sieoirassifflii-:„edelweiss"
Verslag van den Gemeenteraat
9. Tb.: HEIliBMEK Sranderssteeg S
Ata op taeis wepi tan let
verkeer voleis vellij tjjn
DE ROMAN VAN MAXIME
VERZILVERD GLAS
TWEEDE BLAD
SCHIEDAMSCHE COURANT
Tcigadcriiig van Vrijdag 29 Maait 1933,
's avonds 8 uur,
I.
Voorzitten de waarnemend burge
meester, ir. C. Houtman.
Radiodistributie.
(Vervolg).
lJe Voor? it Lor heropent te ruim 8
uur de vergadering.
Spr. geeft er, als voor/iller van deze
vergadenng, or de voorkeur aan, het laatst
het voord te voeren.
Do kwestie van een eventueele gemeen
telijke radiodistrbutie is beslist. B. en W.
hebben de aangelegenheid alleen als z.aak
bekeken. Spr. twijfelt niet, of de leden
van liet collego zulten ook bier thans een
standpunt innemen, dat niet van elkaar
afwijkt.
Niet meer zoo warm.
Do heer Slavenburg zegt, dat in
de vorige vergadering het debat over de
radiodistributie niet tot zijn recht is ge
komen. De bizondere omstandigheden, toon
aanwezig, waren oorzaak, dat men zich zeer
heeft moeten beperken bij de besprekin
gen. Spr. verheugt zich ofschoon hij
niet op deze avondvergadering gecharmeerd
was dat er nu gelegenheid bestaat de
zaak nog eens rustig te bespreken Dat is
wel noodzakelijk, in verband met den in
druk, hedenmiddag in de raadsvergadering
gewekt.
Uit den raad is herhaaldelijk aandrang
uitgeoefend om 'do radiodistribulie ter hand
te nemen en dat is ook van meerdere
zijden geschied. Spr. zelf staat redds eeni-
gc jaren op liet standpunt, dat van de
bereidwilligheid, om een deel van d'e in
komsten van een radiodistribuliebedrijf af
te staan aan de gemeentekas, moet wor
den geprofiteerd.
Spr. staat nog steeds op dat standpunt,
ofschoon hij niet meer zoo warm voor
deze zaak is als eenige jaren geleden.
De bedragen, die uit een radiod'istributie-
bedrijf in de gemeentekas zullen vloeien,
?ijn uiteraard beduideud afgenomen. Als
echter niet een beslissing wordt genomen
met betrekking tot do radiodistributie, als
bij wensehelijk acht, zou spr. liever de
lieele radiodistributie maar willen laten
varen I
Al is spr, dus cenigszins lauw tegen
over het vraagstuk op zich zelf, toch wit
hij met warmte liet voorstel van B. en
IV. verdedigen.
Da zaak is niet zoo eenvoudig.
Toen spr. hedenmiddag den heer Van
Duinhoven zoo hoorde, hooft spr. zich af
gevraagd, of B. en W nog wel bekwaam
zijn voor hun taak. De zaak was zeer
eenvoudig, volgens den hoer Van Duin
hoven Het beste zou zijn een gemeente-
- lijk' radiodistributtebédrijf, una at-dat-wilde
de raad niet en dau is volgens hem het
hemd nader dan de rok.
De heer Van Duinhoven: Dat is
todi heel eenvoudig!
De heer Slavenburg: Ik benijd den
heer Van Duinhoven dat inzicht niet! De
zaak is niet zoo eenvoudig!
De heer Van Duinhoven heeft vroeger
reeds beweerd, dat altóen een gemeentelijk
radiodistribuliebedrijf de moeülijkhedten van
technisclien on cultureeleu aard kan oplos
sen. Heeft de heer Van Duinhoven aan
die uitspraak ook hedenmiddag gedacht?
B. en W. schijnt de zaak niet zoo een
voudig! Zij hebben een technisch ambte
naar belast met de studie van dit vraag
stuk. Spr. zegt: studieI
De betreffende ambtenaar heeft hot volle
vertrouwen van B. en W. en zij zijn over
tuigd de integriteit van zijn persoon.
De heer Van Duinhoven heeft op dien
ambtenaar op minder juiste wijze een aan
val gedaan 1
Overstroomd met aanbiedingen.
De lieer Aikema heeft ziah met het
vraagstuk van de radiodistributie bezig ge
houden en heel Nederland wist dat; er
is niemand uitgenoodigd een offerte in
te dienen; ieder in Nederland, tot zelfs
bij de grenzen, wist, dat Schiedam dacht
aan het stichten van een radiodislributic-
bedrijf. Hebben de Scbiedamscho radioham
door OCTAVE FEUILLET.
Uit het Fransch door tl. A. C. Snethlage
35)
Daarna zocht ik lo begrijpen, diOior wel
ke afdwaling van liet gezande verstand dit
jonge meisje dezen man uit alten had
uitgekozen. Ik meende het to iaden. Mijn
heer de Bévallan is erg rijk; Iflj moet wet
een fortuin inbrengen, dat bijna gelijk is
aan dat, wat bij er vindt; dat schijnt een
som van waarborg; liij zou het buiten deze
overmant van rijkdom kunnen steltenmen
vermoedt, dal luj meer belange'cios is, om-
dat hij minder ncic* lig heeft. Droevig argu
ment. Reusachtige vergissing, den graad
van omkoopbaarheid der karakters af te
meten naar den graad ran liet fortuin. In
do moeste gevallen noemt de hcgcoiiglicid
toe, met den otvorvloed en uo grootste
bedelaars zijn niet de annsten.
Was liet evenwel niet waarschijnlijk, dat
juffrouw Marguerite's oogen open zouden
gaan, en de onwaardigheid van liaar kous
ontdekken, -en dat zij door de een of an
dere verborgen inspiratie valil haar eigen
hart den raad zou kunnen vinden, dien
he^mij verboden was b,aar oip te dringen?
Kon niet eensklaps een nieuw gevoel in
dit liait ontwaken, een omverwadht ge
voel, dat de ijdolo besluiten van het vor
stand zou kannen wegblazen, en die waar
deloos verklaren? Was dat gevoel reeds
m'ct ontwaakt en had ik niet do duidelijke
getuigenis daarvan gekregen? Vele dwaze
Willen, aaizelingoi, gevechten en tranen.
delaren dat alleen' niet geweten? Wij wer
den overstroomd met aanbiedingen!
Óp de aanbiedingen om voor een ge
deelte van de stad een radiodislrbutic-
bcdrijf in te richten, is liet college niet
ingegaan, omdat het de bedoeling was één
bediijf voor de geheelo gemeente in het
leven te roepen.
Alle aanbiedingen zijn door den lieer
Aikema onderzoent. Deze heeft zich met
betrekking tot deze materie veel kennis
eigen gemaakt en spr. verlaat zich voor
een groot deel daarop. De beer Aikema
heeft "'de aanbiedingen geschiftdeze was
'te laag, een andere duaren tegen kwam in
aanmerking om nader b 'keken te worden
Toen kwam ook de heer Bauling met
een aanbieding. Deze was tot dat tijdstip
den heer Aikema onbekend Fr werd een
onderzoek ingesteld en op grond van de
financieele positie, de deskundigheid1, de
wijze, waarop hij do zaak van plan was
aan te pakken en de gepWfecliomioerde
manier, waarop hij elders een radiodistribu
liebedrijf verzorgde, werd besloten den raad
voor te stellen met den heer Bauling in
zee te gaan.
De raad heeft heel kort tijd gehad om
zich over dat voorstel te beraden, maar
spr. heeft in zijn onschuld! gedacht, dat
de raad ook wel in goed vertrouwen op
het advies van den deskundige der ge
meente zou willen zeilen.
De fatale datum.
De heer Hoogendam zegt: dat 1 Maart
de fatale datum zou zijn geweest, is ach
teraf toch wel lichtelijk overdreven ge
bleken te zijn!
Door B. en W. was de voorwaarde ge
steld, dat het radiodistributiebedryf legen
het winterseizoen in werking zou zijn. In
verband daarmee heeft toon de heer Bau
ling 1 Maart als datum gesteld, waarop
hij een definitieve beslissing over de inrich
ting van het bedrijf zou moeien ontvangen
De raad1 heeft echter op 28 Februari ge
zegd, dat ook Schiedamsche ingezetenen in
de gelegenheid moesten worden gesteld om
een" offerte in to dienon. De heer Bau
ling werd toen voor de keuze gesteld de
heele zaak te laten loopen of zijn aanbod
ook nog na 1 Maart gestand te doen
B, en w. hebben toen een onderhoud met
den heer Bauling gehad. Het college heeft
een zeer objectief standpunt ingenomen. Fr
is geen sprake van sabotage dezerzijds ge
vvcest. Er was maar één belang, dat we
getracht hebben te dienen en dat is: het
gemeentebelang 1
B. en VV. hebben den lieer Bauling ge
zegd, dat de zaak opnieuw aau de orde
zou worden gesteld in een. raadsvergade
ring. die 29 Maart gehouden zoit/worden,
Do heer Bauling had aanvankelijk tegen
dien datum bezwaren; hij vond die te
taak. Maar hij heeft'zich daarbij toch peer-
ge!égdr,*""als "het"dan maar niet later- dan
29 Maart werd1.
De vraag, of de heer Bauling den oor
spronkelijk gestelden termijn van 1 Maart
ai of niet moest laten schieten, was zui
ver een zakenlcweslie, zooals er 200 dik
wijls voorkomen in het leven.
De Schicdamselic radiohanileliiren
Thans zijn ook de Sehiedamsche radio-
handelaren met een aanbod gekomen. Zij
hebben deze zaak in handen gelegd van
een deskundige onderneming. De heer Hoo
gendam heeft de Sehi-edamsolte radiohande
laren liulde gebracht, omdat zij in een
zeer korten termijn met oen plan gereed
waren. Is dat zoo? Spr. moet het tegen
spreken
De firma, die achter de Schiedamsche
radiohandelaren, die een combinatie vor
men, staat, heeft reeds lang geleden een
offerte voor een radiodistribuliebedrijf in
gediend, maar de heer Aikema heeft dat
aanbod dadelijk uitgeschakeld, omdat het
ver en ver beneden datgene bleef, wat
anderen aanboden.
Wat was er nu na 28 Februari te doen?
Bedoelde firma behoefde haar oude aan
bieding maar wat om te werken, waar
bij zij rekening kon houden met het aan
bod van den hoer Bauling, dat bekend
was geworden.
Spr. kan zich begrijpen, dat de Scliie-
waarvan ik, sinds eenigen tijd, het mikpunt
of de getuige was, openbaarden, zonder
twijfel, een verstand, dat aan het wanke
len was, en dat lieol weinig meester van
zichzelf was. Ik was, bij slot van rekening
niet z.oo'n nieuweling in hot leven, om
niet to weten, dat een scène als die, waar
van liet toeval mij dien avond den ver
trouwde, en bijna den medeplichtige had
gemaakt, hoe weinig bedacht zij was, niet
tot uitbarsting kamt in een atmosfeer van
onverschil'iglieid. Dcigclijke emoties, tier
gelijke on li wringen vcrandorsteJlnn (wee
zielen, welke reeds door een gemeenschap
pelijke!] vorm bewogen worden, of die op
hel punt staan het to worden.
Maar als het waar was, als zij van mij
hield, zooals het maar al to zeker was,
dat ik haar liefheb, dan zcm ik van deze
liefde kunnen zeggen, wat zij zei van haar
schoonheid. „Waarom 1" Want ik kan mei
hopen, dat zij aai!, genoeg kracht ban heb
ben, om te triomfeeren over het eonige
wantrouwen, dat de gril en de deugd van
dit nobele meisje is, oen wantrouwen, waar
van mijn karakter, durf ik zeggen, tien
smaad van zich afstoof, maar oat mijn
omstandigheden, moer dan die van ieder
ander, in slaat zijn om op te wokken. Te
midden van deze vrcoseüjke noveten en do
grotesto voioi-zichligheid, welk czij mij op
leggen, welk wonder zau den afgrond kun
nen dempen?
En tenslotte, zelfs wanneer dit won.
der gebeuren moolit, en zich verwaardigde,
mij deze band aan te bieden, voiov welke
ik mijn leven zou geven, maar die ik
nooitzou vragen, zau dan o<ns huwelijk
gelukkig zijn? Moest ik niet vroezem, dat,
vroeg rif laat, in deze onrustige verbeelding,
liet een of ander slecht-uitgcdoofde wan-
Westmolenstraat 16-18 - Telef. 68519
Mijmeringen.
"Vooruit-
Dageiijksche Motorjiootdiensten op
AMSTERDAM
N.V van KATWUK'SGLASHANDEL
Radio - ESeclriciteit
C. v. d MOST Czn.
Rotiord. dijk 18C - Telctoon USï?(>
Rtaareeren en nieuw wikkelen van Stofzuigers
damsche zakenlui in de radiobranche zich
terdeg'e hebben ingespannen: dat was niet
alleen hun goed recht, maar ook hun
plicht!
Maar de zaak is zoo gelegen, dat, als
op hun aanbod! zou women ingegaan, B.
en W. te doen zouden krijgen met een
aantal stadgenooten, of was liet zóó,
dat over hun hoofden heen door een be
paalde firma een nieuwe aanbieding kan
doen? Als dat zoo is, komt de offerte
van de Schiedamsche radiohandelaren in
een ander licht to staan. Welk belang heeft
do Schiedamsche radiohandelaar bij een
nieuwe offerte van bedoelde firma? Zal
die zaak voor hom en voor de gemeente
minstens even voordeelig zijn?
De heer Van Duinhoven heeft do zaak
schromelijk overdreven, toen hij den toe
stand van die Sehiedamsche radtohande-
laren schetste en den indruk wekte, alsof
zij hun ondergang nabij zouden zijn.
Spr. wil er op wijzen, dat, als aan de
combinatie van 10 Schiedamsche radiohan
delaren de gevraagde medewerking door de
gemeente wordt verleend, een ander deel
van de Schiedamsche radiobandelarcn in
den knoei komt.- Heeft de heer Van Duin
hoven, bij het bepalen van zijn houding,
daaraan gedacht Als'ide heer Bauling hier
het radiodistribuliebedrijf ter hand neemt,
zullen de abonné's geheel vrij zijn om
hun luidsprekers bij "Schiedamsche radio-
handelaren te koopen. Natuurlijk zal de
heer Bauling wel invloed trachten uit te
oefenen, dat hij do '-levering krijgt.
Meer belang bij erkoop van
toestellen.
De Schiedamsche gegadigden zeggen: Als
wij het radiodistribuliebedrijf gaan exploi-
teerenj* zullen "er" meer aansluitingen-tot
stand komen. Fn daaraan zullen zij de
luidsprekers willen leveren, met uitsluiting
van andere Schiedamsche radiohandolaren
Zal het aantal aansluitingen g rooi er zijn,
als do Schiedamsche radiohandelaren niet
de exploitatie worden belast? Het spijt spr,
maar hij moet aannemen, dat het tegen
overgestelde het geval zal zijn, want deze
heeren hebben in een - onderhoud gezegd,
dat de heer Bauling zoo'n geweldige re
clame maakt voor aansluiting op het ra-
diodistributienet, d'at bijna allen, die daar
voor in aanmerking komen, er toe over
gaan, waardoor er niets over blijft voor
de radiohandelaren. Deze kunnen echter,
behalve het radiodislributiobedrijf exploi-
teeren, ook nog toestellen leveren.
B. en W, hebben toen sterk gevoeld,
dat de Schiedamsche radioliandelaren meer
gelegen was aan den verkoop van toe
stellen dan aan het exploiteeren van een
radiodistributiebedrijf.
(Wordl vervolgd).
Het "is al heel wat jaren geleden, dat
we in Amsterdam voor het oude Ciom-
mandantshuis' op den Dam stonden te
wachten op de tram. Het was nog de tijd
van de paardentram met de open voer
en achterbalcons. Het goot dien dag van
den regen. De tram reed1 voor. De wagen
was binnen' geheel bezet. Even-ecus het
aehterbalcon. De conducteur riep: „al
leen nog maar voorop." Doch daar „voor-
óp" had men den regen uit de eerste
hand in ontvangst te nemen. De meeste
wachtenden verkozen onder hun para-
pluie, dan tc wachten op de volgende ge
legenheid. Ze wilden niet „voorop!"
Een paar gingen „voorop" staan. Onder
hen was de bekende Amsterdamsche pre
dikant-literator dr. E. Launllard. En deze
sprak toen de meikwaardige woorden: „De
meeste mcnschen willen wél vooruit, maar
niet voorop."
Deze geestige woorden zijn ons sedert
't is al een dertig jaar geleden steeds
bij gebleven. We hebben daaraan vaak
moeten denken, omdat ze in het kort
samenvatten, wat we telkens weer om
ons heen kunnen ervaren.
Als er in den ouden tijd een veldslag
geleverd moest worden, gingen de aanvoer
ders voorop. Ze wezen den weg naar de
vijandelijke macht. Ze gaven het sein niet
alieen, maar ook het voorbeeld. Meer
nog misschien dan de gewone soldaat stel
den ze hun leven in de waagschaal. Ze
vormden een eenheid1 met hun troepen.
Ze hadden het volste recht om tot vol
gen uit te noodigen, omdat zo voorgingen!
In de geschiedenis van Zuid-Afnka zijn
de voortrekkers; in die van Noord-Amenka
de Pelgrira-Vaders in groote eere. En dat
terecht. Immers zij waren de mannen, die
met groole opofferingen en moeite, met
den inzet van eigen leven vaak, den weg
in het nieuwe land gezocht hebben. Hel
werd hun niet gemakkelijk gemaakt om
vooruit en voorop te gaan. Maar hun
moed, hun goed vertrouwen deed hen
voorop gaan. Anderen zouden ook voor
uitgaan, maar op den weg van het volgen.
We zouden ook het voorbeeld1 kunnen
noemen van degenen, die in onze lage
landen den grondslag legden voor ons
zelfstandig volksbestaan; van hen, die den
weg overzee vonden voor de stichting van
ons koloniale rijk.
Allemaal lieden, die niet maar vooruit
wilden, maar ook voorop durfden ie gaan.
Fr wordt in' onzen lijd ved geklaagd
over het groeiend gemis aan persoonlijk
heid onder de men s c h e n k i n de railKet
DER
ZATERDAG 4
MEI 1933. No. 20938. j
f
E11 liet is ook niet erg, dat die voorop
gaan weinigen zijn err die vooruit willen
gaan en ook gaan, zeer velen.
Maar wie vooruit willen alleen maar
vooruit moeien niet doen, alsof ze -
voorop gaan. 1
Die voorop gaan moeien ruimte heb
ben, kans en de eer, die den voortrekker^ -
toekomt, omdat zij bezitten, wat die al
leen maar vooruit willen, missen: in
zicht, overtuiging, moed en geloof.
J. Nagel. I
örimrite0rioro'0;ö'aö.ooooooöo-3o«>:
trouwen, oaverbiddcllijk, opnieuw te voor-
schijn komen? Zou ik, zander onbehaaglijk
heid, van een besmette liefde kunnen ge
nieten, als van een woldaal? Onze 10I
van bescherming tegenover de vrouw is ons
zóó uitdrukkelijk opgelegd door al de ge
voelens van oer, dat zij geen onkel oog-eu-
blik kan vorden omgekeerd, ze'fs niel in
alle ccrbauhcid, zonder dal, ik weet niel
welke scha luw van twijfel en verdenking
over ons komt. Hel is waar: rijkdom is
niet zoo'n voordeel dat er in deze wereld
niets tc vindon is, dat opweegt tegen hem,
en ik meen, dat een man, die aau zijn
vrouw, in rui! voor enkele zakken goud,
een naam aanbiedt, dien hij beroemd ge-
maakt heeft, oen uitmuntende verdienste,
een groo'sche situatie, een toekomst, met
veipletlerd behoeft te worden door dank-
baarheid; maar ik, ik heb leego hinden, ik
heb niet meer to-ekomst dan ik heden heb,
van al de voo deo'cn, welke de wereld
waardeert, heb ik slechts ecu enkc'e; mijn
adel ijken titel, en ik zou vastbesloten zijn
hem niet te dragen, opdat men mot kan
zeggen, dat hij do koopprijs is. Kort ge
zegd dus: ik zou alles ontvangen, en niets
geven; een koning kan oen herderinnetje
trouwen, dal is edel cn bekaoUijk, m men
feliciteert hem er terecht om; maar oen
herder, die zich zou laten trouwen do-ar oon
koningin, dat zou geen go-oden indruk
maken.
Ik heb den nacht doorgebracht met al
deze dingen door mijn arme hersens to la
ten gaan on een besluit te zoeken, 011 ik
zoek het nog. Misschien moest ik ziofnder
uilslel dit huis en dit land veil'aten. De
wijsheid zou het willen. Dit alles kan niet
goed eindigen. Welk oen doodelijk ver-|
driet zou men zich dikwijls bo-paren, doorl
Werkzaamheden in den
Volkstuin.
Dahlia's planten.
Zou er wel cén bloemsoort zijn, die
zoo algemeen bekend is en gebruikt wordt
als de Dahlia? Wanneer we omstreeks
Augustus een kijkje gaan nemen in di
verse tuinen treffen we bijna overal
Dahlia's aan. Nu worden ze weer uitga-
plant in onze tuinen.
Zijn de knollen wat groot, dan kunnen
ze worden gescheurd, waarbij we hebben
te zorgen, dat elk stuk voorzien is van
een gedeelte van den wortelhals, mot een;
of meer oogen.
Voot beplanting van bloembedden zijn
de hoog groeiende soorten minder ge
schikt. We planten deze liever meer on
gedwongen, b.v. daar waar tussehen een
lage heesterbeplanling nog open ruimten
zijn, op open plekken in boordbeddem,
langs een tuinpad of zelfs vrij in het gazon'.
In het laatste geval moet er vooral
voldoende ruimte tussehen de planten zijn,
opdat het gras er niet door te lijden heeft.
Tenopzichte van den grond zijn Dahlia's
niet al te kieskeurig. Wel moet deze vol
doende los zijn. Een zware bemesting is
in het algemeen niet aan 1e raden, daar
dan de bladgroot te sterk is. Op schrale
gronden kunnen we natuurlijk gerust be
hoorlijk mesten.
Op plaatsen waar we veel hinder onder
vinden van slakken, waarvan de hoe-I
kleine het lastigste zijn, worden de jonge
spruitjes vaak geregeld weggevreten. Is
de grond Huilerig, dan hebben zie gelegen
heid- om aan ons spiedend oog en aan
de voor hen zoo hinderlijke--zon,- te ent
snappen. Ter bestrijding omgeven we de'
planten dan met een vlak laagje droog,
LmI» sche*P zancL Be(er 's het n°s om de knol-
hebben zoo leeren zweren bij de groote
getallen; vergasten ons zoo aan statische
cijfers, dat de enkeling geheel in het ge
drang gekomen is. Wat bcteekent de man
alleen; de man, die zich zelf durft te
zijn? Al heel weinig.
Daarom hebben ook zoo weinigen den
moed om voorop te gaan. Want wie voor
opgaan zijn de mannen van de eigen
persoonlijkheid; van den persoonlijken
moed, van d'e eigen, vaak na veel strijd
verworven innerlijke overtuiging.
We willen aUen vooruit; we voelen,
dat wo vooruit moeten, omdat do klok
nu eenmaal vooruit en niet achteruitloopt.
Maar de meesten willen slechts volgende
vooruit en niet voorop.
Vandaar, dat om ons heen, zooveel groo
te woorden opklinken, zoo heel voel hol
geluid, met zoo weinig wezenlijken, eigen
inhoud.
Niet allen kunnen voorop gaan. Dat is
do laak van maar weinigen. Dio daan-oor
als 't ware geboren zijn.
een enkele minuut van moed en beslistheid
Ik zou tenminste overstelpt zijn door ver-
ilnel, nooit had ik zoo'n schoanc gelegen
heid. En to-ch, ik kan nietIIn mijn
vei warden en gekveUein geest is ei één
gedachte, die alles boheersclu, en die mg
vcivuld met een bovenraenschciijke \reug-
de Mijn ziel is licht als een vogel m de
lucht. Ik zie steeds weel vóór mij, en
zal het altijd zien, dat Heine kerkhof,
die verre zee, dien oncimligen horizon,
en op dien stuitenden lop die oigel van
schoonheid, nal van goddelijke tranen. Ik
vod nog haar hand op mijn lippen, ik
voel Laar tranen in mijn oogen, 111 mijn
hart. Ik houd van haari Welnu, morgen,
als liet moet, zal ik oen besluit nemen
Tot dan late men mij. on Go is will met
rust. Sinds langen tijd mank ik geen mis
bruik van het gelukDeze liefde, ik
zal er misschien aan sterven; ik uil, een
gelicelcn -dag, in viede levenl
2G Augustus.
Dio dag, die eenige dag, wanrom ik
smeekte, is mij n.et gegeven geworden.
Mijn kortstondige zwakheid hoeft niet lang
gowaelit op de boetedoening, en deze zal
lang zijn. Hoe had ik het vergeten? In de
o-rdo der moraal, evenals in elke andere,
ijn er wetten, die wij nooit ongestraft over
treden, cn waarvan de bepnxtd-e gevolgen
in doze wereld het voortdurend tussehen-
beide komen van wat men do Voorzienig
heid noemt, beloekenen. Een zwak en groot
man, die met een bijna krankzinnige hand
liet evangelie van oen wijze schroef, z.eidc
van deze passies, welke zijn ellende ver
oorzaakten, zijn schande en zijn genie
ien eerst in een bak op te kuilen en
zoodra de scheuten ongeveer 10 c.M. lang
zijn, te planten. j
Voor perkbeplanting rijn de laagblijven-
de Dahlia's goed' te gebruiken. De be
kende Mignon Dahlia's planten wo op on
geveer 40 c.M. afstand. Deze zijn enkel-
bioemig. Ook onder de gevuld- en groot-
bloernigo soorten zijn Iaagblijvende.
Op de bloemperken kunnen we de knol
len nu al uitplanten tussehen violen, ver-
geetmenietjes, dubbele madeliefjes en an
dere voorjaarsbloei-ers. Dit moet dan voor
al voorzichtig gebeuren opdat deze nu
bloeiende plantjes niet worden beschadigd1.
Voor snijbloemen zijn de hooggroeiende,
grootbloemige Dahlia's het meest aan te
bevelen. Ook is het bekend, dat enkel-
bloemigö Dahlia's zeer spoedig uitvallen.
We planten Dahlia's vooral op eon zoa-
nig plekje, liet zijn echte zonnekinderen.
A. G. 1
waren: „Alle zijn goed, wanneer men zo
meester blijft; alle zijn slecht, wanneer
men zich er door iaat onderwerpen. Wat
ons door de natuur veiboilen is, dat is:
onzo gehechtheid venter uit te strekken
dan ouzo krachten reiken; wat oais door
de rede verboden wordt, is: te willen,
wal wij niet kunnen verkrijgen; wat rins
door het geweten verboden wordt, is niet:
verzocht te worden, maar: ons te laten:
overwinnen door de verzoekingen. Het
hangt niet van ons at, het hebben of
niet hebben van passies; het hangt van'
ons af, over deze io hoerschcn. Alle ge
voelens, wellre wij bclieerschen, zijn ge
wettigd; a! die, dio ons behoerschen, zijn
misdadig... Hecht uw hart slechts aan do
schoonheid, dio niet vergaat, laat uwe om
standigheden uw wenschen begrenzen; laat
uw plichten voor uw passies gaan; breid
do wet der noodzakelijkheid uit over do
moroele dingen; loer verliezen, wat u ka®
worden ontnomen; leer alles to verlaten,
wanneer de deugd het esicht!"
Ja, zoo is de wet; ik ken haar; ik heb'
haar geweld aangedaan; ik wordt gestraft.
Niets is rechtvaardiger.
Ik had nauwelijks den voet gezet op dei
wolk, die deze krankzinnige liefde als het
ware is, of ik werd er heftig van afgewor
pen, en ik heb, met moeite, na vijf dagen,
den moed teruggewonnen; om de bijna be
spottelijke omstandigheden van mijn val
te schetsen. j
(Wordt vervolgd). I
„7.
6. A. DE WINTER
Telefoon 68646 GEBR. BULOO