BRIEVEN UIT BERLIJN.
TESSA.
Radioprogramma's
De kunsthandel een merkwaardig bedrijf. Werken van
schilders uit de auteursrecht-periode. Rembrandt of
FabrïtiusHet Duitsche recht: het Volks-empfindeh.
Brie „Rubens" over elkaar!
TWEEDE BLAD
SCHIEDAMSGHE COURANT
Gemengd Nieuws
Steekpartij.
(Yen onzen correspondent).
Dezer dagen stond oen Nederlandscli
kunstliandelaar, sedert meer dan vijf-en-
twintig jaren in Berlijn woonachtig, Gro
ninger van geboorte, ten tweeden male
voor den strafrechter, beschuldigd vaneen
poging tot bedrog ten nadeele van een
Duitscli .advocaat en kunstliefhebber, aan
wion liij een schilderij had willen verkno
pen, dat hij gaarne voor een nieuw-ont-
dekten Rembrandt wilde doen doorgaan,
ofschoon de beste Rembrandlkonners er
hun flat nog niet aan gegeven hadden.
Onze Nederlander, zonder twijfel een eer
lijk man, eerlijk gebleven in een beroep,
dat vol is met voetangels en klemmen,
en waarin de liefhebborprijzen, die vaak
gevraagd en betaald worden, een verlei
ding van den eersten rang belcekenen, was
in eerste instantie lot zes maanden ge
vangenisstraf veroordeeld; bij is echter
in liooger beroep naar onze overtui
ging volkomen terecht vrijgesproken.
En bij deze vrijspraak blijft hel. De'Nodcr-
landschc kunsthandelaar in kwestie is vol
komen gerehabiliteerd. Waarmede wij hem
en onze vaderlandsclie repulalie natuurlijk,
van harte gelukwenschen.
Maar zijn „geval" is voor ons ten slotte
niet het belangrijkste.
Bedrog.
Zeker, het is interessant, wat wij bij
deze gelegenheid weer eens over den
Kunsthandel ervaren hebben. Een merk
waardig bedrijf 1 Hen is geneigd aan de
eerlijkheid zelfs der internationale staats-
mnsea te gaan twijfelen. Natuurlijk wisten
we ook vroeger al, hoevele kunstwe ken
jaren, ja eeuwenlang beroemde namen dra
gen, om dan plotseling aan vrijwel onbe
kende meesters of ook wel geen-meesters
te worden toegeschreven. We wisten al
oorder, dat onnoemelijk veel geknoeid
word en nog geknoeid wordt. Een enkel
vermakelijk geval, dat ons in deze proces-
dagen verteld werd: een rijk Amcri-
kaanseh verzamelaar koopt in Europa een
„echten Rubens". Hij is geslepen ea door
ervaring voorzichtig geworden. Een Ru
bens krijgt men niet zoo gemakkelijk en
niet zonder hoogekosten over interna-
.tionale.jgrenzen. Dus laat bij bet werk
„overschilderen", dat wil zeggen: over
den Rubens schildert een o Brekend kun
stenaar een eigen model, waardoor de
„Rubens" onzichtbaar wordt In Amerika
aangekomen, laat de gelukkige eigenaar
door een vakman de nieuwe verf verwij-
doren om zijn Rubens terug te krijgen.
Maar wat blijkt nu? Onder den „Rubens"
zit een derde „meesterwerk" en wel een
portret van een bekend staatsman, die
moer dan een eeuw na Rubens' dood ge-
horen werd...
Nu, zulke krasse staaltjes zijn bij dit
proces niet te berde gebracht. Maar toch
ging het ook hier om groote namen. Want
het fraaie doek, dat middelpunt van deze
rechtszaak was, wordt aan Rembrandt toe
geschreven, en wel slaat het vast, dat het
ontstaan is in een tijd1, toen crue groote
moester in zijn volle kracht stond en dier
rnenscliTieïd rijpe kunstwerken schonk.
Men had het schilderij voor oen Barent
Fabritius gehouden. En voor wie op dit
terrem niet beslagen is, moge er aan
herinnerd worden, dat deze Barent Fabri
tius een van Rembrandt's meest begaafde
leerlingen was. In do periode, waarin het
dock in kwestie geschilderd werd (men
is in staat, vrij nauwkeurig na te gaan,
door RICHARD STARR.
Vertaald door A. RIEWERD.
31)
Hoofdstuk XX.
Lallic Mulvaney is temperamentvol.
Toen Tessa den volgenden morgen stil
letjes weg wilde sluipen, om haar buste
pakken, 'ving mrs. Elisabeth Bolts met
haar nopjesmuts haar op.
„Liefje," zei ze, „ik hoop, dat de sar
dientjes jo gisteravond goea gesmaakt heb
ben."
„Dank u wel; noen, mrs. Potts," zei
Tessa. „Ik donk, dat de kater van ge
smuld heeft. Het scheen zoo, naar de ma
nier te oordeelen, waarop ze zich den
hek aflikte. Maar het was erg vriendelijk
van u, ze voor ons klaar te zetten en
ik geloof zeker, dat ze erg lekker moeten
zijn geweest"
Het grootste deel hiervan scheen niet tol
mrs. Potts door te dringen, want zo was
nogal hardhoorig.
„Het spijt mij zoo, dat ik moest niezen,
liefje," ging zij voort. „Ik lag wakker. Ik
sliep erg slecht. En ik kan niet helpen,
dat ik hoorde, wat mr. Banks tegen je zei
Ik vind het een prachtig aanzoek. Zoo
romantisch. Ik ben toch zoo blij, liefje
Ik vind liet altijd prcPig, te «oen, wat ik
kan, om jonge menschen te helpen, het
met elkaar eens te worden. Zie je, jongc-
lioc oud de verf is, die voor schilderijen
gebruikt wordt) was Fabritius nog leer
ling in Rembrandt's atelier, schilderde nog
naar diens ontwerpen en toekmingen, was
nog verplicht geen eigen werk onder eigen
naam te vervaardigen, en moest zich nog
laten welgevallen, dat de meester'om zoo
te zeggen „het auteursrecht bezat" over
kunstwerken, die in zijn atelier, gedeelte
lijk van zijd eigen hand, en zeker (naar
zijn ontwerp en onder zijn goedkeuring
lot stand gekomen waren. Zoadat dit
proces heeft het weer eens duidelijk aan
het licht gebracht tallooze werken van
groote meesters sinds jaren en eeuwen
in musea en particuliere collecties als
Rembrandt, Vermeer, Tintoretto, Rubens,
Steen, Murillo gelden, terwijl ze slechts
werk van leerlingen uit zulk oen „auteurs
recht-periode" zijn. Ja, men schijnt er in
den kunsthandel overtuigd van te zijn,
dat bepaalde meesters en nu wil ik
met opzet geen namen noemen hoog
stens één-vierde of één-vijfde doel van de
hun heden toegeschreven werken door leer
lingen hebben laten vervaardigen «n er
hoogstens in gecorrigeerd hebben, meesters,
die eigenlijk lui 'waren of een „slappen
lip" hadden, van hun naam leefden m
slechts in bizondero gevallen (wat dan
ook zeer zichtbaar wasl) een werk van
den eersten tot den laatsten penseelstreek
zelf vervaardigden.
Atelierwerk.
En nu staat de kunsthistoricus, de kunst
handelaar, do kunstkooper, de vendu
meester voor het heden, voor die massa
der door de eeuwen (of ook slechts jaren)
heen tot ons gekomen kunstwerken, ech
te en valscho, maar ook „echte" uit het
atelier, met nul tot 200 en zooveel pro
cent echte meesterlijke uitvoering en
moet in dien doolhof een weg vinden!
Blijven we bij Rembrandt. Natuurlijk zijn
er tienlallen Rembrandis, die zonder eo.ii-
gen twijfel echt zijn, al dadelijk, omdat
we tal van gegevens over hun ontstaan
bezitten. Maar is het niet verbluffend,
dat zelfs waar het hier om onzen meest
in roerraten landgenoot gaat, nog heden
de beoordeeling voor echt of niet echt
zoozeer op zwakke voeten staat, dat een
der grootste levcnclc Re i n b r andt kenners
do Amerikaan dr.' .Valcn liner,. onlangs oen
werk heeft uitgegeven, waarin hij* oaaigó
tientalion sedert jaar on eeuw als echt
gekenschetste Rembrandts plotseling aan
Fabritius en ander© leerlingen toeschrijft,
dus aan atelierswerk onder 's meesters
leiding, aangezien bijv. Fabritius, eenmaal
zelfstandig geworden, in geheel andoren
stijl schildeidc dan in zijn afhnnkelijkcin
atelierst.ijd. Dit proces heeft eenige zeer
bekende deskundigen op dit gebied ten
tooneele zien verschijnen en bij deze ge
legenheid is verklaard', -dat in verschil
lende musea „-echte Rembrandts" hangen,
die als zoodanig van veel geringer kwali
teit zijn en veel minder „echt" schijnen
dan het schilderij, dat in do rechtszaal
voor ons stond en dat men tot voor kor
ten tijd een „echten Fabritius" genoemd
bad. Zoodat het zeer goed mogelijk is,
dat een Bredius, een Hofstede de Groot,
een Val en tin er, het straks wel degelijk
voor een Rembrandt zullen houden. On
danks algemeen erkende zwakker© details.
Men heeft ons bi) deze gelegenheid nog
eens onthuld, dat vele groote meesleis
er feitelijk oen soort „fabriek" op na hiel
den, hun vele leerlingen lieten werken,
zelf eigenlijk niet veel ©r aan meewerkten,
maar het product ten slotte als eigen
lieden zijn zoo verlegen, als zij verliefd
zijn."
„Daar hooft u u geen zorgen om te
maken, nu's. Potts. Mr. Banks is niet zoo
verlegen daar was tenminste niets van
te merken."
Het was voor Tessa meer of min ccn-
üonig in de theesalon, behalve gedurende
de drukke uren tusschen twaalf en
twee en do iets minder groote drukte
tusschen drie en vijf. Pet Pell wag buiten
gewoon vxoolijk., Zij had haar gewone so
berheid' vaii zich afgeschud. Haar donkere
oogen glinsterden en zij was werkelijk
mooi.'
„Wat is er met jouw aan de hand, Pet?"
vroeg- Tessa op een stil oogenblikje. „Heb
jo je geld gekregen, of is die groote
lummel van een jongen van jo er weer
geweest."
„Neenzei Pel „Hij komt hier maar
zelden. Alles bij elkaar genomen is hij er
niet meer dan drie of vier keer geweest.
Nu is hij al in geen weken gekomen. Ik
geloof niet, dat ik hem' ooit zal terug zien.
Ik weet zijn naam zelfs niet."
„Waarom heb je dan sterren in je
oogen
„Heb ik die? Ik denk, dat het komt,
omdat ik heelemaal opgewonden ben over
dat poseeren, dat je voor mij hebt afge
sproken. Hè, ik kijk er vol verlangen naar
uit, kind. Niet alleen om het geld, hoe
wel ik dat best gebruiken kan, dat moet
ik zeggen. Maar ook, omdat het een avon
tuur is. Iets anders dan het alledaagscho
„Hoe staat het met je half-was? Heeft
hij je al gevraagd'?"
„Neen. Ik geloof, dai hij het gisteravond
DER
ZATERDAG, 28 BEO. 1935. No. 21138.
werk te koop aanboden, ook dan, wan
neer zij niets andere gedaan hadden dain
er... hun handteekening ond'er te z-etlen.
j Riskante geldbelegging.
Welk een "beroép,* kunstkenner, expert
te zijn en expertises af te geven, waar
door een wérk, dat met flOQ hoog ge
prijsd scheen, een/uur later voor f 100.000
aangeboden en... betaald wordt. Welk eon
beroep, kunsthandelaar te zijn, zulke kan
sen na te snuffelep/.en de handigheid te
bezitten, den expert; die ook maar een
mensch is, zijn „ontdekking" op het juiste
oogenblik voor te zetten en het in de ge-
wensclUe stemming weer bij hem weg
to halen. Welk een risico, zijn gold ia
zulke kunstschatten vast to leggen, liet
verlies aan rente op zijn kapitaal er aan
te wagen, maar ook het kapitaal zelf,
als straks, of na lange jaren, blijkt, dat
de geleerde heeren,weer tot geheel andere
overtuigingen gekomen zijn! En bij dit
alles speelt dan nog de strafrechter zijn
rol, gaat hot om 'eer, vrijheidsberooving
en beroepsreputatié, als een koopcr zich
bedot voelt, een expert m'eent, dat men
misbruik van zijn oordcel gemaakt heeft,
een handelaar al te positief in zijn ver
zekeringen is geweest.
l De vidksmccning.
Maar al deze gevaren en onzekerheden,
krijgen nog een biz onder relief in Adolf
Hitler's Derde Rijk. Ook deze ervaring
heeft het proces 'tegen den Nederland-
sclien kunsthandelaar bevestigd. In de
eerste plaats wil het nationaal-socialisme
zuiverend optreden op elk gebied der sa
menleving. Waartegen natuurlijk geen.
sikkepit in to brengen is. Deze sterke nei
ging tot schoolmeesteren, moet nu ech
ter ook nog gezien worden in grooter
verband, in combinatie met de nieuwe
Duitsche rechtsbegrippen. In liet Derde
Rijk stajit het „Romeinsclie Recht" op
het punt voor het '/.Duitsche Recht" plaats
te maken. Daarover wellicht een ander
maal uitvoeriger. Voor heden willen we
op een groot axioma de aauda-ht ves
tigen. Het „Duitsche Recht" gaat o.m.
uit van de idee, dat recht gesproken be
hoort te worden in) harmonie met „dc ge
zonde opvatting des volks van wat recht
en onrecht is". Men noemt dat hier kort
bet „Vo'ksempfinden". Ideaal is dus dat
da 'wetboeken voor straf- en burgerlijk
recht-zoo vervaardigd zijn, dat zij in be
oordeeling en strafmaat met bet „gezonde
vo'ksoordeel" conform gaan. Populair ge
zegd, dat „bet volk" bij vrijwel elk von
nis zeggen moet: die heeft zijn verdien
de loon" of ,die is terecht vrijgesproken*'.
En omdat dit ideaal zeer, zeer mo-ilrk
te bereiken is, hoeft men er vooi'loopig
maar wat op gevonden, bij wijze van over
gangsmaatregel. Men heeft den rechter ge
zegd: spreek recht volgens de bestaande
wetboeken, natuurlijk, maar zooveel mo-
gelnk rekening houdend met het gezonde
voiksoordeelen daar, waar de wetboeken
u in den steek laten, waar dns vroeger
een beklaagde door de mazen van het
net slipte", oordeel daar eerst recht op
eigen initialiief zoo als ge meent, dat het
volk oordeelen zou Dus, om het weer po
pulair to zeggen: waar ge van schuld
overtuigd zijl en „liet volk met u", daar
geen vrijspraak wegens gebrek aan be
wijs, dat wil zeggen wegens lret ontbre
ken van een welsparagraa", waarop dit
bewijs naar vroeger „Romeinsch Recht"
gegiond behoorde te worden.
De ambtenaar van het ooonbaar mini
sterie, hier „slaalsanwall" gelieeten, had
in dit Rembrandtmoces ook een poging
gedaan, een betrekkelijk zwaren eisch der
rechters rechtvaardig te doen schijnen
door te verzekeren, dat „de rolksmeening"
stellig een schuldig zou hebben uitgespro
ken. Men kon 'niet anders constateeren,
dan dat... hij zelf die „volksmeening"
was. De rechters spraken naar volle over:
tuiging vrij. Niet wegens gebrek-aan-be-
wijs volgens oud recept. Bij hen souf
fleerde „dc volksmeening" dus weer an
ders.
liet was ons daarnaast nog opgevallen,
dat de weinige toehoorders op de publieke
tribune voorzichtig de meening hadden
doen blijken, dat beide beklaagden, een
Duitscher en een Nederlander, op hen een
veel eerlijker en sympathieker indruk had
den gemaakt, dan de eigenlijke aanklager,
een opschepperige Duilsche advocaat in
bekende „kwaje strafzaken"; en dat zij
daarom hoopten op vrijspraak, al was het
alleen maar om dezen aanklager „een loer
te draaien". Dat was de ware „volksmee
ning", Maar wat ware van haar prictisch
terecht gekomen, als de rechters op grond
van hun paragrafen toch tol gevangenis
straf besloten hadden. Een vonnis boven
dien, waarop geen beroep was?
Deze kleine vuurproef voor hol „Duit
sche Recht", was daarom een aiuler in
teressant facet van deze zaak, waarbij het
om zooveel vragen van „echt" en „on
echt" ging. ROLAND.
Tc Staphorst. Een levensge
vaarlijk gewonde.
De oude gewoonte om veeten met hei
mes te beslechten, die scheen uitgeioeid,
is te Staphorst wederom in eero hersteld
door twee jongelieden, do 23-jarige C. en
de 18-jarige V., van wie de laatste, den
oudste zoodanig in het hoofd heeft ge
stoken, dat hij levensgevaarlijk werd ge
wond.
Dit alles speelde zich af in een schuur,
waarin de vechtersbazen zich hadden terug
getrokken, terwijl do vrienden van beide
partijen op den weg op den afloop ston
den te wachten.
ZONDAG, 29 DECEMBER 1935.
Hilversum I, 1875 M.
8.30 KRO. 9.30 NCRV. 12.15 KRO.
5 NCRV. 7.45 KRO.
8.30 Morgenwijding. 9.30 Gewijde mu
ziek. 9.50 Cleret. Kerkdienst. Hierna
koor en Gramofoon. 1 Lezing. 1.20 Kerst
spel. 2.30 Giamofoon. 3 Fanfare-orkest
4.15 Gramofoon. 4.30 Ziekcnhalfuur. 5
Gewijde muziek. 5.50 Ned. Ilerv. lsrerk
dienst.. Ilieina gewijde muziek. 7.45
Sport. 7.50 Lozing. 8 10 Berichten. "8.20
Syinplioniecom erf. 9 Koor. 9.15 Gramo
foon. 9.30 mol en piano 9.45 Svm-
phonieconcerl. 10.15 Gramofoon. (Om
10.30 Berichten). 10.40 Epiloog.
Hilversum II, 301 M.
8.55 VARA. 12 AVRO. 5 VARA.
7 VPRO. S AVRO.
8.55 Orgel. 9 Voetbalnieuws, tuinhouw-
piaaljc. 9.30 Orgel. 9.45 Lezingen, gra
mofoon ca voorde 10.45 Gramofoon.
11.15 Lezing. 11.30 Kwartet. 12 De Octo-
phonikers. 12.50 Disco-nieuws 1.15 Or
gel en viool. 2 Boekbespreking. 2 30 Ka
mermuziek. 3 Gramofoon. 3.15 Radio-
tooneel. 3.35 Strijkorkest. 4 30 Gramo
foon. (Om 4.50 Sportnieuws) 5 Orgel.
5.30 Lezing, berichten, gramofoon, 6
Dansmuziek. G.30 Gramofoon. 7 Studie
dienst. S Berichten. 8.15 Koor Nedei'I.
Opera. 8.45 Causerie. 8.55 Radiojour
naal. 9.10 Omroeporkest. 9 35 Radio-
tooneel. 9.55 Kovacs Lnjos en Gram»
foon. 11 Berichten. Gramofoon. 11.15—
12 De Avro Dmibris.
Droihvich, 1500 M.
12.50 Concert, 1.50 Orkest. 2.35 Gra
mofoon. 3.20 Trio. 3.50 Orkest. 5.40
Trio. 7.25 Zang en viool. 9 20 Concert
10.35 Trio.
Radio Paris, 1648 M.
7.20 en 8.20 Gramofoon. 11.20 Kamer*
muziek. 2.35 Zang. 5.20 Orkest. 7.201
en 8.20 Zang. 11.05—12.35 Dansmu
ziek en orkest. j
Keulen, 456 M.
5.20 Ilavenconcert. 7.50 Symphonie-or-
kest. 9.05 Concert. 10.10—10.45 Man
nenkoor. 10.50 Bach-cantatc. 11 20 Blaas-
concert. 3.20 Gevar. programma. 5.20
Götterdammerung", Wagner. 10.20—
11.20 Dansorkest en Scbrammelensombl©.
Brussel, 322 M. en 484 M.
322 M. (Vlaamsch): 9.20 en 10.20 Gra
mofoon. 11.20 Orkest. 12 20 Gramofoon.
1.30 Orkest. 2.20 Jazzmuziek. 3.20 Pia
no. 3.50 Gramofoon. 4 50 Sonalecomcert,
5.20 Orkest. C.20 Gramofoon, 7,20 Piano.
8.20 Gevar. programma. 1112 20 Con
cert.
484 M. (Fransch): 9.20 Gramofoon. 10 20
Orkest. 11.20 Gramofoon, 12 20 Orkest.
I.30 Gramofoon. 1,50 Orgel. 2.20 Gra
mofoon. 2.50 Zang. 3.20 „Der Yog ei-
hand Ier", operette van Zeiler. 6.20 Gra
mofoon. 6.50 Piano. 7 35 Gramofoon.
8.20 Koor. 8.40 Piano. 9 Koor. 9.35
Symphonieconcert. 10.3012.20 Con
cert.
Dculsehlandsender, 3571 M.
7.20 Gevar. programma. 9 50 Solisten
concert. 10.20—12.15 Dansmuziek.
MAANDAG, 30 DECEMBER 1935.
Hilversum I, 1875 M.
NCRV.-uizending.
8.00 Schriftlezing. 8.159.30 Gramo
foon. 10.30 Morgendienst. 11.00 Chr.
Lectuur. 11.30—12.00 Gramofoon. 12.15
Carillon. 12.45 Gramofoon. 1.00 Saloa-
orkest. 2.453.15 Voor de keuken. 3 30
Knipcursus. 4.00 Bijbellezing. 5 00 Kin
deruur. 600 Gramofoon. 7.00 Berich
ten. 7.15 Gramofoon. (Om 800 Berich
ten). 8.30 Orgel. Causerie. Orgel. 10 00
Berichten. 10.04 Kwartet en orgel. 10.45
12.00 Gramofoon. j
Hilversum II, 301 M.
Algemeen programma verzorgd door
de AVRO.
8 00 Gramofoon. 9.00 Ensemble. 10 00
Morgenwijding. Gewijde Muziek. 10.30 En
semble. 11.00 Orgel en zang. 12.00 Gra
mofoon. 12.15 Kovacs Lajos en grai-
inofoon, 2.00 Zang en piano. 2.20 Gra
mofoon. 2.50 Declamatie. 3 20 Gramo
foon. 400 Piano. 4.30 Muzikale cause
rie. 5.30 Trio. 6.20 AVRO-Decibels en
soliste. 7.00 Piano. 7.30 Causerie. 8.00
Berichten. 8.10 Omroeporkest en solist.
8 45 Giainofoon. 8.55 Omroeporkest enl
soliste. 9.35 Accordeon en gramofoda.
10.20 Dansmuziek. 11.00 Berichten. 11.10
Ensemble. 11.3012.00 Gramofoon. i
Droitwirii, 1500 M.
11.20 Gramofoon. 12.05 Orkest. 1.05 Gia-
mofoon. 1.50 Orgel, 2,35 Gramofoon.
3.20 Kwintet en solisten. 4.20 Viool en
piano. 4.50 Orkest en solist. 5.35 Dans
muziek. 6.50 Piano. 8.10 Zang. 8.20
Sympbonie-orkost en solisten. 10.30
Kwintet en solisten. 11,35—12.20 Dans
muziek. i
Radio Paris, 1648 M.
7.20 en 8 20 Gramofoon. 11,20 Concert.
2.50 Gramofoon. 5.50 Orkest 8 20 Kwar
tet en solisten. 11.0512.35 Populairc-
en dansmuziek.
Keulen, 456 M.
5.50 Oikest. 11.20 Symplionieorkest. 1.35
Orgel en viool. 3.35 Zang. 4 20 Orkest.
G.20 Klein orkest. S.05 Vroolijk program
ma. 9.5011.20 Populair concert. 1
Brussel, 322 cn 484 M.
12.20 en 1.302.20 Gramofoon. 5.20
Salonorkcst. 6 35 Dito. 7.35 Gramofoon.
S20 Symphonieconcert. 10 30—11,20
Gramofoon.
4S4 Mv 12.20 en 1.30—2,20 Orkest.
5.20 Dansmuziek. 6 20 Gramoteon.. 6.50
Zang. 7.05 Gramofoon, 7 20 Piano 8.20
Salonoikesl cn gramofoon. 10.3011.20
Dansmuziek.
Dcutselilamlscnder, 1571 M.
8.20 Dansmuziek. 9.50 Solisten. 10 20
II.20 Populair concert.
van plan was. Ik zon hem ergens ont
moeten. Maar ik zwaaide het af Hij is
makkelijk af te zwaaien. Is wat naïef. Maar
hij is vrecselijk bescheiden tegenover mij
en ik ben, geloof ik, soms een draak.
Maar ik voel er nog niets voor, voor aliijd
te teekenen. Ik ben zoo opgewonden, alsof
er iets met me gebeuren zal."
„Lieve help. Ik hoop, dat hot dan iels
goeds zal zijn, Pel."
De meisjes hadden om de benrl een
middag vrij. Zij hadden, naar het nee'to,
recht op een vrijen middag per vrek.
Maar dien kregen ze niet altijd. Hot was
nu Tessa's beurt, "inaar daar zij een ge
deelte van den vorigen middag was weg
geweest, verzocht miss Lightfoo! haar met'
de kas te willen helpen. Eindelijk ging
zij even voor vijven weg.
liiplaats van regelrecht naar huis te
gaan, ging zij, na in het telefoonboek liet
adres van Parfitt's kapsalon te hebben op
gezocht, volgens een vooraf beraamd plan
naar het Westen. De kapperszaak was in
een zijstraat van West End1 gcves'igd. met
ver van het theater, waar zij den vorigen
avond met mr. Banks was geweest
Zij kwam langs het theater en nam de
gelegenheid waar de foto's van Lallic Mili
tancy nog eens te bekijken. Weer kreeg
zij liet gevoel haar te herkennen, maar
zij kon haar niet thuis brengen.
Naar Tessa's oordeel maakte de kap
perszaak niet veel indruk. 'Maar van bin
nen zag ze er indrukwekkender uil.
Zij zei tegen de portierster, die "oor
het salon zat, dat zij haar haar wilde laten
knippen, wasschen on opmaken en dat zij
wenschte, dat mr. Banks dat zou doen.
Eenigszins tot haar verbazing werd dit
verzoek in het geheel niet vreemd opge
nomen. Zij werd naar boven gebracht naar
een kanjer, waar nog twee dames zaten
to wachten. Zij werd op een lccgen stoel
gezel, in een laken cu een handdoek ge
wikkeld en'alleen gelaten.
Terwijl zij wachtte, merkte zij, dat zij
aan Jimmy Turner dacht. En als zij aan
Jimmy Turner dacht, werd zij altijd 'onuit
sprekelijk bedroefd.
„Ik zal Jimmy nooit weerzien," /ei /e
bij zich zelf. „Nooit meer Als het gebeur
de, zon ik hem natuurlijk vertellen, lioe
ik over hem denk. en dat zou liet einde
van alles zijn. Maar ik zie hem natuurlijk
nooit moer. Nooit Heel waarschijnlijk is
hij ai vergeten, dat er zoo'n meisje hostaal
als mij ik bedoel als ik. lhj .cent zoo
veel meisjes. Ik denk, dat hij er vanmor
gen weer mot zijn auto op uit is geweest,
een of andere arme, ounoozelc gans ge
vraagd heefi, hem den weg naar de stad
te wijzen. Zijn mannen niet vrecselijk?
Ik daclit, dat hij wel z.oo beleefd zou zijn,
naar den winkel te komen om mij op te
zoeken. Hoewel ik natuurlijk niet legen hem
spreek, nis hij het doet."
Deze alleenspraak werd plotseling on
derbroken door een hevigen gil vanuit den
stoel links van haar. Toen zij zich op
dat geluid omkeerde, zag Tessa, dat het
meisje, dat met een handdoek om haar
nek haar hoofd onder handen Jiet nomen,
recht overeind zat en haar aanstaarde
Groote, ontstelde, kinderlijke oogen wa
ren het van een diep blauwe kleur cn
het gezicht, waarin zij stonden, was dat
van Lallie Mulvaney.
Niemand anders dan Lallic Mulvaney
was het, en zij zag er zoo lief uit als
pruimenbloesem in liet voorjaar, ofschoon
zij er met haar wanordelijk haar niet op
haar voordeeligst uitzag. Het haar onder
ging op dat oogenblik een verandering,
daar een nieuwe kleur uit een aantal
flesschen zorgvuldig werd b-reid.
„Kijk," riep miss Mulvaney dramatisch.
„Lieve vadertje, kijk eens naar dat
meisje."
„Naar mij? Bedoelt u mij?" zei Tessa,
„Wal heb ik gedaan?"
„Wat zij gedaan heeft? Hoor haar eens.
Liefje, trek er je niets van aan. Ik ben
temperamentvol. Maar kijk dat haar van
je Kijk toch."
„Nu, wat is er mee?" bromde Tessa.
„Wat er mee is? Wel, het gloeit. Hot
slaat in brand."
„ik weet zeker van niet," riep Tessa
ontsteld1.
„liet is een vreugdevuur, zeg ik je," riep
miss Mulvaney, met haar mooie armen
zwaaiend. „Kijk het eens laaien. Het is
een haard. Een groote brand. Een hoe
noem je dat een brandoffer. Waar is
Ponzetla? Roep Ponzetla hier, vlug. Ga
hem halen. Hei kan mij niet schelen, met
welk hoofd' hij bezig is. Zeg bom, dat ilc
hem noodig heb. En nu dadelijk. Neem
die flesschen weg. Neen, ik kan jou niet
gebruiken, Banks. Ga weg. Je hebt cr m<j
den laatsten keer, toen je mijn haar be
handeld had, laten uitzien als een oudo
heks. Laat Ponzetla komen."
(Wordt vc.ruolgd)i