Parlementaire hulde aan koning George V. Plechtige gebeurtenis in Westminster Hail in Londen. Dfc ROMAN VAN MAXIME BINNENLAND V terg. De grooto plechtigheid, welke gistermid dag heeft plants getuid, waarop hot jubi- leueiui koningspaar da gelukwensehen van Lel p.ulemeni in ontvangst hooit genomen, zou nergens beter gehouden kunnen wor den, dan in de grooto zaal van Westmin ster Hall, naar het essentieole van do B nis die geschiedenis is geconcentreerd on as aar sedeit duizend jaar de goschicdkun- dise gebeurtenissen hebben plaats gehad, De cereuicniK) van gisteren was in den vam zin van het woont een vergadering van het parlement, het was oen vergade ring van den Koning met zijn prelaten en baronnen en de leden van do volksver tegenwoordiging. De grooto zaal bood een schitterenden, aanblik. De domineeivnde kleuren waren rood en goud; het podium, waar de troon siond opgesteld, en de treden welke hier heen leidden, waren met roodo loopers gedekt. Voor de rood met gouden zetels van den troon, ran het koninklijk paar en ran den lord kanselier en van den speaker van het Lagerhuis, stonden microfoons op- jedekl De redevoeringen weiden per radio over de geheele wereld uitgezonden. Het was een plechtig moment, toen de Konmg en de Koningin met hun gevolg ie zaal betraden, tei wijl alle aanwezigen hun staande hulde brachten. Toen allen gezeten waren, rvas het woord aan den Jordkanselier, die het adres van hulde van het Hoogerhuis voorlas. In het adres werd o a. gezegd, dat de afgeloopen 25 jaar vo' waren van beproevingen en e a. den meest verwoestenden oorlog hebben ge zien, die de geschiedenis eeft gekend, terwijl daarna het moeilijke herstelwerk moest worden verricht aan do geschokte structuur van het maatschappelijk leven. Langzaam en hardnekkig zijn de pogingen tot herstel van de welvaart en den vrede. In andere landen konden tronen en con stituties de moeilijkheden niet overleven. fn dit koninkrijk is de ontwikkelingsgang van openbare vrijheden en rechten niet tegengegaan, doch uitgebreider en sterker gen orden Do lordkanselier zeide o.a.„Waarlijk, meer dan een van uw illustre voorvaderen regcetr Uw .Majesteit over een natie van vrije burgers, doch daarom niettemin, of lie;er juist daardoor, staat de troon hech ter dan ooit in het centrum van het nationale leven. De persoonlijkheid van Uwe Majesteit maakte van den troon niet alleen een symbool, doch een geliefde en bestaande werkelijkheid.' Uit den grond van zijn hart smeekte de Lord Kanselier tenslotte Gods zegen over den Koning af. Het adres van het Lagerhui- werd voorgelezen door den Speaker, die constateerde, dat de grond wet Merk genoeg was gebleken om den wereldoorlog te weerstaan en buigzaam genoeg om zich aan te passen aan de gewijzigde omstandigheden van het Brit- sehe rijk en van de wereld. Hij besloot zijn rede met de woorden: Ked^n zyt Gij meer dan Souverein. Gij zïjt hoofd van een groote familie. Vijf en twintig jaar lang hebt Gij Uw souvereim© plicht gedaan door het bewaren van de schatten van het verleden en het effenen van den weg naar de toekomst. Met dank baarheid herdenken wij dit verleden en met vertrouwen wachten wij op de toe komst. .Met diepen eerbied' en toewipding bie den wrj U de gelukwenschen aan van het „Vrije Parlement" en bidden God, dat Gij de souverein kunt blijven van een fier en toegewijd volk. Dien onder den indruk dankte de Ko ning het Lageihuis en het Hoogerhuis vooi de woorden van dank en trouw. Hij aeide: lk dank U van harte voor Uw betuiging van trouw en voor de woorden van toe gewijde aanhankelijkheid, die gij hebt ge bruikt, toen gij spraakt over Mijzelf, over de Koningin en over Mijn" gezin. Uw aanwezigheid hier vandaag in tegen woordigheid' van de eerste ministers van het Dominion Canada, het gemeenebest van Australië, het Dominion Nieuw Zee land en de Unie van Zuid-Afrika doet menige herinnering bij mij rijzen en menige gedachte door mijn hoofd gaan. De „Mee der der parlementen" en haar kinderen opgegroeid tot volwassenheid1 staan nu op voet van gelijkheid tegenover den kroon. De eenheid van het Britscho rijk wordt niet langer uitgedrukt door de overhoer- scliing van een door den tijd geadeld par lement, dat hier te Westminster zetelt. De kloon is het historisch symbool, dat deze groote familie van naties en rassen, ver spreid o\er elk deel van de aarde, ver- ecnigt. Het Vereenigd Koninkrijk en de Domi nions, Indië, de talrijke koloniën en de vele bezittingen vormen tezamen oen zoo groote variëteit van taal, cultuur en re geeringsvormen, als nooit te voren binnen een vreedzaam gemeenebest zijn bijeen gebracht. Laat ons in deze dagen, nu do vrees voor en de voorbereiding van een oorlog de wereld weer ongerust maken, dank baar zijn, dat een rustige regeering en vrede heersclicn over oen zoo groot deel van de aard-e en dat onder onze vrijheids- vlag zooveel millioenen hun dagelijksch brood eten in ver verwijderde landen en luchtstreken, waar niets hen kan verschrik ken. in het bizonder heette do Koning wel kom de vertegenwoordigers van Zijn In disch rijk. De Koning wees nog op de economische crisis, die het land' had to overwinnen 'M dankte ook voor de vrien delijke woorden jegens de Koningin en de vier zoons. Ook de Koning smeekte Gods zegen af vo r voortzetting van de vrij- heidszaak en hiermede was de plechtig heid ten einde. Aan het slot werd de Koning daverend toegejuicht, welk gejuich z'.ch herhaalde toen de stoet langs denzeifden weg als deze gekomen was weer naar Buckingham Palace terugreed. door OCTAVE FEUILLET. Uit het Fransch door H. A. C. Snethlage Nederlandsche vertegenwoordiger in "Volkenbondseommissie. De Nederlandsche regeering, die uitge nood ïgd is zitting te nemen in het door den Volkenbondsraad ingestelde comité ter bestudeering van vragen, die rijaem in verband met het zich eenzijdig onttrekken aan. internationale verplichtingen, heeft den secretaris-generaal van den. Volken bond bericht, dat zij bereid is deze uit- noodiging te aanvaarden. Als Nedcrlandsch vertegenwoordiger is aangewezen prof. mr. Rutgers, oud-minis ter van onderwijs, kunsten en wetenschap pen, plaatsvervangend leider van de Ne derlandsche delegatie ter ontwapeningscon ferentie. aoaE^w B^T,3®&3£SSg .jmmsmmÊSSF^ De fijne, vrouwelijke Intuïtie weet sfeer te onderkennen en te waardeeren. Sfeer zit in de omgeving, maar sfeer wordt ook gemaakt door kieeding en door optreden. Ook in Uw macht iigt het, van Uw persoon die sfeer te doen uitgaan, door een zorgvuldige keuze van tint en model van wat ge draagt. Den heelen winter lang hebben wij overal gezocht naar het beste van het beste voor onze cliënten. Juweeltjes van modekunst bieden wij U thans tegen prijzen, waarvan ge nimmer hadt gedroomd. Nu is het de tijd om te pro fiteered Uw bezoek zal ons een eer zijn en een genoegen. Voor Voorjaar en Zomer 1935.' y ROTTERDAM AMSTERDAM - UTRECHT 40) Den volgenden morgen vroeg vertoornde ik mij op het kasteel, waar mijnheer de llévaüan mij hartelijk ontving. Ik begroette de dames, zoo natuurlijk als ik maar kon. Er kwam, beslist, geen enkele verklaring. Mevrouw Laroque schoen mij bewogen en verstrooid. Juffrouw Marguérito nog een beetje beverig, maar beleefd. Wat juffrouw' Hélouin aangaat, die was erg bleek en hield liaar oogen naar beneden, op haar bor duurwerk. Het arme kind kon zichzelf niet feUciteeren met het eindresultaat van haar diplomatie. Zij probeerde wel, van tijd tox tijd, een blik vol verachting en dreigement naar den triomfeerenden mijnheer de Bë- vailan te richten, maar in deze met storm geladen atmosfeer, die een nieuweling ta melijk onrustig gemaakt zou hebben, adem de mijnheer de Bévallan met het grootste gerhak, en hij bewoog er zich rustig in, ja hi) gaf zelfs den indruk, dat hij opgewekt was. Deze meesterlijke zekerheid van optre den prikkelde blijkbaar juffrouw JJélouin, maar tegelijk werd zij er door getemd. ven wel twijfel ;k er niet aan, dat, als zij niet de kans had geloopen met haar medeplich tige om te komen, zij hem onmiddellijk en met meer reden, een dergelijken dienst be wezen zou hebben als die, waarmede zij mij den vorigen dag vereeid' had, maar het was waarschijnlijk, dat, wanneer zij toegaf aan haar,woedende jaloerschheid, en haar on dankbaarheid en valschbeid biechtte, zij alleen ten gronde zou gaan, en zij had ten volle het verstand, noodig om dit te be grijpen. Mijnheer de Bévaüan was inderdaad geen man, die toenadering tot haar zou zoeken, zonder scherp op zijn hoede te blijven, en steeds onverbiddellijk van zijn koelbloedigheid gebruik te maken. Juffrouw Hélouin kon weliswaar bij zichzelf zeggen, dat men den vorigen dag, alleen omdat zij het zei, geloof had geslagen aan beschuldi gingen, die, op andere wijze, leugenachtig waren, maar zij wist ook best, dat een leugen, die het hart vleit of wondt, eerder geloof vindt dan een waarheid, d'ie onver schillig laat. Zij gaf zich dus gewonnen, echter niet zonder met bitterheid te on dervinden, naar ik veronderstel, dat het verraderlijke wapen soms de hand wondt, wie er zich van bedient. Dien dag en den. volgenden, was ik aan een soort van straf onderworpen, welke ik voorzien had, maar waarvan ik nooit de grievende bizonderheden had kunnen be rekenen. Ilct huwelijk was vastgesteld op een maand later. Men moest zonder uit stel en in haast* al de voorbereidselen maken. De houquetten van mevrouw Prévost de stoffen, de juweelen, stroomden toe en werden eiken avond in het sa'on uiige- slald vóór de oiogen der vriendinnen, die het erg druk hadden, en jaLoersch waren. Ik moest over dit alios mijn meening zeg gen en raad geven. Juffrouw Marguerite vroeg er cm, met een soort van wreeds gemaaktheid Ik gekpiorzaamde gewillig, daarna keerde ik in mijn toren terug. Ik nam, uit een gehei'mo la dan kleinen ge. scheurden zakdoek, die ik met gevaar van mijn leven, gered bad, en ik droogde er mijn tranen mee Weer 1 aftend! Maar wat er aan te doen? lk hond van tsaar. Trouwe loosheid, vijandschap*, onherstelbare* mis- Het huldeblijk aan de bemanning van de K XVIII. Het comité „Onze Marine", dat zkh ge vormd heeft teneinde te trachten om te komen tot een huldeblijk voor de beman ningvan. de K XVIII verzoekt naar aanlei ding van het gepubliceerde vanwege hel marinebestuur mede te doelen, dat het zich niet eerder met het departement van verstanden, haai- trots eui de mijne, so iei- den ons voor altijd; het zij ziotal maar niets zat dit hart van mij kunnen verhinderen te leven en te sterven, vervuld van haar. Wat mijnheer de Bevailan betreft: ik gevoelde geen haat tegen hem; hij ver- lende dien niet. Hij is een alledaagsch mensch, maar onsehadelijk. Ik kon, geluk kig, zander te huichelen de uitingen van zijn banale vriendelijkheid aanvaarden en kalm, mijn hand in do zijne leggen, mand terwijl zijn versleten persco lijkheid aan mijn haat ontsnapte, voelde ik to:U niet minder, met een heugon, verterende langst, hoe deze man de ui tvo: koren vrouw, die hij weldra bezitten zal, onwaardig is haar, die 'bij nooit zal kennen. Den over vloed van bittei© gedachten, van gevoe lens, welke je geen naam kunt geven, die de gedachte, aan dit naderende en sp.te- lijk o huwelijk in mfj opwekte dien 'het nog steeds opwekt uit te spreken, ik zou liet niet kunnen, en niet durven. De ware liefde heeft iets 'heiligs, wat een meer dan menschelijk karakter geeft, zoo wel aan de smarten als aan de vreugden, welke zij brengt. Er is in de vrouw, die men He fheeft, ik weet niet welk© godJe- lijklieid, waarvan Ihet lijkt, dat jezelf alleen het geheim kent, dat alleen aam ons to behoort, en waarvan een vreemde 'hand den sluier niet kam aanraken, zonder dat men een schrik ondergaat, die met geen anderen te vergelijken is eau huivering voor heiligschennis. Hot is niet alleen ©ear kostbaar goed, dat men ons Ontrooft, hel is oen al laar, dat men, in ons) ontwijdt, een mysterie, dat men geweld aan. doet, ©en godheid, die men Moedigt! Zoo is de ja loersheid'! Tenminste, zoto is do mijne. Het scheen mij, in allen ernst, dat ik! alleen ter wereld' ciogen had, ©en. -verstaald', ©n ©en hart, die in staat waren te zien, te jbe- defensie in verbinding beeft witten stel len, omdat het comité eerst zekerheid' moest hebben of het Nederlandsche volk wal voldoende op het plan zou reageeren. Nu vooTal de laatste diagen is gebleken van een buitengewoon groote belangstel ling nit alle deelen des lands voor de voorloopige plannen van het comité, zoo dat thans zekerheid' bestaat, dat deze even tueel verwezenlijkt zullen kunnen wouden heeft het comité dan ookbesloten ten spoedigste over dteae aangelegenheid «en audiëntie aan te vragen bij den minister van defensie. Faillissementen. Opgeheven A. G. v. d. Voorden, Rotterdam, Korte Kade 48. grijpen on te aanbidden d© schoailneid van deie engel in al haar volmaakt!.ie tendat zij, met ieder ander, als ver-uwaa'd en ver loren zou zijn, dat zij voor mij bestemd was, met lichaam en ziel, veer allo eeuwig- heid'I lk thftucl dien geweldigen trots, die al genoeg geboet had' dooir ©an geweldig© smart. Echter fluisterde ©en spottende duivel mij in het aar, dat, volgens ai de baroks- ningen van de meuischelijlco wijsheid, Mar guérito meer werkelijken vrede en werk u lijk geluk zon vinden in do gemaligde vriendschap vau den vers'andigon eclhtge- nciot, dan zij zou govcindcm hobjon ïn don sehooneu bar'slacht van d'en romanlisohcn. Is dat waar? Is dat mogelijk? Ik geiaal1 liet niet! Zij zal vrede hebben, hot ziij zooi, maar vrede is, bij slot van rekening niet het laatste waard in 'het leven, niet het verhevenste symbool van 'bet geluk. Indien het Ibaü te laten versteenen, om gelukkig het voldoende was om niet te lijden, en te zijn, dan zouden al te voel mmschan. het zijn, die ihet niet void lenen. Dooi- veel verstandigheid en proza eindigt men, met God te lasteren en Zijn werk te verlagen. God geeft vrede aan de dooien, harts tocht aan de levenden. Ja, ex' is in ihet leven, naast de alledangsahiheid der ge wone behangen van i«leren dag, ©n ik ben niet zqo kinderachtig te-beweren, dar. ik daaraan ontkom, er is een geoorloofde poëzie wat zeg ik? oeno, die go- boden is 1 Dat is dat deel van den mensch, dat begiftigd is met onsterfelijklhe'd. En dteze mensch moei zlcihj soms be wust worden van zijn bestaan, ©n zich openharen, heferj dioor verrukkingen, wolk© boven de werkelijkheid uiigaan, door ver langens, die boven het moge'ijk", reikten, hetzij doiöi* stormen ica? do-'- -i. Ja er is een lijden, dat meer na; het geluk, of liever dat het geluk zelf is; dat van een i ~nd wezen, dat al do beroe ringen van liet 3),art kent, en ai do schrik beelden van het denken on" dat aan al deze oJelo kwellingen doei he if., met één gelijkmatig hart en een verwant denken. ie hier do roman, die ieder het recht geeft en, om het liseelomaal juist te zeggen, de plicht .om in zij'n leven te verwezen! ij ken. indien hij den naam van mensdh heeft en d ien waar wil maken. Overigens, dien zqo geroemden vrede zal het arme kind ook niet krijgen. Dat het huwelijk van twee trage harten en twee verkilde verbeeldingen do rush van het niets doet gel oen" worden, wil ik wel aannemen, maar' do verb ndjng van hot leven en den dood, kan niet bestaan, zon der een afschuwolijken dwang, en vaart, durende hevige smarten. To midden van deze intieme smarten, waaivan eiken dag do hev.g „eid werd ver dubbeld, vond ik slechts bij mijn. arme en cuido vriendin, freule te Poirhoët, een beet je steun. Zij wist niet van dl deoa alsof zij niet wist van den toestand vau mijn hart, maar in gesluierde, misschien on ge wilde toespelingen, legde zij zaeh'jcs op mijn bloedende warden do tcero ©a schrandere hand van eon vrouw. Er is bevo dien in deze ze', wdko oen lev aid1 vcta beeld van. zo'fopoffev.ng o zelfver loochening is, em d.o roofs so dj at lo lo ven koven de aaide, ©m ■onbevangen' - d, oen kalmte, ceu zachte f ink'Vid, die pt mij overgingen. Ik kwam zóó voir 1 i r onschuldige dwaasheid te begrijpen en fs er aan moe te doen, met een soort ïrïri- teit. Óver mijn schetsboek gebogen, si ooit ik mij, met haar, lange ures in. 'ya.u- Sou foedraal «pi ademde ik er, vaag, o» ©ogenblik, de gouien van een ideate zui. verheid in. i Wordt vervolgd.), X v-* h»<- 5 SM* 0*k\x

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1935 | | pagina 6