter-
studio. Dadelijk, toen er sprake was gewees van
een asten omroeper, had de koning aan Praat
graag gedacht; nu kon hij don heelen dag door zijn
stem laten liooren en geloof maar, dat de kat-
bouter dat prettig vond.
Maar sinds enkele dagen was Praatgraag in
diep gepeins verzonken. Up 1 Maart was Koning
Puntneus jarig en omstreeks half Februari had
hij den omroeper ontboden en hem verteld, dat
do elfenkoningin uit het naburige bosch, die anders
alleen in den zomer buiten kwam, hom ditmaal
dp zijn verjaardag een bezoek zon komen brengen.
Natuurlijk was zo ook erg nieuwsgierig naar de
radio en de koning rekende op een buitengewoon,
mooi programma. Praatgraag had hom verzekerd,
dat bij zijn uiterste best zou doen en dezen mor-
DER
rvAns
1
1
chool tje
Spelen
BIJVOEGSEL VAN DE SCH1EDAMSCHE COURANT VAN 17 Maart 1934
.WAS DE OMROEPER IN LACHEN UITGEBARSTEN