t 2 Het geheimzinnige de LICHTTENTOONSTELLING! SChitUAMSCHE COURANT Mijmeringen. Werkzaamheden in den volkstuin. Maar allen zijn ze vol van Gemengd Nieuws ZATERDAG, 27 OOT. 1934. No. 20.782. Welen is meten -De imam Ua Johannes Kepler, den groüten astronoom, die de ontdekker ge weest is van de wetten der planebenbe- weging en d,c den aslranomisehen verre kijker uitgevonden heeft, is ook buiten d'e klingen deigenon. die hun wetenschap pelijke liefde aan de astronomie hebben verpand, wel bekend. Al was het alleen maar, omdat in onzen tijd, nu zooveel straten en pleinen een naam moeten heb ben, men hier en daar oen Keplcrstiaat heeft. Kort geleden (1930), heeft men nog zijn drie honderdjarigen sterfdag herdacht. Deze man van zoo groote matemati- ïehe en astronomische kennis, was een heel eenvoudig man. Eenvoudig ook in Zijn geloof. Tot tweemalen toe heeft hij ambt, huis en haard moeten verlaten, om dat hij, die een overtuigd Protestant was, om. der wille van zijn geloof de wijk nemen moest. En zijn dood was te wijten aan de ontberingen, dfe hij met de zijnen geleden had, omdat hem zijn. salaris als professor te Linz niet werf uitbetaald. Hij maakte toen een zoor inspannende reis, om don keizer zelf het hem be loofde salaris te vragen. Op deze reis werd hij ziek en stierf. Nu is Kepler de beroemde man en klagen we over de 'behandel'ng, welke hem wedervoer. Deze groote en eenvoudige man had een rijk en toch eenvoudig ievensdevies weten is meten. Het was om zoo te zeg gen gegroeid uit zijn arbe'di. En waar zijn arbeid, zijn leven was, dus uit zijn leven. We zouden ook kunnen zeggen: zijn le venswijsheid bracht hem tot de ervaring, dat wie weten wil, ook moet kunnen me ten. En dan wordt met dit hoogere weten natuurlijk niet bedoeld een meten met passer en lineaal. Zóó had hij wel leeren meten de banen der hemelbol)amen, maar zoo komt men niet tot de kennis van geestelijke en van zedelijke waarden. Om die te leeren kennen, heeft men noodig: toetsing, inzicht, waardeering, geestelijke kennis en zedelijk inzicht. Zeker oen heel kostbaar bezat. Dat rijke winst afwerpt, want weten is meten. Eiscli om te kunnen weten, is d'us meten. Vrucht van het kunnen maken isweten Er is dus om te kunnen weten, wat meer noodig, dan de „man on the street" denkt. Men" komt niet tot welen door min of meer gelukkige intuïtie. Ofschoon deze al heel veel waaid is. Men bena dert het weten ook niet min of meer in. het oog loopendo brutaliteit. 'Ofschoon een zekere mate van durf toch ook niet geheel onmisbaar is. En men gelangt al evenmin tot hot weten op de vaak zoo bewogen golven van het gevoel, die heen- drijven, waarheen de wind ze maar jagen wil. En met deze drie ontkenningen komen we al een heet eind in do go-ede rich ting. Want er zijn nog talloos velen, die om' tot weten te komen, in een van de drie als verkeerd gesignaleerde ricliiingcn gaan. Ze hebben de een of andere in geving en ze meenen te weten: ze heb ben de gave om hun rneening uit te spre ken met ünponeerendO autoriteit en ma ken den indruk van te weten. Dit zijn de mensehon, die in Bijbelsche taal gekarak teriseerd zoutten worden: „als wetenden en nochtans onwetenden". 'Of ook ze laten zich leiden door een onberekend en on berekenbaar „pro" of „contra" en dat is dan hun weten. molen, bu da. gol.l a et slechts van de banen der hemel wachters, dat gold voor hem van alle weten. Van het allervoor naamste tot het allergeringste; van het meest tot het minst gewichtige. Wilt ge weten, wees d'an niet opper vlakkig., maar meet alles af tot in de onderdeden van de kleinste maat. Wilt ge weten, laat u dan niet drijven door uw gevoel; maar zet u rusiig neer en meet het geheel tot de onderdeden en de onderdeden weer tot het geheel. Wilt ge weten, doe niet als of ge alles reeds bij voorbaat weet, alsof engelen uit den hemel het u geopenbaard hebben en u alleen, maar begin bij het begin en meet; loets; waardeer; neem maats af van geestelijk inzicht en zedelijke kennis te baat. Zoo komt ge tot het welenlot de kennis. En van deze kennis geldt dan ook het oude woord van bezonken wijshe dLeer alles begrijpen. J. Nagel, Kepler, die de oneindigheden van het heelal had doorworsteld en den eenvoud des harten bewaard had, zoide: weten is Het opbergen van knollen cn bellen. De sierluin takelt nu snel af. De bloei der dahlia's wordt nu minder en zoo hier en daar hebbcin zo al zooveel go- loden van regen en wind, dat we ze gaan rooien en opbergen. Bij liet rooien snijden we de stengels op een handbreedte boven den grond af en aan deze stengdstukken wordt direct liet etiquet bevestigd. Doen we dit niet aan stonds, dan geraken we spoedig in de war en later veroorzaakt liet veel last, wanneer onze daiiliasoorten diaor elkaar zijn geraakt. Wanneer we van sommige dathliasoorlen den naam niet weten, schrijven we op het elilquet de bloemkleur en hoogte; dit is dan voldoende om de knollen uit elkaar te houden. Voor we de knollen gaan opboigen, moeten zij goed droog zijn. Het is daarom aan te raden ze onder eon afdak te leggen waar zo bij dreigende nachtvorsten worden gedekt. Zijn ze goed droog dan worden ze naar do bewaarplaats overgebracht. Dit kam zijn een vorstvrijo kelder of andere Irrg ruimte. Do knallen mogen echter aak niet te warm liggen. Groote hoeveelheden tan men zeer go tl, even als aardappelen, ofwel met deze, opkmlen, We omgeven de knollen dan met een laagje riet of stroo, waarover minstens een voet aarde wordt aangebracht. Op droge gronden graaft men eerst een kuil in den grond; op vochl'ge gronden komt alles meer op den grond, daar de knollen in geen geval in het water mogen komen, te liggen. Daarom zorgen we ook steeds dat de omgeving vain de kuil goed afwatert. De knollen van Canna indien, worden mt ook uit den grond gehaald en oven boven den grond afgesneden. In tegenstelling met dahlia's, talen we hier flink aarde tnssohein do knollen, op dat deze niet te droog kuinnen worden. We bergen ze op onder de tabletten eencr kas of in een goed vorstvrijo kelder. Ongeveer op gelijke wijze handelen we met knolbegonia's. Verder rooien we nu de knollen van g^- diolus, waarvan we de stengels kort af snijden en de knollen droog en vorstvrij bewaren. Do knollen vain Monlbres a kun nen we op niet te natte gronden beier laten staan en met een flinke laag droge turf molm of blad dekken. Op natte gronden kan men beter, aMians een gedeelte, zeker 'heidslialvc opnemen en evenals gladiolus- knollen bewaren. Minder bekende bol- en knolgewassen, welke thans worden gerooid en vorstvrij opgeborgen, zijn o.a. Anennone ooronaria, Galtonia radicans of Kaapschc hyacinth Ranunculus of Ranonkels, Richaruïa of volle gronds Ca1 la of Arondskelk en Tigri- da Pavonin A. G. uit het Engelsch van Hugh Waipole en J. B. Priestley, door H A. C. S. ALLEN OP NAAR DE n het voormalige 42) Hij is een vain cii-o main non en ik geloof, d'at er oen beele hoop daarvan in de wereld' zijn die voortdurend, on ophoudelijk, op een spannende en wanho pende manier in. hun gedachten met vrou wen bezig zijn. Ik kende eens zoo iemand'; "vrouwen waren nooit uit zijn gedachten, ■hij hoopte steeds, dat hij iets van zo zou krijgen, dat zijn dorst zou stillen, ofschoon hij hot natuurlijk nooit kreeg. L'ater schoot "hij zichzelf voor don kop. Ik geloof niet, diat die vriend van den jongen Rossett, met zijn dikke gezicht, ooit zichzelf voor do kop zal schieten; hij heeft er denmeted niet voor, maar er is iets vroeselijk-tra- gisch en omuitsprekelijk-walgelij'ks in den blik, diön hij op een vrouw werpt, zóó begeerig, zóó onderzoekend, zóó sluw, zóó omstrengelend, zóó hongerig, zoo leeg. Nu, om kort te gaain, ik volgde hem gisteren In een cafotje, d'at op een muizen val lijkt, bij het Prince van Wales-theater. BS bestelde aan het buffet iets, op eau maaier alsof hij eeu oude habitué van die zaak was. ïfij had tamelijk goede on toch nogal vuile kleeren pan; hij had oen groo te 'valsclio parel in zijn das, verkleurde slobkousen om zijd schoenen on riiugcln aan zijn vingers. Bijl praatte met twee boe/omvriendOn, maar wendde zijn oogen. geen O-ogenblik vam d'e buffetjuffrouw af, ©en nog al leelijk meisje, die hem blijkbaar i kende. Zijn hoofd was bij zijn praten zijn vrienden, maar zijn hartstocht was j de buffetjuffrouw; twee aparte doelen van liem gingen in verschillende richting. Niet, dat hij oenige kans bij haar had'; hij had' waarschijnlijk lang geleden al een aanval op haar gedaan en was voor straf neexgesmakt geworden, maat zij was een vrouw en daarom een sym bool. Na een tijdje draaide hij zich om en zag mij bij zijn elleboog staan. Rij herinnerde zich mij niet in 't minst. Hij wou, vermoed ik, met den oen of anderen vreemd© pra ten, met de bijgedachte, dat er op de een of andere manier iets van hem te halen was en den gehoeten tijd' keek hij naar de buffetjuffrouw, met dien otngelukkigen, rusteloazen, begeerigen blik en je kunt je voorstellen, Bob, welke mijn gevoelens waren, wanneer ik overwoog, dat hij eens op diezelfde vervloekte manier naar Jealn had1 gekeken en het zou niet aan haar jongen broer liggen als hij niet spoedig weer haar zoo zou aankijken. Ik nam daar toen, in die gemeen© vuile kroeg, het besluit, dat ik den jongen Rossett en zijn vriend' niet met rust zou laten totd'at ik eens en voor goed een eind had gemaakt aan hun rol in deze geschiede nis. Ik zwoor bij mijzelf een plechtigen eed', toen ik daar stand en toen ik bij mijn dikken vriend de blinde vcreering voor het kunstmatig gebleekte haar van de buffetjuffrouw opmerkte. Ons gesprek had niet voel om het lijf, maar hot kwam hierop neer: hij vroeg mij, waar ik van daan kwam (terwijl hij als 't ware door de ribben van do buffetjuffrouw been sprak). Ik zei Cumberland, terwijl ik hem Ernstig auto-ongeluk. Op den nieuwen betonweg BeilenMep pol, op ongeveer vier kilometer van Bel len is oen auto, bestuurd door den 28- jarigoa heer N. J. Menko, tegen een boom gebotst en daarna ia een sloot o ngekan- rteld, doordat de bestuurder wilde uitwijd ken voor een aantal koeien, die zich op den weg bevonden. De heer Menko, die een zoon was van den bekenden textielfabri kant te Enschede—Lonneker, liep een schedelbreuk op en overleed spoedig na het ongeluk. Dr. Meyering uit Beilen, die weldra ter plaatse was, kon geen hulp meer verleenen. De heer Manke was op weg van Gro ningen naar Enschede. Het lijfc. is naar Beilen overgebracht. recht in de oogen koek. O ja, zei hij op zijn afschuwelijk onaangename en giftige manier, alsof, terwijl hij zijn compliment over je gezondheid maakte, zijn hand in je zak was om naar je horloge te voelen, hij had' enkele vrienden in Cumberland, één bizonderen vriend. Enkele aardige meis jes in Cumberland1, voegde hij er bij, ter wijl zijn nevelachtig oog rechtstreeks op den mond Yan do buffetjuffrouw afkwam, er was in Cumberland een meisje, dat hij kende maar toen viel ik hem in de rede; ik kon 't niet langer verdragen. Ik, de traagste aller stervelingen, zou hem bij zijn nek hebben willen pakken en zijn beestachtige oogen uit zijn walgelijk go- zicht hebben willen schuddon. Ik draaide mij opeens om, betaalde mijn vertering en ging weg. En morgen komt de jonge Rossett mij opzoeken. Hoe zuiver en zoet is de klank van jouw dal, hoe levend en reed jouw Marjoriel Wat zou; ik niet geven voor jouw trouwe gezelschap l Beste Bob, ik voel mij, alsof ik rondloop in een donke re vuile wereld. Ik houd' erg veel van je, ik hoop, d'at je, zoo dikwijls als je kunt, schrijven zult. Je je toegenegen. MARK. „De Bruine Stier." Garrowdalo. Beste 51 ark, 't Lijkt mij, dat jij een verschrikkelijkcn tijd! doormaakt. Maar wat doe je nu eigen lijk ik bedoel, anders dan gluren, in kleine vuile kroegjes, en peinzen av©r de zonderlinge schepselen, die nu en dan uit London's diepte opduiken? Gauw zul jij zelf aan van die Dickens' types worden, Tragische dood van ccn gewezen stieren vechter. In Mexico City speelde zich gedurende oen stierengevecht een opwindende en tragische scène af, welke eindigde met den dood van een, eens zeer gevierden to- icro Antonio Oivera. Vertwijfeld over het feit, dat hij geen aanstelling als slieren vechter meer zou krijgen, sprong de man gedurende een stierengevecht van de too- schomverstribune in de arena en wilde den woest op hem aanstormenden stier met zijn wandelstok to lijf gaan. liet ra zende dier nam zijn aanvaller echter op de horens en de vroegere torero werd levensgevaarlijk gewond. Hij werd in het ziekenhuis opgenomen. Voor hij aan zijn wonden overleed, verklaarde hij, dat hij tevergeefs naar een baantje had gezocht en gedacht had door in de arena te sprin gen, slechts gewapend met een wandel- die geheimzinnige, die in een complot be trokken zijn, en steeds plotseling te voor schijn komen en dan raadselachtige opmer kingen maken. Waarschijnlijk voel je al, dat je je in diezelfde atmosfeer bevindt, die DickenS kende die van Londen, dat een onheilspellend iets is geworden de donkere stad, waar een kind is zoek geraakt. Deze brief zal, ben ik bang, nogal ver ward worden. Ik voelde mij gistermorgen koud en huiverig, vermoedde, dat ik een kou te pakken had en heb dus groote hoeveelheden van een drankje genomen, waar ammoniak en kinine in zit. Ik weet niet hoc dat goedje op jou werkt (waar schijnlijk neem jij het thans niet 't is oen stukje compromis, dat je met de wereld sluit), maax mij geeft het altijd een ©rg verward hoofd. Wij zijn hier bozig iu een strijkkwartet te veranderen: Marjorio eerste viool, scherp, zeker en spottend; ikzelf tweede viool, zoo goed als ik kan, vervolgens Mas- liam de alt-viool, vragend en klagend; Ros sett de zware cello. En wat is Jean dan? hoor ik jou al vragen. Zij is er niet werke lijk bij, heelemaal niet, maar als je er op staat haar <rok in een instrument te ver anderen, daar is zij de eenzame clarinet. (Ken je dat mooie quintet van Brahms?) Je weet op welke wijze do vier instru menten harmoniëeren, dan uit elkaar gaan, dan weer samen komen, -wegvluchten, klei ne verbintenrsen vormen, die weer ver bleken enzoovoort? Nu, zoo zal het spoe dig met ons het geval zijn. Ik kan mij niet herinneren waar ik mijln laalsten brie fafbrak. Was het niet op het momelnt, dat ik benieuwd' was of ik het stok, zijn kundigheden als torero te kun nen demonstreeren. Op deze wijze hoop te hij weer aan het werk te komen. Frausehe wedvlucht naar Indo-China. Omtrent hot plan van hot Fransclie mi nisterie voor luchtvaart om in 1935 een internationale luchtraco op het ti'ajeot Pa rijsIlanoi en terug uit te schrijven, wordt verklaart dat dit plan reeds weken gele den is tot stand gekomen. Het traject is voor het grootste gedeelte hetzelfde als dat van de luchtrace n.l. Parijs - Rome Beyroeth Bagdad Busjir Ka- ratsji Allahabad Calcutta Ran goon Bangkok Saigoon Ilanoi. Men verwacht een groote internationale deelneming. kon vragen om in den regen uit te gaan, om Marjorio te ontmoeten bij het brug getje, aan de kop van het Lambdal? In ieder geval: ik ging niet, omdat de mot regen spoedig ©en stortregen word en ik wist, dat Marjorio er niet zou zijn. Ik bleef hier en kreeg een lang betoog van Tramp over Shakespeare. Tramp haalde zijn be spottelijke kleine kersenhouten pijp, en zocht mijn gezelschap en begon te praten over Shakespeare, terwijl hij mij het ver bazingwekkend© nieuws bracht, dat al de hoofdfiguren bij Shakespeare de een of andere deugd of ondeugd vertegenwoordi gen (Othello is jaloezie, enzoovoort). Men- sclicn als Tramp hebben het zóó bij het verkeerde eind', dat ik mij zelf niet plaag om ze tegen te spreken, zelfs niet weet, waar ik moet beginnen om het recht ta zetten. Dit koer plaagde ik mij zelf wel en wist het wel en gaf den armen Tramp, minstens een uur lang, degelijk en ernstig college. Ik zeg „arme Trump," omdat aan. het eind er van ik plotseling medelijden, voor hem voelde, maar ik behoefd© liet niet gehad te hebben, want hij was blij on verzocht mij mij oen handdruk te mot- gem geven. „Ik bon niet zeker, dal ik met u instem, sir," verkondigde hij, „maar ik dank u, ik dank u. 't Is voedsel voot het denken, dat alles, dat is 't inderdaad.'' 't Regende 's middags nog. Ik had geen be hoefte Rossett te zien en was blij, dat hij geen behoefte had mij to zien. Ik las dm oen of anderen stommen roman en doe zelde toen weg. Ik werd wakker gemaakt door mrs. Tramp, die mij vertelde, dat er bezoek voor mij was. (Wordt vervolgd ^WAa=x=*xtMi»rar*ai*Wwi 1)1311 No. 1 Ts dokter No. 2 is een moeder No. 3 verkoopt stoffen No. 4 gaat trouwen No. S Is een handels reiziger No. 6 is muziek leerares „En wat ze je niet allemaal op de Lichttentoonstelling laten zien! Geweldig, dokter I" Ja, barbier, ik ben óók blij. dat ik er heen geweest ben!" „En ik zei direct: ik wist nooit, dat je met licht zooveel in een woning kon uitrichten ij bent zeker al de twintigste, zoo vol van die Lichttentoon stelling is!" „Twee e! lampekappengocd, zei U 7 Zeker ook naar de Licht tentoonstelling geweest „Ik noem het een licht-openbaring. Ik heb er al een heele reeks vriendinnen ook heengestuurd I „Wanneer is je huwelijk? Ga vooral nog naar da Lichltenloon- stellmg! Daar zul je dingen over woninginrichting leeren, waar je geen idee van hebt I" - „Dat hoar it. van alle kanten, mevrouw. Kan ik morgen gaan „Ik was gisteren even naar de Lichttentoonstelling. Formidabel I Wat zijn er toch nog veel eenve-a- dige zaken, die ;c niel eens weed" „Schei uit. Ik boor thuis al den heeler, dag niets andets dan „Lichtlentoonslelling" „In de pauze moet ik je toch iets vertellen over die Lichtten- toonstelling." „Onnoodig. Ik wect er alles van. Kom liever mijn huis zien, waar ik een paar van hun tips heb toegepast. Enorm I" Enthousiast zijn ze. Vol van wat ze gezien hebbenGaat ook Gaai allen, man of vrouw, naar de geweldige LICHT TENTOONSTELLING, die de handelaren van deze stad houden in samenwerking mei de N.V. Philips! Laat U tonnen, met welke eenvoudige middelen het gemak cn de gezelligheid in een hu.:. pgevoerd kunnen worden Ontdekt, hoeveel er nog van LICHT te weten is Interessant voor ieder. Toegang vrij W. BERGIJK, Vlaardingerstraat 16. Fa. BERGIJK ETTEN, Ridilerkerkschestraai 9b Radio Bob, Fa. SCHNEIDER, Singel 156. B. BOUWMAN, Hoogstraat 109. L. VAN DIJK, Rembrandtlaan 64 A. FONTIJNE, Boterstraat 38. L A. VAN GELOVEN, Tielman Oemstraat 22 W. GEVEKE, L Kerkstraat 44a. Fa. C. C. v. tl. HEIDEN. Groote Markt 31a. J. Th. HEIJNSBR0EK, Brandersstecg 6 JOH. J0NGSTEN, Rotterdamschedijk 245. Fa. Wed. M VAN MEURS, J. v Avennestraai C. MEIJER. Viaardingerdijk 49a. MEIJER STEGMANN, Westmolenstraat 33 MOL JANSEN, Lange Haven 122. C v. d. MOST, Rotterdamschedijk 186 P. N. SCHEFFER, Aleidastraat 24 M SOETERS Boterstraat 78 18.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1934 | | pagina 5