sieoirassifflii-:„edelweiss" Verslag van den Gemeenteraat 9. Tb.: HEIliBMEK Sranderssteeg S Ata op taeis wepi tan let verkeer voleis vellij tjjn DE ROMAN VAN MAXIME VERZILVERD GLAS TWEEDE BLAD SCHIEDAMSCHE COURANT Tcigadcriiig van Vrijdag 29 Maait 1933, 's avonds 8 uur, I. Voorzitten de waarnemend burge meester, ir. C. Houtman. Radiodistributie. (Vervolg). lJe Voor? it Lor heropent te ruim 8 uur de vergadering. Spr. geeft er, als voor/iller van deze vergadenng, or de voorkeur aan, het laatst het voord te voeren. Do kwestie van een eventueele gemeen telijke radiodistrbutie is beslist. B. en W. hebben de aangelegenheid alleen als z.aak bekeken. Spr. twijfelt niet, of de leden van liet collego zulten ook bier thans een standpunt innemen, dat niet van elkaar afwijkt. Niet meer zoo warm. Do heer Slavenburg zegt, dat in de vorige vergadering het debat over de radiodistributie niet tot zijn recht is ge komen. De bizondere omstandigheden, toon aanwezig, waren oorzaak, dat men zich zeer heeft moeten beperken bij de besprekin gen. Spr. verheugt zich ofschoon hij niet op deze avondvergadering gecharmeerd was dat er nu gelegenheid bestaat de zaak nog eens rustig te bespreken Dat is wel noodzakelijk, in verband met den in druk, hedenmiddag in de raadsvergadering gewekt. Uit den raad is herhaaldelijk aandrang uitgeoefend om 'do radiodistribulie ter hand te nemen en dat is ook van meerdere zijden geschied. Spr. zelf staat redds eeni- gc jaren op liet standpunt, dat van de bereidwilligheid, om een deel van d'e in komsten van een radiodistribuliebedrijf af te staan aan de gemeentekas, moet wor den geprofiteerd. Spr. staat nog steeds op dat standpunt, ofschoon hij niet meer zoo warm voor deze zaak is als eenige jaren geleden. De bedragen, die uit een radiod'istributie- bedrijf in de gemeentekas zullen vloeien, ?ijn uiteraard beduideud afgenomen. Als echter niet een beslissing wordt genomen met betrekking tot do radiodistributie, als bij wensehelijk acht, zou spr. liever de lieele radiodistributie maar willen laten varen I Al is spr, dus cenigszins lauw tegen over het vraagstuk op zich zelf, toch wit hij met warmte liet voorstel van B. en IV. verdedigen. Da zaak is niet zoo eenvoudig. Toen spr. hedenmiddag den heer Van Duinhoven zoo hoorde, hooft spr. zich af gevraagd, of B. en W nog wel bekwaam zijn voor hun taak. De zaak was zeer eenvoudig, volgens den hoer Van Duin hoven Het beste zou zijn een gemeente- - lijk' radiodistributtebédrijf, una at-dat-wilde de raad niet en dau is volgens hem het hemd nader dan de rok. De heer Van Duinhoven: Dat is todi heel eenvoudig! De heer Slavenburg: Ik benijd den heer Van Duinhoven dat inzicht niet! De zaak is niet zoo eenvoudig! De heer Van Duinhoven heeft vroeger reeds beweerd, dat altóen een gemeentelijk radiodistribuliebedrijf de moeülijkhedten van technisclien on cultureeleu aard kan oplos sen. Heeft de heer Van Duinhoven aan die uitspraak ook hedenmiddag gedacht? B. en W. schijnt de zaak niet zoo een voudig! Zij hebben een technisch ambte naar belast met de studie van dit vraag stuk. Spr. zegt: studieI De betreffende ambtenaar heeft hot volle vertrouwen van B. en W. en zij zijn over tuigd de integriteit van zijn persoon. De heer Van Duinhoven heeft op dien ambtenaar op minder juiste wijze een aan val gedaan 1 Overstroomd met aanbiedingen. De lieer Aikema heeft ziah met het vraagstuk van de radiodistributie bezig ge houden en heel Nederland wist dat; er is niemand uitgenoodigd een offerte in te dienen; ieder in Nederland, tot zelfs bij de grenzen, wist, dat Schiedam dacht aan het stichten van een radiodislributic- bedrijf. Hebben de Scbiedamscho radioham door OCTAVE FEUILLET. Uit het Fransch door tl. A. C. Snethlage 35) Daarna zocht ik lo begrijpen, diOior wel ke afdwaling van liet gezande verstand dit jonge meisje dezen man uit alten had uitgekozen. Ik meende het to iaden. Mijn heer de Bévallan is erg rijk; Iflj moet wet een fortuin inbrengen, dat bijna gelijk is aan dat, wat bij er vindt; dat schijnt een som van waarborg; liij zou het buiten deze overmant van rijkdom kunnen steltenmen vermoedt, dal luj meer belange'cios is, om- dat hij minder ncic* lig heeft. Droevig argu ment. Reusachtige vergissing, den graad van omkoopbaarheid der karakters af te meten naar den graad ran liet fortuin. In do moeste gevallen noemt de hcgcoiiglicid toe, met den otvorvloed en uo grootste bedelaars zijn niet de annsten. Was liet evenwel niet waarschijnlijk, dat juffrouw Marguerite's oogen open zouden gaan, en de onwaardigheid van liaar kous ontdekken, -en dat zij door de een of an dere verborgen inspiratie valil haar eigen hart den raad zou kunnen vinden, dien he^mij verboden was b,aar oip te dringen? Kon niet eensklaps een nieuw gevoel in dit liait ontwaken, een omverwadht ge voel, dat de ijdolo besluiten van het vor stand zou kannen wegblazen, en die waar deloos verklaren? Was dat gevoel reeds m'ct ontwaakt en had ik niet do duidelijke getuigenis daarvan gekregen? Vele dwaze Willen, aaizelingoi, gevechten en tranen. delaren dat alleen' niet geweten? Wij wer den overstroomd met aanbiedingen! Óp de aanbiedingen om voor een ge deelte van de stad een radiodislrbutic- bcdrijf in te richten, is liet college niet ingegaan, omdat het de bedoeling was één bediijf voor de geheelo gemeente in het leven te roepen. Alle aanbiedingen zijn door den lieer Aikema onderzoent. Deze heeft zich met betrekking tot deze materie veel kennis eigen gemaakt en spr. verlaat zich voor een groot deel daarop. De beer Aikema heeft "'de aanbiedingen geschiftdeze was 'te laag, een andere duaren tegen kwam in aanmerking om nader b 'keken te worden Toen kwam ook de heer Bauling met een aanbieding. Deze was tot dat tijdstip den heer Aikema onbekend Fr werd een onderzoek ingesteld en op grond van de financieele positie, de deskundigheid1, de wijze, waarop hij do zaak van plan was aan te pakken en de gepWfecliomioerde manier, waarop hij elders een radiodistribu liebedrijf verzorgde, werd besloten den raad voor te stellen met den heer Bauling in zee te gaan. De raad heeft heel kort tijd gehad om zich over dat voorstel te beraden, maar spr. heeft in zijn onschuld! gedacht, dat de raad ook wel in goed vertrouwen op het advies van den deskundige der ge meente zou willen zeilen. De fatale datum. De heer Hoogendam zegt: dat 1 Maart de fatale datum zou zijn geweest, is ach teraf toch wel lichtelijk overdreven ge bleken te zijn! Door B. en W. was de voorwaarde ge steld, dat het radiodistributiebedryf legen het winterseizoen in werking zou zijn. In verband daarmee heeft toon de heer Bau ling 1 Maart als datum gesteld, waarop hij een definitieve beslissing over de inrich ting van het bedrijf zou moeien ontvangen De raad1 heeft echter op 28 Februari ge zegd, dat ook Schiedamsche ingezetenen in de gelegenheid moesten worden gesteld om een" offerte in to dienon. De heer Bau ling werd toen voor de keuze gesteld de heele zaak te laten loopen of zijn aanbod ook nog na 1 Maart gestand te doen B, en w. hebben toen een onderhoud met den heer Bauling gehad. Het college heeft een zeer objectief standpunt ingenomen. Fr is geen sprake van sabotage dezerzijds ge vvcest. Er was maar één belang, dat we getracht hebben te dienen en dat is: het gemeentebelang 1 B. en VV. hebben den lieer Bauling ge zegd, dat de zaak opnieuw aau de orde zou worden gesteld in een. raadsvergade ring. die 29 Maart gehouden zoit/worden, Do heer Bauling had aanvankelijk tegen dien datum bezwaren; hij vond die te taak. Maar hij heeft'zich daarbij toch peer- ge!égdr,*""als "het"dan maar niet later- dan 29 Maart werd1. De vraag, of de heer Bauling den oor spronkelijk gestelden termijn van 1 Maart ai of niet moest laten schieten, was zui ver een zakenlcweslie, zooals er 200 dik wijls voorkomen in het leven. De Schicdamselic radiohanileliiren Thans zijn ook de Sehiedamsche radio- handelaren met een aanbod gekomen. Zij hebben deze zaak in handen gelegd van een deskundige onderneming. De heer Hoo gendam heeft de Sehi-edamsolte radiohande laren liulde gebracht, omdat zij in een zeer korten termijn met oen plan gereed waren. Is dat zoo? Spr. moet het tegen spreken De firma, die achter de Schiedamsche radiohandelaren, die een combinatie vor men, staat, heeft reeds lang geleden een offerte voor een radiodistribuliebedrijf in gediend, maar de heer Aikema heeft dat aanbod dadelijk uitgeschakeld, omdat het ver en ver beneden datgene bleef, wat anderen aanboden. Wat was er nu na 28 Februari te doen? Bedoelde firma behoefde haar oude aan bieding maar wat om te werken, waar bij zij rekening kon houden met het aan bod van den hoer Bauling, dat bekend was geworden. Spr. kan zich begrijpen, dat de Scliie- waarvan ik, sinds eenigen tijd, het mikpunt of de getuige was, openbaarden, zonder twijfel, een verstand, dat aan het wanke len was, en dat lieol weinig meester van zichzelf was. Ik was, bij slot van rekening niet z.oo'n nieuweling in hot leven, om niet to weten, dat een scène als die, waar van liet toeval mij dien avond den ver trouwde, en bijna den medeplichtige had gemaakt, hoe weinig bedacht zij was, niet tot uitbarsting kamt in een atmosfeer van onverschil'iglieid. Dcigclijke emoties, tier gelijke on li wringen vcrandorsteJlnn (wee zielen, welke reeds door een gemeenschap pelijke!] vorm bewogen worden, of die op hel punt staan het to worden. Maar als het waar was, als zij van mij hield, zooals het maar al to zeker was, dat ik haar liefheb, dan zcm ik van deze liefde kunnen zeggen, wat zij zei van haar schoonheid. „Waarom 1" Want ik kan mei hopen, dat zij aai!, genoeg kracht ban heb ben, om te triomfeeren over het eonige wantrouwen, dat de gril en de deugd van dit nobele meisje is, oen wantrouwen, waar van mijn karakter, durf ik zeggen, tien smaad van zich afstoof, maar oat mijn omstandigheden, moer dan die van ieder ander, in slaat zijn om op te wokken. Te midden van deze vrcoseüjke noveten en do grotesto voioi-zichligheid, welk czij mij op leggen, welk wonder zau den afgrond kun nen dempen? En tenslotte, zelfs wanneer dit won. der gebeuren moolit, en zich verwaardigde, mij deze band aan te bieden, voiov welke ik mijn leven zou geven, maar die ik nooitzou vragen, zau dan o<ns huwelijk gelukkig zijn? Moest ik niet vroezem, dat, vroeg rif laat, in deze onrustige verbeelding, liet een of ander slecht-uitgcdoofde wan- Westmolenstraat 16-18 - Telef. 68519 Mijmeringen. "Vooruit- Dageiijksche Motorjiootdiensten op AMSTERDAM N.V van KATWUK'SGLASHANDEL Radio - ESeclriciteit C. v. d MOST Czn. Rotiord. dijk 18C - Telctoon USï?(> Rtaareeren en nieuw wikkelen van Stofzuigers damsche zakenlui in de radiobranche zich terdeg'e hebben ingespannen: dat was niet alleen hun goed recht, maar ook hun plicht! Maar de zaak is zoo gelegen, dat, als op hun aanbod! zou women ingegaan, B. en W. te doen zouden krijgen met een aantal stadgenooten, of was liet zóó, dat over hun hoofden heen door een be paalde firma een nieuwe aanbieding kan doen? Als dat zoo is, komt de offerte van de Schiedamsche radiohandelaren in een ander licht to staan. Welk belang heeft do Schiedamsche radiohandelaar bij een nieuwe offerte van bedoelde firma? Zal die zaak voor hom en voor de gemeente minstens even voordeelig zijn? De heer Van Duinhoven heeft do zaak schromelijk overdreven, toen hij den toe stand van die Sehiedamsche radtohande- laren schetste en den indruk wekte, alsof zij hun ondergang nabij zouden zijn. Spr. wil er op wijzen, dat, als aan de combinatie van 10 Schiedamsche radiohan delaren de gevraagde medewerking door de gemeente wordt verleend, een ander deel van de Schiedamsche radiobandelarcn in den knoei komt.- Heeft de heer Van Duin hoven, bij het bepalen van zijn houding, daaraan gedacht Als'ide heer Bauling hier het radiodistribuliebedrijf ter hand neemt, zullen de abonné's geheel vrij zijn om hun luidsprekers bij "Schiedamsche radio- handelaren te koopen. Natuurlijk zal de heer Bauling wel invloed trachten uit te oefenen, dat hij do '-levering krijgt. Meer belang bij erkoop van toestellen. De Schiedamsche gegadigden zeggen: Als wij het radiodistribuliebedrijf gaan exploi- teerenj* zullen "er" meer aansluitingen-tot stand komen. Fn daaraan zullen zij de luidsprekers willen leveren, met uitsluiting van andere Schiedamsche radiohandolaren Zal het aantal aansluitingen g rooi er zijn, als do Schiedamsche radiohandelaren niet de exploitatie worden belast? Het spijt spr, maar hij moet aannemen, dat het tegen overgestelde het geval zal zijn, want deze heeren hebben in een - onderhoud gezegd, dat de heer Bauling zoo'n geweldige re clame maakt voor aansluiting op het ra- diodistributienet, d'at bijna allen, die daar voor in aanmerking komen, er toe over gaan, waardoor er niets over blijft voor de radiohandelaren. Deze kunnen echter, behalve het radiodislributiobedrijf exploi- teeren, ook nog toestellen leveren. B. en W, hebben toen sterk gevoeld, dat de Schiedamsche radioliandelaren meer gelegen was aan den verkoop van toe stellen dan aan het exploiteeren van een radiodistributiebedrijf. (Wordl vervolgd). Het "is al heel wat jaren geleden, dat we in Amsterdam voor het oude Ciom- mandantshuis' op den Dam stonden te wachten op de tram. Het was nog de tijd van de paardentram met de open voer en achterbalcons. Het goot dien dag van den regen. De tram reed1 voor. De wagen was binnen' geheel bezet. Even-ecus het aehterbalcon. De conducteur riep: „al leen nog maar voorop." Doch daar „voor- óp" had men den regen uit de eerste hand in ontvangst te nemen. De meeste wachtenden verkozen onder hun para- pluie, dan tc wachten op de volgende ge legenheid. Ze wilden niet „voorop!" Een paar gingen „voorop" staan. Onder hen was de bekende Amsterdamsche pre dikant-literator dr. E. Launllard. En deze sprak toen de meikwaardige woorden: „De meeste mcnschen willen wél vooruit, maar niet voorop." Deze geestige woorden zijn ons sedert 't is al een dertig jaar geleden steeds bij gebleven. We hebben daaraan vaak moeten denken, omdat ze in het kort samenvatten, wat we telkens weer om ons heen kunnen ervaren. Als er in den ouden tijd een veldslag geleverd moest worden, gingen de aanvoer ders voorop. Ze wezen den weg naar de vijandelijke macht. Ze gaven het sein niet alieen, maar ook het voorbeeld. Meer nog misschien dan de gewone soldaat stel den ze hun leven in de waagschaal. Ze vormden een eenheid1 met hun troepen. Ze hadden het volste recht om tot vol gen uit te noodigen, omdat zo voorgingen! In de geschiedenis van Zuid-Afnka zijn de voortrekkers; in die van Noord-Amenka de Pelgrira-Vaders in groote eere. En dat terecht. Immers zij waren de mannen, die met groole opofferingen en moeite, met den inzet van eigen leven vaak, den weg in het nieuwe land gezocht hebben. Hel werd hun niet gemakkelijk gemaakt om vooruit en voorop te gaan. Maar hun moed, hun goed vertrouwen deed hen voorop gaan. Anderen zouden ook voor uitgaan, maar op den weg van het volgen. We zouden ook het voorbeeld1 kunnen noemen van degenen, die in onze lage landen den grondslag legden voor ons zelfstandig volksbestaan; van hen, die den weg overzee vonden voor de stichting van ons koloniale rijk. Allemaal lieden, die niet maar vooruit wilden, maar ook voorop durfden ie gaan. Fr wordt in' onzen lijd ved geklaagd over het groeiend gemis aan persoonlijk heid onder de men s c h e n k i n de railKet DER ZATERDAG 4 MEI 1933. No. 20938. j f E11 liet is ook niet erg, dat die voorop gaan weinigen zijn err die vooruit willen gaan en ook gaan, zeer velen. Maar wie vooruit willen alleen maar vooruit moeien niet doen, alsof ze - voorop gaan. 1 Die voorop gaan moeien ruimte heb ben, kans en de eer, die den voortrekker^ - toekomt, omdat zij bezitten, wat die al leen maar vooruit willen, missen: in zicht, overtuiging, moed en geloof. J. Nagel. I örimrite0rioro'0;ö'aö.ooooooöo-3o«>: trouwen, oaverbiddcllijk, opnieuw te voor- schijn komen? Zou ik, zander onbehaaglijk heid, van een besmette liefde kunnen ge nieten, als van een woldaal? Onze 10I van bescherming tegenover de vrouw is ons zóó uitdrukkelijk opgelegd door al de ge voelens van oer, dat zij geen onkel oog-eu- blik kan vorden omgekeerd, ze'fs niel in alle ccrbauhcid, zonder dal, ik weet niel welke scha luw van twijfel en verdenking over ons komt. Hel is waar: rijkdom is niet zoo'n voordeel dat er in deze wereld niets tc vindon is, dat opweegt tegen hem, en ik meen, dat een man, die aau zijn vrouw, in rui! voor enkele zakken goud, een naam aanbiedt, dien hij beroemd ge- maakt heeft, oen uitmuntende verdienste, een groo'sche situatie, een toekomst, met veipletlerd behoeft te worden door dank- baarheid; maar ik, ik heb leego hinden, ik heb niet meer to-ekomst dan ik heden heb, van al de voo deo'cn, welke de wereld waardeert, heb ik slechts ecu enkc'e; mijn adel ijken titel, en ik zou vastbesloten zijn hem niet te dragen, opdat men mot kan zeggen, dat hij do koopprijs is. Kort ge zegd dus: ik zou alles ontvangen, en niets geven; een koning kan oen herderinnetje trouwen, dal is edel cn bekaoUijk, m men feliciteert hem er terecht om; maar oen herder, die zich zou laten trouwen do-ar oon koningin, dat zou geen go-oden indruk maken. Ik heb den nacht doorgebracht met al deze dingen door mijn arme hersens to la ten gaan on een besluit te zoeken, 011 ik zoek het nog. Misschien moest ik ziofnder uilslel dit huis en dit land veil'aten. De wijsheid zou het willen. Dit alles kan niet goed eindigen. Welk oen doodelijk ver-| driet zou men zich dikwijls bo-paren, doorl Werkzaamheden in den Volkstuin. Dahlia's planten. Zou er wel cén bloemsoort zijn, die zoo algemeen bekend is en gebruikt wordt als de Dahlia? Wanneer we omstreeks Augustus een kijkje gaan nemen in di verse tuinen treffen we bijna overal Dahlia's aan. Nu worden ze weer uitga- plant in onze tuinen. Zijn de knollen wat groot, dan kunnen ze worden gescheurd, waarbij we hebben te zorgen, dat elk stuk voorzien is van een gedeelte van den wortelhals, mot een; of meer oogen. Voot beplanting van bloembedden zijn de hoog groeiende soorten minder ge schikt. We planten deze liever meer on gedwongen, b.v. daar waar tussehen een lage heesterbeplanling nog open ruimten zijn, op open plekken in boordbeddem, langs een tuinpad of zelfs vrij in het gazon'. In het laatste geval moet er vooral voldoende ruimte tussehen de planten zijn, opdat het gras er niet door te lijden heeft. Tenopzichte van den grond zijn Dahlia's niet al te kieskeurig. Wel moet deze vol doende los zijn. Een zware bemesting is in het algemeen niet aan 1e raden, daar dan de bladgroot te sterk is. Op schrale gronden kunnen we natuurlijk gerust be hoorlijk mesten. Op plaatsen waar we veel hinder onder vinden van slakken, waarvan de hoe-I kleine het lastigste zijn, worden de jonge spruitjes vaak geregeld weggevreten. Is de grond Huilerig, dan hebben zie gelegen heid- om aan ons spiedend oog en aan de voor hen zoo hinderlijke--zon,- te ent snappen. Ter bestrijding omgeven we de' planten dan met een vlak laagje droog, LmI» sche*P zancL Be(er 's het n°s om de knol- hebben zoo leeren zweren bij de groote getallen; vergasten ons zoo aan statische cijfers, dat de enkeling geheel in het ge drang gekomen is. Wat bcteekent de man alleen; de man, die zich zelf durft te zijn? Al heel weinig. Daarom hebben ook zoo weinigen den moed om voorop te gaan. Want wie voor opgaan zijn de mannen van de eigen persoonlijkheid; van den persoonlijken moed, van d'e eigen, vaak na veel strijd verworven innerlijke overtuiging. We willen aUen vooruit; we voelen, dat wo vooruit moeten, omdat do klok nu eenmaal vooruit en niet achteruitloopt. Maar de meesten willen slechts volgende vooruit en niet voorop. Vandaar, dat om ons heen, zooveel groo te woorden opklinken, zoo heel voel hol geluid, met zoo weinig wezenlijken, eigen inhoud. Niet allen kunnen voorop gaan. Dat is do laak van maar weinigen. Dio daan-oor als 't ware geboren zijn. een enkele minuut van moed en beslistheid Ik zou tenminste overstelpt zijn door ver- ilnel, nooit had ik zoo'n schoanc gelegen heid. En to-ch, ik kan nietIIn mijn vei warden en gekveUein geest is ei één gedachte, die alles boheersclu, en die mg vcivuld met een bovenraenschciijke \reug- de Mijn ziel is licht als een vogel m de lucht. Ik zie steeds weel vóór mij, en zal het altijd zien, dat Heine kerkhof, die verre zee, dien oncimligen horizon, en op dien stuitenden lop die oigel van schoonheid, nal van goddelijke tranen. Ik vod nog haar hand op mijn lippen, ik voel Laar tranen in mijn oogen, 111 mijn hart. Ik houd van haari Welnu, morgen, als liet moet, zal ik oen besluit nemen Tot dan late men mij. on Go is will met rust. Sinds langen tijd mank ik geen mis bruik van het gelukDeze liefde, ik zal er misschien aan sterven; ik uil, een gelicelcn -dag, in viede levenl 2G Augustus. Dio dag, die eenige dag, wanrom ik smeekte, is mij n.et gegeven geworden. Mijn kortstondige zwakheid hoeft niet lang gowaelit op de boetedoening, en deze zal lang zijn. Hoe had ik het vergeten? In de o-rdo der moraal, evenals in elke andere, ijn er wetten, die wij nooit ongestraft over treden, cn waarvan de bepnxtd-e gevolgen in doze wereld het voortdurend tussehen- beide komen van wat men do Voorzienig heid noemt, beloekenen. Een zwak en groot man, die met een bijna krankzinnige hand liet evangelie van oen wijze schroef, z.eidc van deze passies, welke zijn ellende ver oorzaakten, zijn schande en zijn genie ien eerst in een bak op te kuilen en zoodra de scheuten ongeveer 10 c.M. lang zijn, te planten. j Voor perkbeplanting rijn de laagblijven- de Dahlia's goed' te gebruiken. De be kende Mignon Dahlia's planten wo op on geveer 40 c.M. afstand. Deze zijn enkel- bioemig. Ook onder de gevuld- en groot- bloernigo soorten zijn Iaagblijvende. Op de bloemperken kunnen we de knol len nu al uitplanten tussehen violen, ver- geetmenietjes, dubbele madeliefjes en an dere voorjaarsbloei-ers. Dit moet dan voor al voorzichtig gebeuren opdat deze nu bloeiende plantjes niet worden beschadigd1. Voor snijbloemen zijn de hooggroeiende, grootbloemige Dahlia's het meest aan te bevelen. Ook is het bekend, dat enkel- bloemigö Dahlia's zeer spoedig uitvallen. We planten Dahlia's vooral op eon zoa- nig plekje, liet zijn echte zonnekinderen. A. G. 1 waren: „Alle zijn goed, wanneer men zo meester blijft; alle zijn slecht, wanneer men zich er door iaat onderwerpen. Wat ons door de natuur veiboilen is, dat is: onzo gehechtheid venter uit te strekken dan ouzo krachten reiken; wat oais door de rede verboden wordt, is: te willen, wal wij niet kunnen verkrijgen; wat rins door het geweten verboden wordt, is niet: verzocht te worden, maar: ons te laten: overwinnen door de verzoekingen. Het hangt niet van ons at, het hebben of niet hebben van passies; het hangt van' ons af, over deze io hoerschcn. Alle ge voelens, wellre wij bclieerschen, zijn ge wettigd; a! die, dio ons behoerschen, zijn misdadig... Hecht uw hart slechts aan do schoonheid, dio niet vergaat, laat uwe om standigheden uw wenschen begrenzen; laat uw plichten voor uw passies gaan; breid do wet der noodzakelijkheid uit over do moroele dingen; loer verliezen, wat u ka® worden ontnomen; leer alles to verlaten, wanneer de deugd het esicht!" Ja, zoo is de wet; ik ken haar; ik heb' haar geweld aangedaan; ik wordt gestraft. Niets is rechtvaardiger. Ik had nauwelijks den voet gezet op dei wolk, die deze krankzinnige liefde als het ware is, of ik werd er heftig van afgewor pen, en ik heb, met moeite, na vijf dagen, den moed teruggewonnen; om de bijna be spottelijke omstandigheden van mijn val te schetsen. j (Wordt vervolgd). I „7. 6. A. DE WINTER Telefoon 68646 GEBR. BULOO

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1935 | | pagina 5