EERST In de Nieuwe Kerk. BLIO. Rede prof. dr. H. Th. Obbink. In de oude Prïnsenstad. Waldeck, broeder van Koningin Emma. Langs deze koets, zoomede langs verschil lende andere dezer rijtuigen, gingen ter weerszijden homagers en lakeien. In deze volgrijtuigen waren o. a. gezeten do Zweed- sche Prins Eugen, Prins Karei van België, Prins Felix van Luxemburg en dc verdere, reeds vroeger vermelde vorstelijke familie leden. Verder bevonden zich in den stoet eeni- ge hoege hofdignitarissen van II. VI. de Koningin, zoomede de minister-president van Luxemburg, do heer Beeti, als verto- genwoouhger der regeering van zijn land. en voorts onderscheidene hooawaardig- heidsbekteeders, adjudanten van de lniiten- landschc vorstelijke personen, benevens dc aan hen toegevoegde Nedcriandsehe ofti- -cieren. De stoet trok langzaam verder De kop was reeds uit het gezicht verdwenen. Toen kwamen de officianten en personeel van 11. M. de Koningin, dio tijdens het Re gentschap van Koningin Emma do thans ontslapen Vorstin gediend hebben, allen bejaarde menselien, die hun ontroering nau welijks meester zijn bij dezen zwaren gang. De bloemen en kransen, welke in de laatste dagen in zoo overstelpenden getale bij de baar van de Koningin-Moeder wa ren neergelegd, «H"n in bloemenwagens geladen en rfldus volgden ook deze laat ste bewijzen van trouw en aanhankelijkheid uit alle kringen van Haar volk, Koningin Emma. De klaagtonen, van do treurmu ziek, ten gehoore gebracht door de Konink lijke Militaire Kapel, zijn zoo goed als weggestorven; slechts heel flauw hoorde men nog de klanken uit de verte, toen de rouwwngen zich in beweging zette, Maar reeds klinken weer andere tonen, nu van het muziekkorps van het Vde regiment. Het is het Waldecksche volkslied. Het was elf uur, toen de rouwwagen met zijn dierbaren last zich in beweging zette. En op dit moment rolde vanuit do verte liet gerommel aan van het eerste minnut- schot, door een artillerie-batterij afgege ven. Zoowel in Den Haag als ie Delft stonden do vuurmonden opgesteld', welke hun zware klanken door do lucht deden galmen, den ganschen tijd door tot aan het einde der plechtigheid in de oude Prinsen- stad. Het tweede gedeelte van het mililnir es corte volgde. Voorafgegaan door een hoofdofficier, marcheerde een bata'jon ma rinetroepen met vaandel, tamboers en pij pers, gevolgd door een muziekkorps, daar achter een bataljon infanterie met drie batterijen veldartillerie, terwijl een deta chement der Koninklijke Marechaussee den stoet sloot. Het langzame vertrek van den plecht- etaügen, in alle vorstelijkheid toc.li zoo soberen rouwstoet was een treffend mo ment, dat niemand onberoerd kon laten. Voor de duizenden, die het bijwoonden, was het een oogenblik, dat onvergetelijk zal zijn en een waardevolle herinnering zal vormen voor hun verdere leven. Zoo ving de lange tocht naar Delft aan. Bij het passeeren van den stoet werd' overal langs den bijna tien kilometer langea weg de menigte zichtbaar aange grepen door dat onbeschrijfelijke innerlijke gevoel, dat in veler oog een traan deed opwellen. Zoo ging het den gebeden weg naar het oude Delft, waar in de histo rische grafkelder der Oranje's de bijzet ting van het zielloos hulsel vanmiddag heeft plaats gehad. Langs den weg. Wellicht nooit te voren zag Den Haag een menschenmentgte op hare straten als heden. Er was geen plaatsje op de daken, 'voor de vensters van de huizen, op du balcons, op de stoepen en bordessen on bezet. Op de trottoirs stonden de men sehen. samengepakt te wachten om zelfs maar een glimp van dm Koninklijken rouw stoet te kunnen zien. Qverai waar er slechts op ©enigerlei wijze gelegenheid'voor was, had men tribunes Gebouwd' om be langstellenden gelegenheid te geven het schouwspel gade te slaan. Door sommigen wordt een deel van het geld voor do plaatsen, beschikbaar gesteld voor het Koningin Emmafonds voor Ouden van Dagen, zoomede van het Nationaal Orisis-comLté. Echter lnng over het geheel een plech tig zwijgen. Onder dood scire stiite trok de stoet door de stad. Op verschillende pun oen waren depulaties van vereeaigingm en organisaties opgesteld. Ook voo: de leden der Staten-Generaal waren plaatsen aangewezen, vanwaar zij het voorbijtrek ken van den stoet konden gadeslaan. De leden der volksvertegenwoordiging zaten in Departement van Financiën, in het bureau van dm Oeneralen Staf en in de Rijks gebouwen aan den Hofweg. De lïaagsche gemeenteraad liad' plaats genomen in bet gebouw van hel gemeentearchief aan liet Rij-swijkse1' jptein. Zeer groole deputaties varen er van de Burgerwacht en van den Vrijwillig en Landstorm en van tailooze an dere verceinzingen, met hun omfloerste Vaandels. Op het Lange Voorbout stonden de re serve-officieren opgesteld en bewezen als miJitair-ecrefiont de laatste eer aan liet stoffelijk oveivrh-ot van If.M. de Koningin- Moeder. Op een andere plaats standen de beroepsofficieren en weer elders de onder officieren, in groGjen getale deelnemende aan dit eerbetoon. Langs Kneuterdijk, Hofweg, Spui cnPJet- torijkade werd naar het R ijsvijkscheplein gereden. Op de Pielterijkade werd een oogenblik balt gehouden om aan de slip pend rage rs en de kamerheeren, die <ot hier toe te voel den to-cht nadien medege maakt, gelegenheid te geven in de voor lien bestemde hofrijtuigeu plaats te nemen. Ook de bejaarde officianten en leden van bet personeel, die bezwaarlijk don lamren weg naar Delft koudon afleggen, namen in rijtuigen plaats. Weer venier ging do stoet iangs den Rijswijkschevveg in do rich ting van Rijswijk. Een schels te geven van de massale be langstelling zou eentonig worden; overal was hetzelfde beeld: ecu eerbiedige men» schenmenigle, welke zwijgend het voorbij trekken van den stoet gadesloeg, terwijl vaandels negen en alle hoofden ontbloot werden. Te Rijswijk. De rouwstoet verliet het üaagsclie terri toir en was op .Rijsvijksdi grondgebied aan gekomen. Voor bet Raadhuis stonden daar burgemeester en wethouders mot den raad opgesteld om een laatste» groet te brengen. Het zal ongeveer één uur geweest zijn, toen de stoet de Hoornbrug bereikte en vervolgens over den nieuwen Rijksweg naar Delft voortschreed. Tot aan de Hoornbrug speelde de mu ziekkorpsen treurmuziek van Ohopin, Beet hoven, Schubert, Bouwman en au deren. Op den nieuwen Rijksweg zwegen de mu ziekkorpsen. Slechts de tamboers on pij pers deden zich hier hooien. De Koningin en Prinses voigen den stoet. Zij, die do overleden Vorstinne het naast stemden, waren in het paleis aan het Lange Voorhout achter gebleven. De Koritogin en de Prinses met' de vrouwelijke verwan ten van wijlen If.M. do Koningin-Moeder vergezelden Haar niet op den laatslen tocht Zij hebben ach afzonderlijk naar Delft be geven om daar den stoet in do kerk op te wachten. Zoodra het laatste gedeelte van den rouwstoet de Hoornbrug was gepas seerd', weid' dit aan het paleis gemeld en reed een aantal gesloten hof auto's voor, waarin H.M. de Koningin met de Prinses en de overige dames uit Haar gezelschap plaats namen. Langs den afgezetten weg werd naar de Hoornbrug gereden. Toen werd de oude weg naar Delft genomen, waar men gerui- men tijd, voordat de stoet in zicht was, arriveerde. Bij de grens der gemeente Delft stond de burgemcesler om H.M. do Ko ningin op te waditen om naar de kerk te begeleiden. In de consistorie van 't kerk gebouw v achtte ILM. de Koningin daarop de aankomst van den stoet af. De aankomst te Delft. Langs den nieuwen Rijksweg ging de stoet verder naar Delft- Ook daar brand den langs den weg do lantaarns, welke inet rouw omfloerst waren. Op de markt waren geen deputaties en geen vaandels toegelaten. Op dezo histo rische plek stond de 1 wolking zonder on derscheid van rang o. stand dicht opeen gepakt de aankomst van den Koninklijken stoet af te wachten. Langs den weg ston den nog opgesteld deputaties van de Tech nische iloogeschool en van de corpora der studenten van onze universiteiten, alsmede vertegenwoordigers van de kamers van koophandel uit geheel Nederland. Bij het bereiken van de kom der ge meente Delft, bij het Kalverbosch, hadden de slippcndragers en kamerheeren hun rij tuigen weer verlaten en zich ter weers zijden van den rouwwagen opgesteld. Op do markt voor de keek stonden de mariniers mot de marinekapei, ondter lei ding van den kapelmeester Leistikow. De Koninklijke Militaire Kapel speelde bij het oprijden van hot plein en zwenkte toen uit desa sioet ter hoogte van het standbeeld van Hugo do Groot. Zachte treurmuziek bleef klinken, terwijl de markt zich meer en meer vulde met militairen te paard en te voet, hofrijtui- gen, totdat eindelijk de rouwwagen tot hel Kerkplein genaderd was. Toen zweeg alle muziek. 'Onder treffende stille reed de wagen voort, tot op korten afstand van de Nieu we Kerk. Toen zette de marinekapei het Wilhel mus op de oude toonzetting in en onder deze plechtige lonen werd de kist door do kamerheeren in de kerk gedragen. Hier wachtte H.M, do Koningin, Prinses .Tuliana en de overige vorstinnen. Moeder ontving. liet stoffelijk overschot werd van den 10uw wagen afgenomen en door twaalf daar toe aangewezen leden van het personeel van II. M. de Koningin-Moeder gedragen naar de daarvoor bestemde plaats mid- •den in liet koor der kerk. Het stoffelijk overschot werd daarbij vooraf gegaan door den waainemc nden kamerheer-ceremonie meester, waarachter dc oppor-cereinonie- mcester, gevolgd door den hofmaarschalk, dragende de kroon met ordeieekenen op een kussen. De stoet van vorstelijke personen. Het stoffelijk overschot werd gevolgd door rijen van 3: Vorst van Waldeck en Pyrmont, II. NI. de Koningin en Vorstin van Exbach' Schönberg; Prins Eugen van Zweden, Vorstin van Waldeck en Pyrrnont en Prins dor Neder landen Félix Prins van Luxemburg, Prinses Ju liana der Nederlanden en Prins Karei van België; Hertog Adolf Friedrich van Mecklen burg, Hertogin van Saksou Coburg en Go- llia en Erfgrooihertog van Oldenburg; Vorst van Benlheim en Sleinfurt, Vorstin van Wied en Erfprins van Waldeck en Pvrmont Prins Maximi.iaan van Waldeck en Pyr rnont, Lady May Abel Smith en Prins Ge org Wilhelm van Waldeck en Pvrmont,* Pruis llubertus van Saksou Coburg en Gothe, Erfgrcolhertogin van Oldenburg en Vorst van Wied; Erfprins van Erbach Schönberg, Prinses Victoria van Benllieim en Steinfurl en Frfprinses van Waldeck en Pyrmont; Eifprins van Wied, Dour. Freifiau van Doenibeig, gcb. Prinses van Frbaeh Schönberg en Prinses Maximiiiaan van Wal deck en Pyrmont; Erfprins van Wied en Prins Georg Wil helm van Waldeck en Pyrmont. Aangekomen in het koor der kerk, wer den dc Vorstelijke personen naar de voor hen bestemde zetels geleid door den waar- nemenden kamerheer-ceremoniemeester en de hulp-ceremoniemeesters. De kist werd. door de dragers op eeri paarse katafalk geplaatst en gedekt door het kleed, dat ook voor het laatst de kist met het stoffelijk overschot ran Z. M. Koning Willem III op de zelfde plaats gedekt, heeft. Het was het uitdrukkelijk verlangen van do Koningin, dat dit zou geschieden. Eenige kransen werden op de baar gelegd, de overige rond' den. ingang van den grafkelder geschikt. De kroon en de ordeteekens op het kussen werden door den hofmaarschalk aan den opper-kamer- heer overhandigd, die deze op de kist plaatste. Nadat de opperceremoniemeester, de kamerheer-ceremoniemeester en de vier slippcndragers zich bij de baar hadden ge plaatst, ving de plechtige kerkdienst aan. De rouwdienst. Terwijl do kist naar binnengedragen werd speelde het orgel het Waldecksche volks lied. Buiten was alle muziek opgehouden. Het kerkorgel werd voor deze gelegenheid' bespeeld door den blinden organist \V'. van Thienen. Do leiding van het muzikale gedeelte berustte bij dr. Johan Wagenaar. Op het orgel hadden zldi drie bazuin blazers opgesteld de heeren J. Zonneveld, Ph. J. Zalme en L. W'. Schweitzer. Alle aanwezigen zengen daarna Gezang 209 1 en 3. Wees gegroet, gij eersteling der dagen, Morgen der verrijzenis. Bij wiens licht de macht der hel ver slagen, En de dood' vernietigd ïs enz. en vers 3: In Uw hoede zijn we wel geborgen, En schoon eerlang liet oog ons breek' Open gaat het o,» den groeten morgen Na dcez' aardse lie lijdensweek. Plechtig klonken* dezo woorden uit den Vervo'gbundel, begeleid door bet kerkor gel en drie bazuinen,, door de groote ruimte. Vervolgens hield de hofprediker jirof. dr. H. Th. Obbink, hoogleeraar aan dc Utrcriit- sdic Universiteit, do volgende rede: Het moge niemand verwondden dal wij bier. stauutiR aan den ingang van ecu grafkelder, zijn begonnen met een Puusdi- iie-i op de- lippen en het lezen van het Paascli evangelie dat om> .-.preekt van over winning van den dood door het leven. Im mers hier Lij do lijkbaar van ons aller Koninklijke Moeder, der Vorstin die zoo wonderlijk bemind was door het Noier- landsïhe Volk mogen wij niet enkel ons hooft in droefheid buigen en treuren om den zwaren slag die ons geliofl Vorsten huis en ons Vaderland heeft getroffen, maar moeten wij ook roc-men in de won derlijke liefde Gods dio den dood zijn scherpen prikkel ontnomen en liet gr.tf van zijn wreedheid heeft beroofd. Haar, naar het Koninklijk woord, ,,ons aller Moeder", wier gansohe leven één machtig ge'uigenis was van do liefde van Christus, dragen wij in de „Stille Week" naar Haar laatste rustplaats, die to-h niet „Haar laatste rustplaa's" isf. want reeds rijst de Paaschzon boven Haar graf Gcd heeft Haar zóó begenadigt! Haar, dio naast veel levensvreugde ook veel zwaro smart beeft gekend in llaar leven, dat Haar die ééne smart waar,'oor Zij vreesde: hetongen blik van bet afsrheid nemen van die Haar het liefste op narde waren, is bespaard gebleven. Gal sloot h:uxr oogen ruo vredig toe en nam Haar tot Zich zonder lijdcos- sninrt. En nu staan wij hier en gedenken Haar, 'le/o b*geiuligde Vrouw. Het zou gemak kelijk zijn bij deze lij',b.ar te prijzen en to danken vo./r a'le, wat Zij voor ons land en o'k gedaan hoeft en geweest is. Ja, het zou gemakkelijk zijn en verleidelijk ook. Ei- zou veel te zeggen zijn, vee'l dat b.-kend is en rog meer dat niemand weet. Maar wij zullen 'Ht niet dam. Allereerst uie <>»- dat de majesteit, van den dool verbiedt do grootheid van een mensc.h te roemen, maar ook omdat wij daarmede niet /.ouden spreken in den geest van Haar die wij straks ten grave zullen dragen. Hier is iets anders om over te spieken. Dai rijke loven was z.oo rijk en heerlijk door do voortdurende gemeenschap met Hem, die de bron is van allo waai ach tige grootheid. De liefde van Christus was de stuwkracht van Haar gansohe leven, de altijd vloeiende bron van Haar vro-om- he:d en vreugde, het geheim van haar ge- zegesri werk. Christus heeft gezegd dat ■vvj -*oo hebben b leven, dat dc mensclim onze goede werken ziende, onzen Vader, die in den Hemel is, verheerlijken. Zoo te leven dat de mensehen óns er om prijzen, is al veel, maar méér is het als het zoover komt, dat de mensehen óns en óns doen ziende, erkennen dat hier meer is dan mensehelrjk kunnen en deswege onzen Va der ia den hemel verheerlijken. Wetan, Daags voor de bijzetting. Maandagmiddag. In do oude, anders vrij slillo Prin-enstad, licerscht een drukte, die doet denkon aan Oranje-dag. Aan do gevels van do patriciërshuizen lang? do grachten hangen vlaggen, rood-wit blauw, oranje- blanje bleu. v-erecnigingsvteggen in feller kleuren, in bonte sdiakejim een fleurige omlijsting van het nog niet on,lok u linden- geteoornle aan de walkanten, üp da hoeken der straten wordt oranje verkocht Oranjodag. Het is een Oranje-rouwdag. Morgen wordt het hulsel van eau Vorstin in den grafkelder van do Nieuwe Kerk bijge/.et. Een Vorstin wier naam aan liet geslacht der Oraujo's wenl verbaid'cn door den echt, maar die de edele traditie van dit ge slacht voortzette in een rijk en beproefd leven, gewijd aan een volk, dat haar lief- kreeg om liaar warm hart, tiaar nobelen eenvoud en haar aristocratie van den geest Morgen wordt Koningin Emma, do Ko ningin-Moeder, begraven. Do vlaggen hangen halfstok, het Oranje is omfloerst mot rouw. Delft maakt zich gereed voor den laatstcn gang «snor ge lief vlo Vorstin. Langs den weg, dien do staat morgen zal gaan, warden huis aan huis plankiers en stellages getimmerd. liet witte hout wordt zwart geschilderd' of met zwart of paars doek bekleed. Plaat sen z-ijn to huur voor enkele guldens, hier wat goedkooper, daar wat duurder, naar gelang .de meer of minder gunstige lig ging. Op het Oude Delft, den Koninklijken weg, is het een drukke bedoening. Bij de Niouwstraat linksaf zwenkend slaat men voor de aula der Technische Hooge- school. De stoep is afgezet vao-r den Se naat, curatoren en professoren. Do stoet komt er vlak langs. Verder gaat de weg over de Cameretten, zwenkt dan rechtsaf de Markt op, achter het stadhuis om. Langs de Zuidzijde van het oude Stadhuis komt de stoot op het Marktplein, dat geheel af gezet is. Do lantaarns aan beide zijden van het stadhuis branden reeds. Rouwcrèpe dempt het gele licht. Aan de overzijde van hot wijde plein rijst slank en fier de toren, boven de graf tombe honderd meter uitreikend naar de blauwe lucht, waar enkele witte wolkjes drijven. Aan den voet van den toren, den ingang van de kerk, is een sobere rouwvcrsicring aangebracht, een donker grijze fagade. Van morgen is II. M. de Koningin persoonlijk gekomen om de voorbereidingen in oogen- schouw te nomen. Ook heeft IJ. M. nog voor het laalsl een bezoek gebracht aan den grafkelder, bege leid door den commissaris van den ko ninklijken grafkelder, burgemeester mr. G. van Baren. De begrafenis moet plaat- vinden in een kerkgebouw, dat gerestaureerd wordt. Het schip staat vol steigcrwerk, do z.uiderbeuk is van liet dak ontdaan, in het trancept en het koor wordt de gewone dienst gehou den. Ook morgen zal do plechtigheid' der teraardebestelling daar geschieden. De plek, waar nog eenige dagen geleden de hamers steenen b:k'en oi talks'of rond- dwarrelde, is thans «'h'»- s'il, He' schip is cnrichtbaar. Van dei inga g af locpi een !n\cd; dc igj g mar het tra,Ti mp!, die alle steigcrwerk aan hel oog ont trekt. Ih'ecdc, vierkante, mot donkergrijze stof omspannen kolommen bevinden z.ich aan beide zijden. In dc vakken ertussdien is crème kleurig dook gespannen. De doorgang is afgedekt met groote ro zetten van dezelfde stof. In de Ius*ch™n- vaklcn liggen talrijke kransen en bloom- siukken. Er licer-clit een plechtige sfeer. Do bloemen z.ijn meest wit van kleur, seringen en aronskelken, ook lila en oranje. Voorts hangen er vele groote kransen, van dear zoo was Haar werk en Haar teven. Zoo zien wij dan nn ovor menschelijke daden en ïnenschetijko deugden hoen naar Hem, uit Wien, door Wicn en tot Wien alle dingen zijn en danken Ilem voor wat Hij ons Vorstenhuis en ons land ca volk heeft geschonken in dit dierbaar leven dal wij zoo nood© zullen missen. En wij kunnen, niet nalaten aan deze- plaats onze geëerbiedigde Koningin en onze Piiasca Juliana gelukkig te prijzen dal Gal Haar do genado verleent op de/-, wijze en met zulke gewetens Haar zoo beminde Moeder en Grootmoeder ten giave te geleiden. Wij welen en getuigen hier met dankbaarheid aan Gal dat mcu- schelijico majesteit zich «jo!moedig buigt voor Go Is liefde in Chris liu God zij ge loofd, die ons volk in Oranje zulk een Vorstenhuis gaf. Zoo is het dan waarlijk niet enkel rouw die ons hier samenbrengt, maar ons hart is va! van dank en geluk voor Gods groote liefde, zoo-lat wij aan deze lijkbaar Pansch- h drom mogen zingen, 1 La ie ren <h-r over winning in den mand van sterfelijke men sehen. Amalïa van Solms nam tej H nr huwelijk als levensleuze: quid reddam L'o nino (wat zal ilk den Heer vergel h n;Wij doen dat ook hier hij dezo lijkbaar. Wat zullen wij, volk van Nederland, den Heer ver gelden voor wat Hij ons gaf in dit zoo begenadigde leven? Wij willen elkander hier bij dezo lijkbaar beloven, dat wij den baud tusschen Oranje en Nederland die ons land en v'olk reeds tot zoo graaien zegen is geweestniet alleen"' lvjwanin, maar versterken en daardoor looncn dat wij bij elkander hdioorcn en bij elkander willen blijven en samen ontvangen den zegen dien Gods goedheid ons nog zal willen schenken. Geloofd zij Jezus Christus. Amen. Na do rede van prof, Obbink', zongen allo aanwezigen, wederom begeleid door orgoi en bazuinen, Gezang 273 1 ca 11 Bevoel gerust uw wegen, 'Al wat u het harto deorl, Dor ti ouwe hoed' en zegen, 'Aan Hom die het al regeert gouverneur-generaal van Ned. Indië, de gooi," verneurs van Suriname ear Curasao, het| corps diplomatique, den Duitsclion rijks» president, do rijksregecritig, den president, der Turksche republiek, enz. i .Op den steenen vloer ligt een lichtbruin, kleed, daalt doorloopt tot in het trancept'. Aan het einde ran den doorgang bevin den zich tweo douren, waarvoor het sioffoq lijk overschot een oogenbliic zal worden geplaatst, omdat de kist te zwaar is om' door de leden van hot personeel van wijlens 11. M. de Koningin den geheelen afstand' te' worden gedragen. 1 lot gewicht bödraasLi naar men ons mededeelde, ongeveer 7031 a, 800 kilogram. Nadat een tweetal soldaten de deuren- geopend heeft, wordt do s'atïekist verder gedragen en op de katafalk geplaatst in het trancept. Dezo katafalk bevindt zich in hot mid den van liet trancepl. Links daarvan zullen II. M. do Koningin, II. IC, 31. Prinsecs Juliana Z. K. II. de Prins, en do overige vorstelijk^ personen plaats nemen. Rechts ran do katafalk zal zitten het corps diplomatiquo, de regeering, enz.. Achter do katafalk ligt de ingang van den grafkelder. Een broedo trap van ongeveer dertien bnksteonelmlen leidt naar benodun. Da groote dckstccn is weggenomen. Rencdcliï is aan weerszijden een nis. Een lichtgrijs gordijn sluit de eigenlijke graftombe af. In hel 'koor van.de kerk zijn do zware pilasters aan do kapiteelen voorzien van een sombere bloem versiering, eau grijis lint is daaronder aangebracht en hangt in smal le plooien af. De Nieuwe Kerk is gereed het stofi.cflijk overschot van H. M. de Koningin-Moeder, te .ontvangen. Gisteravond zijn de laatste toebe reidselen gemaakt, enkele schikkingen war den nog getroffen en de geluidsinstallatie wordt gecontroleerd. Builen is de duisternis. De lantaarns op dio 'Markt zijn met rouwfloers omkleedt Een zwijgende mensdimmenigte bevindt zich op bet plein. Reeds te ti«i uur bevon den zich achter de afzetting mensehen, voorzien van stoeltjes, dikke winterjassen en de noodïgc proviand'. Zij brengon daar den nacht door om verzekerd' te zijn va.u een goede plaals. Tot laat in den nacht is het druk iu de stad. Langs allo toegangswegen hcerscht eveneens een ongewone drukte voor het nachtelijk uur. Voorat langs don inieuwen Rijksweg, ten Noorden en ten Zuiden van Delft was druk verkeer. Van Rotterdam kwamen anto's, motoren, fietsen on zelfs wandelaars. Do weg tusschen Rijswijk en Delft is de „belegering" reeds begaan,'m. Op do weilanden zijn tribunes gebouwd1, vrachtwagens en perronenauto's prrkeeren reeds. De nacht is koud. Iedereen hoopt op mooi weer morgen. Rij het ochtendkrieken zal de groote los loop wel komen. Honderdduizenden kunnen hier een plaalsje vinden. liet is inos'lijk Ie schatten, doch langs den geheelen weg van Den Haag zullen er zeker zooveel zijn. Door het nachtelijk duister spoedt onzin auto z.ich naar de residentie. Ook da :f hoerseht door de geboete binnenstad «o.ni ongewone, doch ouder stilte gespnon ux drukte. Honderden personen hebben zich reed? langs den weg geschaard. De ten- tare, s worden met rouwfloers omhuld. Op hel Lange Voorbout wachten even eens reeds handelden. Een dame in bont mantel her-ft een plaalsje liemachligcl vcor haar stoeltje en wacht. Naast haar zit een eenvoudig o-ud vrouwtje, die evenc ns dp nachtelijke koude trotseeren wil. Terug gaat onze auto den weg, die mo-r- gen do rouwstoet zal gaan. ÏIoo anders zal bet cv dan uitzien. Laat is het, ah wo zijn teruggekeerd. Nog luttele urort on do dag van nationale rouw zal rijn aan gebroken. Die walken lucht en winden, Wijst spoor on looj> en b van, Zal ook wel wegen vinden, ■Waarlangs mijn voet kan gaan. en vers 11: Hoor onze smeekgebeden, Heer, red uit allen naai, Help onze wankel© schreden, n leer ons tot den dood i Uwo hoe-Ie en zegen, crtroiuwen, vroom van zin 'oo voeren onze wogen .(■wis ten hemel in. De bijzetting. Nadat professor Obbink zijn toespraak beëindigd had, begaven zich do Opper kamerheer, de Hofmaarschalk: en liet daar* voor 'beslemdo personeel van II. M. do Koningin Moeier naar do baar. Dc Oppor- ceremoniemeester nam toen do Kroon on do Ordeteekens van de kist en reikte de/.d over aan don Opperkamerheer, dio dezd daarna aan den Ilofmarrschaiic overreikio. Deze laatste cere.monie, welke loluidt, dat de Hofmaarschalk: de Kroon van llaro Majesteit in het archief zal opbergen en met piëteit zal behandelen, was tevens het slot van de handeling in de kerk. Ecu aanvang werd to-u gemaakt met dp voorbereidingen voor de bijzetting in den grafkelder. Dc kransen werden weggeno men en ook het lijkkleed. liet stoffelijk overschot werd gevolgd door 11. M. de Koningin, Z, D. H. da Vorst van Waldeck en Pyrmont, II. D. IPf de Vor-tin van Erbach St hönberg en II. K. 11. Prinses Juliana der X ede Handen! Iii drn grafkelder. Daarop werd de toegang lot don graf kelder met oen goidijn afgesleten. De commissaris van den koninklijken (uafketelcr verzocht daarop aan den mijj uister van justitie en diens sseretavte-geue^ raai, namens Hare Majesteit de Koningini in den grafkelder -af te dalen, loneuid'ej over te gaan tot KoL verzegelen der kisK in tegenwoordigheid van de in de vostibulèl aanwezigen. Na de verzegeling^ van de kist, die op een klein wagVujtjé'was geplaatst, werden

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1934 | | pagina 2