BRIEVEN UIT BERLIJN. TESSA. Radioprogramma's De kunsthandel een merkwaardig bedrijf. Werken van schilders uit de auteursrecht-periode. Rembrandt of FabrïtiusHet Duitsche recht: het Volks-empfindeh. Brie „Rubens" over elkaar! TWEEDE BLAD SCHIEDAMSGHE COURANT Gemengd Nieuws Steekpartij. (Yen onzen correspondent). Dezer dagen stond oen Nederlandscli kunstliandelaar, sedert meer dan vijf-en- twintig jaren in Berlijn woonachtig, Gro ninger van geboorte, ten tweeden male voor den strafrechter, beschuldigd vaneen poging tot bedrog ten nadeele van een Duitscli .advocaat en kunstliefhebber, aan wion liij een schilderij had willen verkno pen, dat hij gaarne voor een nieuw-ont- dekten Rembrandt wilde doen doorgaan, ofschoon de beste Rembrandlkonners er hun flat nog niet aan gegeven hadden. Onze Nederlander, zonder twijfel een eer lijk man, eerlijk gebleven in een beroep, dat vol is met voetangels en klemmen, en waarin de liefhebborprijzen, die vaak gevraagd en betaald worden, een verlei ding van den eersten rang belcekenen, was in eerste instantie lot zes maanden ge vangenisstraf veroordeeld; bij is echter in liooger beroep naar onze overtui ging volkomen terecht vrijgesproken. En bij deze vrijspraak blijft hel. De'Nodcr- landschc kunsthandelaar in kwestie is vol komen gerehabiliteerd. Waarmede wij hem en onze vaderlandsclie repulalie natuurlijk, van harte gelukwenschen. Maar zijn „geval" is voor ons ten slotte niet het belangrijkste. Bedrog. Zeker, het is interessant, wat wij bij deze gelegenheid weer eens over den Kunsthandel ervaren hebben. Een merk waardig bedrijf 1 Hen is geneigd aan de eerlijkheid zelfs der internationale staats- mnsea te gaan twijfelen. Natuurlijk wisten we ook vroeger al, hoevele kunstwe ken jaren, ja eeuwenlang beroemde namen dra gen, om dan plotseling aan vrijwel onbe kende meesters of ook wel geen-meesters te worden toegeschreven. We wisten al oorder, dat onnoemelijk veel geknoeid word en nog geknoeid wordt. Een enkel vermakelijk geval, dat ons in deze proces- dagen verteld werd: een rijk Amcri- kaanseh verzamelaar koopt in Europa een „echten Rubens". Hij is geslepen ea door ervaring voorzichtig geworden. Een Ru bens krijgt men niet zoo gemakkelijk en niet zonder hoogekosten over interna- .tionale.jgrenzen. Dus laat bij bet werk „overschilderen", dat wil zeggen: over den Rubens schildert een o Brekend kun stenaar een eigen model, waardoor de „Rubens" onzichtbaar wordt In Amerika aangekomen, laat de gelukkige eigenaar door een vakman de nieuwe verf verwij- doren om zijn Rubens terug te krijgen. Maar wat blijkt nu? Onder den „Rubens" zit een derde „meesterwerk" en wel een portret van een bekend staatsman, die moer dan een eeuw na Rubens' dood ge- horen werd... Nu, zulke krasse staaltjes zijn bij dit proces niet te berde gebracht. Maar toch ging het ook hier om groote namen. Want het fraaie doek, dat middelpunt van deze rechtszaak was, wordt aan Rembrandt toe geschreven, en wel slaat het vast, dat het ontstaan is in een tijd1, toen crue groote moester in zijn volle kracht stond en dier rnenscliTieïd rijpe kunstwerken schonk. Men had het schilderij voor oen Barent Fabritius gehouden. En voor wie op dit terrem niet beslagen is, moge er aan herinnerd worden, dat deze Barent Fabri tius een van Rembrandt's meest begaafde leerlingen was. In do periode, waarin het dock in kwestie geschilderd werd (men is in staat, vrij nauwkeurig na te gaan, door RICHARD STARR. Vertaald door A. RIEWERD. 31) Hoofdstuk XX. Lallic Mulvaney is temperamentvol. Toen Tessa den volgenden morgen stil letjes weg wilde sluipen, om haar buste pakken, 'ving mrs. Elisabeth Bolts met haar nopjesmuts haar op. „Liefje," zei ze, „ik hoop, dat de sar dientjes jo gisteravond goea gesmaakt heb ben." „Dank u wel; noen, mrs. Potts," zei Tessa. „Ik donk, dat de kater van ge smuld heeft. Het scheen zoo, naar de ma nier te oordeelen, waarop ze zich den hek aflikte. Maar het was erg vriendelijk van u, ze voor ons klaar te zetten en ik geloof zeker, dat ze erg lekker moeten zijn geweest" Het grootste deel hiervan scheen niet tol mrs. Potts door te dringen, want zo was nogal hardhoorig. „Het spijt mij zoo, dat ik moest niezen, liefje," ging zij voort. „Ik lag wakker. Ik sliep erg slecht. En ik kan niet helpen, dat ik hoorde, wat mr. Banks tegen je zei Ik vind het een prachtig aanzoek. Zoo romantisch. Ik ben toch zoo blij, liefje Ik vind liet altijd prcPig, te «oen, wat ik kan, om jonge menschen te helpen, het met elkaar eens te worden. Zie je, jongc- lioc oud de verf is, die voor schilderijen gebruikt wordt) was Fabritius nog leer ling in Rembrandt's atelier, schilderde nog naar diens ontwerpen en toekmingen, was nog verplicht geen eigen werk onder eigen naam te vervaardigen, en moest zich nog laten welgevallen, dat de meester'om zoo te zeggen „het auteursrecht bezat" over kunstwerken, die in zijn atelier, gedeelte lijk van zijd eigen hand, en zeker (naar zijn ontwerp en onder zijn goedkeuring lot stand gekomen waren. Zoadat dit proces heeft het weer eens duidelijk aan het licht gebracht tallooze werken van groote meesters sinds jaren en eeuwen in musea en particuliere collecties als Rembrandt, Vermeer, Tintoretto, Rubens, Steen, Murillo gelden, terwijl ze slechts werk van leerlingen uit zulk oen „auteurs recht-periode" zijn. Ja, men schijnt er in den kunsthandel overtuigd van te zijn, dat bepaalde meesters en nu wil ik met opzet geen namen noemen hoog stens één-vierde of één-vijfde doel van de hun heden toegeschreven werken door leer lingen hebben laten vervaardigen «n er hoogstens in gecorrigeerd hebben, meesters, die eigenlijk lui 'waren of een „slappen lip" hadden, van hun naam leefden m slechts in bizondero gevallen (wat dan ook zeer zichtbaar wasl) een werk van den eersten tot den laatsten penseelstreek zelf vervaardigden. Atelierwerk. En nu staat de kunsthistoricus, de kunst handelaar, do kunstkooper, de vendu meester voor het heden, voor die massa der door de eeuwen (of ook slechts jaren) heen tot ons gekomen kunstwerken, ech te en valscho, maar ook „echte" uit het atelier, met nul tot 200 en zooveel pro cent echte meesterlijke uitvoering en moet in dien doolhof een weg vinden! Blijven we bij Rembrandt. Natuurlijk zijn er tienlallen Rembrandis, die zonder eo.ii- gen twijfel echt zijn, al dadelijk, omdat we tal van gegevens over hun ontstaan bezitten. Maar is het niet verbluffend, dat zelfs waar het hier om onzen meest in roerraten landgenoot gaat, nog heden de beoordeeling voor echt of niet echt zoozeer op zwakke voeten staat, dat een der grootste levcnclc Re i n b r andt kenners do Amerikaan dr.' .Valcn liner,. onlangs oen werk heeft uitgegeven, waarin hij* oaaigó tientalion sedert jaar on eeuw als echt gekenschetste Rembrandts plotseling aan Fabritius en ander© leerlingen toeschrijft, dus aan atelierswerk onder 's meesters leiding, aangezien bijv. Fabritius, eenmaal zelfstandig geworden, in geheel andoren stijl schildeidc dan in zijn afhnnkelijkcin atelierst.ijd. Dit proces heeft eenige zeer bekende deskundigen op dit gebied ten tooneele zien verschijnen en bij deze ge legenheid is verklaard', -dat in verschil lende musea „-echte Rembrandts" hangen, die als zoodanig van veel geringer kwali teit zijn en veel minder „echt" schijnen dan het schilderij, dat in do rechtszaal voor ons stond en dat men tot voor kor ten tijd een „echten Fabritius" genoemd bad. Zoodat het zeer goed mogelijk is, dat een Bredius, een Hofstede de Groot, een Val en tin er, het straks wel degelijk voor een Rembrandt zullen houden. On danks algemeen erkende zwakker© details. Men heeft ons bi) deze gelegenheid nog eens onthuld, dat vele groote meesleis er feitelijk oen soort „fabriek" op na hiel den, hun vele leerlingen lieten werken, zelf eigenlijk niet veel ©r aan meewerkten, maar het product ten slotte als eigen lieden zijn zoo verlegen, als zij verliefd zijn." „Daar hooft u u geen zorgen om te maken, nu's. Potts. Mr. Banks is niet zoo verlegen daar was tenminste niets van te merken." Het was voor Tessa meer of min ccn- üonig in de theesalon, behalve gedurende de drukke uren tusschen twaalf en twee en do iets minder groote drukte tusschen drie en vijf. Pet Pell wag buiten gewoon vxoolijk., Zij had haar gewone so berheid' vaii zich afgeschud. Haar donkere oogen glinsterden en zij was werkelijk mooi.' „Wat is er met jouw aan de hand, Pet?" vroeg- Tessa op een stil oogenblikje. „Heb jo je geld gekregen, of is die groote lummel van een jongen van jo er weer geweest." „Neenzei Pel „Hij komt hier maar zelden. Alles bij elkaar genomen is hij er niet meer dan drie of vier keer geweest. Nu is hij al in geen weken gekomen. Ik geloof niet, dat ik hem' ooit zal terug zien. Ik weet zijn naam zelfs niet." „Waarom heb je dan sterren in je oogen „Heb ik die? Ik denk, dat het komt, omdat ik heelemaal opgewonden ben over dat poseeren, dat je voor mij hebt afge sproken. Hè, ik kijk er vol verlangen naar uit, kind. Niet alleen om het geld, hoe wel ik dat best gebruiken kan, dat moet ik zeggen. Maar ook, omdat het een avon tuur is. Iets anders dan het alledaagscho „Hoe staat het met je half-was? Heeft hij je al gevraagd'?" „Neen. Ik geloof, dai hij het gisteravond DER ZATERDAG, 28 BEO. 1935. No. 21138. werk te koop aanboden, ook dan, wan neer zij niets andere gedaan hadden dain er... hun handteekening ond'er te z-etlen. j Riskante geldbelegging. Welk een "beroép,* kunstkenner, expert te zijn en expertises af te geven, waar door een wérk, dat met flOQ hoog ge prijsd scheen, een/uur later voor f 100.000 aangeboden en... betaald wordt. Welk eon beroep, kunsthandelaar te zijn, zulke kan sen na te snuffelep/.en de handigheid te bezitten, den expert; die ook maar een mensch is, zijn „ontdekking" op het juiste oogenblik voor te zetten en het in de ge- wensclUe stemming weer bij hem weg to halen. Welk een risico, zijn gold ia zulke kunstschatten vast to leggen, liet verlies aan rente op zijn kapitaal er aan te wagen, maar ook het kapitaal zelf, als straks, of na lange jaren, blijkt, dat de geleerde heeren,weer tot geheel andere overtuigingen gekomen zijn! En bij dit alles speelt dan nog de strafrechter zijn rol, gaat hot om 'eer, vrijheidsberooving en beroepsreputatié, als een koopcr zich bedot voelt, een expert m'eent, dat men misbruik van zijn oordcel gemaakt heeft, een handelaar al te positief in zijn ver zekeringen is geweest. l De vidksmccning. Maar al deze gevaren en onzekerheden, krijgen nog een biz onder relief in Adolf Hitler's Derde Rijk. Ook deze ervaring heeft het proces 'tegen den Nederland- sclien kunsthandelaar bevestigd. In de eerste plaats wil het nationaal-socialisme zuiverend optreden op elk gebied der sa menleving. Waartegen natuurlijk geen. sikkepit in to brengen is. Deze sterke nei ging tot schoolmeesteren, moet nu ech ter ook nog gezien worden in grooter verband, in combinatie met de nieuwe Duitsche rechtsbegrippen. In liet Derde Rijk stajit het „Romeinsclie Recht" op het punt voor het '/.Duitsche Recht" plaats te maken. Daarover wellicht een ander maal uitvoeriger. Voor heden willen we op een groot axioma de aauda-ht ves tigen. Het „Duitsche Recht" gaat o.m. uit van de idee, dat recht gesproken be hoort te worden in) harmonie met „dc ge zonde opvatting des volks van wat recht en onrecht is". Men noemt dat hier kort bet „Vo'ksempfinden". Ideaal is dus dat da 'wetboeken voor straf- en burgerlijk recht-zoo vervaardigd zijn, dat zij in be oordeeling en strafmaat met bet „gezonde vo'ksoordeel" conform gaan. Populair ge zegd, dat „bet volk" bij vrijwel elk von nis zeggen moet: die heeft zijn verdien de loon" of ,die is terecht vrijgesproken*'. En omdat dit ideaal zeer, zeer mo-ilrk te bereiken is, hoeft men er vooi'loopig maar wat op gevonden, bij wijze van over gangsmaatregel. Men heeft den rechter ge zegd: spreek recht volgens de bestaande wetboeken, natuurlijk, maar zooveel mo- gelnk rekening houdend met het gezonde voiksoordeelen daar, waar de wetboeken u in den steek laten, waar dns vroeger een beklaagde door de mazen van het net slipte", oordeel daar eerst recht op eigen initialiief zoo als ge meent, dat het volk oordeelen zou Dus, om het weer po pulair to zeggen: waar ge van schuld overtuigd zijl en „liet volk met u", daar geen vrijspraak wegens gebrek aan be wijs, dat wil zeggen wegens lret ontbre ken van een welsparagraa", waarop dit bewijs naar vroeger „Romeinsch Recht" gegiond behoorde te worden. De ambtenaar van het ooonbaar mini sterie, hier „slaalsanwall" gelieeten, had in dit Rembrandtmoces ook een poging gedaan, een betrekkelijk zwaren eisch der rechters rechtvaardig te doen schijnen door te verzekeren, dat „de rolksmeening" stellig een schuldig zou hebben uitgespro ken. Men kon 'niet anders constateeren, dan dat... hij zelf die „volksmeening" was. De rechters spraken naar volle over: tuiging vrij. Niet wegens gebrek-aan-be- wijs volgens oud recept. Bij hen souf fleerde „dc volksmeening" dus weer an ders. liet was ons daarnaast nog opgevallen, dat de weinige toehoorders op de publieke tribune voorzichtig de meening hadden doen blijken, dat beide beklaagden, een Duitscher en een Nederlander, op hen een veel eerlijker en sympathieker indruk had den gemaakt, dan de eigenlijke aanklager, een opschepperige Duilsche advocaat in bekende „kwaje strafzaken"; en dat zij daarom hoopten op vrijspraak, al was het alleen maar om dezen aanklager „een loer te draaien". Dat was de ware „volksmee ning", Maar wat ware van haar prictisch terecht gekomen, als de rechters op grond van hun paragrafen toch tol gevangenis straf besloten hadden. Een vonnis boven dien, waarop geen beroep was? Deze kleine vuurproef voor hol „Duit sche Recht", was daarom een aiuler in teressant facet van deze zaak, waarbij het om zooveel vragen van „echt" en „on echt" ging. ROLAND. Tc Staphorst. Een levensge vaarlijk gewonde. De oude gewoonte om veeten met hei mes te beslechten, die scheen uitgeioeid, is te Staphorst wederom in eero hersteld door twee jongelieden, do 23-jarige C. en de 18-jarige V., van wie de laatste, den oudste zoodanig in het hoofd heeft ge stoken, dat hij levensgevaarlijk werd ge wond. Dit alles speelde zich af in een schuur, waarin de vechtersbazen zich hadden terug getrokken, terwijl do vrienden van beide partijen op den weg op den afloop ston den te wachten. ZONDAG, 29 DECEMBER 1935. Hilversum I, 1875 M. 8.30 KRO. 9.30 NCRV. 12.15 KRO. 5 NCRV. 7.45 KRO. 8.30 Morgenwijding. 9.30 Gewijde mu ziek. 9.50 Cleret. Kerkdienst. Hierna koor en Gramofoon. 1 Lezing. 1.20 Kerst spel. 2.30 Giamofoon. 3 Fanfare-orkest 4.15 Gramofoon. 4.30 Ziekcnhalfuur. 5 Gewijde muziek. 5.50 Ned. Ilerv. lsrerk dienst.. Ilieina gewijde muziek. 7.45 Sport. 7.50 Lozing. 8 10 Berichten. "8.20 Syinplioniecom erf. 9 Koor. 9.15 Gramo foon. 9.30 mol en piano 9.45 Svm- phonieconcerl. 10.15 Gramofoon. (Om 10.30 Berichten). 10.40 Epiloog. Hilversum II, 301 M. 8.55 VARA. 12 AVRO. 5 VARA. 7 VPRO. S AVRO. 8.55 Orgel. 9 Voetbalnieuws, tuinhouw- piaaljc. 9.30 Orgel. 9.45 Lezingen, gra mofoon ca voorde 10.45 Gramofoon. 11.15 Lezing. 11.30 Kwartet. 12 De Octo- phonikers. 12.50 Disco-nieuws 1.15 Or gel en viool. 2 Boekbespreking. 2 30 Ka mermuziek. 3 Gramofoon. 3.15 Radio- tooneel. 3.35 Strijkorkest. 4 30 Gramo foon. (Om 4.50 Sportnieuws) 5 Orgel. 5.30 Lezing, berichten, gramofoon, 6 Dansmuziek. G.30 Gramofoon. 7 Studie dienst. S Berichten. 8.15 Koor Nedei'I. Opera. 8.45 Causerie. 8.55 Radiojour naal. 9.10 Omroeporkest. 9 35 Radio- tooneel. 9.55 Kovacs Lnjos en Gram» foon. 11 Berichten. Gramofoon. 11.15— 12 De Avro Dmibris. Droihvich, 1500 M. 12.50 Concert, 1.50 Orkest. 2.35 Gra mofoon. 3.20 Trio. 3.50 Orkest. 5.40 Trio. 7.25 Zang en viool. 9 20 Concert 10.35 Trio. Radio Paris, 1648 M. 7.20 en 8.20 Gramofoon. 11.20 Kamer* muziek. 2.35 Zang. 5.20 Orkest. 7.201 en 8.20 Zang. 11.05—12.35 Dansmu ziek en orkest. j Keulen, 456 M. 5.20 Ilavenconcert. 7.50 Symphonie-or- kest. 9.05 Concert. 10.10—10.45 Man nenkoor. 10.50 Bach-cantatc. 11 20 Blaas- concert. 3.20 Gevar. programma. 5.20 Götterdammerung", Wagner. 10.20— 11.20 Dansorkest en Scbrammelensombl©. Brussel, 322 M. en 484 M. 322 M. (Vlaamsch): 9.20 en 10.20 Gra mofoon. 11.20 Orkest. 12 20 Gramofoon. 1.30 Orkest. 2.20 Jazzmuziek. 3.20 Pia no. 3.50 Gramofoon. 4 50 Sonalecomcert, 5.20 Orkest. C.20 Gramofoon, 7,20 Piano. 8.20 Gevar. programma. 1112 20 Con cert. 484 M. (Fransch): 9.20 Gramofoon. 10 20 Orkest. 11.20 Gramofoon, 12 20 Orkest. I.30 Gramofoon. 1,50 Orgel. 2.20 Gra mofoon. 2.50 Zang. 3.20 „Der Yog ei- hand Ier", operette van Zeiler. 6.20 Gra mofoon. 6.50 Piano. 7 35 Gramofoon. 8.20 Koor. 8.40 Piano. 9 Koor. 9.35 Symphonieconcert. 10.3012.20 Con cert. Dculsehlandsender, 3571 M. 7.20 Gevar. programma. 9 50 Solisten concert. 10.20—12.15 Dansmuziek. MAANDAG, 30 DECEMBER 1935. Hilversum I, 1875 M. NCRV.-uizending. 8.00 Schriftlezing. 8.159.30 Gramo foon. 10.30 Morgendienst. 11.00 Chr. Lectuur. 11.30—12.00 Gramofoon. 12.15 Carillon. 12.45 Gramofoon. 1.00 Saloa- orkest. 2.453.15 Voor de keuken. 3 30 Knipcursus. 4.00 Bijbellezing. 5 00 Kin deruur. 600 Gramofoon. 7.00 Berich ten. 7.15 Gramofoon. (Om 800 Berich ten). 8.30 Orgel. Causerie. Orgel. 10 00 Berichten. 10.04 Kwartet en orgel. 10.45 12.00 Gramofoon. j Hilversum II, 301 M. Algemeen programma verzorgd door de AVRO. 8 00 Gramofoon. 9.00 Ensemble. 10 00 Morgenwijding. Gewijde Muziek. 10.30 En semble. 11.00 Orgel en zang. 12.00 Gra mofoon. 12.15 Kovacs Lajos en grai- inofoon, 2.00 Zang en piano. 2.20 Gra mofoon. 2.50 Declamatie. 3 20 Gramo foon. 400 Piano. 4.30 Muzikale cause rie. 5.30 Trio. 6.20 AVRO-Decibels en soliste. 7.00 Piano. 7.30 Causerie. 8.00 Berichten. 8.10 Omroeporkest en solist. 8 45 Giainofoon. 8.55 Omroeporkest enl soliste. 9.35 Accordeon en gramofoda. 10.20 Dansmuziek. 11.00 Berichten. 11.10 Ensemble. 11.3012.00 Gramofoon. i Droitwirii, 1500 M. 11.20 Gramofoon. 12.05 Orkest. 1.05 Gia- mofoon. 1.50 Orgel, 2,35 Gramofoon. 3.20 Kwintet en solisten. 4.20 Viool en piano. 4.50 Orkest en solist. 5.35 Dans muziek. 6.50 Piano. 8.10 Zang. 8.20 Sympbonie-orkost en solisten. 10.30 Kwintet en solisten. 11,35—12.20 Dans muziek. i Radio Paris, 1648 M. 7.20 en 8 20 Gramofoon. 11,20 Concert. 2.50 Gramofoon. 5.50 Orkest 8 20 Kwar tet en solisten. 11.0512.35 Populairc- en dansmuziek. Keulen, 456 M. 5.50 Oikest. 11.20 Symplionieorkest. 1.35 Orgel en viool. 3.35 Zang. 4 20 Orkest. G.20 Klein orkest. S.05 Vroolijk program ma. 9.5011.20 Populair concert. 1 Brussel, 322 cn 484 M. 12.20 en 1.302.20 Gramofoon. 5.20 Salonorkcst. 6 35 Dito. 7.35 Gramofoon. S20 Symphonieconcert. 10 30—11,20 Gramofoon. 4S4 Mv 12.20 en 1.30—2,20 Orkest. 5.20 Dansmuziek. 6 20 Gramoteon.. 6.50 Zang. 7.05 Gramofoon, 7 20 Piano 8.20 Salonoikesl cn gramofoon. 10.3011.20 Dansmuziek. Dcutselilamlscnder, 1571 M. 8.20 Dansmuziek. 9.50 Solisten. 10 20 II.20 Populair concert. van plan was. Ik zon hem ergens ont moeten. Maar ik zwaaide het af Hij is makkelijk af te zwaaien. Is wat naïef. Maar hij is vrecselijk bescheiden tegenover mij en ik ben, geloof ik, soms een draak. Maar ik voel er nog niets voor, voor aliijd te teekenen. Ik ben zoo opgewonden, alsof er iets met me gebeuren zal." „Lieve help. Ik hoop, dat hot dan iels goeds zal zijn, Pel." De meisjes hadden om de benrl een middag vrij. Zij hadden, naar het nee'to, recht op een vrijen middag per vrek. Maar dien kregen ze niet altijd. Hot was nu Tessa's beurt, "inaar daar zij een ge deelte van den vorigen middag was weg geweest, verzocht miss Lightfoo! haar met' de kas te willen helpen. Eindelijk ging zij even voor vijven weg. liiplaats van regelrecht naar huis te gaan, ging zij, na in het telefoonboek liet adres van Parfitt's kapsalon te hebben op gezocht, volgens een vooraf beraamd plan naar het Westen. De kapperszaak was in een zijstraat van West End1 gcves'igd. met ver van het theater, waar zij den vorigen avond met mr. Banks was geweest Zij kwam langs het theater en nam de gelegenheid waar de foto's van Lallic Mili tancy nog eens te bekijken. Weer kreeg zij liet gevoel haar te herkennen, maar zij kon haar niet thuis brengen. Naar Tessa's oordeel maakte de kap perszaak niet veel indruk. 'Maar van bin nen zag ze er indrukwekkender uil. Zij zei tegen de portierster, die "oor het salon zat, dat zij haar haar wilde laten knippen, wasschen on opmaken en dat zij wenschte, dat mr. Banks dat zou doen. Eenigszins tot haar verbazing werd dit verzoek in het geheel niet vreemd opge nomen. Zij werd naar boven gebracht naar een kanjer, waar nog twee dames zaten to wachten. Zij werd op een lccgen stoel gezel, in een laken cu een handdoek ge wikkeld en'alleen gelaten. Terwijl zij wachtte, merkte zij, dat zij aan Jimmy Turner dacht. En als zij aan Jimmy Turner dacht, werd zij altijd 'onuit sprekelijk bedroefd. „Ik zal Jimmy nooit weerzien," /ei /e bij zich zelf. „Nooit meer Als het gebeur de, zon ik hem natuurlijk vertellen, lioe ik over hem denk. en dat zou liet einde van alles zijn. Maar ik zie hem natuurlijk nooit moer. Nooit Heel waarschijnlijk is hij ai vergeten, dat er zoo'n meisje hostaal als mij ik bedoel als ik. lhj .cent zoo veel meisjes. Ik denk, dat hij er vanmor gen weer mot zijn auto op uit is geweest, een of andere arme, ounoozelc gans ge vraagd heefi, hem den weg naar de stad te wijzen. Zijn mannen niet vrecselijk? Ik daclit, dat hij wel z.oo beleefd zou zijn, naar den winkel te komen om mij op te zoeken. Hoewel ik natuurlijk niet legen hem spreek, nis hij het doet." Deze alleenspraak werd plotseling on derbroken door een hevigen gil vanuit den stoel links van haar. Toen zij zich op dat geluid omkeerde, zag Tessa, dat het meisje, dat met een handdoek om haar nek haar hoofd onder handen Jiet nomen, recht overeind zat en haar aanstaarde Groote, ontstelde, kinderlijke oogen wa ren het van een diep blauwe kleur cn het gezicht, waarin zij stonden, was dat van Lallie Mulvaney. Niemand anders dan Lallic Mulvaney was het, en zij zag er zoo lief uit als pruimenbloesem in liet voorjaar, ofschoon zij er met haar wanordelijk haar niet op haar voordeeligst uitzag. Het haar onder ging op dat oogenblik een verandering, daar een nieuwe kleur uit een aantal flesschen zorgvuldig werd b-reid. „Kijk," riep miss Mulvaney dramatisch. „Lieve vadertje, kijk eens naar dat meisje." „Naar mij? Bedoelt u mij?" zei Tessa, „Wal heb ik gedaan?" „Wat zij gedaan heeft? Hoor haar eens. Liefje, trek er je niets van aan. Ik ben temperamentvol. Maar kijk dat haar van je Kijk toch." „Nu, wat is er mee?" bromde Tessa. „Wat er mee is? Wel, het gloeit. Hot slaat in brand." „ik weet zeker van niet," riep Tessa ontsteld1. „liet is een vreugdevuur, zeg ik je," riep miss Mulvaney, met haar mooie armen zwaaiend. „Kijk het eens laaien. Het is een haard. Een groote brand. Een hoe noem je dat een brandoffer. Waar is Ponzetla? Roep Ponzetla hier, vlug. Ga hem halen. Hei kan mij niet schelen, met welk hoofd' hij bezig is. Zeg bom, dat ilc hem noodig heb. En nu dadelijk. Neem die flesschen weg. Neen, ik kan jou niet gebruiken, Banks. Ga weg. Je hebt cr m<j den laatsten keer, toen je mijn haar be handeld had, laten uitzien als een oudo heks. Laat Ponzetla komen." (Wordt vc.ruolgd)i

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1935 | | pagina 5