DE OLYMPISCHE SPELEN 1936. m TWSSPE "SLAP SCHIEDAMSCHE COURANT r Het Olympisch dorp GEVAARLIJK SPEL. Het Olympische dorp. De idyllische woonstee der uitverkorenen. Ilot organisatie comité voor d'e Xlde (Olympiade Berlijn 1936 stelde de/er da gen d'e binnen- on buitcnlandsch© pers jn staat een kijkje te nomen in liet ,in aan bouw zijnde toekomstige Olympische dorp, De indruk, die zich aan den toeschouwer van dit wcik opdringt, is wel m do ©ersl© plaats, dat Duitschland niets ongedaan wil laten tor vorhooging van liet peil d©r Olym pische Spolon. Duitscbland' blijkt oen hoog© opvatting van zijn taak als gastheer to hebben en bet wil met zijn voorberei ding voor 'dit feest do bewondering van de heelo weield oogsten. liet 'Olympische dorp ligt oen goed stuk ten Westen van Berlijn. Tiet rijkssporlvcM zocdat de reuk-zenuwen van den Wesler- schen Olympia-deelnemcr niet onnoodig ge prikkeld worden door de gekruide spij zen, die zijn meer 'Ooslorsahe of zuidelijke coiloga zal nuttigen. Uil de eetzalen hooft men een blik om laag langs een groene grasvlakte, waaiin een schilderachtige groep hoog© beikon oprijst. I)ie grasvlakte vleit zich dan ver der uit tot aan het' uitgestrekte complex pcoitgebouwcn. Het publiek zal van r iet Olympische dorp alleen deze poorlgeiwu- wen te zien krijgen. Toegang tot liet dorp zullen n.l. alleen d'e mannelijke deelnemers aan do Olympische Spelen hebben, mits gaders hun talrijke siaf voo-r do bediening. nieuwe naam voor Stadion waar Üe Het complex pooitgcbouwen omvat in de wedstrijden zullen plaats vinden, ligt aan1 eerste plaats een aanlal d.enstgebouwen DEIt ZATERDAG, 8 JÏÏNI 1935. No. 20907. WtBvM •.•d;a;-.hsv Xlde Olympiade. 0 gespeend blijven: Het 'Olympische dorp is alleen toegankelijk voor de mannen. De dames krijgen onderdak op het terrein der 'Olympische Spelen. Voor het halfcukelvor- mige toegangsgobouw zal d'e nj vlaggen der naties, die deelnemers aan de Olym piade afzonderen, wacperen, Daarvoor slaan dan naast elkaar geplant de heide D'uit- sche vlaggen en er tusschenin d'e bekende Olympische vlag met d'e vijf lingpn. Het is de bedoeling, dat do manschap pen, -althans zoolang d'é spelen duren, al leen dan liet teirein van het 'Olympische dorp zullen verlaten, oyanneer het hun beurt is, liet internationale arena te be treden. Allen overigen trjd moeien ze ge legenheid hebben te trainen, te rusten en al dat te doen wat des sporlmans is. Bij den houw van het Olympische dorp lieett men daarom bizondere aandacht gewijd aan oefenterreinen. Er is een uitgestrekt sportveld met smlelbaan, een sporthal van 1055 vierkante meter, en een zwemhal van 1100 - vierkante meter. Om nu nog bij de getallen te blijven: de straten door het dorp hebben ©en totaallengte van ruim 6 KM, het net van waterbuizen is 12 K.M. lang, d'e eleo trische kabels totaal 9 K.M. Er zijn 2 telefooncenliales met 550 aansluitingen. 'Op het paiboorterrein kunnen 500 aide's staan. De architectuur van het dorp, dat een levendigen indruk maakt, wordt nog ver- steikt door den bewust massieven houw der huizen. Het Olympische dorp is na melijk geen eendagsvlieg, maar een perma nente bouw Het staat onder leiding van het ministeiie van ooiteg en hel ligt In de bedoeling, dal hier liet toekomstig© Duit- sclie leger van het depot Ddberitz onderge bracht zal woiden. De muziektent op het midden oor grasvlakte is dan ook spe ciaal voor de toekomst gebouwd. hl den afgeloopen winter hebben C00 arbeiders werk gevonden bij den bouw. Dezer dagen zullen er totaal 1800 aan het weik worden gezel, om in den zomer van 193C de internationale bezoekers met alle eer© i warrd.ghe.d te kmncn ontvangen ■>1' ,y> ér liet interieur van een der huisjes in het Olympische dorp. Door deze overziehtsteekening krijgt men oen indruk van de ligging en imlceling van het atliletenstadje. do uiterste westgrens van de stad; het Olympische dorp is vandaar in 20 minuten met een auio te bereiken, gaand© langs den lommerrijken weg naar Hamburg. Men bevindt zich ©an in een idyllische om geving: het terrein is licht lieuv©laohtig; vriendelijk© akkers wisselen af met don kere hosschen, waarin d'e hoege den zijn schaduw werpt op de schilderachtige berk, Het is liet gebied van Doberitz, bekend als oefenterrein der rijksweer. Dit liefelijke plekje grondt is uitgezocht om de deelne mers aan do Olympische Spelen 1936 1© herbergen. Hier werkt m'en reeds vele maanden aan den bouw van het Olympi sche dorp. liet plan voor dit dorp is ontstaan mot de befaamde Duilsche „Gründlichkeit". Er is niets vergeten. Aan alle wcnschen en mogelijkheden is gedacht. Daarbij li de ft men zooveel mogelijk het boschachtige karaklor van de omgeving willen behouden. Wel was het nood'ig, een heuvel gedeeltelijk te verwijderen. Er is daar een zacht glooiend terrein geschapen, dat als e©n bolwerk be kroond wordt door een breedgetekt ge bouw met drie verdiepingen: gemeen schappelijke eetzalen. Hior sluiten d'e keu- kengebouwen bij aan, waar in 38 verschil lend© keukens niet minder dan 190 koks de nationale gerechten der verschillende manschappen zullen kunnen klaarmaken. Er zijn oo'k 38 verschillend© eetkamers, Uit het Engelsch van PAUL TRENT, door ADA VAN ARKEL. 14) Hoofdstuk IX. Guy nam de ba'nknoteu en den brief uit zijn borstzak! „Vader, lees dat eens ©n vertel me wat het beteek'ent", vroeg hij. De heer Hallam doorliep vlug do weinige regels. i „Het schrift lijkt op1 dat van mij"1, maar ik lieb het niet geschreven en zond je ook het geld niet". Hij hield verbaasd op eln ging toén.jj-oort„Misschien wist een van je vrienden van je schulden en heeft ©r dit op' vcrzonhen om je te lielpen". „Ik heb met niema'nd over myn moei lijkheden gesproken". „Juffrouw Cameron Stella wist liet", zei do lieer Hallam. Guy werd rood en zWeeg eeinige minu ten. j „Ze weet, dat je trob bent", ging de heer Ilallam voort „en daarom wilde ze doen. of het van mij kwam. Het lijkt wel wat on'noozel, want ze zal toch wel begrepen hebben dat je hot zou merken, zoodra wij elkaar zagen. En ze kon toch ooilc ver wachten, dat je mij zoudt schrijven om me te bedanken". „Het geld kwam niet va'n Stella. Ze is te eerlijk om me te misleiden. In ieder ge- voor de administrate, voider een 5 lal winkels voor kapper, kleermaker en der- gelijken, een wisselkantoor, ©en postkan toor, en eindelijk ten gerieve der (e ver wachten bezcekeTs een restaurant met gioote Capaciteit. 'Onderdak vinden de dcelnemcs in be trekkelijk kleine huizen, d'.e elk 8, 19 k 12 kamers bevatten, met steels twee bedden. Zoo'n gebouwtje heeft tevens een modern ingerichte wascligeleg'onlie.d, een gemeenschappelijk woonvertrek en twee ka mers voor d© „stewards". Van zulke ge- homven zijn er in het Olympische dorp niet mind'er dan 135. Verder zijn er ook nog gebouwen met twee verdiepingen, die elk 20 kamers bevatten. Zoo slaan toiaai 3252 bodden ter beschikking. De?© gebou wen liggen over het geliecle terrein ver spreid', vaak onder donkere pijnboomen verborgen, eld'ers in de pralle zon, aan de still© boschzoonn of in de nabijheid der gemeenschappelijk© gebouwen. a 'Op dit oogonblik is nog niet uilgemaakt, waar de verschillende manschappen zul len wonen. De landen mogen vrij kiezen. Er is thans nog volop keuze. Laat het 'Olympische Comité in Nederland er dus vlug bij zijn, zich een zoo gunstig mo gelijk plekje uit te zceken. Dat wil zeg gen: voor de lieeren deelnemers, want onze beroemd© zwemster,jes zullen van al liet moois, dat wij bier gezien hebben, Mijmeringen. Pinksteren. Vijftig heeft in onze ooren een feeste- lijken klank. De vijftigste verjaanlag vraagt ruimer gedenken dan die daaraan vooraf gingen, Een vijftigjarig jubileum; een gou den hiuiloft is ©en feit, dat wel zeer bizondor naar voren gebracht wordt. Uit alle metalen hebben wij h©t goud geko zen, om dat toch gosd te doen inlko- men. En terecht. Pinksteren d© naam is een samen vatting van het Grieksclied'e vijftigste dag. 'Op oen vijftigsten dag na de her denking van den uittocht uit Egypte vier de het oude Israel het feest van den oogst; herdacht, dat het eenmaal door een eigen wet een eigen volk was ge worden, 'Op den vijftigsten dag na Pa- schcn, na de viering Wan Christus' ver rijzenis, herdenkt de Christelijk© kerk het feest van. den Heiligen i Geest. Niet alleen, als een herinnering aaar wat in oude tijden, moet gebeurd zijn; aan het vroom van geslacht tot geslacht over geleverde. Maar ook als een feit, dat voort durend doorleefd' moetworden. Vandaar die oude hymne: Veni/ creator, Spiritus, o, Gees!, o schepper, kom. Nu is het uitermate moeilijk om een feit uit het verleden met liet hart te doorleven, wanneer liet hart er inderdaad buiten slaat. Vand'aar do onfaardmg van zoo menig oud volksfeest, waaraan het folkloriscli streven nu nieuw leven geven wil. Een bezwaar, d'at ook in onze da gen een volksfeest we. drukken kan \Yie volkomen internationaal doorgloeit! is, zal evenmin een zuiver nationale dag intens kunnen doorteven En zoo is het ook met Pinksteren. \Yien Pinksteien niet doorgloeide, staat feitelijk buiten Pinkste ren; buiten den dag van den Heiligen Geest, waarvan hij de oorkonde nauwelijks begrijpt. Men moet gees'elijk aanvoelen hebben. Kan dat? Kan dat bizonderiijk in dezen onzen tijd? Wij hebben het er toch altijd' voorge houden, dat de mcnsch was de uitver koren drager van den geest; in tegenstel ling met allen en alles wat verder op aarde leeft en is. En de nieuwe tijd heeft van den monsch eenvoudig gemaakt een machine dus luidt de bange klacht. Hoe langer iioo meer wordt ae intense en energieke wer king van het verstand verwacht van en kelen. De groote massa ho-eft niet te denken; die hoeft alleen maar te doen naar wat anderen voor haar gedacht heb ben. En ook we leven in een tijd van heel veel en van heel bange zorgen. Die zorgen zijn van stoffolijken aard'. „Slof zijt gij" wij behoeven waarlijk niet te wachten tot den dag, Gat wc tot het stof wederkeeren om die waarheid te er varen wij ondervinden door de stoffe lijke nooden iederen dag, dat w© stof zijn en aan de wereld van het stof vast geklonken zitten. Nu komt Pinksteren tot de wereld; de feestdag van den Heiligen Geest; komt tot den enkelen mensch mot de preten tie in zijn leven te willen ©n te moe- ten komen. 'Dm door zijn kracht het le ven op te beuren tot boven d© wereld van het stof; aan dat leven een geestelij ken inlioud te geven. Opdat men zal er kennen, dat men niet is een machine; en niet een kind van het sloE en niet een ploeteraar op dit ondermaansdie... Maar een drager van den geest; een sdiepping van God zelf in de wereld gezet met een lioogc roeping en een groote taak. De geest is het tenslotte, die het doet. Niet liet stof. Want de geest is het blijvende; bet stof liet vergaande. Do geest is het goddelijk©; het stof liet aard'sdie. En wij we hebben een dubbel leven Uit het stof gesdiapen door den Vader. Uit den Geest, geroepen tot een gees telijk doorgloeitl leven. Pinksterenheft ciaf dubbele leven op. Maakt er één leven van. Want de Geest bolieerscht het stof. J. Nnjrel. val is die brief ©on bedriegerij". „Een vriendelijke bcdrtegeriji", glimlach te de lieer Hallam verzachtend. „Neen, ave moeten in oen andere rich ting zoeken. Natuurlijk k'an ik liet geld niet gebruiken vóór ik weet va'n wie liet komt. Ik heb mevrouw Cameron verteld, dat ik geen schulden heb". „Misschien hoeft een van je collega's..." „Neen, ik weet pas een paar dagen, wat het zeggen wil „krap" te zitton. Ik weet niet wat ik doe'n moet. Ik kan het geld niet terug zenden ik weet geen adres. Ik geloof, dat ik maar het beste doe, met af te wachten, tot het geheim is opgelost". De heer Hallam kwam naar Guy toe eln legde hartelijk de hand op zijn schouder. „Ik was gek vanavond, mijn jongen. Ik was wanhopig, maar liet zal niet weer ge beuren. Houdt jij die revolver maar. Ik ga naar bed, ik ben moe". „Tob er maar niet over, oude heer. Wo maken allebei cön beroerden tijd door, maar wo zullen er o'ns wel doorheen; slaan". 1 t I Toen daclit hij, wat had kunnen gebeu ren, als hij een paar minuten later geko men was. 1 i „U heeft aan mij gedacht. Ik he'n jong en lieb een heel gelukkig leven gehad, dank zij u. Ik verwacht niet, dat alles al tijd op roUeljes zal gaan. Ifc Vrees dat ik een lamme kerel b©n geweest, met n te tooneln hoe ellendig ik alles vond, maar nu geef ik er niets meer om. Stella hoeft me beloofd op me to zullen, vachten en dat is liet '©enige wat er op aankomt. Ga nu haar bed en slaap eens flink uit. Ik won graag dat u morgenochtend met me naar het Langham Hotel ging. Ik verwacht niet a'nders of mevrouw Cameron zal verre van minzaam zijn, maar daar moet u niet op lette'n. Goeden nacht, vader". Guy ging haar zijn kamer en stopte op don ra'nd van zijn bed zittende zijn pijp Hondeid-e'n-vijftig pond was ©en groote som. Waar zou die va ïdaaln zijn gekomen? Langen tijd dacht liij tr vergeefs ov©r na. Eindelijk ging hij naar bed en sliep vast tot hij 's morgens geroepen werd. Aan het ontbijt vond liij zijn vader veel vrool ijker. „Guy, je moet alles van gisteravond ver geten, ik voelde me zoo ellendigik geloof niet, dat ik goed wist wat ik deed. Ik dank God, dat je kwam". „Wo zullen het vergeten, vader Na het ontbijt ga ik eerst even naar de admirali teit. Het gaat nu om onderzeedienst of vliegdienst. Zal ik hier bij u terug ko men?" „Ja, ik- zal Mor op je wachten". Guy kwam even over elven terug en vertelde dat hij succes had geliad. „Ik ben benoemd lot commandant van een onderzeeër. Ze wildon, dat ik bij do draadlooze zou blijven, maar taan ik alles had uitgelegd, stomden ze toe". „Dat doet me plezier". Korten tijd daarna wandelden zo samen naar liet Langham Hotel, waar zo werden toegelaten in mevrouw Camerons zitka mer. 1 Stella was bin'nen en ze kwam Guy tege moet en kuste hom. Toon keerde z© zich tot don heer Hallam e'n zei,* terwijl ze Werkzaamheden In den volkstuin. Zomermaand in de bloe mentuin. De bloementuin heeft mi onze voile be langstelling. De eerste voerjaarsbloei be hoort al weer tot ihjet verleden, maar tal van houtgewassen en vaste p'anten tóbben in deze maand, zoadat b'ij een oordeel kundige beplanting oize tuin nu oen ware Koemenschat te aanscPpuwen geeft. Intnssdien is er ook weer volop werk, dat in deze maand gedaan moot worden. Uiigebloeide heesters als Ribes, Fowylihia of CLineesob© klokjes Jasminiuin nudiflc*. rum of winterjasmijn, Cytisus of bïemsoor- ten e.a kunnen nu, voorzoever dat ncplig blijkt, woiden teruggebracht We knippen daarbij enkele hoofdtakken terug tot op de laagst geplaatste jonge scheuten. I Van de uitgebloaide bol- en knolgewas sen ais: tulpen, narcissen, crocus, sneeuw klokjes, scilla, chion-oka e.a. sparen we het loof, totdat dit begint te verdorren. Snijden we het nu reeds af, dan loopcn we gevaar, dat zo liet volgende jaar niet meer zulien bloeien Ballen, die in den weg slaan voor te planten zomerblcemai, kunnen voorzichtig werden opgenomen en elders opgckuild. In het najaar varden z© dan weer op de gowe'nschto plaats ge plant. I Tal van vaste planten moeten nu worden opgebonden. We riemen de stokken daar voor niet langer dan noodig is ©n vervan gen zo bij boog bloeiende soorten later lie ver nog ecins door langere. Men nro-et de gebruikte stokken liefst zoo min mogelijk zien en dat is bij gebruik van te lange stokken niet uitvoerbaar. Wacbt niet met het opbinden, totdat do planton zijn om gevallen cf sclieefgewaaid, Zijn zo eenmaal kromgegroeid, dan is het opbinden veel moeilijker. - i Van sterk uitstoeleöuo vaste planten alsT herfsfasters, H-eionium, Solidago -af gul denroede, Ruilbeckiasaorten enz, Is het goed een teveel aan scheuten uit te dun nen, waardoor de overige krachtiger zulten worden c'n gcmakke'ij'ker kunnen worden opgebonden. De blcei heeft cr niet door te lijden, integendeel zullen de bloemen juist grooter worden. Sommige tweejarige bloemsoorten ratoo ien in Mei of begin Juni worden gezaaid, n.l. Campanula medium, Hespcr.s mitro- nalis, of bloem van Damast, Agrostemma coronaria of prlkneus, Cheirant'iius eihoiri of muurbloem, Alllica rosea of stokmios', Alyssum. saxatile, BcB s peren nis fl. pi. of dubbele madeliefjes, Ooreopsis gran. diflora, DianÜms barhalus oif duizend'- schoonen, en D. plumarius of grasanjeï, We zaaien deze soorten liefst in ©en bak, die b'ij zonnig weer ziorgvuldig wordt ge schermd en regelmatig, naar foe'yoefle, ge sproeid. Wel zorgen we, dat de jonge zaai- imgen tijdig worden gelucht en afgehard' om te voorkomen, dat zo ijl opgroeien en geen weerstand hebben. Do p'antjes wor. den vcrspeentl en daarna uilgcplnnt op wachibedüem tol ib,et najaar. i een weinig bloosde: „Mag ik Guy's vader een kus geven?" „Je bent een iicf kind. God zegen je, dat je zoo goed vOor mijn jongen bent", zei hij mot een stem, die niet liioel vast was. Stella lachte hartelijk. „Er is geen kwestie va'n goedheid tus- sclien Guy en mij. W© iiooren alleen maar bij elkaar. Moedor zal dadelijk hier zijn. Zult u veel geduld met haar hebben? Daar is ze", riep ze, toen de deur open ging. Er was niets onvriendelijks in mevrouw Camerons manieren, toen ze den heer Hal lam begroette en ze naast lrem ging zitten. „Ik vermoed, dat uw zoon u mijn opinie over deze deze zaak heeft verteld", be gon ze. „Ik meen dat u tegen de verloving is", zei do heer Hallam nerveus. „Kan ik anders doen? Slel uzelf ©ens in mijn plaats, mijnheer Hallam. Stella, itó geloof dat je boter doet met weg te gaan". „Neen, moeder, ik ben van plan te blij ven. Tenslotte gaat liet mij toch aan, wat n te zeggen lieeft", antwoordde Stella kalm. „Mij best. Welnu, mijnheer Hallam, ik wil eens lieel ronduit met u praten. Kunt u uw zoon een toelage geven?" ito eg mevrouw op zakelijken toom „Op 't oogonblik in het geheel niet, maar een verloving beleckont nog geen onmid dellijk huwelijk. Ik' begrijp u heel goed, maar wo moeten ook rekening lioudon met liet geluk van deze twe© jonge menschon. Tenslotte is geld toeli niet alles". „Het is licel veel", viel ze hem vlug in. do rede. Ik hoop, dat u mo niet zult te leurstellen. Ek verwacht dat u uw invloed zult aanwelnden op uw zoon. Ik wil niet zeggen dat hij misbruik maakt va'n, de jeugd van mijn dochter, maar ,Dat doet me genoegen", zei de li'eor Hallam koel. 1 ,Maar toch is Stella nog zeer jtfng, en geneigd tot sentimentaliteit", z©i mevrouw Camoron. „Moeder", riep Stella verontwaardigd. 1 „Zo heeft beloofd niet te zuilen trouwen: zonder mijn toestemming. Uw zo on heeft dezelfde belofte afgelegd". ,Ik heb u gezegd, moeder, dat wij nog in geön jaren willen trouwen. Het is abso luut on'noodig met mijnheer Hallam to spreken. Guy ©n ik zijn oud en wijs ge noeg om to wc ten wat we willen. We heb ben uitgemaakt, dat liet de moeite waaird is om op elkaar te wachten ea dat zullen! we doen ook", besloot Stella triomfantelijk. „Mevromv Cameron, ik verleide u dat ik geen schulden moer liad. Sinds ik u liet laatst zag, lieb ik ontdekt, dat het a'ndcrS is. Het geld, dat ik ontving, is niet van' mijn vader", zei Guy ernstig. i „Wat bedoel je?" 1 „Iemand zönd mij 150 pond. Ik weet niet wie ze zond ©n kan ze daarom niet ge bruiken". Mevrouw Cameron keek argwanend naar haar dochter. 1 „Noen, ik was het niet. Maar ik wou dat ik ©t aan gedacht had", zei Stella vrool ijk en toén tot Guy: „Vertel me eens preciest wat ©r gebeurd is". I 1 (Wordt vervolgd). I tr-jerCTSKsa «jrawoonrF» 'BI - %h.. aYvs iT.'.ri"' .'SkftrJ V-'-W I i 'AL G-.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1935 | | pagina 5